5 Landbouw- en Visserijraad

Aan de orde is het VSO Landbouw- en Visserijraad.

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Economische Zaken van harte welkom en geef als eerste het woord aan mevrouw Thieme van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ik heb beperkte spreektijd, dus ik zal snel mijn moties voorlezen. Eerst heb ik echter een vraag aan de staatssecretaris. Maandag heeft zij aangekondigd dat de minister van Volksgezondheid de Kamer zou informeren over de herkomstetikettering van voedsel. Het is inmiddels donderdag en we weten nog steeds niet wat de minister ervan vindt. Dat kan natuurlijk niet en daarom dien ik de volgende motie in. Ik wil graag weten waarom we daar nog niet over geïnformeerd zijn.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat een betrouwbare en duurzame voedselketen inzicht biedt in de herkomst van producten en daarmee bijdraagt aan het terugdringen van voedselfraude en het bevorderen van voedselveiligheid;

verzoekt de regering, bij de Europese Commissie aan te dringen op een volledige herkomstetikettering voor alle voedselproducten met dierlijke ingrediënten, waarbij ook het land van herkomst is vermeld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thieme en Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 769 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat totale transparantie van het productieproces bijdraagt aan het vergroten van de voedselveiligheid en het voedselvertrouwen van de consument;

verzoekt de regering, bij de Europese Commissie te pleiten voor de komst van een barcode of Quick Response (QR)-code die door consumenten in te scannen is en waarmee de consument gedetailleerd inzicht krijgt in de herkomst van het dier en het huisvestingssysteem,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thieme en Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 770 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de NVWA bij de varkenstransportsector hardnekkige problemen heeft geïdentificeerd die grote risico's met zich meebrengen voor de insleep van besmettelijke dierziekten, het dierenwelzijn en de export;

constaterende dat de staatssecretaris van Economische Zaken deze risico's onderkent en hierdoor de klepkeuring voor varkens opnieuw heeft verplicht;

constaterende dat het kabinet desondanks de Europese versoepeling van certificeringseisen voor diertransporten naar andere lidstaten ondersteunt middels een pilot en dat hierdoor de exportkeuring voor diertransporten vervalt;

verzoekt de regering, zich te verzetten tegen de Europese versoepeling van certificeringseisen voor diertransporten waarmee de exportkeuring naar andere lidstaten gehandhaafd blijft,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thieme en Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 771 (21501-32).

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Ik heb slechts één motie, die ik direct zal voorlezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de motie-Van Velzen 31200 0105 XIV met algemene stemmen is aangenomen;

overwegende dat deze motie de regering verzoekt de productie van ganzen- en eendenlever met dwangvoeding in Europa op de agenda te zetten en aan te dringen op een Europees verbod op deze productiewijze;

verzoekt de regering, de inspanning op dit vlak op te voeren door dit onderwerp (opnieuw) te agenderen en steun te zoeken bij andere landen;

verzoekt de regering tevens, uiterlijk in de herfst 2014 een verslag van de inspanningen en resultaten naar de Kamer te sturen en daarin tevens te verantwoorden welke inspanningen de afgelopen jaren gepleegd zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Smaling en Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 772 (21501-32).

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Ik heb geen moties, maar maak wel gebruik van mijn spreektijd. We hebben schriftelijk overleg gevoerd, waarbij heel veel vragen zijn gesteld. De staatssecretaris heeft gezegd dat zij niet op alle vragen is ingegaan en dat dit nog separaat zal gebeuren. Op een aantal vragen van de VVD-fractie wil ik toch nu een antwoord. Kan de staatssecretaris bevestigen dat de producentenorganisaties voor de akkerbouw en de herkoppeling van de aardappelzetmeelgebruikers in Frankrijk niet aan de orde komen? Indien dit wel gebeurt, wat is dan het standpunt van de staatssecretaris? Over de uitwerking van de elf gedelegeerde handelingen die de staatssecretaris in de beantwoording noemt, wil ik zeggen dat mijn fractie zeer sterk hecht aan een gelijk speelveld in Europa. Ik hoop dat de staatssecretaris dat wil betrekken bij de uitwerking.

Tot slot, en daarmee sluit ik af, wenst mijn fractie de staatssecretaris heel veel steun om de zachte landing met de afschaffing van het melkquotum op de agenda te zetten en te houden.

De voorzitter:

Daarmee is er een einde gekomen aan de termijn van de zijde van de Kamer. Ik kijk even naar de staatssecretaris. Zij wil graag een schorsing van vijf minuten.

De vergadering wordt van 13.08 uur tot 13.13 uur geschorst.

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik zal de vier ingediende moties voorzien van een advies en de vragen beantwoorden die vanuit de Kamer zijn gesteld.

Allereerst kom ik bij de motie op stuk nr. 769 van mevrouw Thieme en mevrouw Ouwehand, waarin wordt gevraagd om herkomstetikettering en om het standpunt van het kabinet. Het is goed om vast te stellen dat er maandag bij de Landbouwraad onder het punt diversen weliswaar aandacht aan zal worden besteed, maar dat er zeker geen besluit over zal worden genomen. Ten tweede is dit echt ook de verantwoordelijkheid van de minister van Volksgezondheid. Ik kan melden dat zij de Kamer misschien morgen met een brief van het kabinet over dit onderwerp zal verblijden. Overigens zeg ik erbij dat zij in een eerder algemeen overleg over voedsel — en dat is een heel ander onderwerp dan het onderwerp van vandaag — daarover natuurlijk ook al het een en ander heeft gezegd. Het lijkt mij dus goed als mevrouw Thieme deze motie zou willen aanhouden en de brief van morgen zou willen afwachten. Wie weet, wordt zij hierin wel tegemoetgekomen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Het is mij toch een beetje onduidelijk waarom wij niet nu al kunnen horen wat het standpunt van het kabinet is. Wij kunnen nu nog met elkaar debatteren, maar morgen niet en maandag is het te laat. Ik weet wel dat er aanstaande maandag geen besluit wordt genomen, maar ik zou toch heel graag de inzet van dit kabinet willen weten en in hoeverre een en ander correspondeert met de wens die in ieder geval bij mijn fractie leeft.

Staatssecretaris Dijksma:

Het is maandag helemaal niet te laat. Het is misschien goed om dat vast te stellen. De besluitvorming in Europees verband zal echt op een later tijdstip plaatsvinden. De Kamer krijgt een brief namens het kabinet, omdat de minister van VWS over dit onderwerp niet alleen met mij zaken moet doen, maar bijvoorbeeld ook met de collega voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Het moet dus een afgestemd voorstel zijn. Overigens heeft de minister in een eerder overleg op het terrein van voedsel aangegeven dat zij de wens van de Kamer over meer transparantie deelt. Er zijn natuurlijk ook nog een aantal haken en ogen met betrekking tot lasten en dergelijke. Die worden nu afgewogen. Ik zou zeggen: wacht nu de brief af. Ik ben er zeker van dat op het moment dat de Kamer daarover het debat aan wil, er nog alle mogelijkheid is om het kabinetsstandpunt te beïnvloeden voordat het echte besluitvormingsmoment daar is. Misschien zou mevrouw Thieme dat niet eens willen als zij de brief leest, maar dat is iets wat ik niet van tevoren kan voorspellen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

De staatssecretaris klinkt toch wel heel zonnig. In die zin heb ik wel wat meer fiducie. Ik zal de motie aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Thieme stel ik voor, haar motie (21501-32, nr. 769) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Dijksma:

Ik wil meteen aan mevrouw Thieme vragen of zij dat ook met haar tweede motie wil doen. Ik kan oprecht niet overzien wat zij vraagt. Ik wil het best onderzoeken, maar ik heb geen idee wat het betekent om dit te gaan doen en of het effectief is. Het lijkt mij goed om dit in beeld te krijgen en daarbij ook de administratieve lasten te betrekken. Ik wil de Kamer van harte daarover schriftelijk rapporteren. Ik wil het echter niet nu als standpunt innemen, zoals wordt gevraagd in de motie. Als mevrouw Thieme de motie niet aanhoudt, moet ik haar echt ontraden.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Elders in de landbouwsector, in de akkerbouw, gebeurt het al. Als mijn motie ertoe leidt dat de staatssecretaris bereid is om te kijken naar de mogelijkheden ertoe, lijkt het mij goed als dat het resultaat is voor nu.

Staatssecretaris Dijksma:

Ja. Daarbij zal ik inderdaad een brede benadering kiezen, waarbij ik ook kijk of het effectief is en welke lasten het oplevert. Dat krijgt men er dan wel bij cadeau.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Thieme stel ik voor, haar motie (21501-32, nr. 770) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Dijksma:

Hartstikke goed.

De derde motie van mevrouw Thieme moet ik helaas ontraden. "Schengen für Schweine" heet het project. Dat lijkt een veelbelovende pilot te zijn. Ik wil die heel graag een kans geven. Ik heb in eerdere debatten met de Kamer uitgelegd waarom. Eigenlijk zegt mevrouw Thieme nu tegen mij dat ik ermee moet stoppen. Dat wil ik niet doen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Als de staatssecretaris in Europa hiermee akkoord gaat, volgt zij twee tegenstrijdige beleidsrichtingen. Aan de ene kant erkent zij de problemen op het gebied van transparantie, controle en malversaties in de sector en gaat zij de controles intensiveren door een klepkeuring in te voeren, maar aan de andere kant gaat zij in Europa steun geven aan een pilot waardoor de sector juist weer alle ruimte krijgt.

Staatssecretaris Dijksma:

Ik zie die tegenstelling niet omdat in mijn ogen in deze pilot juist het welzijnsaspect belangrijk is. Niet op voorhand is gezegd dat deze pilot geen recht doet aan de opvattingen die je kunt hebben over de zorgvuldigheid die nodig is voor transport. Wij zitten hier dus echt anders in. Ik kan het niet helpen op deze zonnige dag, althans "zonnig" wat het weer betreft. Ik moet deze motie toch echt ontraden.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Kan de staatssecretaris mij dan uitleggen hoe zij voor deze pilot kan kiezen, want die is toch vooral bedoeld om de sector alle ruimte te geven? De staatssecretaris zelf heeft aangegeven dat die ruimte juist even beperkt moet worden aangezien te veel en te vaak malversaties in de varkenssector plaatsvinden.

Staatssecretaris Dijksma:

Dat zijn twee verschillende trajecten. Over het systeem van QLL hebben wij gezegd dat het niet op deze manier kan doorgaan. Wij hebben ook uitgebreid met de Kamer gewisseld waarom niet. We hebben daar overigens ook vastgesteld dat als men in staat is om een transportsysteem te maken dat voldoet aan de eisen, we geen discussie zouden hebben. Die discussie hadden we daar echter wel.

Voorzitter. Ik kom bij de motie van de heer Smaling. Om te beginnen moet mij echt van het hart dat dit onderwerp maandag helemaal niet op de agenda staat. Ik hoop dat de heer Smaling het mij vergeeft, want ik wil niet per se zijn motie gebruiken om daarover een signaal af te geven, maar ik zeg het toch even. We hebben noodgedwongen een schriftelijk overleg gehad. Dat is overigens heel begrijpelijk in verband met de activiteiten van de laatste dagen. We hebben toen meer dan 200 schriftelijke vragen gekregen uit de Kamer. Dat correspondeert een beetje met een begrotingsbehandeling-light. Het was dus niet helemaal mogelijk om alle onderwerpen acuut te behandelen. In dat opzicht vraag ik de Kamer om enige clementie. Nogmaals, het onderwerp staat maandag niet op de agenda. Ik zal de vragen die de heer Smaling erover gesteld heeft wel degelijk schriftelijk beantwoorden, maar niet voor maandag, denk ik. Hopelijk wordt het maandag, maar ik weet niet zeker of dat helemaal lukt. Mijn verzoek is gewoon om deze motie aan te houden.

De heer Smaling (SP):

Voorziet de staatssecretaris dat dit onderwerp binnenkort wel op de agenda staat van de Landbouw- en Visserijraad?

Staatssecretaris Dijksma:

Ik denk dat het ermee begint dat wij de Commissie vragen of zij er wel voor zorgt dat zij ook op dit terrein handhaaft. Dat heb ik eerder gezegd in reactie op schriftelijke vragen van de leden Thieme en Ouwehand. Het kan zo zijn dat het onderwerp vervolgens een keer, bijvoorbeeld door ons of door anderen, geagendeerd wordt bij een Landbouwraad. Dat zal echter niet bij de eerstkomende twee landbouwraden zijn. In de schriftelijke ronde heb ik al het een en ander aan toezeggingen gedaan. Geef mij nu gewoon eerst even de tijd om die waar te maken. Dat is toch wel mijn vriendelijke verzoek.

De heer Smaling (SP):

Goed, dan houden we de motie even aan. We zullen de bewegingen van de staatssecretaris nauwlettend volgen.

Staatssecretaris Dijksma:

Dat is altijd goed; dank daarvoor.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Smaling stel ik voor, zijn motie (21501-32, nr. 772) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Last but not least, zou ik haast willen zeggen, kom ik bij de vragen en opmerkingen van mevrouw Lodders. Ook hier moet worden gezegd dat de producentenorganisaties en de wijze waarop er in Frankrijk al dan niet gekoppeld gaat worden op het punt van aardappelzetmeel, aanstaande maandag niet op de agenda staan. Ik heb de Kamer en mevrouw Lodders in het bijzonder al toegezegd om op een later moment de Nederlandse uitwerking van het GLB aan de Kamer voor te leggen. Eerder hebben we samen al geïdentificeerd dat deze sector er wel een is om in de gaten te houden. Het is niet de enige; we hebben het ook over vlas gehad, alsmede over de rundvlees- en kalversector. Uiteraard zal ik ook het gelijke speelveld erbij betrekken, zeker bij de beoordeling van de gedelegeerde handelingen. Die gelden dan overigens ook voor iedereen; dat is ook een reden om op een aantal punten zorgen te hebben. Uiteraard zal ik mij, gesteund door de Kamer, met veel kracht blijven inzetten voor een zachte landing voor de melkveehouderijen als het gaat om de afschaffing van de quota en de naderende superheffing. Daarover zijn we het volstrekt eens.

Mevrouw Lodders (VVD):

Dat laatste is zeker het geval.

De vraag over de aardappelzetmeelproducenten was meer in relatie tot de andere lidstaten. De uitwerking — die ik maar even de 1 meibrief noem — gaat vooral over de Nederlandse invulling. Ik stelde deze vraag omdat de staatssecretaris maandag in Brussel is en daar bijvoorbeeld bij Frankrijk aandacht voor zou kunnen vragen. Daar komt mijn vraag dus vandaan. Die is niet zozeer gericht op de Nederlandse invulling, want daarover hebben we met elkaar afspraken gemaakt.

Staatssecretaris Dijksma:

Ik begrijp wat mevrouw Lodders bedoelt, maar dat is ook het diplomatieke/politieke verkeer dat er dan soms tussen de daar aanwezige ministers plaatsvindt. Ik was bijvoorbeeld vorige week nog in Zweden en het is misschien goed om te zeggen dat ik daar aandacht heb gevraagd voor de situatie waarbij we eigenlijk niet terug moeten naar het oude instrument van het koppelen. Ik probeer wel in mijn bilaterale contacten zo veel mogelijk collega's ervan te overtuigen dat het echt verstandig is om de modernisering die dit gemeenschappelijk landbouwbeleid ons biedt wel met beide handen aan te grijpen. Het is helaas niet zo dat ze daar allemaal even goed naar luisteren. Daar hebben wij natuurlijk ook mee te maken en om die reden moeten we er in de 1 meibrief goed naar kijken op wat voor manier we daarmee omgaan.

Mevrouw Lodders (VVD):

Dan zou ik de staatssecretaris willen vragen om eens een keer een heerlijke kop koffie te gaan drinken met haar collega's, zo dat niet al gepland staat. Want met name die herkoppeling van Frankrijk, maar zeker ook de producentenorganisatie voor met name de gewasgroepen in akkerbouw zijn wel een punt van zorg. Dus hoop ik dat de staatssecretaris de boodschap begrepen heeft. Gezien het antwoord ga ik daarvan uit.

Staatssecretaris Dijksma:

Ik herken volkomen wat mevrouw Lodders zegt.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemming over de ingediende motie die niet is aangehouden zal plaatshebben na de regeling van werkzaamheden en die is weer na de lunchpauze.

De vergadering wordt van 13.26 uur tot 14.15 uur geschorst.

Naar boven