8 Verkeersveiligheid

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 30 januari 2013 over verkeersveiligheid.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Ik ben snipverkouden, het is al laat, dus ik houd het kort en lees alleen de motie voor.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de verkeersveiligheid rondom tractoren op de openbare weg reeds jaren en onverminderd in het geding is, onder andere bevestigd door het rapport "Verkeersongevallen met (land)bouwvoertuigen" (oktober 2010) van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid;

constaterende dat de inzet van tractoren voor transportdoeleinden op de openbare weg in toenemende mate buiten de agrarische sector plaatsvindt, zoals in de bouw- en infrasector en het grondverzet;

constaterende dat Openbaar Ministerie en politie reeds jaren aangeven niet adequaat te kunnen handhaven door ontbrekende kentekening;

verzoekt de regering, in het belang van de verkeersveiligheid en gelijke concurrentieverhoudingen over te gaan tot kentekening van te benoemen categorieën tractoren en landbouwvoertuigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kuiken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 356 (29398).

De heer De Graaf (PVV):

Ik wil de verkoudheid van mevrouw Kuiken niet al te veel onder druk zetten, maar ik heb toch een vraag over de administratieve lasten. Hoe hoog zijn die lasten en wat gaat het voor de betrokkenen betekenen?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Als ik goed geïnformeerd ben, gaat het om € 38 per voertuig. Ik denk dat het goed is die vraag ook aan de minister te stellen.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de keer Klein van 50PLUS. Hij heeft kennelijk een kleine schorsing ingelast. Dan staat op mijn papier mevrouw Van Tongeren, maar ook zij is er kennelijk niet. De heer De Graaf wilde zijn stem sparen, maar is nu toch gewoon aan de beurt.

De heer De Graaf (PVV):

Voorzitter. Ik zal het ook niet lang maken, want wij hebben maar twee minuten. De lang gekoesterde wens van de PVV voor een maximumsnelheid van 140 km/u op plekken waar dat kan in Nederland, is naar ik aanneem bekend. Daarom zal ik meteen overgaan naar de moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat automobilisten op Nederlandse snelwegen nog steeds worden geconfronteerd met onnodig wisselende maximumsnelheden;

constaterende dat het ontbreken van eenduidigheid in maximumsnelheid en bebording zorgt voor onduidelijkheid bij automobilisten;

overwegende dat dit kan leiden tot gevaarlijke situaties en onnodige boetes;

verzoekt de regering om uiterlijk eind juni 2013 de invoering van eenduidigheid in bebording en maximumsnelheid op snelwegen gerealiseerd te hebben,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Graaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 357 (29398).

De heer De Graaf (PVV):

Dan kom ik bij de tweede motie die handelt over de 140 km/u-wens die veel automobilisten hebben, maar ook de PVV, die deze automobilisten natuurlijk met verve vertegenwoordigt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de doorstroming op snelwegen wordt bevorderd door het hanteren van een hogere maximumsnelheid;

overwegende dat een maximumsnelheid van 140 km/u aan automobilisten voldoende ruimte biedt om een variabele snelheid te hanteren ter bevordering van de doorstroming;

verzoekt de regering om de maximumsnelheid op de Nederlandse snelwegen op te trekken naar 140 km/u,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Graaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 358 (29398).

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik moet mijn stem sparen, maar toch wil ik een vraag stellen. Hoeveel kosten zijn hiermee gemoeid voor de Staat?

De heer De Graaf (PVV):

Op dit moment wordt al veel gedaan aan het veranderen van de bebording en dit kan daarin worden meegenomen. Het lijkt bijna flauw om dezelfde opmerking te maken, maar ik stel voor deze vraag ook aan de minister te stellen, want de exacte kosten zijn natuurlijk niet bekend.

De heer Bashir (SP):

De heer De Graaf stelt voor om 140 als maximumsnelheid in te voeren, maar waarom niet 150 of 160? Als de PVV toch bezig is, kan de PVV natuurlijk wat hoger inzetten. De SP is geen voorstander van 140, maar ik ben wel benieuwd waarom de PVV niet voor 150 of 160 kiest.

De heer De Graaf (PVV):

Dat vind ik toch wel bijzonder. De SP is niet voor 140, maar wil toch weten waarom het niet 160 of 170 is geworden. Ik houd me inderdaad nog in. Uit een rapport van Royal Haskoning van een aantal jaren geleden blijkt bijvoorbeeld dat er pas bij 170 km/u een knik is waarbij milieunormen echt overschreden worden. Daarom zeg ik dat we ons nog inhouden. We houden het netjes. Tot 140 heeft de automobilist genoeg ruimte om te kiezen, te kijken naar de situatie en zijn eigen verantwoordelijk te nemen. Hij wordt niet onnodig geflitst, maar kan wel de doorstroming bevorderen.

De heer Bashir (SP):

De SP is geen voorstander van 140. Ik merk wel op dat dit een heel slappe motie is van de heer De Graaf. De PVV kennende had ik toch een motie verwacht met 170 of 180. Al die argumenten die de heer De Graaf noemt, gelden ook voor 140.

De heer De Graaf (PVV):

Dit was een constatering. Ik heb verder geen opmerkingen.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Ik heb geen moties, maar wel twee vragen. Allereerst vroeg ik me af wanneer de Tweede Kamer de achterliggende stukken en het rapport van Integes mag inzien. Dat is beloofd. Zou dat op korte termijn kunnen?

Mijn tweede vraag gaat over de gedupeerden die een motorrijbewijs probeerden te krijgen maar benadeeld werden door de nieuwe Europese wetgeving. Wij hebben nog steeds geen informatie gekregen over de compensatie die de minister toezegde. Kan de minister hierop ingaan?

Er gaan ook geruchten dat per 1 januari 2014 de mogelijkheid ontstaat om vanaf de leeftijd van 20 jaar al rechtstreeks in te stromen voor een A2-rijbewijs. Klopt dat? Dat zou heel veel problemen oplossen. Het zou nog beter zijn om dat nog in dit lopende jaar mogelijk te maken. Anders verlopen de theoriecertificaten en de certificaten die mensen hebben behaald voor de bijzondere oefeningen. Die maken een derde van het examen uit. Graag hoor ik hierop de reactie van de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Ik begin met de motie van de PvdA op stuk nr. 356. In 2006 heeft het kabinet zelf voorgesteld om kentekenplicht in te voeren voor land- en bosbouwtrekkers. Naar aanleiding van dit voorstel heeft de Kamer de motie-Atsma ingediend waarin werd verzocht dit niet te doen. Nu, weliswaar een aantal jaren later, vraagt dezelfde Kamer mij om het wel te doen. Laat ik beginnen met de principe-uitspraak dat ik het oordeel aan de Kamer overlaat. De vraag is vervolgens welke kosten aan het voorstel verbonden zijn, omdat die wellicht meespelen in het oordeel van de Kamer. De kosten voor de aanvraag zijn € 38 euro en voor de plaat € 12,50. Dat zijn de out-of-pocketkosten. Er worden ook kosten gerekend voor administratieve lasten. Dit zijn de uren die mensen kwijt zijn als ze zo'n aanvraag moeten doen. In 2009 is berekend dat de out-of-pocketkosten en de administratieve lasten samen op ongeveer € 100 uitkomen. Ik denk dat je het opnieuw moet berekenen omdat deze opgave uit 2009 komt, maar het bedrag zal er niet heel ver vanaf liggen. Ik laat het oordeel over de motie aan de Kamer aangezien de Kamer in het verleden ook heeft gezegd dat ze de kentekenplicht juist niet wilde.

De heer Bashir (SP):

Het kost dus € 50 per voertuig. Is dat kostendekkend of zijn er nog bijkomende kosten voor de overheid? Kunnen met die € 50 alle kosten betaald worden?

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik ga ervan uit dat het in 2009 kostendekkend berekend is. Het is nu 2013, dus het zou kunnen dat het nu anders ligt. Tegelijkertijd verwacht ik niet dat het bedrag in een periode van vier jaar vertienvoudigd is. Toen was het kostendekkend en voor 2013 moeten we het opnieuw in kaart brengen.

De motie op stuk nr. 357 is van de heer De Graaf, die voor eind juni eenduidigheid wil hebben in de bebording. Ik heb al meerdere keren aangegeven dat de bebording volgens mij duidelijk is. Ook in dit debat heb ik dat al gezegd. Je kunt helaas niet overal dezelfde snelheid rijden, dus je zult altijd in de gaten moeten houden wat het verschil tussen de snelheden is op de verschillende wegen waar je rijdt. Dat was in het verleden ook zo. Ik denk dat het een kwestie van gewenning is. Ik heb al aangegeven dat we de matrixborden bij de spitsstroken, waar mogelijk, verbeteren. Ik ontraad de motie.

De heer De Graaf (PVV):

Er zijn nog steeds veel onduidelijke situaties op de snelwegen. Het is misschien flauw, maar een klein beetje gas geven in dit kader heeft wel degelijk zin. Vandaar het zetje vanuit onze fractie om er verder mee aan de slag te gaan, want er zijn nog te veel onduidelijke stukken op de snelweg.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik ben heel blij dat de PVV een zetje wil geven om de duidelijkheid te verbeteren. Ik vind het zelf ook heel belangrijk. Je moet als automobilist snel weten waar je aan toe bent en het moet inderdaad niet de rijpret bederven dat je om je heen moet kijken en niet weet hoe hard je mag rijden. Na de invoering van de maximumsnelheid hebben we de bebording echter uitgebreid gemonitord. We hebben de eerste maanden onduidelijke borden aangepakt op advies van RWS, de ANWB en weggebruikers die ons belden. We hebben ook aangegeven dat de borden bij de spitsstroken nog aangepast zullen worden. Tot nu toe kreeg ik voornamelijk vragen over het stukje A2 en nu ik wat duidelijker in beeld heb over welk deel het gaat, merk ik dat ook daarover de vragen teruglopen. Nogmaals: als bij ons onduidelijkheden gemeld worden en er blijkt echt iets niet goed te zijn, passen we het aan. We hebben daar een hele operatie voor uitgevoerd en ik denk dat het nu duidelijk is. Als er nog klachten binnenkomen, hoor ik ze graag, zodat we ernaar kunnen kijken. Maar eenduidigheid in bebording lukt gewoon niet op het moment dat je met meerdere snelheden te maken hebt. Ik ontraad daarom de motie.

In de motie op stuk nr. 358 van de heer De Graaf wordt gezegd dat het een stuk duidelijker wordt als we overal dezelfde snelheid hanteren. In principe heeft hij daar gelijk in. Alleen, hij stelt dan voor om meteen naar 140 km/u te gaan. De complexiteit is nu juist dat we verschillende snelheden hebben omdat we niet op alle plekken in het land dezelfde snelheid kunnen rijden. Dat is om meerdere redenen. Op sommige plekken is het om veiligheidsredenen ongewenst. Op sommige plekken is het om milieuredenen ongewenst. Op sommige plekken is het ongewenst vanwege geluidseffecten. Daarom is er een diversiteit aan snelheden in het land. Daarom hebben we als uitgangspunt: de norm is 130 km/u, tenzij het in strijd is met de milieunormen of met veiligheidsvraagstukken. Dan geldt een andere, lagere snelheid. Het is dus niet mogelijk om naar 140 km/u te gaan, want daar waar we nu al een belemmering hebben om 130 km/u te rijden, daar zal die belemmering, zoals de heer De Graaf zich kan voorstellen, helemaal gelden voor 140 of 150 of 160 km/u, welke daarvan je ook wilt toepassen. Ik ontraad dus ook deze motie.

De heer Bashir vroeg of het Integisrapport ter inzage gelegd kan worden. Ik ben bereid om zo snel mogelijk te regelen dat het vertrouwelijk voor de Kamer ter inzage gelegd wordt. Dat kan bij wijze van spreken morgen al, maar het hangt af van de manier waarop dat administratief moet worden afgehandeld.

Verder heeft de heer Bashir gevraagd hoe het zit met de compensatie van de motorrijders in de sneeuw en, daarmee samenhangend, hoe het zit met de directe instroom wat betreft de A2-motoren. Het klopt dat ik dat mogelijk ga maken. Vanaf 1 januari 2014 zal het dus ook mogelijk zíjn. Dat levert op dat vlak inderdaad verlichting op. Het lukt me niet om het eerder te doen, omdat het gaat om wetgeving, CBR-werkzaamheden en werkzaamheden van de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Ik heb die tijd dus echt nodig om het te kunnen invoeren. Het komt er in ieder geval aan en dat zal verlichting geven voor de groep die daarvoor belangstelling heeft.

De heer Bashir (SP):

Dat is positief nieuws. Het is positiever dan het eerst was. Voor een deel van de mensen is dat echter niet zo. Er zijn mensen die te maken krijgen met bijvoorbeeld het verlopen van de deelcertificaten die ze al hebben behaald. Een andere optie is dat de behaalde certificaten worden bevroren, dat er een mogelijkheid komt dat ze ook na 1 januari 2014 geldig blijven. Dan komt de minister ook die laatste groep tegemoet. Dat zou heel nobel van de minister zijn.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik moet straks nog even terugkomen op wat kan of niet kan. De heer Bashir vroeg ook naar de totale compensatie. We werken er op dit moment aan om zo'n regeling te maken. Die zal waarschijnlijk over een maand bekend worden gemaakt aan de examenkandidaten. Ik heb ook aangegeven dat al een jaar van tevoren is gewaarschuwd dat aan dit systeem een einde zou komen. Ik heb ook aangegeven dat ik geen mensen buiten het systeem om kan invoeren, omdat ik in strijd met de richtlijn handel als ik dat toch doe. De heer Bashir vraagt me nu of ik behaalde certificaten kan bevriezen. Ik kijk nu even naar de bank achter in de zaal. Daar is het nog stil. Ik kom er straks nog even op terug of het tot de mogelijkheden behoort. Achterin wordt aangegeven: geen idee. Dan zal ik de Kamer daarover een brief sturen. We moeten het nog even uitzoeken.

De heer Bashir (SP):

Het zou heel handig zijn als ze bijvoorbeeld zes maanden bevroren kunnen worden na 1 januari. Dan is het probleem helemaal opgelost.

De voorzitter:

Uw wens is duidelijk. De minister zal het uitzoeken en komt er schriftelijk op terug.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik zal uitzoeken of het mogelijk is om de bestaande behaalde deelcertificaten te bevriezen, omdat er nu niet wordt gevraagd om tegen de nieuwe richtlijn in toch een ander diploma af te geven, maar alleen om bestaande behaalde deelcertificaten te bevriezen zodat die eventueel na 1 januari nog kunnen worden gebruikt. Ik zal bekijken wat de mogelijkheden zijn en de Kamer daar zo snel mogelijk over informeren. Volgens mij heb ik hiermee alle vragen beantwoord.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Er komt nog een reactie op dat ene punt van de heer Bashir. De stemmingen zijn op dinsdag 26 februari.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Elias

Naar boven