8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van de maximale duur van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, het verlengen van de proeftijden van de voorwaardelijke invrijheidsstelling en de invoering van een langdurige gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel voor ter beschikking gestelden en zeden- en geweldsdelinquenten (langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking) (33816);

  • -het wetsvoorstel Vaststelling van een geactualiseerd stelsel van openbare bibliotheekvoorzieningen (Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen) (33846).

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 24515, nr. 264; 33848, nr. 6; 33750-XVI, nr. 37.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Stelselherziening transitie jeugdzorg naar aanleiding van een algemeen overleg, gehouden op 3 april, met als eerste spreker mevrouw Ypma van de PvdA.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Berndsen-Jansen.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Voorzitter. Op de valreep hebben wij een halfuur geleden antwoord gekregen op vragen van collega De Wit van de SP naar aanleiding van een debat met de minister op 13 maart over het sluiten van deals met criminelen. Dit antwoord roept echter meer vragen op dan het beantwoordt. De minister wil vertrouwelijke inzage geven in een advies van het Bureau Ontnemingswetgeving, maar er komt geen duidelijkheid over wat er feitelijk is betaald. De minister is nog aan het onderzoeken. Het zou goed zijn als de advocaten hierover wel duidelijkheid willen geven.

De voorzitter:

Wat is uw verzoek?

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Gelet op de vele onduidelijkheden vraag ik een debat aan met de minister van Veiligheid en Justitie. Dit debat wordt mede aangevraagd namens de collega's van de PVV en de SP.

De voorzitter:

Een verzoek om steun tot het houden van een debat.

De heer Recourt (PvdA):

Ik heb het volgende voorstel. Er zijn zojuist antwoorden op de vragen van collega De Wit binnengekomen. Er is ook een rapport ter inzage aan Kamerleden beschikbaar gesteld, weliswaar geheim.

De voorzitter:

Vertrouwelijk.

De heer Recourt (PvdA):

Vertrouwelijk, dat is het woord. Ik wil dat eerst lezen voordat ik daarover een inschatting kan maken naar aanleiding van het verzoek van mevrouw Berndsen. Mijn voorstel is om hierover morgen verder te gaan, zodat wij eerst die kennis hebben.

De voorzitter:

U verleent dus op dit moment geen steun.

De heer Van der Steur (VVD):

Ik sluit me aan bij de woorden van collega Recourt, maar daar komt nog bij dat in de beantwoording — misschien is dat mevrouw Berndsen ontgaan, omdat die inderdaad pas kort voor de regeling is gekomen — expliciet staat dat het Openbaar Ministerie nog onderzoek doet naar de feitelijke betaling, waarover mevrouw Berndsen het net had, en dat die informatie naar de Kamer komt. Dit debat is dus veel te vroeg.

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek dus. Mijnheer Segers, steun of geen steun?

De heer Segers (ChristenUnie):

Wel steun en ook steun voor de aanmoediging van mevrouw Berndsen richting de advocaten om ook hun informatie te overleggen. Wellicht dat dat ook via een notaris kan. Wij moeten allerlei wegen bewandelen om de waarheid boven tafel te krijgen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Steun, vooral ook omdat de minister zegt dat er niet is gesproken over wat er feitelijk is overgemaakt. Ik heb het stenogram net gelezen; het staat er letterlijk in. Ook steun voor het verzoek aan de belletje trekkende advocaten die wel roepen dat er wat aan de hand is, maar vervolgens met niets willen komen.

De heer Bisschop (SGP):

In dit stadium lijkt een heldere brief ons voldoende.

De voorzitter:

En die is al gekomen.

De heer Klein (50PLUS):

Dus is het vervolgens handig om een debat te voeren. Ik steun het verzoek.

Mevrouw Helder (PVV):

Ik wil een kleine aanvulling doen op wat beide heren van de coalitiepartijen hebben gezegd. Zij willen nog eventjes afwachten of zij een debat willen steunen, maar dat debat hebben wij gehad en de minister weigerde bepaalde vragen te beantwoorden. Dat doet hij tot op heden nog steeds. Ik kan het me niet voorstellen dat je dan een vervolgdebat, waarin je hopelijk alsnog antwoorden kunt krijgen, niet wilt steunen.

De voorzitter:

Toch is dat wat ik ze heb horen zeggen. Op dit moment is er geen steun van een meerderheid om een debat te houden. Ik heb wel de PvdA-vertegenwoordiger horen zeggen dat hij na lezing van het ter vertrouwelijke inzage gelegde stuk, er opnieuw naar wil kijken, eventueel morgen.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Ik wil daar twee opmerkingen over maken. In de eerste plaats hadden wij deze brief al veel eerder kunnen krijgen. Hij was aangekondigd voor 12.00 uur. Dan had iedereen hem kunnen lezen, terwijl ik hem nu in een halfuur heb moeten lezen. De minister kiest er zelf voor om op een heel laat tijdstip met een antwoord te komen, terwijl hij weet dat deze debataanvraag er ligt. Als collega Van der Steur goed had geluisterd, had hij kunnen horen dat ik zei dat er nog een onderzoek plaatsvindt. De minister geeft in zijn brief al aan dat dat weinig antwoorden zal opleveren ...

De voorzitter:

Mevrouw Berndsen, ik onderbreek u. U vroeg om steun voor een debat. Ik stel vast dat die steun er op dit moment niet is, maar dat een van de twee partijen die u aan een meerderheid voor dit verzoek kunnen helpen, er morgen opnieuw naar wil kijken. Mijn voorstel zou zijn: zullen wij het morgen gewoon opnieuw proberen?

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Dat moet dan maar. Anders ga ik voor een dertigledendebat.

De voorzitter:

Morgen zien wij u terug bij de regeling.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik doe een vooraankondiging voor een VAO over de Landbouw- en Visserijraad van 14 en 15 april aanstaande, deze week te houden inclusief stemmingen.

De voorzitter:

Ik zal dat VAO inplannen. U moet het nieuwe schema in de gaten houden.

Het woord is aan de heer Klaver, die twee verzoeken wil doen, een namens hemzelf en een namens mevrouw Voortman.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zou graag een debat willen voeren met de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Financiën over Nederland als witwasparadijs. Afgelopen vrijdag stond in de NRC een bericht over de manier waarop Russisch gasgeld zijn weg via Nederland vindt. De Algemene Rekenkamer heeft becijferd dat er jaarlijks 16 miljard euro wordt witgewassen.

De voorzitter:

Een verzoek om steun tot het houden van een debat met de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Financiën over het witwassen van Russisch geld.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Daar gaan wij weer. Nederland is geen witwasparadijs. Ik heb geen debat nodig om dat vast te stellen. Geen steun.

Mevrouw Neppérus (VVD):

De VVD geeft ook geen steun aan zo'n debat. Laten wij morgen in de procedurevergadering bekijken of wij een aantal zaken kunnen combineren.

De heer Merkies (SP):

Ik heb eerder een debat aangevraagd over de manier waarop Nederland brievenbusbedrijfsconstructies faciliteert. Toen ging het over Oekraïne. Misschien is het een goed idee om dit daaraan toe te voegen.

De voorzitter:

Geen steun voor dit aparte verzoek dus.

De heer Nijboer (PvdA):

De PvdA-fractie heeft er behoefte aan om hierover met bewindspersonen te spreken, maar ik stel voor om dit te bespreken in de procedurevergadering van de commissie, gecombineerd met andere verzoeken die er liggen. Ik denk dat een spoed-AO sneller tot iets leidt dan een debat. Op dit moment dus geen steun voor een debat.

De voorzitter:

Dus geen steun voor dit debat, maar in zijn algemeenheid wilt u er wel over praten.

De heer Nijboer (PvdA):

Zo is het.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik denk ook graag met collega Klaver mee in de procedurevergadering van morgen over het snel oppakken van dit punt. Een debat op korte termijn lijkt mij niet nodig.

De heer Koolmees (D66):

Hetzelfde geldt voor mij. Geen steun voor dit debat. Morgen in de procedurevergadering kunnen wij een aantal van deze onderwerpen bij elkaar pakken.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik steun het verzoek. Ik zie de heer Klaver heus wel gebruikmaken van eerdere kansen die hij voorbij ziet komen.

De voorzitter:

Mijnheer Klaver, op dit moment is er geen steun voor een plenair debat. Er is grote behoefte om dit morgen in de procedurevergadering te bespreken.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dat merk ik. Ik maak morgen in de procedurevergadering graag gebruik van de ruimte die de coalitiepartijen bieden.

De voorzitter:

Dat is verstandig. Wat is uw tweede verzoek?

De heer Klaver (GroenLinks):

Het tweede verzoek is van mijn collega Voortman en gaat over uitstel van het VAO Opvang asielzoekers.

De voorzitter:

Dit staat voor vanmiddag op de agenda. U hebt de steun van de meerderheid nodig om het van de agenda af te halen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Mijn collega heeft mij laten weten dat er iets meer voorbereidingstijd nodig is. Ik hoop dat zij die tijd ook krijgt.

De voorzitter:

Mijnheer Voordewind, deelt u die mening?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik ben de aanvrager van het debat. Ik heb er begrip voor dat er uitstel wordt gevraagd, maar dit VAO moet wel deze week worden gehouden.

De voorzitter:

Het is voor u dus een voorwaarde dat dit VAO nog deze week wordt gehouden?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ja, het gaat om mensen die nu op straat staan. Het lijkt me niet dat wij dit debat lang moeten uitstellen. Bij voorkeur houden wij dit deze week.

De voorzitter:

De beste manier is om het dan vandaag te houden, maar goed.

De heer Van Nispen (SP):

Mijn fractie kan het verzoek om uitstel steunen, mits dit VAO op korte termijn gepland kan worden.

De heer Azmani (VVD):

Wij hebben er begrip voor. Steun voor het verzoek.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Steun voor het verzoek.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik steun het verzoek ook.

De heer Recourt (PvdA):

Ik sluit me aan in dit rijtje.

De voorzitter:

Mijnheer Klaver, er is een meerderheid voor uw verzoek. Er is echter wel behoefte om dit VAO zo snel mogelijk in te plannen. Ik zal dit nog voor deze week proberen te doen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Heel graag. Dank aan de collega's.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Ulenbelt.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Mijn voorstel is om een debat te houden met de minister van Economische Zaken en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de donderslag die Bergen op Zoom vorige week heeft getroffen, namelijk de sluiting van de Philip Morris-fabriek en de gevolgen daarvan voor de omgeving.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Economische Zaken over de sluiting van de Philip Morris-fabriek in Bergen op Zoom.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Steun voor het debat. Eerlijk gezegd vind ik in dit stadium de minister van Economische Zaken nog belangrijker dan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dat kan later weer anders worden.

De voorzitter:

Het verzoek is om beide ministers uit te nodigen. In het debat kunt u zelf bepalen waarop u de nadruk legt.

De heer Verhoeven (D66):

Ook steun van de D66-fractie voor het debat met beide bewindslieden.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ook steun van de CDA-fractie. Het is echt vreselijk wat al die mensen in zo'n kwetsbare regio overkomt. Wij moeten zien of wij daar nog iets aan kunnen doen. Het is dus zeer de moeite waard om daarover met elkaar in gesprek te gaan.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor het debat met beide bewindslieden.

De heer Anne Mulder (VVD):

Graag eerst een brief van beide bewindslieden. Aan de hand daarvan kunnen wij bepalen of wij een debat willen steunen. Volgens mij is er al een meerderheid voor dit debat.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor. Hebt u nog steeds behoefte aan een brief? U bent de enige die om een brief vraagt.

De heer Anne Mulder (VVD):

Eerst een brief.

De voorzitter:

Waar moet die brief over gaan?

De heer Anne Mulder (VVD):

Over de sluiting van de fabriek.

De heer Ulenbelt (SP):

Ik wil de heer Mulder wel helpen. De FNV heeft vanmorgen een brief aan de ministers gestuurd met een aantal uiterst relevante vragen waarop wij ook graag antwoord willen hebben. Als de minister die antwoorden ook in de brief aan de Kamer opneemt, kunnen wij een prachtig debat voeren.

De voorzitter:

Mijnheer Ulenbelt, u hebt de steun van een ruime meerderheid voor het houden van een debat. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal aan de griffier van de commissie vragen om met u te overleggen over de vraag wat er buiten de antwoorden waar u om gevraagd hebt in de brief moet komen.

De heer Ulenbelt (SP):

Wilt u dan vragen of die brief binnen een week naar de Kamer kan komen?

De voorzitter:

Dat voeg ik toe aan het stenogram dat ik zal doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Hamer (PvdA):

In aanvulling daarop het volgende. Er zijn afgelopen vrijdag Kamervragen hierover gesteld. Kunnen de antwoorden daarop gelijk meegenomen worden in die brief?

De voorzitter:

Dat kunt u in de procedure via de griffier met elkaar afstemmen. Ook het punt van de antwoorden op de Kamervragen zit nu in het stenogram. De spreektijden zijn vier minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Merkies.

De heer Merkies (SP):

Voorzitter. Misschien krijgt u een beetje een déjà-vu-gevoel, want mijn vraag gaat over de accijnzen, maar het gaat om de nieuwe cijfers die BOVAG vandaag heeft uitgebracht. Daaruit blijkt wederom dat er een enorme tegenvaller is in de verkoop van diesel en lpg. BOVAG geeft ook een nieuwe schatting, waarin wordt gesteld dat de overheid 153 miljoen gaat mislopen in plaats van 280 miljoen te krijgen. Ik heb daarover al een dertigledendebat aangevraagd, maar ik wil dat graag verbreden en vervroegen.

De voorzitter:

Ik maak er dit verzoek van: u wilt hiervan een meerderheidsdebat maken dat zo snel mogelijk wordt ingepland.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Dit debat steun ik wel.

De heer Van Hijum (CDA):

Volmondige steun van mijn fractie.

De heer Klein (50PLUS):

Steun. Wij hopen dat er een meerderheid komt.

De heer Nijboer (PvdA):

De PvdA-fractie debatteert hier graag over, maar dan wel op basis van de brief van de staatssecretaris die wij medio mei verwachten. Op dit moment dus geen steun voor dit debat.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Steun. Het wordt tijd dat de coalitie een keer de kop uit het zand haalt, want wij zijn nu al 150 miljoen misgelopen. Wij moeten hier dus snel over debatteren.

Mevrouw Neppérus (VVD):

De VVD-fractie wil gewoon de feiten weten en dat kan in mei.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Weer het verzoek om een debat en wederom onze steun.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun zodra de brief van de regering er is.

De voorzitter:

Mijnheer Merkies, u hebt niet voldoende steun om van dit debat een meerderheidsdebat te maken dat wij snel zullen houden.

De heer Merkies (SP):

Ik zou overigens wel graag een brief vragen.

De voorzitter:

Ik ga via de griffier van de commissie vragen wat de inhoud van die brief zou moeten zijn.

De heer Merkies (SP):

Oké. Ik dacht dat wij die altijd op zijn minst wel een titel mochten meegeven.

De voorzitter:

Ik neem aan dat het gaat over de nieuwe cijfers rondom de accijnsontwikkelingen.

De heer Merkies (SP):

Ja, en een verklaring voor de verschillen met de cijfers van het CBS.

De voorzitter:

Dank u. Mijnheer Roemer?

De heer Roemer (SP):

Voorzitter, ik doe wederom een beroep op u. Het wordt een gênante vertoning. Dit is een onderwerp waarover een groot deel van de oppositie heel graag wil debatteren. Iedereen in het land mag hierover spreken, maar blijkbaar mogen wij er in de Kamer niet over debatteren. U hebt de macht om over de agenda te beslissen. Ik verzoek u om dit dertigledendebat gewoon naar voren te halen en volgende week in te plannen.

De voorzitter:

Dit geeft mij inderdaad een beetje een déjà-vu-gevoel, mijnheer Roemer. Ik geef u het antwoord dat ik altijd op deze vraag geef: ik doe mijn best.

De heer Roemer (SP):

Dit mag best een déjà vu zijn, maar het gaat hier ook over de belangen van de minderheid van de Kamer. Wij hebben ook weleens met elkaar afgesproken dat u die belangen zou mogen dienen, omdat het vrij gemakkelijk is voor de meerderheid van de Kamer om een debat structureel te blokkeren, zowel in een algemeen overleg als hier. Als een groot deel hier niet over wil spreken, laat dat deel dan wegblijven. Dan kunnen wij gewoon met de regering over dit onderwerp praten. Ik doe een dringend beroep op u om dit debat volgende week in te plannen.

De voorzitter:

Ik heb u goed gehoord, mijnheer Roemer. Dank u wel, mijnheer Merkies. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Gisteren hebben wij in EenVandaag de schokkende beelden mogen zien van een bedrijf dat met de WorkFast-methode werklozen kleineert, vernedert met gemeenschapsgeld, daarop vervolgens winst maakt en eigenlijk een ziekmakende methode toepast. 30 gemeenten schijnen met deze methode te werken en er gaan miljoenen in om. Ik zou hierover graag een interpellatiedebat willen voeren met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een interpellatiedebat over de WorkFast-methode bij bijstandsgerechtigden.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

De fractie van GroenLinks geeft steun aan het voorstel van mevrouw Karabulut.

De voorzitter:

Steun voor een debat.

