8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

De Voorzitter, de Eerste Ondervoorzitter en de Tweede Ondervoorzitter stellen voor, te stellen in handen van:

  • -de vaste commissie voor Economische Zaken het wetsvoorstel Regels voor bedrijveninvesteringszones (Wet op de bedrijveninvesteringszones) (33917);

  • -de vaste commissie voor Financiën het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten 2015) (33918);

  • -de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer en van de wet van 28 maart 2013 tot wijziging van de Crisis- en herstelwet en diverse andere wetten in verband met het permanent maken van de Crisis- en herstelwet en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht (Stb. 2013, 144) in verband met het doorvoeren van enkele noodzakelijke reparaties en andere kleine wijzigingen (33919);

  • -de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de Initiatiefnota van het lid De Caluwé over simpeler en doeltreffender investeringen voor ontwikkeling (33916).

Ik deel aan de Kamer mee dat de tijdelijke commissie Evaluatie Wet op de parlementaire enquête tot haar voorzitter heeft gekozen de heer Van Raak.

Ik deel de Kamer mee dat ik bericht heb ontvangen houdende de mededeling dat de leden Bontes en Van Klaveren met ingang van heden één fractie zullen vormen, waarvan de heer Bontes de fractievoorzitter is.

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het dertigledendebat over de financiering van de kolenmijnbouwindustrie van de lijst af te voeren.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 27428, nr. 251; 31389, nr. 140; 21501-32, nr. 759; 29398, nr. 397 en 29398, nr. 396.

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik:

  • -in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Van der Linde tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Schut-Welkzijn tot lid in plaats van het lid Van Nieuwenhuizen-Wijbenga en het lid Van Nieuwenhuizen-Wijbenga tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Schut-Welkzijn;

  • -in de vaste commissie voor Financiën het lid Van Ark tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Moors;

  • -in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Schut-Welkzijn tot lid in plaats van het lid Anne Mulder en het lid Anne Mulder tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Taverne.

Op verzoek van de PVV-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Bosma tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Accreditatie CE- en MEM-opleidingen van InHolland, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 10 april, met als eerste spreker de heer Van Meenen van D66;

  • -het VAO Biotechnologie en kwekersrecht, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 10 april, met als eerste spreker de heer Van Gerven van de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Keijzer van de CDA-fractie.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Vorige week stond het bericht op NOS.nl dat veel aanleunwoningen steunloos zijn. Door het sluiten van verzorgingshuizen verdwijnen de laatste welzijnsvoorzieningen voor ouderen uit kleine dorpen. Ik vraag de Kamer om mij te steunen in het verzoek om hier een debat over te voeren, voorafgegaan door een brief, al was het alleen maar om dan de motie weer te kunnen indienen waarin wordt gevraagd om een onderzoek naar kleine zorgcentra, zodat de VVD, de PvdA en D66 voor kunnen stemmen.

De voorzitter:

Een verzoek om steun tot het houden van een debat over aanleunwoningen.

Mevrouw Agema (PVV):

Als het CDA de verzorgingshuizen niet had gesloten, leunden de aanleunwoningen nog ergens tegenaan. Maar goed, ik zal het debat steunen, want als we het tij kunnen keren, wil ik daar altijd mijn best voor doen.

De heer Klein (50PLUS):

Ook namens 50PLUS steun voor dit verzoek.

De heer Van Veen (VVD):

Geen steun.

Mevrouw Siderius (SP):

Over dit onderwerp moet zeker gedebatteerd worden. Er staan volgens mij ook nog vijftien debatten of zo over dit onderwerp of aanverwante onderwerpen. Misschien moeten we eens gaan kijken of we het in een groot debat kunnen doen, want al die kleine debatjes hebben weinig zin. Vorige week is er over een aanpalend onderwerp een debat aangevraagd door onder andere de PvdA. Misschien kunnen we het daarbij betrekken.

De voorzitter:

Maar geen steun voor dit aparte verzoek. Dank u wel.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ook D66 steunt niet dit verzoek, om dezelfde reden als mevrouw Siderius van de SP net heeft aangegeven. Er staat heel veel gepland. Het zou goed zijn om die onderwerpen gezamenlijk te behandelen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks sluit zich aan bij de reactie van mevrouw Siderius.

De heer Slob (ChristenUnie):

De ChristenUnie sluit zich ook aan bij de opmerking van mevrouw Siderius.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Keijzer, u hebt niet de steun van de meerderheid en ook niet van 30 leden voor het houden van een debat.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik had al meegeteld, voorzitter. Het is spijtig, maar ik denk dat het een goede zaak is om de debatten die gepland zijn en die hier ook enigszins over gaan, snel te agenderen. De motie over de kleinezorgcentratoeslag die het CDA graag wil, kan ik dan alsnog indienen en in stemming brengen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Van Ojik van GroenLinks.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter. Eind januari heeft mijn collega Liesbeth van Tongeren namens mij gevraagd om een hoofdlijnendebat over de toekomst van de Nederlandse energievoorziening. Dat was toen de titel. Er waren toen heel veel redenen om zo'n debat te voeren: het energieakkoord, de discussie over schaliegas, de gasboringen in Groningen en de aardbevingen. Voor zo'n debat was veel steun maar geen meerderheid, omdat de meerderheid van de Kamer eerst het debat wilde voeren over wat toen het Groningenpakket heette. Toen heeft mijn collega al aangekondigd dat wij te zijner tijd zouden terugkomen met ons verzoek. Er is inmiddels natuurlijk nog veel meer aanleiding voor zo'n hoofdlijnendebat. Ik hoef maar te verwijzen naar de brief van Poetin over de gasvoorziening.

De voorzitter:

Het is helder.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik wil dat verzoek om hier, plenair, een hoofdlijnendebat te houden over de toekomst van de Nederlandse energievoorziening, nu herhalen.

De heer Leegte (VVD):

In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Economische Zaken hebben wij een brief gevraagd aan de minister over de situatie in Oekraïne in relatie tot het energiedebat. Onze suggestie is om die af te wachten en om dan te bekijken of we op korte termijn een algemeen overleg kunnen houden. Ik ben het natuurlijk eens met GroenLinks dat het goed is om na te denken over onze energievoorziening.

De voorzitter:

Maar geen steun voor dit debat.

De heer Leegte (VVD):

Geen steun nu voor dit debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De Partij voor de Dieren vindt het wel een goed idee om een hoofdlijnendebat te voeren, dus steun.

Mevrouw Klever (PVV):

Het is opmerkelijk dat dit debat aangevraagd wordt door een partij die de enige vorm van energie die ons echt onafhankelijk maakt van andere landen, namelijk kernenergie, altijd tegenhoudt. Dus geen steun voor het debat.

De heer Jan Vos (PvdA):

Je kunt natuurlijk allerlei consequenties verbinden aan het optreden van Poetin en de situatie in Oekraïne. Een daarvan is ons energiebeleid, dat inderdaad onafhankelijk moet zijn, ook al omdat het zo belangrijk is dat we een duurzaam energiebeleid hebben.

De voorzitter:

Steunt u het verzoek?

De heer Jan Vos (PvdA):

Daarom steun ik het verhaal van de VVD. We hebben net een brief gevraagd aan het kabinet. Ik wil die brief graag betrekken bij het AO over energie.

De voorzitter:

Op dit moment geen steun voor een hoofdlijnendebat.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Wat goed dat de heer Van Ojik er zelf aan refereerde. Ik had namelijk het gevoel dat dit debat al drie keer is aangevraagd. We hebben het steeds gesteund. Dat doen we ook deze keer graag weer. Dat geldt ook voor het debat dat mevrouw Van Tongeren hierna gaat aanvragen. Dat kan er misschien bij betrokken worden.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Op zich steun voor het debat, maar wij moeten misschien eerst eens kijken hoe dat in het AO aan de orde komt en of er dan nog extra aanleiding is om er plenair verder over te debatteren.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat op dit moment, begrijp ik.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Op dit moment niet.

De heer Paulus Jansen (SP):

Als de heer Van Ojik het debat dat op de rol staat, wil revitaliseren, dan heeft dat nog steeds onze steun. Dat was bij het vorige debat ook al zo. Voor de rest is het goed dat wij dan van tevoren die brief krijgen, zodat de agenda van het debat in ieder geval duidelijk is.

De heer Klein (50PLUS):

Het is duidelijk: wanneer je over volgende generaties praat, praat je over energie, praat je over hoofdlijnen. Het is dus heel verstandig om daarover te debatteren. Naderhand zien wij wel op de details in het AO.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Omdat snelheid ook van belang is, lijkt het mij beter om het via het algemeen overleg te doen. Dus geen steun.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Een debat op hoofdlijnen over de energievoorziening in de toekomst van Nederland prop je niet in een AO. In tegenstelling tot de PVV zou ik zeggen: als je kernenergie een kans wilt geven, moet je met elkaar het debat aangaan. Dus steun voor het debat.

De voorzitter:

Mijnheer Van Ojik, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een hoofdlijnendebat.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Nee, ik geloof dat de verhouding net zo ligt als anderhalve maand geleden. Ik had gehoopt op voortschrijdend inzicht bij een aantal van mijn collega's, omdat ik denk dat het heel belangrijk is om juist in deze zaal over zo'n belangrijk onderwerp, waar zo veel verschillende aspecten aan zitten, eens een keer op hoofdlijnen een debat te voeren. Ik zou zeggen: met de fractievoorzitters, maar daar ga ik uiteraard niet over. Het spijt mij dat die steun er niet is. Uiteraard zullen wij actief meedoen aan alle AO's, dertigledendebatten en andere debatten die er verder over worden gevoerd. Maar daar ging mijn verzoek niet over.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Het VN-klimaatpanel heeft net zijn laatste rapport uitgebracht waarin de aanbevelingen voor beleidsmakers staan. Dit gaat over vele miljarden aan investeringen, aan werkgelegenheid en aan eventuele schade of te vermijden schade. Dus van mij ook een verzoek om over dit rapport, dat nu definitief uit is, een plenair debat te voeren, in deze zaal, om het de aandacht te geven die klimaatverandering moet hebben in deze wereld. Ik doe dit verzoek mede namens mevrouw Ouwehand …

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

… van de Partij voor de Dieren. Dat wilde ik nog even vertellen. Zij heeft hier vorige week om gevraagd naar aanleiding van de uitgelekte versie. Dus dit verzoek doe ik mede namens de Partij voor de Dieren.

De voorzitter:

Een verzoek voor een nieuw debat.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Een verzoek voor een debat over het laatste rapport van het IPCC.

De voorzitter:

Het dertigledendebat dat vorige week is toegevoegd.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik zou hier een plenair debat willen houden. Dat is mijn verzoek.

De voorzitter:

Een meerderheidsdebat, want een dertigledendebat is ook een plenair debat.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Met excuses, een meerderheidsdebat. Daar is dit onderwerp meer dan belangrijk genoeg voor.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Geen steun voor een apart debat. Ik zou zeggen: betrek het bij het AO Klimaat. Dan kunnen wij het er uitgebreid over hebben. Maar als ik een suggestie mag doen: twee weken geleden heeft mevrouw Ouwehand inderdaad al een debat aangevraagd. Dat heeft het toen ook niet gehaald, maar er is wel een dertigledendebat op de agenda gekomen. Ik stel voor dat wij dit derde, laatste IPCC-rapport behandelen bij het dertigledendebat dat ingepland wordt.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

En dat over een jaar aan de orde komt.

De voorzitter:

Maar u geeft geen steun aan een apart debat, mijnheer Dijkstra?

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Correct.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, het was namens u.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het was namens mij. Ik wil de collega's in overweging geven dat ik mijn dertigledendebat intrek als wij hier besluiten om een plenair debat, een meerderheidsdebat, te voeren over de IPCC-rapporten. Ik zou zeggen: goede deal!

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Wij hebben al steun gegeven aan het debat van de Partij voor de Dieren. Dus ook steun voor dit debat, als het dat debat vervangt.

De voorzitter:

Als het dat …?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Dat het gewoon één debat wordt.

De voorzitter:

Maar u geeft geen steun aan een apart debat of wel?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik heb mevrouw Van Tongeren zo gehoord dat het andere debat met dit debat wordt samengevoegd en dat het één debat wordt. Dat lijkt mij ook heel goed.

De heer Jan Vos (PvdA):

Het klimaatprobleem is belangrijk, dus ik krijg graag een kabinetsappreciatie op dit punt. Aan de hand daarvan beoordelen we of we een separaat plenair debat willen of dat we het aan een algemeen overleg willen toevoegen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Steun voor een samengevoegd debat.

De heer Bisschop (SGP):

Mij lijkt dat er voldoende mogelijkheid bestaat om dit onderwerp aan een staand debat te koppelen.

De voorzitter:

Om het toe te voegen aan de agenda van een dertigledendebat, bedoelt u?

De heer Bisschop (SGP):

Ja.

De heer Paulus Jansen (SP):

Dat geldt ook voor de SP-fractie. Het zou goed zijn als er een brief van het kabinet ligt over wat er naar aanleiding van het rapport aan het beleid moet veranderen. Dat lijkt mij het meest relevant om te bespreken.

De voorzitter:

Naar aanleiding van de drie rapporten?

De heer Paulus Jansen (SP):

Ja, maar met name van het laatste IPCC-rapport.

De heer De Graaf (PVV):

De Samenvatting voor beleidsmakers is juist de reden dat de meest prominente Nederlandse wetenschapper, professor Tol, is opgestapt uit het IPCC. Dat lijkt mij een heel goede reactie van deze professor. De vorige aanvraag van mevrouw Ouwehand hebben wij niet gesteund, juist vanwege het iets te hard loeiende alarm. Ook deze keer geen steun van onze kant.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, u hebt geen steun voor het houden van een meerderheidsdebat over de drie rapporten. Er ligt wel een verzoek om een reactie van het kabinet op het laatste rapport.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik heb dat tot mijn grote spijt gehoord. Het verbaast mij enorm dat Nederland als een van de weinige landen de klimaatproblematiek niet serieus wil nemen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Sjoerdsma van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. De situatie in Oost-Oekraïne is zeer zorgwekkend. In plaats van de-escalatie zien wij eigenlijk alleen maar escalatie. Daarom vraag ik graag na het diplomatieke topoverleg van aanstaande donderdag en voor het aankomende meireces een debat met de minister van Buitenlandse Zaken aan.

De voorzitter:

Verzocht wordt om steun voor het voor het meireces agenderen van een debat met de minister van Buitenlandse Zaken over de actuele situatie in Oekraïne.

De heer Omtzigt (CDA):

Dat verzoek steunen wij, zeker gezien de zeer ernstige ontwikkelingen in Oekraïne en Oost-Oekraïne. Hierbij plaats ik wel de opmerking dat ik graag de minister-president bij dat debat aanwezig zie, indien er voor die tijd een Europese top over Oekraïne wordt gepland, wat ik niet uitsluit.

De voorzitter:

Onder voorbehoud is de aanwezigheid van de minister-president gewenst bij dit debat.

De heer Ten Broeke (VVD):

Er is inderdaad alle reden om over Oekraïne te spreken. De actualiteit is overigens nog in ontwikkeling, dus voor het meireces lijkt mij een debat aan de orde. Gegeven de drukke plenaire agenda kan ik mij echter voorstellen dat dit ook in de vorm van een AO kan. Dat zou onze voorkeur hebben. Voor het overige gaat de regering over haar eigen afvaardiging.

De voorzitter:

Dat betekent dat u geen steun verleent aan een volgende week plenair te houden debat.

De heer Ten Broeke (VVD):

Gezien de plenaire agenda lijkt mij dat dit heel lastig kan worden. De actualiteit is hier dringender.

De heer Van Bommel (SP):

Met dat laatste ben ik het wel eens. Dat vergroot ook de kans om het voor het meireces te doen. Ik ben het verder met de aanvrager eens om het debat niet voor het topoverleg waarbij Europa betrokken is, te plannen. Een van de andere collega's verwees naar een Europees overleg, maar dat heeft vermoedelijk voor het internationale topoverleg plaats. Ik zou niet tussen die twee overleggen ...

De voorzitter:

Zo heb ik het verzoek van de heer Omtzigt ook niet gehoord. Hij wil alleen dat de minister-president bij het debat aanwezig is als hij ook betrokken zal zijn geweest bij dat topoverleg.

De heer Van Bommel (SP):

Dank u wel daarvoor. Dan kan ik het met iedereen eens zijn.

De voorzitter:

Ik heb u horen zeggen dat u wilt debatteren, maar dat dat niet per se plenair hoeft. Het debat in deze vorm steunt u dus niet?

De heer Van Bommel (SP):

Dat hebt u goed gehoord.

De heer Servaes (PvdA):

Als de heer Van Bommel het met iedereen eens is, durf ik daarvan nauwelijks afstand te nemen. Ik steun het verzoek om een debat, hetzij plenair, hetzij in de vorm van een AO.

De voorzitter:

U moet kiezen, dat doe ik niet.

De heer Servaes (PvdA):

Steun voor het verzoek van de heer Sjoerdsma. Mocht dat niet mogelijk blijken, dan kan het ook in een AO. Steun voor het verzoek van de heer Sjoerdsma in ieder geval.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik heb zojuist in een ander verband gepleit voor plenaire debatten over de belangrijke kwesties van dit moment. Ik steun dus het verzoek van de heer Sjoerdsma, maar uitdrukkelijk ook zijn verzoek om dat debat hier plenair te voeren. Dan moet u daar op de plenaire agenda tijd voor maken. Dat is dan de consequentie, maar ik zou dat debat graag plenair willen voeren.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek van de heer Sjoerdsma. Het gaat mij om de snelheid. Als we moeten wachten met een plenair debat en als de internationale top allang is geweest, komt het debat als mosterd na de maaltijd. Als het plenair kan, geven wij daar de voorkeur aan. Zo niet, dan zullen we het via de commissie moeten doen.

De voorzitter:

Mijnheer Sjoerdsma, veel mensen hebben behoefte om volgende week na de top te praten. Ik vraag u met klem om te proberen om dat in een algemeen overleg te doen. Wij hebben een heel volle agenda. Ik geef u dan zeker de gelegenheid om dat debat voor het reces plenair af te ronden.

De heer Sjoerdsma (D66):

Dank, ook aan de collega's voor de uitgesproken steun. Ik denk dat voor ons allemaal geldt dat, als er sprake is van een keuze, snelheid boven plenair gaat. Als het plenair heel lastig wordt, zal ik dit verzoek dus via de commissie omzetten in een algemeen overleg.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw medewerking. Dan zie ik u volgende week bij de afronding van dat debat terug in de plenaire zaal.

Het woord is aan de heer Voordewind van de ChristenUnie.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. We hebben zojuist het kinderpardon aan de orde gehad in het vragenuur, maar dat was naar mijn mening en naar de mening van mijn fractie onvoldoende, omdat het echt gaat om een afronding van een regeling waarover we jaren hebben gepraat. Mijn fractie stelt daarom voor om hier een plenair debat over te houden.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een plenair debat over het kinderpardon.

