7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven het lid Knops tot lid in plaats van het lid Oskam.

Ik stel voor, vanmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Ouwehand (28625, nr. 178).

Op verzoek van het lid Van Tongeren stel ik voor, haar motie (26956, nr. 186) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren:

33194-10; 2013Z17265; 32847-115; 29407-188; 30196-226; 2013Z21746; 28325-152; 32730-17; 27926-214; 27926-213; 33698-12; 2014Z02340; 32847-114; 2014Z02171; 2014Z00940; 30234-95; 33400-XVI-152; 32757-32; 30234-49; 19637-1454; 32371-17; 29355-53; 32154-19; 29538-134; 30597-239; 29323-75; 2009Z22672; 29248-106; 29247-109; 31700-XVII-34; 30918-26; 27565-100; 30597-100; 31765-9; 30234-16; 21501-31-196; 30918-24; 29248-109; 32123-XVI-113; 31452-8; 32202-3; 31839-26; 24170-122; 29689-166; 32604-2; 31839-93; 29247-148; 32500-XVI-144; 29323-69; 31452-7; 28684-252; 31839-20; 31839-6; 32202-2; 29248-105; 2010Z04114; 24170-100; 2010Z06062; 2010Z09592; 31839-75; 30597-161; 22894-292; 24170-112; 31765-28; 30597-242; 24170-119; 29214-63; 31015-75; 31706-55; 29689-381; 32793-50; 22894-309; 29689-383; 32543-19; 29248-230; 31706-56; 31765-66; 29247-175; 19637-1530; 32620-63; 23235-97; 31706-57; 30597-256; 32543-20; 33000-XVI-194; 29689-415; 33077-4; 33434-4; 2012Z17896; 33400-XVI-18; 33243-8; 2012Z20633; 29689-420; 29248-241; 30420-178; 29248-245; 29248-244; 32279-51; 29248-248; 29282-172; 33077-5; 30234-80; 29689-422; 29447-20; 29447-21; 29477-221; 33077-6; 33400-XVI-142; 31839-272; 25268-78; 31765-74; 29689-429; 32393-27; 33400-XVI-149; 29447-22; 32854-16; 29447-23; 2013Z13125; 33640-XVI-3; 33750-XVI-88; 2014Z02898; 32620-83; 32793-138; 2014Z01935; 2014Z01901; 25424-241; 2014Z01461; 2014Z01305; 30597-417; 22112-1785; 33253-60; 25424-240; 32279-61; 33750-VI-102; 29279-188; 29279-189; 29279-181; 29279-187; 29279-171; 33400-VI-101; 29279-148; 33000-VI-102; 22112-1805; 33750-37; 2014Z03752; 33512-11; 29838-70; 33836-2; 32740-17; 19637-1787; 33079-6; 33750-VI-109; 2014Z03403; 2014Z03198; 32320-6; 31415-10; 33552-8; 31568-128; 33552-6; 33552-7; 2013Z24302; 33750-VI-93; 33400-VI-6; 29911-86; 29398-374; 29398-390; 27859-69; 19637-1763; 2013Z24792; 19637-1766; 22112-1744; 29754-214; 29754-212; 29754-231; 29754-210; 29754-233; 29754-215; 29754-213; 29754-232; 29754-237; 29754-211; 29754-238; 33400-VI-126; 33750-VI-26; 27062-92; 33750-VI-7; 28638-106; 27062-91; 30072-31; 30072-30; 32317-202; 22112-1758; 32317-204; 32317-205; 29838-68; 29838-69; 32891-24; 2014Z00007; 33842-1; 31753-68; 33836-1; 29936-37; 19637-1768; 32299-22; 22112-1763; 22112-1755; 32317-203; 24587-567; 24587-568; 24587-570; 2013Z24540; 19637-1676; 19637-1762; 19637-1771; 19637-1767; 19637-1674; 30573-122; 19637-1772; 29452-167; 19637-1765; 19637-1759; 30573-120; 32317-201; 19637-1746; 19637-1739; 19637-1760; 33440-(R1990)-12; 19637-1748; 19637-1770; 19637-1774; 19637-1752; 29628-422; 29628-415; 29628-412; 33750-VI-95; 29628-423; 29628-416; 29628-426; 29628-427; 29628-429; 29628-428; 29628-433; 29628-431; 27017-97; 28642-59; 29628-421; 29279-170; 30111-63; 29628-404; 29628-418; 29628-417; 29279-184; 29628-432; 22112-1708; 32418-18; 22112-1736; 22112-1706; 29389-62; 29911-87; 33750-VI-94; 33750-VI-107; 29628-430; 33750-IV-24; 32761-56; 32761-30; 26643-298; 30806-18; 29911-83; 32761-58; 29279-163; 29279-168; 2013Z11863; 33173-7; 29279-166; 29279-185; 31415-8; 31415-7; 33750-VI-103; 31415-6; 29754-240; 33750-VI-28; 33512-10; 33032-19; 22112-1777; 32317-214; 32317-207; 32317-215; 32317-213; 22112-1776; 32452-13; 32317-217; 30573-123; 22112-1774; 33400-VI-80; 33000-VI-77; 29398-387; 33400-VI-114; 31568-133; 22112-795; 33605-IIB-2; 33605-IIA-2; 33605-III-2; 33605-B-2; 33605-H-2; 33605-I-2; 33605-C-2; 33529-22; 33625-43; 32357-36; 30573-119; 26991-358; 30952-142; 30952-139; 31239-174; 26991-344; 31142-41; 2014Z02317; 2014Z02262; 17050-464; 26991-345; 27858-219; 33400-XIII-145; 17050-441; 29826-57; 30111-64; 27858-215; 29817-129; 26991-364; 33750-XVII-54; 28286-645; 27858-213; 27858-228; 32293-17; 26991-386; 33750-X-11; 33625-72; 2014Z02579; 2014Z01060; 33763-26; 31710-11; 31865-57; 33670-2; 33670-4; 33763-2; 33400-V-10; 22026-428; 33678-5; 33678-2; 32598-20; 31293-195.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet en het Wetboek van Strafrecht in verband met de herijking van de wijze van de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende sancties en de invoering van elektronische detentie (33745);

  • -het wetsvoorstel Herindeling van de gemeenten 's-Hertogenbosch, Maasdonk en Oss (33786);

  • -het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Bernisse en Spijkenisse (33789);

  • -het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen (33787);

  • -het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Alkmaar, Graft-De Rijp en Schermer (33790).

Voorts stel ik voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

maandag 14 april 2014 van 10.00 uur tot 15.00 uur van de vaste commissie voor Financiën

over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PbEU 2013, L 176) en ter implementatie van verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2013, L 176) (Implementatiewet richtlijn en verordening kapitaalvereisten) (33849).

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde de volgende aangehouden moties zijn vervallen:

31389-106; 33400-A-67; 20487-45; 32336-24; 33750-VI-13; 33750-VI-20; 33750-VI-21; 33043-22; 33043-24; 33750-XIII-32; 33756-19; 33750-XIII-58; 33750-XIII-66; 33750-XIII-67; 33625-47; 33750-XVII-12; 33750-J-8; 33750-J-10; 32813-88; 17050-443; 33750-VI-56; 33750-VI-58; 33750-A-44; 33750-XIII-105; 33750-VIII-66; 33750-VII-33; 33750-VII-34; 28286-667; 32043-182; 32043-184; 24515-275; 33750-XV-22; 29675-169; 23987-140; 29521-217; 33622-15; 33750-XV-44; 28625-181.

Aangezien voor de volgende stukken de termijn is verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen:

31415-9; 31293-192; 31288-353; 32127-169; 33037-78; 33626-1; 29383-215; 30872-158; 29023-143; 32127-161; 30536-128; 33830-1; 33807-1; 30373-50; 31710-29.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Klein van 50PLUS.

De heer Klein (50PLUS):

Voorzitter. Afgelopen dinsdag heeft het Centraal Planbureau cijfers gepresenteerd in het Centraal Economisch Plan 2014. Uit de cijfers blijkt een licht economisch herstel, hetgeen op zichzelf positief is. In paragraaf 3.2 over de koopkrachtontwikkelingen valt op dat deze positief zijn, behalve voor de gepensioneerden. De gepensioneerden blijken voor 2014 en 2015 op de nullijn te zitten, terwijl zij de afgelopen jaren al hebben ingeleverd. Dat is voor ons aanleiding om te vragen om een debat met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dan kunnen wij die conclusie met elkaar delen en bekijken hoe wij de inkomenskloof tussen 65-plussers en werkenden kunnen verkleinen.

De voorzitter:

De heer Klein verzoekt om steun voor het houden van een debat over de inkomenskloof tussen 65-plussers en werkenden.

De heer De Graaf (PVV):

Steun voor dit verzoek.

De heer Van Raak (SP):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ik geef geen steun voor een debat, maar wel voor een brief.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik steun het verzoek en een brief daarbij kan nooit kwaad.

De heer Omtzigt (CDA):

Wij steunen het verzoek. Wij zijn zeer geïnteresseerd in die brief en willen die graag binnen twee tot drie weken ontvangen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek om een debat en om een brief.

Mevrouw Lodders (VVD):

Ik steun niet het verzoek om een debat, maar wel het verzoek om een brief.

De voorzitter:

Mijnheer ... Mevrouw Van Tongeren ...

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Wij gaan binnenkort over tot het niet meer gebruiken van de genderaanduiding. Gewoon: persoon Van Tongeren,

De voorzitter:

Het lid!

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik steun het verzoek om een debat en het verzoek om een brief.

De voorzitter:

Mijnheer Klein, u krijgt op dit moment niet de steun van een meerderheid voor het houden van debat. Wel is er brede behoefte aan een brief.

De heer Klein (50PLUS):

Het lijkt mij verstandig om die brief, conform het verzoek van de leden, binnen twee weken hier te hebben. Op basis daarvan kunnen we beoordelen of we alsnog een debat willen voeren.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet en ik zal via de griffier van de commissie vragen om een inventarisatie van de vragen die beantwoord moeten worden in de brief.

Het woord is aan mevrouw Thieme van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. We konden deze week een interview lezen met de inspecteur-generaal van de NVWA. Hij sprak niet alleen zijn zorgen uit over de voedselfraude, waarover we in deze Kamer regelmatig discussiëren, maar met name ook over het systeem in de voedselketen met betrekking tot dierlijke producten. Hij zei dat ethische waarden hoger in het vaandel moeten staan, ook als dat leidt tot lagere productie en daling in de export. De inspecteur-generaal zet dus vraagtekens bij het huidige systeem van voedselproductie in de dierlijke sector. Dat verdient een apart debat. Ik betrek daarbij graag het onderzoeksrapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid dat zeer waarschijnlijk volgende week gepubliceerd wordt.

De voorzitter:

Mevrouw Thieme verzoekt om steun voor het houden van een debat over het gebrek aan ethisch besef bij de voedselproducenten.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Er zijn zeker zorgen geuit en over die zorgen willen ook wij graag een debat voeren.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Wij hebben vorige week ook een debat aangevraagd over problemen in de voedselketen. Wij zouden graag over dit specifieke onderwerp een brief ontvangen van het kabinet en die brief betrekken bij het grote debat over voedselfraude dat er ongetwijfeld gaat komen. Er komt namelijk ook nog een rapport aan. Ik geef geen steun voor dit verzoek om een debat, maar ik geef wel steun voor het verzoek om een brief en voor het betrekken van die brief bij een ander debat.

De heer Smaling (SP):

De insteek waarvoor de Partij voor de Dieren kiest om het echt breed neer te zetten en een goed inhoudelijk debat te voeren over een heel belangrijk thema, bevalt mijn fractie zeer. Het is erg belangrijk dat dit debat er komt en ik geef dus veel steun aan het verzoek.

Mevrouw Lodders (VVD):

Ik geef geen steun voor het debat maar wel voor de brief. Mijn fractie zal via de Griffie aanvullende vragen stellen.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter, ik heb begrepen dat bij de regeling alleen ja of nee mag worden gezegd. Mijn antwoord is ja.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik ontvang graag een brief van het kabinet. Mijn fractie heeft zelf om een brief gevraagd naar aanleiding van het boek Uitgebeend. Die twee brieven kunnen we betrekken bij een debat. Dat mag wat mij betreft ook een breed AO Voedsel zijn. Ik heb het idee dat wij daarin uitvoeriger van gedachten kunnen wisselen dan met korte spreektijden in deze zaal.

De voorzitter:

U steunt wel het verzoek om een debat, ondanks dat u liever een AO wilt.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Nee, eerst een brief.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

De fractie van GroenLinks geeft wel steun voor het verzoek om een debat. Het betreft een belangrijk onderwerp dat echt aan de orde moet komen. Eén AO'tje is daarvoor echt niet voldoende.

De voorzitter:

Mevrouw Thieme, u krijgt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat maar wel voor het krijgen van een brief.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik zou die brief graag willen hebben. Ik vind het echter ook ontzettend jammer dat ik geen steun krijg voor een apart debat hierover, juist omdat ook de CDA-fractie zegt dat dat belangrijk is.

De voorzitter:

De CDA-fractie heeft uw verzoek ook gesteund.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ja, precies. Juist omdat onze partijen dit als duidelijke focus hebben, lijkt het me goed dat ook andere partijen ons hierbij gewoon steunen. Ik vind het ontzettend jammer dat dat niet gebeurt.

De voorzitter:

Een aantal partijen heeft dat gedaan, maar een meerderheid steunt uw verzoek niet. Er is wel behoefte aan een brief. Ik stel daarom voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Via de commissie kunt u uw vragen stellen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Ik wil graag een debat voeren met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de dramatische werkloosheidscijfers. Er zijn in de afgelopen maand 13.000 werklozen bijgekomen. Er zijn nu bijna 700.000 werklozen. Met het huidige kabinetsbeleid gaat dit zo nog wel even door. Daarom vraag ik een debat hierover met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan.

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut verzoekt om steun voor het houden van een debat over de groeiende werkloosheid met de minister van Sociale Zaken.

De heer Klein (50PLUS):

Ik steun dit verzoek van harte, zeker omdat uit de cijfers blijkt dat met name het aantal uitkeringen onder 55-plussers is gestegen. Ik steun dus het verzoek.

Mevrouw Karabulut (SP):

Het lijkt erop dat andere woordvoerders niet willen reageren op mijn verzoek, voorzitter. Hebben zij hierover geen mening?

De voorzitter:

Mevrouw Vermeij wil toch nog reageren.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Steun voor een brief, niet voor een debat.

De voorzitter:

Er is niet gevraagd om een brief, maar mevrouw Vermeij heeft er behoefte aan.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ja, ik heb behoefte aan een brief hierover. Ik stel voor om die te betrekken bij een snel te houden algemeen overleg.

De heer Van Hijum (CDA):

De CDA-fractie steunt het verzoek van de SP.

De heer Potters (VVD):

Mijn fractie steunt het verzoek niet, maar ook zij wil wel een brief, die we kunnen betrekken bij het eerstvolgende algemeen overleg over dit onderwerp.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het is wel van belang dat we hierover spreken. Wat ons betreft is snelheid daarbij meer van belang dan de vraag op welke plek het debat wordt gevoerd. Als we hierover dus snel kunnen spreken tijdens een AO, dan gaat mijn voorkeur daarnaar uit. Wij willen zeker ook een brief.

De voorzitter:

U steunt het verzoek om een plenair debat dus niet?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Volgens mij gaat het sneller als we dit in een AO meenemen.

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut, u hebt niet de steun van een meerderheid van de Kamer voor het houden van een plenair debat.

Mevrouw Karabulut (SP):

Een brief vind ik ook prima, maar ik wil ook vasthouden aan het voeren van een debat. Ik wil mijn verzoek daarom omzetten in een verzoek om een dertigledendebat. Als wij het volgende week zo met elkaar kunnen regelen dat wij sneller een debat in een ander zaaltje kunnen voeren, dan vind ik dat ook prima. Ik doe echter vooralsnog het verzoek om hierover een dertigledendebat te houden.

De voorzitter:

U hebt daarvoor voldoende steun. Wij zullen dit debat toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. U kunt via de commissie de vragen doorgeven die aan bod moeten komen. Tijdens het debat zal iedere fractie drie minuten spreektijd hebben.

Mevrouw Ouwehand heeft gemeld dat zij iets wil zeggen over de stemmingslijst.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja voorzitter, excuus. Ik wilde een aangehouden motie in stemming brengen die betrekking heeft op het schriftelijk overleg dat we hebben gevoerd over de nationale implementatie GLB. Verschillende fracties hebben er vragen over gesteld, maar nu lijkt de motie het toch niet te gaan halen. Ik wil die motie daarom alsnog aanhouden. Het gaat om motie 28625, nr. 178.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, haar motie (28625, nr. 178) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven