5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag a.s. ook te stemmen over de moties zoals ingediend bij het wetgevingsoverleg over Water, over de aangehouden motie-Van Veldhoven (32813, nr. 62) en over de brief van het Presidium over een verzoek aan de Algemene Rekenkamer inzake een onderzoek naar belastingontwijkingsconstructies in relatie tot het fiscale verdragennetwerk (33625, nr. 61).

Ik stel tevens voor, toe te voegen aan de agenda het VAO Belastingdienst, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 20 november, met als eerste spreker de heer Bashir van de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Omtzigt van het CDA.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Gisteravond werden wij geconfronteerd met beelden van weer een persoon met een diplomatieke status die een klap uitdeelde. Nederland is een rechtsstaat. In een rechtsstaat kan de politie onderzoek doen en gaat justitie, aangestuurd door de aanwezige bewindspersonen maar natuurlijk volledig onafhankelijk, over de rechtspraak. Wij willen graag dat deze diplomaat aangesproken wordt. Wij willen dat minister Timmermans de diplomaat ontbiedt en voor dit incident zijn diplomatieke status tijdelijk opheft. Wij willen daar graag een brief over ontvangen en daarna een debat in het algemeen voeren over diplomatieke immuniteit.

De voorzitter:

Een brief en een debat over diplomatieke immuniteit naar aanleiding van de zaak rondom de Angolese diplomaat.

De heer Ten Broeke (VVD):

Ik heb begrepen dat de diplomaat in kwestie al is ontboden. Ik weet niet of dat op dit moment is, maar dat horen we dan. Tegen een brief kan vanzelfsprekend geen bezwaar zijn. Dat verzoek steun ik van harte. Maar ik geloof niet dat de Kamer gaat over het intrekken van de immuniteit van welke diplomaat dan ook. In de brief kan wellicht aan de orde komen of de minister dat heeft overwogen.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat, wel steun voor de brief.

Mevrouw Leijten (SP):

Steun voor een brief met daarin het feitenrelaas en wat er verder is ondernomen. Wat ons betreft, kan die ook snel komen. Dan kunnen we die betrekken bij debatten met de minister van Buitenlandse Zaken die al over dit onderwerp gepland staan.

De heer Servaes (PvdA):

Steun voor een brief. Het lijkt me dat we daarvoor de feiten moeten kennen. Het politieonderzoek zal eerst uitgevoerd en afgerond moeten worden. Laten we de brief eerst afwachten en dan verder kijken hoe te handelen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor een brief over de feiten, maar ook over hoe het nu precies zit met immuniteit en in hoeverre die een vrijbrief kan opleveren voor het begaan van wetsovertredingen. Daar is veel discussie over ontstaan naar aanleiding van het incident. Als we de brief snel kunnen krijgen, lijkt het mij goed om die bij de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken volgende week te betrekken. Daar komen toch alle wereldproblemen aan de orde. Daar kunnen we dit goed in meenemen.

De voorzitter:

De brief zou dan voor dinsdag 12.00 uur hier moeten zijn, concludeer ik dan maar.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik ga ervan uit dat de minister een reprimande geeft aan de ambassadeur van Angola vanwege dit incident. Ik hoor graag wat de feiten precies zijn geweest. Wij krijgen de brief inderdaad graag voor de begrotingsbehandeling, zodat we die daarbij kunnen betrekken.

De heer Schouw (D66):

Steun om de brief, met de aanvullingen die de heer Van der Staaij net formuleerde, te betrekken bij de begrotingsbehandeling.

De heer De Roon (PVV):

Wat de PVV betreft, worden alle buitenlandse geweldplegers zo snel mogelijk uit ons land verwijderd, ook als het diplomaten betreft. Ik denk dat de heer Omtzigt als het om de immuniteit gaat, een belangrijk punt aan de orde stelt, dat een debat waard is. Dat voorstel steun ik dus. Als de brief er komt, zou ik graag zien dat de schriftelijke vragen die mevrouw Helder en ik inmiddels over deze kwestie hebben gesteld, daarin ook worden beantwoord.

De voorzitter:

Dank u wel. Geen steun voor een apart debat.

De heer Omtzigt (CDA):

Jawel!

De voorzitter:

Excuses. Wel steun.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook GroenLinks kan een brief steunen waarin de feiten goed worden uitgelegd. Het is afhankelijk van de brief of je die bij de begrotingsbehandeling aan de orde stelt, waar veel verschillende zaken aan de orde komen, of dat je daar een apart debat over voert. Maar dat kan bekeken worden wanneer de brief er is.

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, u vroeg een wat bredere brief over diplomatieke immuniteit. De meeste Kamerleden hebben aangegeven ook behoefte te hebben aan een feitenrelaas rondom dit specifieke geval. Ik neem aan dat u daar geen bezwaar tegen hebt. De heer Van der Staaij gaf heel specifiek aan: als die brief er op tijd is, kan ik hem betrekken bij de begrotingsbehandeling van volgende week. Dat wil dus zeggen: voor 12.00 uur. U hebt geen meerderheid voor het houden van een debat. Een aantal partijen heeft aangegeven dat ze naar aanleiding van de brief misschien nog iets willen, maar dan zou u daar eventueel op terug kunnen komen.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik kan mij er prima in vinden dat wij, als die brief hier dinsdag is, dan bekijken of wij hem kunnen betrekken bij het debat over de begroting dan wel dat wij het daarover hebben op een ander moment. Nu wij die brief vragen, wil ik ook vragen of de minister kan aangeven hoe vaak diplomatieke immuniteit in Nederland is opgeheven in de afgelopen twintig jaar en hoeveel personen tot persona non grata zijn verklaard. Dan hebben wij een breder beeld van de manier waarop de sanctiemiddelen die de regering zelf zegt te hebben, worden ingezet.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, inclusief het verzoek van de PVV-fractie om ook de vragen over dit onderwerp voor volgende week dinsdagmiddag 12.00 uur beantwoord te hebben.

Het woord is aan mevrouw Keijzer.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Tientallen duizenden kinderen worden in dit land mishandeld. Gemiddeld één keer in de week overlijdt een kind aan kindermishandeling. Gisteren stond in NRC Handelsblad een opiniestuk van Corine de Ruiter en Ferko Öry over alle adviezen en maatregelen die er inmiddels liggen om daar iets aan te doen. Dat gaat over concrete voorstellen en een verzoek om daar actie op te ondernemen. De CDA-fractie vraagt steun van de Kamer om de minister en de staatssecretaris om een brief te vragen waarin ze ingaan op deze adviezen, gevolgd door een debat over dit belangrijke onderwerp.

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer vraagt om een brief en om steun voor het houden van een debat over de adviezen inzake kindermishandeling.

Mevrouw Agema (PVV):

De staatssecretaris doet iedere keer alsof al zijn plannen alles verbeteren in de toekomst, maar in het nu zien wij er inderdaad helemaal niets van terug. Dus steun voor dit debatverzoek.

De voorzitter:

En steun voor de brief, neem ik aan.

Mevrouw Kooiman (SP):

Heel veel adviezen van de commissie-Samson worden niet uitgevoerd. Ik vind het dus heel terecht dat mevrouw Keijzer hier aandacht voor vraagt. Dus steun voor de brief en het debat.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Dit is een ontzettend belangrijk onderwerp. Over de commissie-Samson hebben wij een algemeen overleg staan op 18 december. Over kindermishandeling staat er een algemeen overleg dat nog niet ingepland is. Als wij snelheid willen maken, zou mijn voorstel zijn om dat algemeen overleg over kindermishandeling in te plannen. Dus steun voor de brief, maar niet voor een plenair debat.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Dijkstra.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Voorzitter, excuus. Ik sprak ook namens mevrouw Ypma.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ook D66 ziet graag een brief maar steunt geen debat vanwege dezelfde reden als mevrouw Van der Burg aangaf. Er komen AO's. Die moeten wij snel plannen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks steunt zowel een brief als een debat.

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, u hebt geen steun van de meerderheid voor het houden van een debat. Wel wil iedereen graag een brief van het kabinet. Het verzoek ligt voor om in de procedurevergadering te bekijken of u snel een AO over dit onderwerp kunt houden.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik concludeer dat 30 leden wel een debat willen. Dus dan wil ik dit debat graag omzetten in een dertigledendebat.

De voorzitter:

Dat kan. Dat zal ik toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten. De spreektijden zijn drie minuten per fractie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Smaling.

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Wij zijn met z'n honderdvijftigen allemaal trots op onze Friese koeien, maar veel dingen waar "te" voor staat, zijn niet goed, behalve "tevreden", "tezamen" en misschien "te paard". Gisteren was in een uitzending van EenVandaag te zien dat in Friesland een koeienexplosie aan de gang is, waarmee wordt gepreludeerd op het loslaten van de melkquotering per 1 januari 2015. Een woordvoerder van FrieslandCampina zegt daarin dat er in Nederland heel veel vraag is naar mest. Ik maak mij dan toch zorgen. Dat is ook de reden dat ik verzoek om in de Kamer een kort en puntig koeiendebat te houden met mijn collega's en de staatssecretaris van Economische Zaken.

De voorzitter:

Er is een beetje verwarring, maar het verzoek is om een kort en puntig debat over koeien te houden.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Daar ben ik het loeiend mee eens, want het is een belangrijk onderwerp. Wij steunen de SP hierin.

(Hilariteit)

De voorzitter:

Ga daar maar eens overheen.

De heer Schouw (D66):

Daar kun je alleen maar onderdoor. Ik ben het er volmondig mee eens.

De voorzitter:

Steun voor het debat dus.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het lijkt mij goed als wij er hier een debat over voeren, maar het zou nog handiger zijn als de Tweede Kamer eerder had nagedacht over waar ze al voor gewaarschuwd was voordat ze steun gaf aan de Meststoffenwet.

De voorzitter:

We gaan het debat nu niet voeren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dus, voorzitter, doe ik het voorstel om de staatssecretaris om een brief te vragen, die ze ook kan bezorgen in de Eerste Kamer. Daar ligt die Meststoffenwet nog, waar dit probleem een gevolg van zal zijn. We hopen dan dat de fracties in de Eerste Kamer hun oogkleppen wel afzetten en ervoor zorgen dat die koeienexplosie niet doorgaat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Kort en puntig, het klinkt allemaal prima, maar ik wil een zorgvuldig debat over dit onderwerp. Binnenkort voeren wij in de Kamer een debat over de dierenrechten. Het Planbureau voor de Leefomgeving en de WUR doen allebei onderzoek naar de discussie over het al dan niet afschaffen van de dierenrechten. Daarmee verbonden is ook de discussie over de melkquota. Die rapporten komen er, het kabinet gaat daarop reageren en dan voeren wij daar in de Kamer een debat over. Ik heb geen enkele behoefte om daar op basis van dit voorstel van de SP een voorschot op te nemen. Wij geven dus geen steun aan het verzoek om een debat.

Mevrouw Lodders (VVD):

Die trots delen we. De Nederlandse melkveehouderijsector levert het belangrijkste exportproduct van Nederland. Een debat voeren doen wij heel vaak. Ik kan aansluiten bij mevrouw Dik-Faber: we hebben debatten gevoerd en zullen dat in de komende tijd doen. Dat is ontzettend belangrijk, maar wij geven geen steun voor dit debat, niet in de laatste plaats vanwege de betiteling.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik sta nog even na te denken over de opmerking dat je vanwege de betiteling een debat niet steunt. Het gaat om de inhoud en je eigen inbreng. GroenLinks steunt het wel.

De heer Geurts (CDA):

Het CDA is terecht trots op onze land- en tuinbouw, in het bijzonder op de melkveehouderij. We laten de SP deze sector niet verder uitmelken. We steunen deze debataanvraag niet.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik kan aansluiten bij mevrouw Dik-Faber: we gaan er nog uitvoerig met elkaar over discussiëren. Ik snap dat de SP graag met een koe een haas wil vangen, maar dan is het debat al uitgemolken voordat wij aan het echte debat beginnen. Laten we dat dus niet doen.

Mevrouw Klever (PVV):

De PVV steunt het verzoek om een debat.

De voorzitter:

Mijnheer Smaling, een meerderheid steunt uw aanvraag. Er is ook een breed verzoek om een brief. Door een aantal leden is gerefereerd aan een debat dat de komende week nog zal worden gehouden. Op 2 december is er een notaoverleg. Het lijkt mij sowieso verstandig om die brief voor 2 december te vragen. Uw debat komt natuurlijk op de lijst met debatten die zijn aangevraagd. Ik denk echter dat u voor die tijd er al wat aan hebt, als de brief in ieder geval voor 2 december komt. Die kunt u dan betrekken bij het notaoverleg over dit onderwerp dat op die datum gepland staat.

De heer Smaling (SP):

Ik dank de Kamer voor het feit dat een meerderheid voor een debat voelt. Ik handhaaf het verzoek toch graag. Ik zou het ook zeer op prijs stellen als de brief er voor 2 december is. Ik vraag dus om verdere afwikkeling in die zin.