De heer Kerstens (PvdA):

De Partij van de Arbeid is er erg voor dat mensen die aangewezen zijn op een bijstandsuitkering, worden geholpen om een baan te vinden. Dat moet natuurlijk met respect en zorgvuldig gebeuren, maar daar kun je af en toe de nodige vraagtekens bij zetten, zeker in dit geval. Ik vraag de staatssecretaris om een brief waarin zij reageert op de uitzending. Dan kunnen wij vervolgens in een al gepland algemeen overleg direct na het reces verder hierover spreken.

De voorzitter:

Een brief met een reactie op de uitzending.

De heer Potters (VVD):

Ik sluit mij hierbij aan. Prima voorstel!

De voorzitter:

Geen steun voor debat dus.

De heer De Graaf (PVV):

Ik sluit mij daar ook bij aan.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ook geen steun. Ik wil graag die brief, maar als die er aanleiding toe geeft, hoop ik dat mevrouw Karabulut een keer terugkomt.

De voorzitter:

Dat kan natuurlijk altijd.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het debat. Een brief kan geen kwaad, maar ik wil het debat wel nu alvast steunen.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor de brief en wat mij betreft, dit ook betrekken bij het AO dat na het reces gepland staat.

De voorzitter:

Geen steun voor een debat dus.

De heer Klein (50PLUS):

Natuurlijk een brief, maar dan gevolgd door een debat over die brief. Dat lijkt mij meer dan logisch, dus steun voor het verzoek.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Graag eerst een brief van de regering waarin wordt uiteengezet wat er aan de hand is en wat de gemeenten in kwestie hieraan doen. Als die brief aanleiding geeft tot een debat, dan komt mevrouw Karabulut vast terug.

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut, u hebt niet de steun die u nodig hebt voor het houden van een interpellatiedebat. Er is wel behoefte aan een brief.

Mevrouw Karabulut (SP):

Dat is jammer. Uiteraard heb ik geen bezwaar tegen een brief. Ik heb zelf een reeks van vragen. Die zal ik hetzij via de brief, hetzij via aanvullende schriftelijke vragen stellen. In ieder geval wordt dit zeker nog vervolgd.

De voorzitter:

Ik heb gehoord dat er een brede behoefte is aan een reactie van het kabinet op de uitzending. Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet en dat te verzoeken om een reactie op de betreffende televisie-uitzending.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter: Het woord is aan mevrouw Dikkers.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Voorzitter. Ik kom vragen om een debat van de agenda te halen dat aanstaande donderdag geagendeerd is over de vleesfraude.

De voorzitter:

Dat is het debat waarvan u vorige week hebt gevraagd om het met spoed op de agenda te plaatsen, begrijp ik.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Inderdaad, dat debat. Ik noem het voortschrijdend inzicht.

De voorzitter:

U hebt de steun van de meerderheid nodig om dit debat van de agenda af te halen.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Daar komt de meerderheid.

Mevrouw Lodders (VVD):

Steun.

De voorzitter:

Waarmee die steun van de meerderheid geregeld is.

De heer Geurts (CDA):

Wat mij betreft, hadden wij het debat kunnen voeren. Ik was er helemaal op voorbereid. Maar goed, als een meerderheid het wil afvoeren, geen probleem.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook wat de ChristenUnie betreft, hadden wij het debat kunnen voeren. Ik ben er in ieder geval geen voorstander van om het helemaal van de agenda te halen. Ik zou het wel prima vinden om het uit te stellen tot een later moment, maar helemaal van de agenda halen ...

De voorzitter:

Zo lees ik het verzoek niet. Dat is tot uitstel van het debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Met uitstel kan ik akkoord gaan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Geen bezwaar tegen enig uitstel om een nog betere voorbereiding te kunnen laten plaatsvinden. Onze messen waren al geslepen. Die zullen wij zeker geslepen houden tot het moment dat het debat plaatsvindt.

De voorzitter:

Mevrouw Dikkers, u hebt de steun van de meerderheid. Dat betekent dat er donderdag een behoorlijk gat in de agenda is. Ik kan dus nu alvast aan de leden meedelen dat er dertigledendebatten gepland zullen worden. Wij hebben er enige op de wachtlijst staan. Ja mijnheer Roemer, ik zie uw vinger. Ik weet welke u bedoelt, maar anderen hebben ook nog andere verzoeken liggen.

Het woord is aan mevrouw Oosenbrug.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Voorzitter. Wij hebben zojuist van de staatssecretaris gehoord dat het een paar weken kan duren voordat er een reactie op het arrest van het Europese Hof naar de Kamer komt. Wij hebben komende donderdag de tweede termijn van de behandeling van het wetsvoorstel voor de opslag van kentekengegevens op de agenda staan: een andere opslag met andere gegevens, maar met een vergelijkbare soort van inbreuk op de privacy. Graag zou ik meer duidelijkheid hebben. Ik vraag de minister om voor donderdag 12.00 uur een brief te sturen aan de Kamer over de effecten van het Europese arrest, specifiek voor ANPR.

De voorzitter:

Een verzoek om donderdag voor 12.00 uur een brief over deze uitspraak te krijgen.

De heer Verhoeven (D66):

Steun van de D66-fractie.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook steun van de GroenLinks-fractie.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Het zou fijn zijn als het kon, maar we hebben de staatssecretaris horen zeggen dat hij meer tijd nodig heeft. Gaan we dan het debat niet voeren als we niet voor 12.00 uur de brief hebben? Dat is de vraag.

Mevrouw Helder (PVV):

Volgens mij worden de gegevens onder een andere titel opgeslagen dan waar dit arrest over gaat. Ik ga niet voor een brief liggen, maar die heeft geen enkele meerwaarde.

De heer Van der Steur (VVD):

Ik schat in dat het zomaar zou kunnen dat mevrouw Helder gelijk heeft. Wat dat betreft lijkt het me handig, omdat we het debat graag donderdag willen voeren, dat de brief er tijdig is.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek en, inderdaad, graag voor het debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun.

De heer Van Nispen (SP):

Steun.

De voorzitter:

Mevrouw Oosenbrug, u hebt de steun van vele leden van de Kamer. Ik zal het verzoek middels het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Dan is het woord aan de heer Verhoeven van D66.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Ik las vanochtend dat de Partij van de Arbeid weer een nieuw plan heeft voor het aanpakken van de sociale huursector, het verder stimuleren van het wonen in gesubsidieerde huurhuizen. Wij zouden daarover graag een debat voeren, voorafgegaan door een brief van het kabinet met een reactie op dit voorstel. Het ging in de wandelgangen ook al rond dat de VVD het voorstel steunt. Ik wil dat het kabinet in de brief aangeeft wat de kosten van het voorstel zijn, wat de relatie is tot het woonakkoord, en wat de gevolgen zijn voor de wachtlijsten voor de lagere inkomens.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de plotselinge Partij van de Arbeid-plannen voor de huurmarkt.

De heer Fritsma (PVV):

Steun. Nu de PvdA plotseling zegt huurders te willen beschermen, kunnen we misschien gelijk die verschrikkelijke huurverhogingen ongedaan maken.

De heer Monasch (PvdA):

Blij dat er veel aandacht is van de D66-fractie voor onze voorstellen. Goed om daarover te praten. Ik stel echter voor om eerst een brief van het kabinet te vragen en om daarin ook andere punten mee te nemen die er nog liggen over het woningwaarderingsstelsel en de huursom, zodat we een wat bredere brief krijgen. Daarin mag dit punt zeker meegenomen worden. Op basis van de brief bekijken we hoe we het verder behandelen.

De voorzitter:

Dat betekent dat u op dit moment nog geen steun geeft aan het debat en wel aan het verzoek om de brief?

De heer Monasch (PvdA):

Wel voor de brief.

De heer Van der Linde (VVD):

Wij steunen het verzoek om een brief ook.

De heer Knops (CDA):

Het is altijd goed om plotse PvdA-plannen te bespreken. Ik steun dus het verzoek om een debat en uiteraard ook het verzoek om een reactie van het kabinet op dit plan.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het is toch wel bijzonder dat degenen die het plan voorstellen, daarover liever niet met het kabinet spreken. Het lijkt me heel goed om dat wel te doen, want volgens mij is dat hetgeen ze willen bereiken. Dan horen we ook graag wat het kabinet ervan vindt.

De heer Bisschop (SGP):

Wij waarderen de voortrekkersrol van de PvdA in dezen en gunnen de PvdA ook van harte een debat. Moeten we doen. De PvdA voegt zich daar hopelijk nog bij.

De voorzitter:

En "gunnen" betekent dat u het steunt?

De heer Bisschop (SGP):

Inderdaad.

De heer Klein (50PLUS):

Terecht dat D66 vraagt om een reactie van het kabinet op de plannen van de PvdA. Uiteraard willen we die reactie hier bespreken, dus namens 50PLUS ook steun voor een debat.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het is een wat bijzondere figuur. Meestal lanceert iemand een plannetje en wil die persoon heel graag een debat, en dan wordt het afgeschoten. Nu wordt er een plan gelanceerd en wil die persoon geen debat. Om het allemaal helder te houden: ik steun het verzoek van de heer Verhoeven.

Mevrouw Karabulut (SP):

De Partij van de Arbeid heeft de hele woningmarkt en de betaalbare woningen om zeep geholpen. Nu wil ze blijkbaar weer een stapje vooruit, daar niet over debatteren ...

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut ...

Mevrouw Karabulut (SP):

Wij helpen D66 graag mee en steunen het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Verhoeven.

De heer Verhoeven (D66):

Veel steun!

De voorzitter:

Voor een brief. Geen steun voor het houden van een debat op dit moment, maar wel brede steun voor een brief. Mensen hebben al wat gezegd over wat erin moet. Ik zal de griffier van de commissie vragen om even met u te overleggen over wat u, buiten de dingen die al gezegd zijn, precies in de brief wilt hebben. Dan kan later besloten worden op welke wijze de inhoud van de brief betrokken wordt bij een debat.

De heer Verhoeven (D66):

Inderdaad, nóg geen steun, maar dat komt wel goed. Wat de brief betreft, vind ik het prima dat allerlei mensen daaraan nog dingen hebben toegevoegd, maar die brief moet wel echt gaan over het PvdA-voorstel, dat uitermate onduidelijk is en tot onrust op de woningmarkt kan gaan leiden.

De voorzitter:

Dat is helder, maar de procedure is dat wij niet meer in de regeling met elkaar afspreken wat er precies in komt, maar dat wij dat via de procedurevergadering doen.

De heer Monasch (PvdA):

Daarvoor was ook steun van de VVD. Wij hebben als Partij van de Arbeid juist behoefte aan een brede brief, omdat er ook nog steeds andere zaken liggen, dus laten wij …

De voorzitter:

Nee, nee, nee. Ik ga …

De heer Monasch (PvdA):

Nee, nee, nee …

De heer Verhoeven (D66):

Maar dit is toch raar, voorzitter?

De voorzitter:

Mijnheer Monasch, mijnheer Monasch, mijnheer Monasch. De afspraak is …

De heer Verhoeven (D66):

Een brede brief over een smal PvdA-plan! Dat is toch raar?

De voorzitter:

Het idee is juist dat wij dat niet meer in de plenaire vergadering doen. Ik ga dat dus ook niet meer toestaan. Ik ga het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Verhoeven (D66):

Maar mag ik dan tot slot één opmerking maken?

De voorzitter:

Nee, dat mag niet meer. Die mag u bewaren tot het debat ...

De heer Verhoeven (D66):

Ook niet als het parlementair debat daar beter van wordt?

De voorzitter:

Nee, want wij voeren geen debat op dit moment, mijnheer Verhoeven. Tenminste, dat probeer ik te voorkomen tijdens de regeling. Ik geef toe dat het niet altijd lukt.

Het woord is aan mevrouw Dik-Faber voor een rappel.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Onderzoeksjournalist Marcel van Silfhout heeft het boek Uitgebeend geschreven over het toezicht op de voedselsector, met name op de vleessector. Wij hebben daar een kabinetsreactie op gevraagd. Die zou behulpzaam zijn voor het debat aanstaande donderdag. Dat is nu van de agenda gehaald, maar ik wil toch rappelleren aan deze kabinetsreactie. Ik hoop dat die over een week bij ons kan zijn.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Klever.

Mevrouw Klever (PVV):

Voorzitter. Afgelopen weekend kwam RTL Nieuws met een rapport dat al enkele maanden op het ministerie van VWS ligt en waaruit blijkt dat medisch specialisten die frauderen, dat bewust doen, dat de pakkans laag is en dat de straffen een lachertje zijn. De minister is al meer dan een jaar onderzoek aan het doen en zaken aan het vooruitschuiven, en ondertussen verdwijnen miljoenen, zo niet miljarden aan zorggeld in verkeerde zakken. Ik wil daarom graag een debat met de minister van VWS. Voor de volledigheid: er staat een zorgfraudedebat op de agenda. Ik zou daar graag twee aparte debatten van maken: eentje over de curatieve zorg en eentje over de langdurige zorg.

De voorzitter:

Het lijkt praktisch om twee verzoeken in één te doen, maar als ik het aan de Kamer voorleg, is het handig dat ik er twee aparte verzoeken van maak. Zo staat het ook op de lijst. Het eerste verzoek is om een debat te houden met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Althans, dat wilde u toevoegen aan het fraudedebat. Begrijp ik dat goed?

Mevrouw Klever (PVV):

Nee, ik wil een apart debat.

De voorzitter:

Oké. Een apart debat over de pakkans van frauderende medisch specialisten.

De heer Rutte (VVD):

Zoals mevrouw Klever zelf al aangaf, staat er al een heel mooi fraudedebat gepland. Daar past dit onderwerp prima bij, dus geen steun voor een apart debat.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik wil een reactie van de minister op dit conceptrapport hebben, waarin echt harde conclusies staan. Ik wil ook snel een debat. Wij hebben al een debat staan, en dat laat ik dus staan. Geen steun voor het verzoek van mevrouw Klever, maar ik wil wel een brief met opheldering over de toch stevige conclusies in het rapport.

De heer Van Gerven (SP):

Ik ben het eens met wat het CDA naar voren bracht: koppel dit aan het fraudedebat dat al staat. Dat staat volgens mij heel hoog op de agenda, dus dat zou zeer spoedig gepland kunnen worden.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Voor D66 is het belangrijk dat er snel een debat komt over de fraude. Wat ons betreft, is dat een integraal debat over de cure en de care. Het lijkt mij goed om aan te sluiten bij de woorden van de CDA-fractie om wel van tevoren een goede brief te krijgen.

De voorzitter:

Een brief over dit specifieke onderwerp: de pakkans? Ja.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Fout declareren is verspilling van zorggeld. Daar heeft mevrouw Klever groot gelijk in, dus daar moeten wij zeker over debatteren. Het debat staat al op de agenda. Wat mij betreft wordt het zo ver mogelijk naar voren gehaald, zodat wij het er in één keer over hebben. Wat ons betreft, wordt het ook één groot debat: cure en care. Dan kunnen wij ook eens bekijken wat de sectoren van elkaar kunnen leren, zodat wij verspilling van zorggeld kunnen stoppen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik sluit me aan bij de vorige sprekers: een kabinetsreactie en dan het al geplande debat over fraude in de zorg voeren.

De voorzitter:

Mevrouw Klever, u hebt niet de steun van een Kamermeerderheid om een debat te houden. Er is wel behoefte aan een kabinetsreactie op het rapport.

Mevrouw Klever (PVV):

Ik wil inderdaad een brief van de minister. Ik wil dit debat graag toevoegen aan het fraudedebat dat al gepland staat, met het verzoek om dat zo spoedig mogelijk in te plannen. Ik heb begrepen dat er deze week zelfs een opening is. Wellicht kan het deze week dus nog worden ingepland.

De voorzitter:

Ik heb eerder geluiden gehoord dat u wachtte op een brief van de minister, voordat ik het debat kon inplannen. Anders had ik dat natuurlijk allang gedaan, want het is al enige tijd geleden aangevraagd.

Uw tweede verzoek is om het debat te splitsen.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

U hebt een terecht punt: we wachten nog op een belangrijke brief van de minister. Misschien is het goed om daaraan een deadline te hechten: voor 1 mei moet die binnen zijn. Wij wachten inmiddels al behoorlijk lang.

De voorzitter:

De datum van 1 mei betekent dat ik het niet voor het meireces kan inplannen.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Als u een beter voorstel hebt, dan graag.

De voorzitter:

Hoe eerder u de deadline stelt, hoe eerder ik het debat kan inplannen.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Graag voor het meireces.

De voorzitter:

Dan stel ik voor om 15 april als deadline te hanteren.

De heer Rutte (VVD):

Wat de VVD betreft: in één fraudedebat met beide bewindslieden kunnen alle zorgaspecten besproken worden, inclusief de samenhang daartussen. Ik heb liever een goede brief dan een gehaaste brief.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Wij hebben een voorkeur voor één debat over de cure en de care, en zien graag heel snel een brief.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Wij willen graag één debat omdat wij concrete voorstellen hebben om fraude en verspilling van zorggeld te voorkomen. Voor ons is het beter om dat in één debat te doen omdat onze voorstellen zowel van toepassing zijn op de cure als de care. De datum van 15 april is prima.

De voorzitter:

Mevrouw Klever, er is geen meerderheid om het debat te splisten, maar wel brede steun voor uw verzoek om de brief waarop wij allemaal wachten, uiterlijk 15 april, of zo veel eerder als kan, naar de Kamer te sturen.

Mevrouw Klever (PVV):

Prima.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Hiermee is een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden.

Ik verzoek de leden die dat nog niet gedaan hebben, de presentielijst te tekenen. Ik verzoek de leden die dat al wel gedaan hebben, hun plaats in te nemen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven