4 Vragenuur: Vragen Kuiken

Vragen van het lid Kuiken aan de minister van Infrastructuur en Milieu over het bericht "Scholier weg kwijt in verkeersregels".

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Het is wellicht een klein bericht in de krant en een relatief onschuldig onderwerp dat het aantal scholieren dat slaagt voor het verkeersexamen afneemt. Als wij echter gelijktijdig horen dat het aantal ernstige verkeersgewonden nog steeds toeneemt of in ieder geval niet daalt, wordt dit bericht toch belangrijker. Bovendien neemt het aantal scholen af dat verkeersonderwijs aanbiedt. Veilig Verkeer Nederland heeft vastgesteld dat kinderen tegenwoordig gemiddeld op een latere leeftijd voldoende adequaat en veilig in het verkeer kunnen opereren. Dit wordt voor een deel veroorzaakt door het feit dat ouders te lang wachten om hun kinderen veilig aan het verkeer te laten deelnemen. Zij nemen hun kinderen vaak nog op de achterbank of achterop de fiets mee in plaats van hen zelf aan het verkeer te laten deelnemen. Kortom, er ontstaat een probleem als we niets doen. Daarom heb ik de volgende vragen aan de minister.

Deelt de minister mijn analyse dat dit een trend is die we moeten keren omdat we anders straks niet in staat zijn om het aantal gewonden en dodelijke slachtoffers tegen te gaan? Zo ja, welke stappen kan en wil de minister zetten om dit tij te keren? Hoe kunnen we gemeenten in beweging brengen waar scholen het soms laten afweten? De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft een groot onderzoek aangekondigd onder fietsers, juist omdat gesignaleerd wordt dat er sprake is van een stagnatie en het aantal gewonden toeneemt. Krijgen basisschoolleerlingen een specifieke plek in dit onderzoek?

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Allereerst wil ik zeggen dat ik verkeersveiligheid voor kinderen van zeer groot belang vind. Dat deel ik met mevrouw Kuiken. Het verkeersexamen van Veilig Verkeer Nederland heeft daar een belangrijke rol in. Zij vroeg mij of ik de trend herken en haar zorgen daarover deel. Die trend ligt een beetje anders. In de krant stond het jaar 2007 genoemd en vervolgens dit jaar. Er werd een percentage gepresenteerd waaruit blijkt dat er minder leerlingen slagen. Maar eigenlijk zitten de percentages van de afgelopen vijf jaar op eenzelfde niveau. Om precies te zijn: 96%, 95%, 97%, 97% en 96%. Eigenlijk gaf 2007 een positieve uitschieter naar boven te zien. Dit laat onverlet dat wij er met elkaar alles aan moeten doen om kinderen heel snel goede deelnemers aan het verkeer te laten zijn. Om die reden heb ik het verkeersexamen van Veilig Verkeer Nederland ook een plek gegeven in het basispakket van de Modelaanpak Veilig Fietsen. De gemeenten gebruiken die Modelaanpak Veilig Fietsen om hun lokale aanpak veilig fietsen vorm te geven. Dat heb ik afgesproken met de VNG in de beleidsimpuls die ik ook in de Kamer heb gepresenteerd. Ik juich het toe dat de verkeersexamen-app nu wordt gepresenteerd. Ik heb zelf ook kinderen in de leeftijd dat zij dit soort dingen moeten leren en apps werken misschien nog wel beter dan ouders. Daarnaast is het ook belangrijk om te weten dat scholen op dit moment bezig zijn om samen met de gemeenten routes in te richten die veilig fietsen van school naar huis mogelijk maken. Het is ook mogelijk voor buurtbewoners om gevaarlijke plekken aan te stippen.

Ik heb fietsambassadeurs aangewezen in een aantal gemeenten om expliciet aandacht te vragen voor fietsveiligheid en een lokale aanpak van veilig fietsen.

Tot slot de vraag over de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Die heeft inderdaad vandaag bekend gemaakt, onderzoek te doen naar veilig fietsen. Het is mij nog niet bekend of kinderen daar een specifieke plek in krijgen, maar daar zal ik naar informeren.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dank u wel. Enerzijds zegt de minister dat de verkeersexamens op een gelijk niveau blijven en anderzijds hoor ik van tal van gemeenten dat de aandacht aan het verslappen is, dat een aantal scholen niet meer mee willen doen. Mijn vraag is dan: hoe krijgen we gemeentes in actie? Welke samenwerking kunnen we realiseren om die scholen wel in beweging te krijgen? Ik hoor van ouders om mij heen — ik heb zelf ook sinds kort een dochter op de basisschool — dat het probleem zich voordoet. Hoe houden we wat dat betreft de vinger aan de pols?

Wat de Onderzoeksraad voor Veiligheid betreft dank ik de minister voor de toezegging. Ik denk dat het goed is als daar specifiek onderzoek naar wordt gedaan, want de beleidsimpuls is niet voor niets ontstaan. We erkennen zelf ook dat er meer nodig is dan wat er tot op heden gebeurde om de trend naar beneden om te buigen, namelijk minder dodelijke slachtoffers en zwaar gewonde slachtoffers in het verkeer.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Mevrouw Kuiken maakt een opmerking over de tendens dat er bij scholen minder examens in verkeersveiligheid gedaan worden. De afgelopen jaren zien wij dat dat percentage stabiel is. Zo'n 83% van de scholen doet dat. Nogmaals, ik vind het ook belangrijk dat dit verder wordt vergroot, juist omdat verkeersdeelname op de fiets in het stedelijke gebied vaak veel complexer wordt omdat er moet worden geconcurreerd met allerlei andere vormen van verkeer. Daarom ondersteunen we de gemeenten ook met de modelaanpak. We laten die een onderdeel zijn van de beleidsimpuls. We ondersteunen VVN bij zijn aanpak met de app. Uiteindelijk zullen de scholen en de ouders ook het een en ander moeten doen, maar ik weet dat het ministerie van Onderwijs het aan scholen verplicht stelt om verkeersonderwijs te geven. Scholen mogen alleen kiezen in welke vorm ze dat doen. Wij willen dit natuurlijk het liefst zo actief en praktisch mogelijk doen.

De Onderzoeksraad voor Veiligheid zal ik meedelen dat wij belangstelling hebben voor het deel over de kinderen. Uiteindelijk is hij vrij om het onderzoek te kiezen, maar ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat hij daar bezwaar tegen zal hebben.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Tot slot. Ik voel een gezamenlijke urgentie. We zitten nu vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen, dus laten gemeenten dit signaal vooral serieus oppakken en dit uitwerken in het collegeprogramma. Graag krijg ik teruggekoppeld of de Onderzoeksraad voor Veiligheid dit daadwerkelijk wil meenemen. Dat was mijn allerlaatste vraag, dank u wel.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Dat zeg ik toe.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor haar antwoorden en natuurlijk ook voor haar komst naar de Kamer.

Naar boven