De heer Fritsma (PVV):

De PVV-fractie wil juist zicht op de negatieve gevolgen van de pardonregeling, bijvoorbeeld het feit dat veel asielzoekersgezinnen weigeren om uit Nederland te vertrekken, hoewel zij uitgeprocedeerd zijn. Vanuit die invalshoek steunen wij het verzoek om een debat.

De heer Schouw (D66):

Aan dit onderwerp zitten veel humane maar ook politieke aspecten. Dus van harte steun voor dit verzoek.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Steun voor het verzoek, met de kanttekening dat ik er ook bij dit onderwerp de voorkeur aan zou geven om dit in commissieverband te organiseren als het daar sneller kan.

De heer Van Hijum (CDA):

Dit onderwerp rechtvaardigt een debat. Wij steunen daarom het verzoek.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

We hebben zojuist in het vragenuur gezien dat de staatssecretaris niet te vermurwen was. Er zal dus inderdaad een uitspraak van de Kamer moeten komen. GroenLinks steunt het verzoek van de heer Voordewind dus van harte.

Mevrouw Maij (PvdA):

Wij hebben volgens mij vlak na het meireces al een algemeen overleg over asiel- en vreemdelingenbeleid. Het lijkt mij heel goed om de brief van de staatssecretaris daarbij te voegen. Volgens mij komt er straks ook nog een verzoek van collega Fritsma en ook dat kunnen we daarbij voegen. Dus nu geen steun voor een plenair debat.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Van harte steun.

De heer Azmani (VVD):

Volgens mij hebben wij in dit huis al uitgebreid gedebatteerd over de randvoorwaarden van de kinderpardonregeling, maar kennelijk is dat voor sommige partijen nog niet genoeg. Ik zou graag willen verzoeken om dit gewoon te plannen in het AO dat wij binnenkort hebben. We spreken de staatssecretaris ook morgen nog. Dus geen steun voor dit debat.

De voorzitter:

Mijnheer Voordewind, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een plenair debat, hoewel ik velen heb horen zeggen dat zij wel willen spreken over dit onderwerp.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik constateer dat er in ieder geval ruim voldoende steun is voor een dertigledendebat. Ik zou dat dus graag genoteerd willen hebben. Ik hoorde dat de heer Azmani ervoor open staat om daar mogelijk een AO van te maken. Dat betekent dat we in commissieverband een meerderheid zouden hebben voor het houden van een AO. Als dat lukt, zal ik het dertigledendebat van de agenda afvoeren.

De voorzitter:

Bij het debat zal een spreektijd gelden van drie minuten.

Ik geef het woord aan de heer Jasper van Dijk van de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Ik verzoek om uitstel van het VAO Referentieniveaus taal en rekenen.

De voorzitter:

Dat is een al gepland VAO, voor komende donderdag. U hebt de steun van de meerderheid nodig om dat VAO uit te stellen. Ik kijk dus naar de Kamer. Steunt u het verzoek van de heer Van Dijk?

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Ik steun het verzoek.

De heer Rog (CDA):

Akkoord.

Mevrouw Straus (VVD):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Daarmee is er een meerderheid die het verzoek steunt. Ik zal het VAO van de agenda af halen.

Ik geef het woord aan de heer Fritsma van de PVV.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. De PVV maakt zich grote zorgen over de explosieve toename van het aantal asielzoekers dat naar Nederland komt en wil daarover zo snel mogelijk een debat met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Dat debat kan ook gaan over het feit dat het inwilligingspercentage van asielaanvragen in Nederland veel hoger ligt dan dat in omliggende landen. Er spelen …

De voorzitter:

Ja. Daarover gaan we debatteren.

De heer Fritsma (PVV):

… kosten mee voor extra opvang.

De voorzitter:

Als u er steun voor hebt, is dit waarschijnlijk een van de onderwerpen die u tijdens het debat aan de orde zou willen stellen.

De heer Fritsma (PVV):

Ik hoop dus op voldoende steun.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de toename van het aantal asielzoekers in Nederland.

De heer Van Hijum (CDA):

De aanleiding is een halfjaarrapportage, of in dit geval zelfs een jaarrapportage, over de asielproblematiek in het algemeen. Ik zou heel graag een debat voeren over dat brede rapport, waarin heel veel dingen staan waarover je met elkaar kunt spreken. Dat kan wat mij betreft ook in een algemeen overleg. Dat hoeft niet per se plenair.

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat dus.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik sluit me daarbij aan.

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat.

De heer Azmani (VVD):

Volgens mij is uw agenda vrij vol, voorzitter. We hebben zo'n 30 of 40 wetsvoorstellen of in ieder geval debatten op de agenda staan, en zo'n 26 plenaire debatten en dertigledendebatten. Volgens mij is het het handigst om het gewoon in het eerstvolgende AO te doen, dat we binnenkort weer hebben. Geen steun dus voor dit debat.

De voorzitter:

Geen steun dus voor dit debat. Het is overigens de agenda van de hele Kamer waaraan u refereert en niet alleen die van mij.

Ik zie geen steun van de meerderheid voor het houden van een debat, mijnheer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV):

Ja, jammer. Veelzeggend.

De voorzitter:

In ieder geval geen plenair debat. Dank u wel.

Ik geef het woord aan de heer De Graaf van de PVV.

De heer De Graaf (PVV):

Voorzitter. Op 17 december jongstleden heb ik een debat aangevraagd, en gekregen, over het feit dat de werkloosheid naar het niveau van de jaren tachtig steeg. De werkloosheid doet dat ondertussen heel hard, dus het debat had al heel lang gevoerd moeten worden. Nu bereiken ons echter ook berichten, onder andere gisteren via NOS.nl, dat het aantal WW-uitkeringen en de hoogte ervan op recordhoogte staan. Ik zou dat debat graag wat verder naar voren willen halen, want het is een actueel onderwerp, dat zeer belangrijk is voor vele Nederlanders die werkloos worden en voor hun gezinnen. Ik zou het tweede onderwerp graag aan het eerste toevoegen en daar de steun van de Kamer voor krijgen.

De voorzitter:

Ik leg uw verzoek aan de Kamer voor zonder te proberen om het samen te vatten, als u het niet …

De heer De Graaf (PVV):

Zal ik het zelf samenvatten?

De voorzitter:

U wilt snel het debat gepland hebben over het stijgen van de werkloosheid in Nederland.

De heer De Graaf (PVV):

En daaraan toevoegen het punt dat het aantal WW-uitkeringen torenhoog is op dit moment.

De voorzitter:

Wie wil hiervoor steun uitspreken?

Mijnheer De Graaf, …

De heer De Graaf (PVV):

Dat gaat hard.

De voorzitter:

Ik zie geen steun van een meerderheid.

De heer Van Weyenberg (D66):

Volgens mij staat dit debat al gepland. Het tweede verzoek lijkt mij heel logisch: nieuwe WW-cijfers betrekken bij het debat. De planning daarvoor ligt in uw handen, voorzitter, maar volgens mij geldt voor alle plenaire debatten dat u probeert om die zo snel mogelijk in te plannen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik sluit me aan bij de redenatie van de heer Van Weyenberg. Ik voeg daaraan toe dat er al veel langer geleden bijvoorbeeld een debat is aangevraagd door de PvdA-fractie over het toegenomen aantal meldingen van racisme. Dat zou ik dan liever snel op de agenda willen hebben.

De voorzitter:

Maar dat was niet het verzoek dat voorlag.

Mevrouw Karabulut (SP):

Steun voor het verzoek. Hierbij wil ik het dertigledendebat dat ik eerder heb aangevraagd over de werkloosheid intrekken. Dat kan worden samengevoegd met dit debat.

De voorzitter:

Dank u wel voor het intrekken van het dertigledendebat.

Mijnheer De Graaf, ik kan helaas niet vaststellen dat er een meerderheid is die het debat met grote spoed wil plannen. Ik zal proberen daarvoor de normale spoed te betrachten. Uw verzoek om daaraan een agendapunt toe te voegen, kunnen wij wel inwilligen. De stijgende uitgaven voor de uitkeringen zullen worden toegevoegd aan de agenda. Ik kan op dit moment niet overzien wanneer het debat wordt gepland, maar ik heb begrepen dat het snel moet gebeuren.

De heer De Graaf (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil nog wel kwijt dat ik het teleurstellend vind dat een groot deel van de Kamer gewoon op de billen blijft zitten, terwijl dit een groot probleem is voor heel veel Nederlanders. Het heeft blijkbaar geen prioriteit voor de meeste mensen hier en dat is echt teleurstellend.

De voorzitter:

Een meerderheid van de Kamer heeft al enige tijd geleden uitgesproken dat zij daar graag plenair over wil spreken. Helaas is de tijd daarvoor ons nog niet gegund.

Ik geef het woord aan de heer Agema van de PVV. Excuus, mevrouw Agema. Hoe kan ik deze vergissing maken? Eén blik en wij weten genoeg. "Het is een meisje."

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Dank u wel. Je zou hopen en denken dat de bezuinigingen in de zorg neerslaan op de megasalarissen, de wagenparken en de overhead, maar niets is minder waar. Er wordt beknibbeld op voedsel. Voeding is de eerste levensbehoefte, maar een kwart van de bewoners van verzorgingshuizen is al ondervoed en nog eens de helft loopt daar ernstig risico op. Ik zou hierover dan ook graag een debat willen voeren.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over ondervoeding van ouderen in een instelling.

Mevrouw Agema (PVV):

Is er een afspraak …?

De voorzitter:

Nee.

De heer Klein (50PLUS):

Het lijkt mij volstrekt logisch dat de fractie van 50PLUS dit verzoek steunt.

Mevrouw Siderius (SP):

Wij willen hier wel over praten, maar laten wij dit onderwerp betrekken bij een van de andere debatten over verzorgingshuizen zodat wij één groot debat over dit onderwerp krijgen.

De voorzitter:

Dank u wel. Geen steun voor een debat over dit aparte onderwerp.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Toen ik dit bericht las, kwamen er allerlei vragen bij mij op over de mogelijke redenen van deze problematiek. De CDA-fractie heeft daarom behoefte aan een brief van de staatssecretaris. Wat is hier aan de hand? Als dat duidelijk is, bespreken wij dit graag in een overleg over ouderenzorg. Het mag natuurlijk niet voorkomen dat mensen niet meer de voeding krijgen die zij nodig hebben.

De voorzitter:

U kunt ook schriftelijke vragen over dit onderwerp stellen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat kan, voorzitter, maar ik vind de procedure die wij nu afspreken, namelijk dat wij een brief vragen waarvoor wij de vragen kunnen aanleveren, een buitengewoon efficiënt idee van u.

De heer Van Veen (VVD):

Ik sluit mij zowaar aan bij de woorden van mevrouw Siderius. Geen steun voor een debat.

De voorzitter:

Mevrouw Agema, ik zie op dit moment geen steun van een meerderheid voor het houden van een debat.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u, voorzitter, daar kan ik niets aan doen. Mijn hart gaat uit naar de mensen die ondervoed in de verzorgingshuizen zitten terwijl de Kamer daarover niet wil praten.

De voorzitter:

Ik zal aan de griffier vragen of hij wil inventariseren welke feitelijke vragen over dit onderwerp moeten worden gesteld. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan mevrouw Bruins-Slot van het CDA.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Voorzitter. Vandaag staat in een artikel in het Dagblad van het Noorden dat het Openbaar Ministerie te weinig capaciteit heeft om de daders van zorgfraude te vervolgen. De aanpak van zorgfraude heeft dan natuurlijk weinig zin. Wij hebben vorig jaar juist over dit punt uitgebreid gediscussieerd met de minister van Veiligheid en Justitie. Nu staat er voor de zomer een debat over zorgfraude gepland met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Mijn verzoek is of de minister van Veiligheid en Justitie ook bij dit debat aanwezig wil zijn. Verder vraag ik om een brief, voorafgaand aan het debat, met een reactie op het artikel in het Dagblad van het Noorden.

De heer Rutte (VVD):

Mevrouw Bruins-Slot raakt hier aan een belangwekkend punt. Daarom steun voor het verzoek om een brief. Aan de hand daarvan kunnen wij bekijken of nadere actie nodig is.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Steun voor het verzoek.

De heer Van Gerven (SP):

Steun voor het verzoek en ook voor de uitbreiding met de bewindspersonen. Het debat staat al gepland.

Mevrouw Klever (PVV):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Wij willen graag eerst een brief. Op zich willen wij er ook wel een derde bewindspersoon bij, maar vaak betekent dit dat een debat pas maanden later wordt gehouden. Als dat de consequentie is, hebben wij liever een debat met twee bewindspersonen. Dit ter overweging.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wij kunnen het in ieder geval proberen, dus steun voor het verzoek van mevrouw Bruins Slot.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik merk dat een brede minderheid mijn verzoek steunt. Ik hoor ook in de woorden van mevrouw Bouwmeester dat zij er eigenlijk geen bezwaar tegen heeft, als het debat maar voor het zomerreces kan plaatsvinden. Kan ik de voorzitter verzoeken om te vragen of het mogelijk is om de minister van Veiligheid en Justitie erbij te hebben en dat wij dan, als wij een reactie hebben, op basis daarvan een beslissing nemen?

De voorzitter:

Ja, wij zullen laten weten op welke termijn het mogelijk is om met drie bewindspersonen te debatteren. Op zich is wat mevrouw Bouwmeester zegt wel waar: hoe meer bewindspersonen, hoe ingewikkelder. Het is best wel ingewikkeld om de agenda's van drie bewindspersonen en tien Kamerleden met elkaar in evenwicht te brengen.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik heb daar alle vertrouwen in, want minister Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft vorig jaar gezegd dat dit zijn topprioriteit was. Dit jaar zal het waarschijnlijk ook zijn topprioriteit zijn om naar de Tweede Kamer te komen om hierover te debatteren.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering voor de zekerheid doorgeleiden naar het kabinet. Het debat was al gepland.

Het woord is aan de heer Van Hijum van het CDA.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Terwijl het kabinet en de gedoogpartijen de gedroomde meevallers verdelen, volgen de berichten over tegenvallers elkaar snel op. Vorige week was er het bericht over honderden miljoenen extra uitgaven in het kader van de EU en ontwikkelingssamenwerking door een nieuwe berekening van de omvang van onze economie. Gisteren was er het bericht over het niet-doorgaan van de huishoudentoeslag, wat een gat in de begroting oplevert van 600 miljoen euro. Het is volstrekt onduidelijk waarvan dit uiteindelijk allemaal wordt betaald. Kan dit uit de meevallers of zijn extra bezuinigingen nodig? Mijn fractie wil daarom graag een debat hierover.

De voorzitter:

Een verzoek om steun tot het houden van een debat over het uitstellen van de invoering van de huishoudentoeslag.

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun voor het verzoek. Ik denk dat het goed is dat daarover snel helderheid komt, dus steun voor het verzoek om de brief en het debat.

De heer Koolmees (D66):

Volgende week spreken wij over het Stabiliteitsprogramma. Het lijkt mij een goed idee om dit daarbij te betrekken. Wel doe ik de suggestie om bijvoorbeeld een brief te vragen van het kabinet over dit punt.

De voorzitter:

Voorafgaand dus aan het debat over het Stabiliteitsprogramma.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor een brief. Ik vind de suggestie van de heer Koolmees zeer creatief, want dan kunnen wij het debat ook heel snel voeren.

De heer Merkies (SP):

Steun voor het voorstel van de heer Koolmees, maar ik zou ook graag een brief willen.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Volgens mij hebben wij net een brief gehad. Daarom weten wij dat het kabinet op zoek is naar een alternatief voor deze maatregel. In de brief die wij hebben gehad, staat aangekondigd dat de Kamer daarvan op de hoogte wordt gesteld. Ik wil die brief graag afwachten.

De voorzitter:

Ik zie het verzoek van de Kamer zo dat zij graag wil dat, als het bekend is vóór het debat van volgende week, ook in een brief aan de Kamer wordt gemeld hoe dat wordt opgelost.

De heer Klein (50PLUS):

Het is heel vreemd. Vorige week hebben wij 500 miljoen ineens kunnen uitgeven voor de verhoging van de arbeidskorting en nu blijkt ineens de huishoudentoeslag er niet meer te zijn. Ik denk dat er alle reden is om daarover een apart debat te voeren en het niet te koppelen aan het Stabiliteitspact. Dit is een ander onderwerp. Je moet dat niet willen doen.

De voorzitter:

Wel steun voor het debat dus.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Eigenlijk vond ik dat de voorzitter het beste voorstel had: mochten er nieuwe ontwikkelingen zijn, dan willen wij daarvan graag op de hoogte worden gesteld. Het kan dan inderdaad betrokken worden bij het debat over het Stabiliteitsprogramma. In dat kader dus steun voor het debat, maar dan wel gecombineerd met het Stabiliteitsprogramma.

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek van de heer Van Hijum.

Mevrouw Van Ark (VVD):

Ook geen steun. De brief die het kabinet heeft gestuurd, bevat de tijdsplanning voor het leveren van de informatie. Dan zien wij verder.

De voorzitter:

Mijnheer Van Hijum, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een apart debat. Ik denk dat ik de meerderheid heb horen zeggen dat men het volgende week wil betrekken bij het debat over het Stabiliteitsprogramma.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik kan ook tellen, voorzitter. Dus dan zullen we het daar maar op moeten laten aankomen, maar dan heb ik nog wel het verzoek om voorafgaand aan het debat over het Stabiliteitsprogramma opheldering te krijgen over hoe het geheel van die onbetaalde rekeningen nu eigenlijk wordt betaald. Als ik het optel, kom ik uit op een bedrag tussen de 1,5 en 2 miljard euro. We kunnen natuurlijk niet het Stabiliteitsprogramma naar Brussel sturen met zo'n gat.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Nispen van de SP.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Gisteren heeft de Raad voor de rechtspraak een onderzoek gepubliceerd over de verhoging van de griffierechten. Daaruit blijkt dat veel burgers en bedrijven hun zaak niet meer kunnen voorleggen aan de rechter omdat dit te duur is geworden. Dat is op zichzelf al erg omdat daardoor onrecht blijft bestaan, maar het is ook nog eens slecht voor de economie. Dat gegeven is nieuw en daarom vraagt mijn fractie een brief aan de minister van Veiligheid en Justitie, te ontvangen voor het debat over de verhoging van de griffierechten.

De voorzitter:

Ik zie dat daartegen geen bezwaar staat. Dus stel ik voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Hiermee is er een eind gekomen aan de regeling van werkzaamheden.

Ik verzoek de leden die dat nog niet hebben gedaan, alsnog de presentielijst te tekenen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Er zijn geen verzoeken om de stemmingslijst te wijzigen. Wij kunnen dus meteen doorgaan met de stemmingen.

Naar boven