8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, vanmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Kerstens (33161, nr. 178) en de aangehouden moties-Thieme (28286, nr. 680 en 29683, nr. 154).

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor, het dertigledendebat over het bericht dat harder rijden de gezondheid schaadt, van de lijst af te voeren.

Op verzoek van het lid De Wit stel ik voor, zijn motie (33486 (R1994), nr. 10) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VAO ov, ov-chipkaart en taxi, naar aanleiding van een algemeen overleg dat is gehouden op 6 maart, met als eerste spreker de heer Hoogland van de Partij van de Arbeid.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Ik heb ongeveer een halfjaar geleden een dertigledendebat aangevraagd ten behoeve van behoud van de Hertogin Hedwigepolder, een van de mooiste stukjes natuur van ons land. Ik kreeg daarvoor toen alleen maar steun van 30 leden. Ik zou graag proberen dit aantal op te hogen, want ik heb begrepen dat er ook vanuit de VVD meer interesse is getoond voor dit debat. De VVD-fractie heeft zelfs om een schriftelijk overleg gevraagd. Ook om kosten te besparen en om meer spreektijd te vergaren, wil ik vragen om ophoging van dit debat tot een plenair debat.

De voorzitter:

De heer Graus verzoekt om het dertigledendebat, dat is gepland voor komende woensdag om 19.30 uur, om te zetten in een meerderheidsdebat.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Mijnheer Graus is een beetje rupsje-nooit-genoeg. Mijn fractie vond het dertigledendebat al niet nodig, maar dit vindt ze helemaal niet nodig.

De voorzitter:

Geen steun van mevrouw Jacobi.

De heer Rudmer Heerema (VVD):

De antwoorden van het schriftelijk overleg komen binnenkort binnen. Die gaan we gebruiken voor het dertigledendebat van morgen. Mijn fractie steunt het verzoek om opschaling van het debat dus niet.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik sta hier uiteraard helaas voor niets. Toch zeg ik dat mijn fractie dit verzoek van de heer Graus wel steunt.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Hoe hoger de dijken daar in Zeeland, hoe beter. Daarom vindt mijn fractie opschaling van het debat belangrijk. Ik steun het verzoek daarom van harte.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

D66 had geen interesse in een dertigledendebat over de Hedwigepolder en heeft het verzoek toen niet gesteund. We zijn al minstens tien jaar bezig met dit dossier. Laten we de onmacht van de politiek nou niet nog meer etaleren, vooral niet tijdens een nóg langer debat. Mijn fractie steunt het verzoek om opschaling dus niet.

De heer Van Gerven (SP):

Het is inderdaad opmerkelijk dat de VVD-fractie ineens begint over een schriftelijk overleg. Ik steun dus van harte het opschalen van het debat. Laten we er een spreektijd van vijf minuten van maken. Dan kunnen we een echt goed debat voeren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Alhoewel ik uitkijk naar het moment waarop de heer Graus verklaart voor de dijken te gaan liggen tot in de eeuwigheid — ik geloof dat een van zijn collega's dat had gedaan — denk ik toch dat het beter is om het debat morgen te voeren. Op uitstel in aanloop naar een nog groter debat zit de Partij voor de Dieren niet te wachten.

De voorzitter:

Mijnheer Graus, u hebt op dit moment geen steun om het dertigledendebat van morgen om te zetten naar een meerderheidsdebat.

De heer Graus (PVV):

Dat is duidelijk. De Zeeuwen zullen vast meekijken en -luisteren. Die zullen straks bij de gemeenteraadsverkiezingen gaan afrekenen met deze en gene. Dat weet ik zeker.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Zojuist is het aan de orde geweest bij het vragenuurtje: het accijnsdrama dat zich in de grensstreek aan het ontvouwen is. De cijfers over februari zijn nu binnen. Daar heb ik twee verzoeken over. Het eerste is: nu de regeringspartijen VVD en PvdA ook een AO tegenhouden en er dus geen enkele mogelijkheid is om dit tussen 14 januari en eind mei in de Kamer te bespreken, zou ik u willen vragen om het dertigledendebat over de gevolgen van de accijnsverhogingen, aangevraagd door de heer Merkies, nog deze week te laten plaatsvinden.

De voorzitter:

Ik zal eens kijken of de meerderheid van de Kamer dit verzoek steunt.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik vind het op de eerste plaats opvallend hoe het CDA dit dossier naar zich toe trekt, terwijl het aan de wortel stond van de grootste accijnsverhoging ooit in 2013. Maar goed, steun, want die accijnsverhoging moet zo snel mogelijk van tafel.

De heer Merkies (SP):

Ik heb dit debat begin dit jaar aangevraagd, dus er is al flinke tijd overheen gegaan. Als echte oppositiepartijen hebben wij er alles aan gedaan en alles aangegrepen. Ik zou de coalitiepartners eigenlijk opnieuw willen vragen om dit debat te voeren, al is het niet voor ons maar voor de grenspomphouders. Wij kunnen gewoon niet wachten tot halverwege mei, want dan is het te laat.

De voorzitter:

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Net als alle eerdere verzoeken van de heer Omtzigt steun ik ook dit verzoek.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Het gaat de VVD erom, echt de feiten op tafel te hebben. Dat kost helaas tijd. Dat betekent dus ook dat wij wel het geduld hebben om te wachten. Wij zijn dus tegen het verzoek om dat debat nu even heel snel te doen. Wij willen echt de feiten op tafel. Daar gaat het ons om.

De heer Nijboer (PvdA):

Geen steun voor het verzoek. Wij debatteren op basis van de feiten, analyses en cijfers van de staatssecretaris. Die krijgen wij half mei. Daarna voert de PvdA-fractie graag een debat, niet daarvoor. Geen steun voor het verzoek.

De heer Koolmees (D66):

Geen steun voor het verzoek. Wij hebben gisteravond een brief gekregen van de staatssecretaris met de toelichting. Hij gaf net ook een toelichting in het vragenuurtje, dus geen steun voor het verzoek.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Eerst de feiten helder en dan gaan wij het debat voeren. Ik heb ook het idee dat er vanaf volgende week donderdag wat meer rust in dit dossier komt.

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, er is geen steun van de meerderheid van de Kamer om dit debat voor deze week nog in te plannen.

De heer Omtzigt (CDA):

Dat vind ik zeer spijtig. Er worden wel buiten de Kamer opmerkingen gemaakt door de minister van Financiën, die zegt dat de BOVAG-cijfers niet kloppen. Dat betekent dat hij zelf cijfers heeft. De staatssecretaris zegt zelf dat de cijfers behoorlijk tegenvallen. De cijfers zijn er. Dan zouden ze er ook gewoon het debat over moeten en willen aangaan, want dit is eigenlijk een heel rare figuur in een democratie …

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Omtzigt (CDA):

Een heel grote minderheid vraagt al vanaf 14 januari …

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, u hebt uw verzoek mogen doen.

De heer Omtzigt (CDA):

Ja maar …

De voorzitter:

Het is ook duidelijk hoe u erover denkt. Daarom hebt u uw verzoek ook gedaan, dus ik ga het hierbij laten. Mijnheer Roemer wil ook nog een opmerking maken. Ga uw gang.

De heer Roemer (SP):

Als de minister hierover buiten de Kamer opmerkingen kan plaatsen, kan het niet zo zijn dat een Kamermeerderheid een gesprek, een debat met diezelfde minister tegenhoudt. Als zelfs door een meerderheid een algemeen overleg wordt geboycot, doe ik wederom een beroep op u als voorzitter, want dat kan echt niet. Wij moeten de democratie hooghouden. Ze hoeven niet bij dat algemeen overleg of bij dat dertigledendebat aanwezig te zijn, maar het kan niet zo zijn dat de minister buiten de Kamer van alles mag roepen en dat wij er in dit huis niet over spreken. Dus mijn beroep op u is om dit zo snel mogelijk in te plannen.

De heer Wilders (PVV):

Ik wil mij daar van harte bij aansluiten. U zegt altijd — vorige week hebben wij er ook nog even over gesproken — dat we de zaal moeten ontlasten door dit soort zaken in algemeen overleggen te behandelen, dat het dan sneller kan. Het kan niet zo zijn dat wij ten aanzien van een thema waarover heel Nederland spreekt en waarover de politici van de regeringspartijen in de regio wel uitspraken doen, monddood worden gemaakt. Dus ook namens ons steun voor het verzoek om nog deze week dat debat te houden. Misschien kunt u als voorzitter dat besluit nemen.

De voorzitter:

Ik heb het aan de Kamer gevraagd. Die heeft in meerderheid nee gezegd. In mijn rol als voorzitter heb ik het wel mogelijk gemaakt dat de staatssecretaris ter vervanging van de minister naar de Kamer is gekomen om zich hier te verantwoorden over de uitspraken die de minister hierover vorige week heeft gedaan. Daar wil ik het verder bij laten.

De heer Roemer (SP):

Met dit verschil. Ik snap dat u het een dilemma vindt en daar heb ik begrip voor. Vaak stelt u dan een algemeen overleg voor. Als zelfs een algemeen overleg wordt getorpedeerd en geblokkeerd — de heer Wilders heeft daarin gelijk — dan worden wij hier monddood gemaakt. Dat is een nieuwe situatie ten opzichte van vorige week. Ik wil u dus vragen om dit te heroverwegen. Ook een kleine fractie, zelfs één fractie, mag niet monddood worden gemaakt in het parlement. Dat gebeurt nu wel, vandaar dat ik een beroep op u doe om zo snel mogelijk een debat te agenderen, als het niet deze week is, dan uiterlijk volgende week.

De heer Wilders (PVV):

Ik doe het niet graag, maar als wij monddood worden gemaakt, moet het maar. Ten aanzien van het voorstel van de collega van het CDA om deze week het debat over de accijnzen te voeren, wil ik een ordevoorstel doen: ik wil er nu hoofdelijk over stemmen.

De voorzitter:

Ieder lid kan op elk moment om een hoofdelijke stemming vragen. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken om een en ander voor te bereiden. Daarna gaan wij hoofdelijk stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven