9 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Aan de orde is het VSO Voorhangprocedure ontwerpbesluit wijziging van de bijlage van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften in verband met onder meer de jaarlijkse indexering van de tarieven (29398, nr. 378).

De voorzitter:

Ik heet de minister van Veiligheid en Justitie van harte welkom. Hij is onze gast vanavond. Wij houden straks een debat over de werkdruk bij de rechterlijke macht, maar voorafgaand doen wij de plenaire afronding van dit VSO. Ik geef heel graag het woord aan mevrouw Kooiman van de SP.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Je kunt beter een flitspaal slopen dan erdoor geflitst worden. Dat geven agenten bij mij aan. Zij geven ook te kennen dat zij de boetes buitenproportioneel vinden en dat zij hun discretionaire bevoegdheden meer gebruiken. Zij schrijven dus geen boetes uit, omdat zij die gewoonweg te hoog en uit verhouding vinden. Wij hebben er schriftelijk heel wat over gewisseld en wij hebben er eerder al over gesproken. Er zijn mondelinge vragen gesteld en ik heb al een keer een onderzoek voorgelegd aan de minister. Daarom leek het mij goed om de minister op weg te helpen. Ik heb drie heel mooie moties voor hem, dus ik ga ze gewoon voorlezen.

De voorzitter:

Als u er drie hebt, mag u wel opschieten.

Mevrouw Kooiman (SP):

Oké.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat de boetes in de afgelopen jaren meer dan voldoende zijn gestegen;

verzoekt de regering, voor het jaar 2014 geen inflatiecorrectie toe te passen op de tarieven van de verkeersboetes,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kooiman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 384 (29398).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat de gevolgen van verhogingen van boetes in kaart dienen te worden gebracht;

spreekt uit dat de minister bij iedere voorgenomen verhoging een impact assessment laat uitvoeren, ook wanneer het inflatiecorrecties betreft,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kooiman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 385 (29398).

Mevrouw Kooiman (SP):

Deze motie sluit mooi aan bij de begrotingsbehandeling van I en M vorige week.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat stelselmatige verkeersovertreders harder aangepakt moeten worden;

constaterende dat bij veel overtredingen de boete niet in verhouding staat tot de ernst van het delict;

roept de minister op, spoedig met een plan van aanpak te komen waarbij herhaling van verkeersovertredingen zwaarder gestraft wordt en daarbij tegelijkertijd ook de boetes meer in verhouding te brengen tot de ernst van de overtreding,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kooiman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 386 (29398).

Mevrouw Kooiman (SP):

Dat was binnen de tijd, voorzitter.

De voorzitter:

Hartelijk dank! U had zelfs nog twee seconden over. Ik geef het woord aan de minister, maar niet voordat hij de moties heeft. Ik stel voor heel kort te schorsen, want wij kunnen van de minister niet het onmogelijke vragen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Opstelten:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Kooiman voor haar inbreng. Ik zal de moties langslopen. Het is niet de eerste keer dat wij het hierover hebben. De motie op stuk nr. 384 betreft het niet jaarlijks indexeren. Dat zou de facto betekenen dat de strafmaat in reële zin lager wordt. Met het oog op de verbetering van de verkeersveiligheid moet als uitgangspunt gelden dat van de sancties voldoende afschrikwekkende en preventieve werking uitgaat. Bovendien is indexering geen instrument om de begroting sluitend te krijgen. Wel zal wanneer de indexering van de boetes geen doorgang vindt, extra druk ontstaan op de begroting van Veiligheid en Justitie voor volgend jaar. Ik moet de motie ontraden.

De motie op stuk nr. 385 gaat over een impact assessment bij indexering. Ik heb vorig jaar de afspraak gemaakt dat ik als ik een echt nieuwe beleidsmatige boeteverhoging inzet, een onderzoek zal laten doen naar de effecten daarvan in de uitvoering. Ik zal daarbij ook de politie vragen naar de effecten. Zoals ik net al in mijn reactie op de vorige motie zei, is dit geen beleidsmatige boeteverhoging. Daarom ontraad ik ook deze motie.

De motie op stuk nr. 386 is een ander verhaal. Deze motie ligt in het verlengde van wat eerst de heer De Rouwe en daarna mevrouw Kuiken, of in elk geval PvdA en VVD, hebben gevraagd, namelijk een aanpak van veelplegers. Er is gevraagd om die op een andere manier en harder te straffen. Ik kom een dezer dagen, in elk geval voor de behandeling van de begroting van Veiligheid en Justitie, met een brief waarin ik mijn standpunt daarover uiteen zal zetten. Ik zal dit positief benaderen. Ik vraag mevrouw Kooiman om deze motie aan te houden.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik hoef de motie natuurlijk niet aan te houden, want de behandeling van de begroting van Veiligheid en Justitie begint volgende week al. Dan kunnen wij haar dus mogelijk al in stemming brengen, als de minister voor die tijd met zijn brief komt. Begrijp ik goed dat de minister ook wil kijken naar de verhouding tussen de boetes? Ik heb in mijn betoog al gezegd dat een flitspaal slopen goedkoper is, qua boete, dan geflitst worden. Dat wil ik in overweging meegeven. Dat staat ook in de motie. Gaat de minister die zo uitvoeren?

Minister Opstelten:

Ik zal kijken. De benadering waar ik mee kom, ligt in het verlengde van debatten die wij vorig jaar hebben gevoerd met de heer De Rouwe en nu met VVD en PvdA. Het gaat erom dat de aanpak van veelplegers uit de Wet Mulder wordt gehaald en naar het strafrecht wordt overgebracht. Daar moet steeds een goede boete bij worden gegeven. Ik vraag mevrouw Kooiman om de brief af te wachten en haar motie aan te houden. Ik denk dat dat het verstandigst is. Wij hebben hier twee of drie jaar geleden een heel goed debat over gehad naar aanleiding van een motie van de Kamer die unaniem is aangenomen. Toen hebben wij met elkaar duidelijkheid gecreëerd, ook wat betreft de verhouding tussen de boetes. Ik ben niet van plan om dat nu weer ter discussie te stellen. Ik heb nu twee keer de boetes niet verhoogd, beleidsmatig. Dat is wat ik nu ook voorsta. Dat komt eraan. Dan weet de Kamer waar zij aan toe is. Als mevrouw Kooiman haar motie niet aanhoudt, moet ik haar ontraden.

De voorzitter:

Mevrouw Kooiman, ten slotte.

Mevrouw Kooiman (SP):

Wij willen geen verkapt bonnenquotum. Ik wil graag dat de boetes in verhouding zijn. Daartoe roept deze motie ook op. De minister zegt vandaag daarnaar te willen kijken. Daar ben ik zeer tevreden mee. Ik wil zijn brief wel afwachten, maar die komt als het goed is voor de stemmingen. Dan kan ik alsnog beslissen of ik de motie wel of niet aanhoud.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Misschien mag ik de minister dan ook nog een vraag meegeven. Er wordt nu weer heel nadrukkelijk naar het strafrecht gekeken, maar zou hij ook niet eens kunnen bekijken of er een betere oplossing bestaat om mensen te straffen, bijvoorbeeld door het puntenrijbewijs in te voeren zoals dat in Frankrijk bestaat? Daar is dat buitengewoon succesvol. Dan houd je een en ander uit het strafrecht.

Minister Opstelten:

Daar zit ik op dit moment niet aan te denken en mijn collega van I en M ook niet. Het gaat in dit geval om de vraag hoe je veelplegers op de weg, die daar asociaal gedrag vertonen, op een effectieve manier kunt aanpakken en hoe je een en ander op een effectieve manier kunt invoegen en uitvoeren. Ik zou aan mevrouw Berndsen willen vragen om de brief af te wachten. Die komt voor de begrotingsbehandeling. Dan hebben wij het daar tijdens de begrotingsbehandeling weer over, maar de Kamer weet dan wel waar ik sta.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Wij stemmen aanstaande dinsdag over de moties.

Naar boven