Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 72, item 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 72, item 2 |
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.
Vragen van het lid Van Tongeren aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de uitspraak van het Europees Hof van Justitie dat de Wet bewaarplicht dataverkeersgegevens met terugwerkende kracht ongeldig is verklaard.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Voorzitter. Een EU-richtlijn waartegen GroenLinks fundamentele bezwaren koestert, is door het Europees Hof van Justitie naar de prullenmand verwezen. Daarmee is ook de basis van de Nederlandse wet weg. De minister van Veiligheid en Justitie heeft niet voor niets de Big Brother Award gewonnen, maar nu is er voor deze staatssecretaris een historische kans om de big brother van de privacy te worden.
Iedereen die belt, die mailt, die faxt, die surft, krijgt te maken met de huidige wet. Telecomdata worden één jaar bewaard. Dat weet heel Nederland inmiddels sinds de tapzaak rond Jos van Rey. Internetgegevens worden op dit moment zes maanden bewaard. De gewone burger, die niks fout heeft gedaan, heeft constant het gevoel dat hij in de gaten wordt gehouden. Dat wordt dus nu ook door het Europees Hof, onze hoogste rechter in Europa, erkend. Ik kan me toch niet voorstellen dat de VVD-slogan gaat worden: "Iedereen die niks fout doet krijgt toezicht".
De uitspraak van het Hof is glashelder. De Europese richtlijn die opslag van metadata regelt, is volkomen ongeldig en wordt met terugwerkende kracht vernietigd. Mijn vragen zijn de volgende.
Gaat de staatssecretaris deze week nog een intrekkingswet naar de Kamer sturen? Zo nee, waarom niet? Zijn de systemen al stilgelegd waarmee de uitvoering van de Wet bewaarplicht gebeurt? Zo nee, waarom niet?
Wat zijn de gevolgen van deze beslissing voor strafzaken in Nederland waarin bewaarde gegevens een rol speelden? Kan de staatssecretaris ons vertellen wat de gevolgen zijn voor de veiligheidsdiensten, die ook metadata verzamelen, zoals wij allemaal weten sinds Snowden?
Kan de staatssecretaris ons een stappenplan geven hoe hij de gevolgen van deze uitspraak gaat vertalen naar Nederland?
Staatssecretaris Teeven:
Voorzitter. Dank aan mevrouw Van Tongeren voor het stellen van haar vragen. Het arrest van het Hof van Justitie is nog niet gepubliceerd, althans was dat nog niet om 12 uur vanmiddag. Dus wij zullen het nog even moeten doen met het perscommuniqué dat is uitgegeven. Ik heb er ook kennis van genomen dat de richtlijn dataretentie door het Hof van Justitie van de Unie met terugwerkende kracht ongeldig is verklaard; terugwerkende kracht overigens tot mei 2006, want dat was het moment waarop de richtlijn in werking trad.
Voorzitter. U zult het mij niet euvel duiden dat het kabinet even wil studeren op de uitspraak zodra die er is, dus dat zullen wij ook gaan doen. Dan kunnen wij dus ook kijken wat voor gevolgen dat heeft voor de uitvoeringspraktijk.
Daarmee geef ik eigenlijk ook antwoord op de eerste vraag van mevrouw Van Tongeren aan mij; wanneer de intrekkingswet naar de Tweede Kamer komt. Op basis van het perscommuniqué kunnen wij wel de gevolgtrekking maken — het Hof heeft uitgesproken dat het "lijkt", waar je voorzichtig mee moet zijn — dat gegevens op het grondgebied van de Unie moeten worden bewaard. Ik weet niet of dat in alle gevallen zo is, maar daar moeten wij ook in onze wetgeving naar kijken, dus dat zullen we doen. Maar de intrekkingswet is nog niet naar de Kamer. De systemen zijn nog niet stilgelegd, want we hebben alleen nog maar een perscommuniqué dat we nog moeten bestuderen.
De derde en de vierde vraag kan ik wel wat uitgebreider beantwoorden, want zoals mevrouw Van Tongeren weet, geschieden de vorderingen die door het Openbaar Ministerie worden gedaan in strafzaken en de gegevens die de inlichtingen- en veiligheidsdiensten verzamelen op basis van verschillende wetgeving. Een aantal jaren geleden is al in een eerdere zaak van het Openbaar Ministerie tegen een verdachte X bepaald dat, ook al bewaart een provider gegevens te lang, die gegevens als ze er nog zijn, wel op basis van het Wetboek van Strafvordering kunnen worden opgevraagd door het Openbaar Ministerie. Wat zijn de gevolgen voor strafzaken en voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten? Naar het oordeel van het kabinet zijn die er op dit moment niet. Immers, de bevoegdheden tot het opvragen van die gegevens worden gebaseerd op andere wetten.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Dit is een uitspraak van de hoogste Europese rechters. De bewakers van de Nederlandse rechtsstaat, op dit moment is dat in de Kamer deze staatssecretaris, zouden aan zo'n uitspraak vrij vlot gevolg moeten geven. Het is geen vrijblijvend advies. Er is ook geen beroep mogelijk. Ik verwachtte wel dat wij als antwoord zouden krijgen dat het ministerie de uitspraak nog moet bestuderen, maar ook het advies van de advocaat-generaal ligt er al geruime tijd. Dus enige tijd om voorstudie te doen is er al geweest. GroenLinks wil nogmaals graag een antwoord op de volgende vraag. Wanneer komt er een stappenplan voor de manier waarop het ministerie omgaat met deze fundamentele, verreikende uitspraak? Het geldt per onmiddellijk en met terugwerkende kracht. Dat gebeurt in Europa zelden; dat weet ook deze staatssecretaris. GroenLinks wil heel snel een antwoord op de vraag wat deze uitspraak betekent voor het verzamelen van metadata door veiligheidsdiensten. Dat is een heel groot issue geworden in Europa met Snowden, maar ook in Nederland met minister Plasterk. Ik ga ervan uit dat er ook op de ministeries al eerder over nagedacht is.
Staatssecretaris Teeven:
Inderdaad, de bewaker van de rechtsstaat zit op dit moment in vak-K. Ik dank mevrouw Van Tongeren voor dat inzicht. Het WODC heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar het bewaren van verkeersgegevens. Daarover zijn in februari door de Kamer een honderdtal vragen aan het kabinet gesteld. Wij zijn bezig met de beantwoording daarvan. De beantwoording van de vragen zullen wij ook moeten meenemen. Ik heb al gezegd dat wij de uitspraak gaan bestuderen. Het lijkt mij niet heel vreemd dat je bij zo'n perscommuniqué eerst eens eventjes kijkt naar de gevolgen. Maar om nou direct te zeggen dat de totale Nederlandse wetgeving niet meer van toepassing is omdat een richtlijn is vernietigd, is iets heel anders. Je moet nu bekijken wat er precies met terugwerkende kracht is vernietigd en wat er in het Nederlandse systeem nog wel gelding heeft. Dat gaan wij nu doen. Wij zullen de Kamer daarover zo snel mogelijk berichten. De verzameling van gegevens door de veiligheidsdiensten gebeurt op een andere wettelijke grondslag. Dat weet mevrouw Van Tongeren ook. Er ligt een andere wet aan ten grondslag. Dus ook dat kan gewoon doorgaan op dit moment.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Ik concludeer dat de staatssecretaris nog niet echt in de race is als de big brother van de bescherming van de privacy. Hij geeft als eerste antwoord dat het misschien wel verzameld is op een manier die geen grondslag meer heeft in een Europese richtlijn, maar dat het nog wel gebruikt mag worden bij strafzaken. Dat vind ik niet direct een geruststellend antwoord. Ook de heer Kohnstamm heeft gereageerd met de opmerking dat de grondslag van de wet weg is. Ik zou van de staatssecretaris in elk geval een datum willen horen waarop een stappenplan naar de Kamer komt met wat hij gaat doen. Dat bestuderen zal geen maanden en maanden duren. Ik denk echt aan een termijn van een week, misschien twee weken.
Staatssecretaris Teeven:
Mevrouw Van Tongeren heeft natuurlijk gelijk dat zij nadere uitleg vraagt. Het gaat inderdaad geen maanden, maanden duren, maar ik denk dat het kabinet ongeveer acht weken nodig heeft om de vragen te beantwoorden die er nog liggen, om de uitspraak op het moment dat hij er is te bestuderen, en om te bekijken welke gevolgtrekkingen eraan moeten worden verbonden. En dan kom ik zeker zo snel mogelijk terug bij de Kamer.
De heer Verhoeven (D66):
De staatssecretaris zegt dat hij het nog moet ontvangen en dat hij het nog allemaal eens even rustig moet lezen. Ik begreep dat de uitspraak op een heleboel Engelstalige websites al gewoon beschikbaar is. Die tip geef ik zijn ambtenaren bij dezen. Dan kan hij een beetje tempo maken. Eigenlijk is het gewoon heel simpel. Nederland kan zelf kiezen wat het met dit onderwerp wil. Wij hebben niet langer te maken met de Europese dataretentierichtlijn. Dit is het mondelingevragenuur. Wij kunnen allemaal procedurele punten gaan maken en wachten op stukken, maar wat vindt het kabinet ervan? Wij hebben ruimte om zelf te kiezen. Wat wil deze staatssecretaris? Wil hij de Nederlandse bewaarplicht op basis van deze ruimte schrappen of wil hij de bewaarplicht gewoon behouden? D66 wil hem graag schrappen.
Staatssecretaris Teeven:
Ik kan mij nog herinneren dat wij in 2006, 2007 in de Kamer discussieerden over de bewaarplicht. De fractie van D66 had toen het standpunt dat verkeersgegevens zes maanden moesten worden bewaard. Dit is dus een nieuw standpunt. Het kan blijkbaar snel veranderen, maar goed, dat mag. Overigens is het wel belangrijk dat je gegevens over internet- en telefoonverkeer gedurende een bepaalde periode kunt bewaren. Als je bijvoorbeeld een straatrover moet pakken die iemands telefoon heeft gestolen, is het voor de opsporing en vervolging wel van belang dat je bij de provider mag opvragen wat er twee weken later met die telefoon is gebeurd. Het lijkt mij dus volstrekt duidelijk dat er enige periode moet zijn waarin je gegevens over internet- en telefoonverkeer bewaart. Het lijkt mij ook logisch dat het kabinet even tijd krijgt om hierop te studeren, want dit is geen uitspraak die je zomaar over je schouder gooit zonder daaraan gevolgen te verbinden. Dat zie ik ook wel in, maar eventjes aandacht van het kabinet lijkt mij wel op zijn plaats.
Mevrouw Oosenbrug (PvdA):
Aangezien het om een uitspraak van het Europees Hof gaat, hebben andere lidstaten hier ook mee te maken. Kunt u de Kamer informeren hoe andere lidstaten hiermee omgaan en hoe zij dit oplossen? Hebt u daar zicht op? En als u ons toch informeert, kunt u ons dan ook het standpunt van de andere lidstaten meegeven?
Staatssecretaris Teeven:
Dat is een terechte vraag. Deze uitspraak heeft directe werking voor twee landen, Oostenrijk en Ierland. Het ging namelijk om een klacht tegen Oostenrijk en Ierland. In die twee landen heeft deze uitspraak directe werking; in de andere 26 landen niet. Die landen hebben dus allemaal dezelfde implementatiewetgeving. Ik zal zeker met collega's overleggen hoe zij hiermee omgaan. Landen hebben dit natuurlijk wel op een verschillende manier geïmplementeerd. Ze hebben ook verschillende termijnen. Niet ieder land heeft eenzelfde bewaartermijn. Sommige landen hebben een bewaartermijn van zes maanden, andere landen hanteren twaalf maanden en er zijn zelfs landen die achttien maanden als bewaartermijn hebben.
De heer Van Nispen (SP):
De staatssecretaris zegt dat hij enige tijd nodig heeft om de uitspraak te bestuderen. Dat begrijpt de SP, maar acht weken is rijkelijk veel. Dat duurt wel heel erg lang. Wij zouden graag wat eerder weten wat de staatssecretaris hiervan vindt. Dit kan namelijk niet als een verrassing komen; dit zat eraan te komen. Het feit dat de Kamer zelf vragen heeft gesteld over de effectiviteit hiervan, is geen argument om nu te kijken naar de gevolgen van deze uitspraak van het Hof, want met deze uitspraak is de hele richtlijn ongeldig verklaard. Deze uitspraak gaat dus niet over de effectiviteit. Dat de bewaarplicht niet heeft opgeleverd wat de staatssecretaris daarvan zelf had verwacht, was ook al bekend, maar nu gaat het over de ongeldigheid van de richtlijn. Die zorgt ervoor dat de Nederlandse wet van tafel moet.
Staatssecretaris Teeven:
Ik ken het standpunt van de SP hierover, maar dit gaat even te snel. De vragen die de Kamer heeft gesteld, gaan nu juist over de effectiviteit. De antwoorden op die vragen gaan uit van een geldende richtlijn, maar er is nu een nieuwe situatie ontstaan. De richtlijn is met terugwerkende kracht ongeldig verklaard. Blijkbaar is de richtlijn al in het Engels beschikbaar, maar binnenkort zal die ook wel Nederlandstalig beschikbaar zijn. Het lijkt mij heel reëel dat mijn medewerkers op het departement en ik even serieus bekijken welke gevolgen dit heeft en of dit tot allerlei aanpassingen leidt. Als je het perscommuniqué leest en kijkt naar de gronden waarop deze vernietiging heeft plaatsgevonden, moet je de nationale wetgeving daar scherp langs leggen. Dat weet de heer Van Nispen natuurlijk ook. Dat is wat wij concreet gaan doen. Wij gaan de Kamer vervolgens goed gemotiveerd antwoord geven. Daarop heeft uiteraard ook de SP-fractie recht.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Als wij acht weken moeten wachten op het bestuderen van iets wat er al aan zat te komen, wat zou de staatssecretaris dan doen als wij hem per Kamermeerderheid met een motie zouden oproepen tot een intrekkingswet? Volgens mijn snelle telling is er nu een redelijke kans op zo'n meerderheid. Is het niet veel chiquer als de staatssecretaris iets meer tempo maakt en sneller antwoord en duidelijkheid geeft? Dit gaat over een heel belangrijke zaak en het kan geen verrassing zijn dat deze uitspraak er nu ligt. De advocaat-generaal heeft ook al in deze richting geadviseerd.
Staatssecretaris Teeven:
Ten eerste wordt wat een advocaat-generaal adviseert, niet altijd overgenomen. Dat is in nationale wetgeving niet zo en internationaal is het ook niet zo. Ten tweede zullen wij tempo maken met het bestuderen van deze uitspraak en uw Kamer zo snel mogelijk gefundeerd antwoorden.
De voorzitter:
Dank voor uw antwoorden en dank voor uw komst naar de Kamer.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20132014-72-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.