De voorzitter:

Ik zal het debat toevoegen aan de lijst. De spreektijd is vier minuten per fractie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, met het verzoek om de brief voor 2 december aan de Kamer te sturen.

Het woord is aan mevrouw Klever van de PVV.

Mevrouw Klever (PVV):

Voorzitter. De gemeente Rotterdam heeft een miljoenenschuld afgekocht bij zorgverzekeraar Zilveren Kruis voor mensen die hun zorgpremie niet betalen. Het grootste deel van deze miljoenenschuld heeft de zorgverzekeraar weer doorberekend aan mensen die wel netjes hun premie betalen. Vervolgens blijkt een paar jaar later dat er in Rotterdam helemaal niets is opgelost. Mensen zijn niet in de schuldhulpverlening gekomen en er dreigt weer hetzelfde te gebeuren. Dit is een vrijbrief voor mensen in Rotterdam om hun zorgpremie nooit meer te betalen. De rest van de premiebetalers draait op voor dit wanbeleid. Daarom wil ik hierover graag een debat met de minister van Volksgezondheid.

De voorzitter:

Het gaat dus om een verzoek om steun voor het houden van een debat over de afgekochte miljoenenschuld bij Zilveren Kruis door de stad Rotterdam.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Wij steunen het verzoek om een debat niet. Ik heb zelf in de gemeenteraad van Almere gezeten. Als er toen een Kamerlid was geweest dat had gezegd dat we het debat tussen de gemeenteraad en de wethouder overslaan, omdat een Kamerlid dit met de minister zal bespreken, dan was ik zeer teleurgesteld geweest. Mijn voorstel is dus om dit debat gewoon te laten waar het hoort, namelijk bij de gemeenteraad en de wethouder.

De voorzitter:

Geen steun dus voor het houden van een debat.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Dit is inderdaad een kwestie voor de gemeenteraad van Rotterdam en niet voor de nationale gemeenteraad. Ik geef hiervoor dus geen steun.

De heer Potters (VVD):

Mogelijk hebben wij volgende week een AO Schuldenbeleid. Wellicht kan dit punt daarbij betrokken worden. Het lijkt mij handig om eerst even een brief te vragen van het kabinet. Dan kunnen we bekijken of we gelijk een reactie kunnen geven.

De voorzitter:

Moet die brief er dan zijn voordat dit AO plaatsvindt? Wanneer is dit AO?

De heer Potters (VVD):

Ja, dat AO is volgende week donderdag.

De voorzitter:

Die brief moet hier dus voor donderdag zijn.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik heb begrepen dat er inderdaad een debat wordt gevoerd in Rotterdam. Dat debat moet worden afgewacht. Daarover wil ik een brief hebben, maar het is de vraag of dat betekent dat die voor dat schuldendebat binnen kan zijn. Ik vind niet dat wij daarover gaan. Graag krijg ik dus een brief, maar in de tijd die Rotterdam nodig heeft om eerst het debat daar te voeren.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik neem afstand van de suggestie van de PVV dat mensen die hun zorgpremie niet kunnen betalen, allemaal wanbetalers zijn. Wij weten dat steeds meer mensen de premie niet kunnen betalen door andere situaties, maar dat zij dit wel graag willen. De oplossing daarvoor, een inkomensafhankelijke zorgpremie, wijst de PVV categorisch af.

De voorzitter:

Dit is geen debat, mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij willen graag een brief, omdat het goed is om te horen wat Rotterdam precies heeft gedaan om ervoor te zorgen dat mensen niet in het betalingsregime terechtkomen. Die kunnen wij prima betrekken bij het wetsvoorstel hierover dat nog in de Kamer zal worden behandeld.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook GroenLinks vindt dat er heel veel verhalen kunnen zitten achter de vraag waarom mensen hun premie niet kunnen betalen. Die zou je eerst moeten weten. Wij steunen het verzoek om een brief dus. Waar die vervolgens behandeld moet worden, moeten wij dan bekijken.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor de brief, maar geen steun voor het debat.

De voorzitter:

Mevrouw Klever, u hebt geen steun voor het houden van een debat. Wel is er behoefte aan een brief. Ook ligt er een verzoek om die brief voor volgende week donderdag naar de Kamer te sturen, zodat die betrokken kan worden bij een AO over schuldenbeleid.

Mevrouw Klever (PVV):

Het is jammer dat de Kamer volledig voorbijgaat aan mijn punt dat de premiebetalers in heel Nederland extra moeten betalen door dit beleid in Rotterdam. Het is jammer dat er geen debat komt. Ik wil dan graag ook een brief van de minister van VWS waarin staat hoeveel de zorgverzekeraar in rekening heeft gebracht bij premiebetalers die wel netjes hun premie betalen, in welke andere gemeenten dit voorkomt, bij welke andere zorgverzekeraars dit voorkomt en hoeveel hoger de zorgpremie door dit soort praktijken is. Die brief wil ik graag voor 1 december ontvangen in verband met het AO Zorgverzekeringswet.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Voortman van GroenLinks.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Volgens berichtgeving in de NRC zou de AIVD op illegale wijze politici op Bonaire bespioneren. Dat vind ik een zeer ernstige zaak. Wij willen daarom graag een debat met de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Veiligheid en Justitie.

De voorzitter:

Dat is een verzoek om steun voor het houden van een debat met de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van V en J over afluisterpraktijken op Bonaire.

De heer Schouw (D66):

Dit lijkt toch een zeer ernstige zaak. Ik ben het helemaal eens met het verzoek om een brief. Ik zou in die brief ook een antwoord willen hebben op de vraag of de minister of de top van het ministerie van Binnenlandse Zaken of Justitie hiervan wist. Die brief zou ik willen hebben vóór het debat van volgende week woensdag met de minister van Binnenlandse Zaken. Mocht er aanleiding voor zijn bij mijn fractie, dan willen we daar ook de minister van Justitie bij halen.

De voorzitter:

U bedoelt de begrotingsbehandeling? Het is heel ongebruikelijk om bij een begrotingsbehandeling een andere minister te betrekken. Maar u kunt dat voorstellen. Ik hoor wel wat de anderen daarvan vinden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

In beginsel steun voor het verzoek om een debat en ook steun voor het verzoek van D66 om informatie. We kunnen op basis van de brief altijd nog bekijken of het bij de begrotingsbehandeling betrokken kan worden, maar we spreken hier steun uit voor een apart debat. De indienster zal dat verzoek heus wel intrekken als een andere route meer oplevert.

De voorzitter:

Steun voor debat en steun voor de brief.

De heer Recourt (PvdA):

Of de AIVD volgens de wet handelt, is uiterst relevant. Dat wil ik ook graag opgehelderd zien middels een brief. Vooralsnog geen steun voor een debat.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Inderdaad, eerst een brief en vervolgens wel een debat. Het zou creatief zijn, tijd schelen en misschien zelfs het kabinet dienen, als inderdaad volgende week bij de begrotingsbehandeling van Binnenlandse Zaken een apart thema AIVD aan de orde komt, waar de andere bewindslieden bij zouden kunnen aanschuiven. Dan hebben we namelijk ook uw agenda, voorzitter, luchtiger gemaakt.

De voorzitter:

Volgende week heb ik drie begrotingsbehandelingen; ik niet, de Kamer. Elke uitbreiding van die debatten leidt dus in uw eigen agenda tot een probleem.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Het is geen uitbreiding. We doen het toch in een debat en dan kunnen we het in één keer goed doen.

De voorzitter:

Ik vond het belangrijk dat u ook op uw netvlies hebt hoe de agenda er volgende week uitziet.

De heer Van Oosten (VVD):

De VVD wil eerst die brief aandachtig bestuderen. Daarna bekijken we wat we naar aanleiding van die brief willen doen.

De voorzitter:

Geen steun voor een debat.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor de brief en graag betrekken bij de begrotingsbehandeling.

De voorzitter:

Mevrouw Voortman, u hebt geen steun voor het houden van een debat op dit moment. Er zijn wel veel partijen die behoefte hebben aan een brief. De heer Schouw zei dat die brief er dan vóór woensdag moet zijn, maar de agenda van volgende week is nog niet rond. Ik denk dus dat het veilig is om te zeggen dat die brief er dinsdag vóór 12.00 uur is. U kunt altijd nog naar aanleiding van die brief, zelfs na de begrotingsbehandeling, besluiten dat u alsnog een debat erover aanvraagt. Dan kunnen we kijken op welke manier dit verder behandeld wordt.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik denk dat dat inderdaad een zinnige suggestie is, want het gaat hier ook nog eens om politici die bespioneerd worden. Dat kunnen we niet licht opvatten. Op het moment dat je dat debat tijdens een begrotingsbehandeling voert, komt het bovenop andere zaken en vooral kleinere fracties hebben maar een beperkte hoeveelheid spreektijd. Ik kan mij dus voorstellen dat hier wel een apart debat over komt. Mocht het nou bij de begrotingsbehandeling van BZK aan de orde komen, dan is het voor mij zeer belangrijk dat de minister van Veiligheid en Justitie daar ook bij aanwezig is.

De voorzitter:

De minister zit toevallig in de zaal. Ik neem dus aan dat hij dat gehoord heeft. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, om zeker te stellen dat er ook een brief over deze zaak komt vóór dinsdag 12.00 uur.

Ik geef het woord aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Nu de rechter vanochtend wel opgekomen is voor de belangen van omwonenden van ringwegen zoals de A13, wil GroenLinks graag een brief van minister Schultz met haar reactie op de uitspraak van de rechter dat die 100 kilometerzones slecht zijn voor de gezondheid van de omwonenden. Die brief moet er zijn vóór het AO MIRT van maandag, want dan hebben wij de hele dag een debat met de minister, onder andere over 's rijks wegen.

De voorzitter:

Het is niet eens een AO, maar zelfs een notaoverleg.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Een notaoverleg!

De voorzitter:

Dat is ook de reden dat ik dit uitzonderlijke verzoek heb toegestaan. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Elias (VVD):

Hoewel er allerlei impliciete waardeoordelen in het verzoek zitten, laat ik die maar even terzijde. Een brief is altijd goed. Zorgvuldigheid gaat voor. Als de zorgvuldigheid vereist dat het langer duurt, moet dat dus maar. Wij nemen echter uiteraard graag kennis van wat er aan de hand is. Die brief is prima, maar die moet niet hoe dan ook voor aanstaande maandag komen als de zorgvuldigheid meer tijd vereist.

De voorzitter:

Wellicht is het goed om aan de bewindspersonen mee te geven dat de informatie die wel voor maandag gegeven kan worden, gegeven wordt en dat in de brief altijd een verwijzing kan staan naar dingen die later komen.

De heer Smaling (SP):

Wij denken dat zo'n brief er toch voor maandag zou moeten kunnen zijn. Wij steunen dus het verzoek.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, met het verzoek om deze brief uiterlijk maandag om 9.00 uur hier te laten zijn, zodat daarvan ook nog kennis kan worden genomen voordat het debat om 10.00 uur begint.

De heer Elias (VVD):

Dat was nadrukkelijk niet mijn punt. Ik zei dat dit moet voldoen aan de zorgvuldigheidseisen. Dat vind ik belangrijker dan een deadline.

De voorzitter:

Dat heb ik gehoord. Toen heb ik een tussenopmerking gemaakt. Die is misschien aan u voorbijgegaan. Ik heb gezegd dat het verstandig is om de bewindspersonen te vragen om de informatie die er maandag wel kan zijn, te geven. Naar de informatie die er dan niet kan zijn, kan in de brief worden verwezen.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De productie van palmolie leidt tot illegale houtkap en landroof. De rondetafelinitiatieven die Nederland ondersteunt, werken niet, zoals wij laatst ook in een proefschrift zagen. Vandaag brengt Milieudefensie een rapport uit waaruit blijkt dat Nederlandse banken en pensioenfondsen, waaronder ING en Aegon, betrokken zijn bij investeringen in illegale houtkap en landroof. Ik zou heel graag een brief willen van het kabinet, te ontvangen voordat de behandeling van de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking volgende week start, zodat we dit bij dat debat kunnen betrekken.

De heer Van Laar (PvdA):

Steun voor het debat. We zien in de brief ook graag uitgelegd of er direct of indirect Nederlands overheidsgeld bij is betrokken, via het bedrijfsleveninstrumentarium of de Aziatische Ontwikkelingsbank.

De voorzitter:

U vroeg volgens mij geen debat aan, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik vroeg geen apart debat aan. Ik vroeg om een brief, om die te betrekken bij de begrotingsbehandeling.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Steun voor het verzoek, en ook voor de aanvulling op de inhoud die zojuist werd gegeven.

Mevrouw De Caluwé (VVD):

Geen bezwaar tegen een brief.

De heer Smaling (SP):

Wij steunen het verzoek van de Partij voor de Dieren.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, en ook bij deze brief vragen of die dinsdag voor 12.00 uur binnen kan zijn.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dank u. En ook dank voor de waardevolle aanvullingen vanuit de fractie van de PvdA.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven