8 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de Partij van de Arbeid-fractie benoem ik in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Jacobi tot lid en het lid Kuzu tot plaatsvervangend lid.

Ik deel aan de Kamer mee dat bij de stemming op donderdag 20 december 2012 over de motie-Dik-Faber (33400-VIII, nr. 90) in de opsomming van de partijen die voor deze motie stemden de Partij van de Arbeid is genoemd, daar waar de Partij voor de Dieren werd bedoeld. Er is juist geconcludeerd dat de motie werd verworpen.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO Verkeersveiligheid naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 30 januari met als eerste spreker mevrouw Kuiken van de Partij van de Arbeid;

  • - het VAO Contouren Participatiewet naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 30 januari met als eerste spreker mevrouw Karabulut van de SP.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Schouw.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Het is vandaag een heuglijke dag. Niet alleen hebben wij een aantal heel belangrijke jarigen, maar er is ook buitengewoon goed nieuws. Ik las vanmorgen in de krant dat de Partij van de Arbeid naar een versoepeling van het asielbeleid wil. Beter nieuws kan er niet zijn. De fractie van D66 wil boter bij de vis en zo snel mogelijk met diezelfde Partij van de Arbeid hier een debat hebben, zodat wij met behulp van een aantal moties het huidige asielbeleid inzake gezinsmigratie kunnen afzwakken in de lijn zoals de Partij van de Arbeid die wenst. Ik weet overigens dat er volgende week een verzamel-AO is over allerhande onderwerpen rondom asiel. Alleen zou ik dit er prominent uithalen, want het is wat als wij het beleid kunnen versoepelen.

Mevrouw Arib (PvdA):

Ik ben blij met de warme woorden van de heer Schouw, maar niet alles wat in de krant staat is waar. Ik heb onlangs schriftelijke vragen gesteld over gezinshereniging. In de afgelopen procedurevergadering hebben wij afgesproken dat er een AO komt waarin ook gezinshereniging aan de orde wordt gesteld. Ik heb dan ook geen enkele behoefte aan een debat.

De heer Fritsma (PVV):

De toelichting van de heer Schouw deel ik niet, maar de PVV-fractie deelt wel de mening dat het hoog tijd is voor een plenair debat waarin alle aspecten van de partner- en gezinsmigratie worden besproken met het kabinet. In dat licht steun ik het verzoek.

De heer Van Hijum (CDA):

Volgens mij is er op heel korte termijn een algemeen overleg gepland waarbij de gezinsmigratie als zodanig op de agenda staat. Het artikel van vanochtend is er een uit een reeks waarin allerlei hoogleraren en deskundigen aan het woord komen over het beleid op het terrein van gezinsmigratie. Ik kan mij voorstellen dat wij de staatssecretaris eerst om een reactie vragen op het beeld dat daarin wordt opgeroepen dat wij zijn doorgeschoten op dit terrein en dat wij die brief vervolgens bij ons algemeen overleg betrekken.

De voorzitter:

Is dat het algemeen overleg van volgende week?

De heer Van Hijum (CDA):

De veertiende, hoor ik achter mij.

De voorzitter:

14 februari, een mooie dag. Geen steun voor het debat, wel een verzoek om een brief.

De heer Azmani (VVD):

Voorzitter. Geen steun voor het debat. Wij hebben een algemeen overleg erover. Bij de schriftelijke beantwoording van de vragen van mevrouw Arib heeft de staatssecretaris bovendien al te kennen gegeven dat hij een reactie zal geven, ook op het rapport dat daaraan ten grondslag ligt. Die reactie komt er, dus laten wij het er in het algemeen overleg over hebben.

De heer Paulus Jansen (SP):

Steun voor het verzoek van de heer Schouw.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ook steun van de GroenLinks-fractie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor dit verzoek. Als in de krant suggesties zijn gewekt die niet kloppen, lijkt het mij goed dat de betrokkenen zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen van de partijen die die uitspraak hebben gedaan.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek.

De heer Klein (50PLUS):

Ook namens 50PLUS steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Schouw, u hebt niet voldoende steun voor een meerderheidsdebat.

De heer Schouw (D66):

Ik ben een beetje verbaasd, want dit was nogal groot aangekondigd door de PvdA: "We zijn volledig doorgeslagen en we willen het veranderen." Ik begrijp dat de PvdA haar keutel nu intrekt. Ik zou het verzoek om een brief en een reactie van de staatssecretaris op het rapport toch willen arresteren. Die zouden toch echt moeten komen voor het AO van volgende week. Nee, van 14 februari.

De voorzitter:

Ja, van 14 februari, op Valentijnsdag.

De heer Schouw (D66):

Dan hebben we nog twee weken. Dan zal ik in de commissie bekijken of er voldoende tijd is om dit punt uit te melken. Als dat niet zo is, zullen we daarover een apart AO moeten organiseren. Het is niet anders.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Paulus Jansen.

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter. Vanmorgen heeft de procedurevergadering van de commissie voor Wonen en Rijksdienst onder aanvoering van zes zeer gewaardeerde VVD-collega's besloten om wetsvoorstel 33330, waarmee megahuurverhogingen mogelijk worden gemaakt, aan te melden voor plenaire behandeling. De SP-fractie verzoekt om dat wetsvoorstel niet voor de eerste week na het krokusreces te agenderen. Gisteravond is de nota naar aanleiding van het verslag binnengekomen. Wij krijgen graag tijd om amendering voor te bereiden.

De voorzitter:

Ik merk bij dit verzoek op dat de commissie gisteren na de procedurevergadering het wetsvoorstel heeft aangemeld voor plenaire behandeling, met de speciale opmerking om dat zo snel mogelijk te doen, liefst zelfs al volgende week.

De heer Paulus Jansen (SP):

Dat is vanmorgen gebeurd. Bij die procedurevergadering waren zes zeer gewaardeerde VVD-collega's, een PvdA-lid en ik aanwezig. Ik denk dat zorgvuldigheid bij wetgeving voorop moet staan. Nogmaals, gisteravond laat is de nota naar aanleiding van het verslag binnengekomen. Dit is een zeer ingrijpend wetsvoorstel. Ik vind het niet meer dan fatsoenlijk dat fracties de gelegenheid krijgen om amendering voor te bereiden.

De heer Fritsma (PVV):

Steun voor het verzoek. De informatie is inderdaad net binnen. Dit is een heel belangrijk onderwerp dat heel veel mensen raakt. Dat kun je er dus niet in een paar dagen doorheen rommelen. Steun voor het verzoek.

De heer Monasch (PvdA):

Dit is vanochtend in de procedurevergadering besproken. Het staat iedereen vrij om daar te komen of niet te komen. De meerderheid daar vond het een goed voorstel om het verzoek aan u over te brengen om dit volgende week dan wel uiterlijk de week daarna hier te plannen. Ik houd dus graag vast aan het verzoek vanuit de procedurevergadering van vanochtend.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Wetgeving moet zorgvuldig worden voorbereid, zeker als die grote invloed heeft op heel veel mensen. Dus steun voor het verzoek om uitstel.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Idem. Het gaat om zeer ingrijpende wetgeving. Laten we dan niet procedureel gaan doen. We hebben er alle belang bij dat deze wetgeving goed wordt voorbereid. Steun voor uitstel.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Natuurlijk is het waar wat de PvdA-fractie zegt: je bent vrij om bij procedurevergaderingen aanwezig te zijn, maar dit ruikt toch wel naar een staaltje powerplay van de VVD, bovendien met steun van de PvdA. Als dit erdoorheen wordt doorgedrukt, voorzie ik verzoeken om heropening en uitstel van stemmingen. Het lijkt mij dus veel verstandiger om de Kamer in meerderheid de gelegenheid te geven om dit wetsvoorstel en de amendementen goed voor te bereiden en om de behandeling te plannen op een moment waarop de Kamer er zorgvuldig over kan praten.

