6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de moties die zijn ingediend bij het wetgevingsoverleg over Energie en het notaoverleg over de toekomst van de krijgsmacht, over de aangehouden moties-Thieme (33400-XIII, nr. 111 en 29683, nr. 1540), en de aangehouden motie-Ouwehand/Thieme (21501-32, nr. 687).

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor, het debat over het voortbestaan van Aldel en het dertigledendebat over de financiering van de Dreeslezing uit gelden voor armoedebestrijding, van de lijst met debatten af te voeren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Knops van het CDA.

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. Op 1 oktober jongstleden heb ik samen met collega Mulder vragen gesteld aan de minister van Economische Zaken over de nazorg van steenkoolwinning. Die vragen zijn nog niet beantwoord. De minister is er wel een beetje op ingegaan tijdens het debat gisteren, maar ik doe nu het verzoek of die vragen alsnog spoedig kunnen worden beantwoord.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan de heer Van Weyenberg van D66.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Ik heb gisteren een debat aangevraagd over het feit dat maar 4% van de gemeenten de privacygegevens in het domein van werk en inkomen goed heeft geregeld. De Partij van de Arbeid wilde dit verzoek nog niet steunen; zij vroeg eerst om een brief van het kabinet. Mede op suggestie van de heer Ulenbelt van de SP ben ik daar toen in meegegaan, maar ik heb het tien minuten geleden gecheckt: er is geen brief ontvangen. Dan is er volgens mij maar één conclusie. Ik herhaal mijn vraag om een debat. Ik vind dit belangrijk genoeg voor de plenaire zaal. Dit loopt al vele jaren en nu is tempo geboden.

De voorzitter:

Verzoek voor steun voor het houden van een debat over de onvoldoende bescherming van persoonsgegevens door gemeenten.

Mevrouw Siderius (SP):

Van harte steun van de SP-fractie.

De heer Omtzigt (CDA):

Wij hadden graag eerst een brief ontvangen. Als het kabinet die mogelijkheid mist, dan steunen wij van harte het verzoek om een debat.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Ik blijf bij de vraag om een brief. Ik vind het ook heel jammer dat die nog niet is ontvangen, want een brief zou het voor mij duidelijker hebben gemaakt. Ik heb inmiddels wel begrepen dat er na het reces een algemeen overleg is geagendeerd, ook over dit onderwerp. Ik weet dat de lijst van debatten enorm lang is. Daarom zou ik liever gaan voor het AO en daarin deze zaak bespreken. Ik wil die brief nog steeds. Ik begrijp dat de minister van Binnenlandse Zaken nu op de Caraïben is. Ik wil eerst die brief, ik wil eerst duidelijkheid — ik heb dat gisteren ook heel duidelijk aangegeven — juist omdat dit onderwerp zo breed is.

De voorzitter:

Ik wijs erop dat de brief onderweg is, maar enige vertraging heeft opgelopen. Er was gevraagd om een brief vóór 12.00 uur.

De heer Segers (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie steunt het verzoek van de fractie van D66.

De heer Van Oosten (VVD):

Ik hoor u nu zeggen dat de brief onderweg is, maar wij hebben die nog niet. Wij hebben wel gehoord dat de staatssecretaris zich actief met dit onderwerp bezighoudt. Binnenkort is er een procedurevergadering van de vaste commissie voor Sociale Zaken. De woordvoerders kunnen dan bespreken waar dit gewichtige onderwerp zo snel mogelijk kan worden behandeld. Het lijkt mij dat dit in een algemeen overleg is. Als wij de brief hebben ontvangen, kunnen wij lezen wat erin staat en kunnen wij aan de hand daarvan beoordelen of dit aanleiding geeft tot de weg die ik voorstel dan wel tot een plenair debat zoals de heer Van Weyenberg voorstelt.

De voorzitter:

Op dit moment geen steun voor het verzoek voor het houden van een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Die brief had er om 12.00 uur moeten zijn. De heer Van Weyenberg kan vanmiddag wel weer een regeling aanvragen, maar dat lijkt mij een beetje overbodig. Steun van GroenLinks voor dit verzoek.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor het verzoek. Ik kan mij ook voorstellen dat de heer Van Weyenberg zegt dat wij dit eventueel nog kunnen heroverwegen als de brief er is en morgen is er ook nog een regeling. Maar op zich steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Meneer Van Weyenberg, u hebt op dit moment niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat.

De heer Van Weyenberg (D66):

Nee, en dat vind ik teleurstellend, zeker in het licht van het feit dat de Partij van de Arbeid zei dat zij dit zo ontzettend belangrijk vindt. Ik heb er geen enkele behoefte aan om dit in een AO te doen; ik vind dit echt iets voor de plenaire zaal. Als wij het kabinet een redelijke vraag om een brief stellen, vind ik dat wij mogen verwachten dat zo'n brief er gewoon ligt. Ik ben bereid om dit nu even te laten voor wat het is en kom er dan in een volgende regeling op terug. Ik vind dat buitengewoon vervelend, maar dan gaan we zo maar door. En voorzitter, als het kabinet niet aan het verzoek van de Kamer kan voldoen, kunt u het kabinet wellicht vragen om de Kamer dit van tevoren mede te delen. Ik vind dit namelijk buitengewoon teleurstellend. Hierbij meld ik dit aan voor de regeling van morgen.

De voorzitter:

Omdat wij erachteraan hebben gebeld, kan ik vertellen dat die brief onderweg is. Ik heb hier dus zeker actie op ondernomen. Ik ben het namelijk zeer met u eens dat als je om een brief vóór een bepaald tijdstip vraagt en dat verzoek heel breed wordt gedragen in de Kamer, de desbetreffende brief hier gewoon hoort te zijn. Ik zie u morgen dus terug. Dat wordt gezellig, maar ik hoop wel voor de laatste keer over dit onderwerp.

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering voor de zekerheid doorsturen.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Gisteren kregen wij een presentatie van een beoordelingscommissie die goed had gekeken naar de plannen van de gemeenten voor de jeugdzorg; hebben zij die op orde? In 2015, dus heel snel, komt die namelijk naar hen toe. Nu blijkt dat driekwart van de gemeenten een dikke onvoldoende krijgt voor die plannen. De SP maakt zich daar grote zorgen om. Daarom willen wij hierover een grondig debat, en niet een dat is weggestopt in een wetgevingsoverlegje. Wij willen hierover grondig kunnen debatteren in een debat.

De voorzitter:

Dit is een verzoek om steun voor het houden van een debat over de regioplannen voor de jeugdzorg.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat "wetgevingsoverlegje" is een van de meest uitgebreide vormen van debat die wij kennen. De CDA-fractie vindt dat dit op de 25ste november aan de orde kan komen. Zo direct houden wij onze procedurevergadering. Mevrouw Kooiman zegt dat er nog veel onduidelijk is, en dat klopt. Dat heeft te maken met de nog onvoldoende duidelijkheid over de budgetten die overgaan. De staatssecretaris gaat die duidelijkheid aan het eind van het jaar geven. Ik zal zo direct in de procedurevergadering voorstellen om halverwege of eind januari nog een keer te bekijken of gemeenten het dan wel op orde hebben. Op dit moment echter geen steun voor nog een debat.

De voorzitter:

U geeft geen steun aan het verzoek van mevrouw Kooiman.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Wij hebben op verzoek van de SP een debat begin deze maand niet gehouden. Mijn fractie was daar toen wel voor. Wij hebben toen afgesproken dat het bij een wetgevingsoverleg op 25 november, volgens mij van tien uur, zou worden betrokken. Dus geen steun voor dit verzoek.

Mevrouw Ypma (PvdA):

Ik kan me volledig achter mevrouw Keijzer scharen. Geen steun voor dit verzoek. Het is een belangrijk onderwerp, dat wij heel graag tijdens het WGO uitgebreid bespreken.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Geen steun voor het debat. Het is inderdaad een belangrijk onderwerp, maar wij hebben ook afgesproken om dit een onderdeel te laten zijn van het wetgevingsoverleg. Misschien kan ik suggereren om de onderwerpen op de agenda in tweeën te doen; daar kan ik me nog iets bij voorstellen. Geen steun voor een apart debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Toen we besloten om dit te betrekken bij het wetgevingsoverleg wisten we natuurlijk nog niet hoe schokkend het rapport zou zijn. Op zich willen we het verzoek dus wel steunen, maar ik hoor dat daarvoor onvoldoende steun is. Misschien is het dan een goed idee om het wetgevingsoverleg in tweeën te knippen, met een deel over volgend jaar en een deel over na de decentralisatie.

De voorzitter:

Dat kunt u in de procedurevergadering regelen. Mevrouw Kooiman, ik hoor op dit moment geen steun van de meerderheid voor het houden van een debat.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik vind dat zeer spijtig. Het gaat namelijk wel om de toekomst van de jeugdzorg. Dat een aantal collega's jeugdzorg als een soort kliko-onderwerp willen beschouwen, is aan hen. Ik vind het voorstel van de D66- en GroenLinks-fracties constructief. Ik hoop dat we daar in de procedurevergadering iets meer van kunnen verwachten. Maar ik vind het zeer teleurstellend dat hier plenair niet over zal worden gesproken.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Leijten van de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik heb de grote eer om de heer Ulenbelt even te vervangen. Hij wenst snel antwoord te krijgen op de vragen die hij heeft gesteld over de uitzending van Kassa, waarin werd gesteld dat de kwaliteit van de kinderopvang achteruitholt. Deze vragen zijn van 21 oktober, dus de termijn daarvan is al verstreken.

Ik heb zelf ook een verzoek tot het beantwoorden van vragen. We stellen die vragen immers niet voor niets. Die vragen betreffen het bericht dat de logopedisten, fysiotherapeuten en ergotherapeuten fors worden gekort op hun tarieven door zorgverzekeraars bij de inkoop. Ook deze vragen zijn al over de tijd heen. We willen de antwoorden daarop dan ook graag snel hebben.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar de diverse leden van het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Klever van de PVV.

Mevrouw Klever (PVV):

Voorzitter. Vanmorgen konden we in Het Financieele Dagblad lezen dat de chemiesector door de hoge energierekening vreest voor een ontslaggolf. Een accountantskantoor schetst in een rapport een gitzwart beeld voor de chemiesector in Nederland: tot 500.000 mensen verliezen hun baan, van verfmakers van AkzoNobel en laboranten bij DSM tot schoonmakers, monteurs en zelfs bakkers nabij de Limburgse vestigingen van petrochemiebedrijf SABIC. Ik wil er daarom spoedig een debat over met de minister van Economische Zaken.

De voorzitter:

Mevrouw Klever verzoekt om steun voor het houden van een debat over de hoge energierekening voor de chemiesector. Wie kan ik daarover het woord geven?

De heer Remco Dijkstra (VVD):

De VVD-fractie neemt berichten uit de chemiesector erg serieus. We hebben ook een goed contact met de sector. Laten we echter niet op de zaken vooruitlopen. Ik stel voor dat we een brief aan de minister vragen om dit te duiden.

De heer Leenders (PvdA):

Wij delen de zorgen van mevrouw Klever en de PVV, maar ik sluit me aan bij mijn collega van de VVD.

De voorzitter:

Mevrouw Klever, ik zie niet dat u op dit moment de steun van de meerderheid heeft voor het houden van een debat.

Mevrouw Klever (PVV):

Ik vind dat bijzonder teleurstellend. De industrie en onze welvaart worden het land uitgejaagd. We hebben het over 500.000 gezinnen die straks werkloos zijn en de Kamer wenst daarover geen debat. Helaas. Ik zal daarover in ieder geval vragen stellen.

De voorzitter:

Dat lijkt mij een goed idee. Daarmee is er een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven