2 Vragenuur: Vragen Oosenbrug

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Oosenbrug aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het blokkeren van de telefoon van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag werden we opgeschrikt door het bericht van RTL Nieuws dat de telefoon van de minister van BZK kinderlijk eenvoudig geblokkeerd was. Na eerdere berichten rond de voicemail, die op vrijwel dezelfde makkelijke wijze af te luisteren was, roept dit vragen op over veiligheid en privacy bij het gebruik van onze telefoons. Mijn eerste vraag aan de minister is dan ook of er een risicoanalyse is gemaakt.

Ook ligt er nog het verhaal dat Vodafone informatie met de Amerikanen deelt. Uiteraard vinden ook wij dat niet best, maar voordat we roepen dat de huidige provider van overheidsmobieltjes moet worden ingewisseld voor een andere, wil ik van de minister de garantie dat we dan niet van de regen in de drup komen. Kan de minister garanderen dat we bij een eventueel andere provider beter af zijn?

Dan nog een andere kant van de zaak. Het ministerie van BZK doet de aanbesteding van dit soort contracten. Er zit dus een aspect van eigen verantwoordelijkheid van de minister aan. Als wij het allemaal belangrijk vinden dat er geen gevoelige informatie op straat komt te liggen en dat belangrijke telefoons niet geblokkeerd kunnen worden, is er dan bij de aanbesteding bijzondere aandacht gevraagd voor deze aspecten?

Minister Plasterk:

Voorzitter. Vorige week is er het volgende gebeurd. Provider Vodafone heeft — ik moet nu eigenlijk zeggen "had" — de service voor zijn klanten dat wanneer een telefoontoestel wordt verloren of gestolen, men het nummer onmiddellijk en zonder tussenkomst van een persoon kan afsluiten door in te bellen naar een computer. Zo kunnen er geen hoge kosten worden veroorzaakt voor de gebruiker door bijvoorbeeld lange gesprekken naar het buitenland door de dief. Dit is tot dusver altijd goed gegaan. Dat is ook logisch, want niemand heeft er belang bij om andermans telefoon af te sluiten ook al beschik je over zijn of haar nummer. Bij de redactie van RTL Nieuws heeft kennelijk een journalist die mijn nummer in vertrouwen had ontvangen, dat nummer gedeeld met een collega. Voor het nieuwsitem is er vervolgens gebeld met Vodafone en is mijn telefoon afgesloten. Overigens is die kort nadat ik erover gebeld heb met de provider weer aangesloten.

Dit heeft niet te maken met veiligheid. Er is dus geen sprake van een hack of van kraken en men heeft geen informatie van mijn telefoon afgehaald; er is enkel gebruikgemaakt van een bestaande faciliteit. Overigens heeft Vodafone sindsdien besloten om deze faciliteit te stoppen, omdat iedereen door dit nieuwsitem natuurlijk wist dat je eenvoudig andermans telefoon kon blokkeren. Wanneer nu een telefoon wordt gestolen, moet de eigenaar bellen en krijgt hij iemand aan de lijn die een aantal persoonlijke vragen stelt. Het blokkeren van andermans telefoon zal dus nu iets minder snel en gemakkelijk kunnen dan voorheen. Hoewel dit niet in de vraag van mevrouw Oosenbrug besloten zit, zeg ik nogmaals dat deze kwestie op zichzelf niets te maken heeft met veiligheid en hacken.

Mevrouw Oosenbrug vroeg ook naar de veiligheid van de mobiele telefonie. Ik wil hier heel duidelijk in zijn: het gebruik van een open lijn is niet 100% veilig. Wanneer iemand belt met een mobiele telefoon kunnen mensen die dat willen en die de juiste spullen hebben dat gesprek afluisteren. Het is verstandig om daar altijd rekening mee te houden en vertrouwelijke informatie te delen via een open lijn of in persoon te bespreken, zodat je zeker weet dat niemand erbij kan. Ministers hebben overigens een beveiligde lijn.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Ik heb niet het idee dat ik een antwoord op mijn vraag krijg. Ik heb gevraagd of er rekening mee wordt gehouden dat overheidsmobieltjes beter beveiligd zouden moeten zijn. Ik heb ook gevraagd of er bij de volgende aanbesteding een risicoanalyse plaatsvindt. De minister zegt dat het belangrijk is dat je er ook zelf rekening mee houdt. Ik ben dat helemaal met hem eens, maar wij hebben hierbij wel te maken met de telefoon van een minister. Hij heeft dat nummer in vertrouwen gegeven, maar het is ook heel simpel om nummers op te vragen. Dit had iedere burger kunnen overkomen. Ik begrijp dat Vodafone de procedure inmiddels heeft aangepast. Er is een andere procedure bedacht waarbij bijvoorbeeld wordt gevraagd naar je huisdier. Dat zijn ook makkelijk te omzeilen vragen. Het zijn twee losse zaken. Ik vind het zelf belangrijk dat de urgentie wordt gevoeld dat het hier over iets andere mobiliteit gaat dan buiten deze vier muren. Nogmaals, is er een risicoanalyse gedaan?

Minister Plasterk:

Het risico is goed geanalyseerd. Ik gaf u de conclusie daaruit, namelijk dat het gebruik van een open lijn niet veilig is. Natuurlijk kun je ook voor mobiele telefonie kiezen voor beveiligde systemen, maar die hebben wel nadelen. Er zit een zekere vertraging op de lijn en die lijn is alleen beveiligd wanneer je belt met iemand die hetzelfde systeem gebruikt. Dan zou ik de meeste mensen in politiek Den Haag via die lijn niet kunnen bellen. Je kunt bijvoorbeeld ook niet de tekst uit een WhatsApp-berichtje copy-pasten naar een sms, want je bent niet meer verbonden met het internet. Je hebt dan een soort telefoon uit de jaren negentig die uitsluitend voor telefonie en sms te gebruiken is. Daar kan een goede reden voor zijn. Ik wil het warm onder uw aandacht aanbevelen om dat serieus te doen, als er vanuit een buitenlandportefeuille of iets anders aanleiding is voor veiligheidsbewustzijn. Er kan ook een praktische reden zijn om huis-, tuin- en keukengesprekken via een gewone telefoon te voeren. Ik adviseer iedereen om zich bewust te zijn van het risico dat daarin zit.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Ik houd inderdaad een vinger aan de pols, want ik vind het heel belangrijk dat wij verantwoordelijk zijn voor gevoelige informatie en dat de Kamer het goede voorbeeld geeft en blijft geven. Als dat betekent dat wij secuurder moeten omgaan met onze telefoon, is dat een keuze die wij maken.

Minister Plasterk:

Een korte reactie, voorzitter. Ik zou mij kunnen voorstellen dat u inderdaad overweegt om naast de open lijn, die misschien toch zijn nut heeft omdat bijvoorbeeld mensen uit het land willen bellen met hun volksvertegenwoordiger, ook nog een beveiligde lijn te gebruiken als daar aanleiding toe is. Maar dat is natuurlijk aan de leden van uw Kamer.

De voorzitter:

Dank voor dit advies. Ik geef het woord aan de heer Van Raak.

De heer Van Raak (SP):

Het probleem met Vodafone is veel groter. Ik heb hier een iPhone en de provider is Vodafone. Vodafone is ook gevestigd in de Verenigde Staten, waar het onder de Patriot Act valt. Alle telefoontjes die ik pleeg, alle sms'jes die ik stuur, alle e-mailtjes die ik stuur, alle bestanden die ik stuur; alles wat ik met dit apparaat doe, kan op verzoek van de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA doorgegeven worden. Alles wat ik doe, wat de minister doet, wat elke Nederlander doet. Stond dat ook in de aanbesteding die de minister heeft gedaan? Is hij bereid om hier het eerlijke verhaal te vertellen dat alles wat wij doen met onze telefoons door de NSA kan worden opgevraagd en dat Vodafone dan verplicht is om dat te leveren?

Minister Plasterk:

Ik meen dat deze vraag ook al eens schriftelijk is gesteld door de heer Van Raak. Ik herinner mij ook wat ik er toen op heb geantwoord, namelijk dat de gebruikersinformatie van Vodafone voor het grootste deel in Nederland is opgeslagen en voor een klein deel om technische redenen in Duitsland en dat hier altijd de in Nederland geldende wetgeving geldt voor het gebruik daarvan. Het eigenaarschap van het bedrijf Vodafone heeft er niets mee te maken dat de informatie van Nederlandse gebruikers onder Nederlandse wet- en regelgeving valt. Je kunt er niet bij tenzij er een justitieonderzoek speelt dan wel tenzij ik er als minister van Binnenlandse Zaken een specifieke last voor teken omdat de nationale veiligheid in het geding is.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor zijn komst naar de Kamer.

Naar boven