De heer Klaver (GroenLinks):

De reactie van de PvdA-collega doet mij denken aan de arrogantie van de macht. Er wordt hier niet gevraagd om afstel maar om uitstel, zodat amendementen in ieder geval goed kunnen worden voorbereid. Ik richt mij dan ook echt tot de PvdA-fractie of tot de VVD-fractie met het verzoek om daarvoor open te staan en ervoor te zorgen dat we met elkaar een goed wetgevingstraject in kunnen en dat er ook draagvlak is voor de wetgeving. Ik hoop echt dat die ruimte wordt geboden.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het is een ingrijpend wetsvoorstel en het lijkt mij goed dat de tijd genomen kan worden om wijzigingen in te dienen. Ik heb begrepen dat de invoeringstermijn er ook niet onder lijdt als we de tijd die de heer Jansen vraagt, nemen. Het lijkt mij in alle redelijkheid dus mogelijk om het na het krokusreces te doen.

De heer Klein (50PLUS):

Ook mijn fractie is van mening dat het uitgesteld zou moeten worden om op een fatsoenlijke manier amendementen voor te kunnen bereiden. En dat is weer nodig voor een goede behandeling van het wetsvoorstel. Verder valt op het argument van de procedurevergadering ook wel iets af te dingen, want niet alle vergaderingen kunnen tegelijkertijd worden bezocht.

Mevrouw Visser (VVD):

Geen steun voor het verzoek van de heer Jansen. Het betreft een nota van wijziging over de inhoud waarvan vorig jaar ook al is gedebatteerd. De Kamer heeft zich dus al inhoudelijk voorbereid op dit debat en het komende debat is daarvan een continuering. Het betreft bovendien een maatregel uit het regeerakkoord. De datum van het debat is tijdig bekend gemaakt en wat mij betreft wordt het zo snel mogelijk aangemeld vanwege de gevolgen van uitstel voor de implementatie.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun van mijn fractie voor het alleszins redelijke verzoek van de SP-fractie.

De voorzitter:

Mijnheer Monasch, u hebt al duidelijk uitgesproken dat u het verzoek niet steunt. En dit is geen debat.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter, ik wil een procedurele aanvulling maken.

Deze wetgeving moet per 1 juli ingaan. Om het wetsvoorstel op tijd naar de Eerste Kamer te kunnen sturen, is haast geboden. Ik geef overigens de ruimte om het debat niet volgende week maar eventueel de week daarna te houden. Daarna moet deze wetgeving echt door, zo niet dan kan deze wetgeving niet voor 1 juli haar beslag krijgen.

De voorzitter:

Mijnheer Paulus Jansen, ik hoor dat er een meerderheid is om het zo snel mogelijk te plannen. Ik hoor ook uw verzoek om naar aanleiding van de onlangs naar de Kamer gestuurde nota van wijziging nadere informatie te krijgen. Ik stel voor dat we het debat gaan plannen. Ik kan u, zoals altijd, niet toezeggen – dat zeg ik ook tegen de leden van de commissie – wanneer het op de agenda komt. Het lijkt mij verstandig dat er nog een snelle vragenronde komt. Als we dat afspreken, kunnen er naar aanleiding van de nota van wijziging nog een paar schriftelijke vragen worden gesteld. Dat komt tegemoet aan de behoefte van velen aan extra informatie. Het kan dan samen oplopen. Ik heb ten slotte ook gehoord dat de heer Monasch zei dat hij niet aan volgende week wil vasthouden en dat het eventueel ook een week later zou kunnen. Ik zie de heer Monasch knikken; ik heb dat dus goed gehoord. De inbrengtermijn voor de vragen kan worden vastgesteld op uiterlijk volgende week donderdag. Ik weet dat dit normaal gesproken via de procedurevergadering loopt, maar dit soort discussies vindt sowieso normaal in de procedurevergadering plaats.

Mevrouw Visser (VVD):

Ik benadruk dat dit de tweede schriftelijke vragenronde was naar aanleiding van dit wetsvoorstel. Er was dus al een extra vragenronde ingebouwd.

De voorzitter:

Mevrouw Visser, ik probeer ook altijd heel goed te luisteren naar de minderheid. Ik probeer de wens van die minderheid en de wens van de meerderheid in de besluitvorming bij elkaar te brengen. Ik zou het waarderen als u daar uw steun voor uit zou kunnen spreken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven