12 UWV-onderwerpen

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 november 2012 over UWV-onderwerpen.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het deskundigenoordeel een belangrijk instrument kan zijn om een geschil te beslechten;

constaterende dat de prijs niet heeft geleid tot oneigenlijk of lichtvaardig gebruik van het aanvragen van deskundigenoordelen;

van mening dat werkgevers en werknemers betrokken moeten worden bij de totstandkoming van de tarieven van het deskundigenoordeel;

verzoekt de regering, in overleg te treden met de Stichting van de Arbeid en de verhoging van de tarieven van het deskundigenoordeel vooralsnog niet door te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ulenbelt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 482 (26448).

De heer Ulenbelt (SP):

Ik ben op mijn manier een beetje aan het polderen geslagen. Ik heb voor deze motie de steun verworven van zowel VNO-NCW als de vakbeweging. Dat polderen is dus geslaagd. Nu zullen we eens kijken of de minister deze uitgestoken hand zal aannemen. Ik heb nog een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de slechte bereikbaarheid en toegankelijkheid van werk.nl voor grote problemen zorgt bij werkzoekenden;

overwegende dat afgelopen weekend veranderingen aan werk.nl zijn doorgevoerd;

verzoekt de regering, te onderzoeken of het aantal klachten over de bereikbaarheid en toegankelijkheid van werk.nl vermindert, wat de inhoud van resterende klachten is, en de Kamer daarvan op de hoogte te stellen;

verzoekt de regering tevens, in overleg te treden met de Landelijke Cliëntenraad over verdere verbeteringen van werk.nl,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ulenbelt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 483 (26448).

De heer Van Vliet (PVV):

Voorzitter. We hebben een interessant AO gehad. Ik heb een motie ter aansporing van de regering die gaat over de startersregeling die wordt aangepast. Mijn fractie kan daar achter staan, maar hoopt wel dat de problemen die zich hebben voorgedaan, in de toekomst vermeden worden en wij niet wederom adviescommissies, al dan niet met toekomstige ministers erin, nodig zullen hebben.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de uitvoering en afhandeling van de zogenoemde startersregeling in de WW door het UWV, heeft geleid tot grote problemen;

overwegende dat twee opeenvolgende adviescommissies een eindeloze reeks bezwaarschriften van startende ondernemers opnieuw hebben bekeken;

concluderend dat in meer dan de helft van de gevallen door deze commissies beslissingen herzien moesten worden in positieve zin voor de startende ondernemers;

verzoekt de regering, bij de uitvoering van de nieuwe startersregeling zorg te dragen voor vroege monitoring zodat de rechtspositie van startende ondernemers in de WW niet opnieuw in het gedrang komt, en de Kamer hierover in de loop van 2013 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Vliet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 484 (26448).

Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):

Voorzitter. Ik ga geen moties indienen maar ik heb een vraag aan de staatssecretaris. Veel ondernemers hebben door verkeerde voorlichting van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, het UWV, ten onrechte te maken gekregen met terugvorderingen. Dat is bekeken en beoordeeld en staatssecretaris Klijnsma heeft daarvoor haar oprechte excuses aangeboden. Deze mensen zijn in het gelijk gesteld, ze hebben het geld teruggekregen en ze worden begeleid om hun strafblad ongedaan te maken. Dat zijn volgens de VVD-fractie de juiste maatregelen, maar de weg om van hun strafblad af te komen vindt de fractie voor gedupeerden lang en zwaar. Dit is een afgebakende groep mensen en daarom vragen wij de staatssecretaris of het niet mogelijk is om deze mensen collectief van hun strafblad af te helpen. Dat is mijn enige vraag.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Asscher:

Voorzitter. Ik wil de motie op stuk nr. 482 van de heer Ulenbelt ontraden. Ik heb in het AO aangegeven dat wij de besparing al hebben ingeboekt. Er is ook niets mis mee om de kosten van het deskundigenoordeel meer kostendekkend in rekening te brengen. De heer Ulenbelt heeft gezien dat ik de verhouding tussen de tarieven heb aangepast, mede naar aanleiding van de suggestie van de heer Van Vliet en mevrouw Hamer in het AO, maar deze motie wil ik ontraden.

De motie op stuk nr. 483 gaat over het in contact treden met de Landelijke Cliëntenraad en het in beeld brengen van hoe het met de klachten gaat. Daartegen bestaat geen bezwaar. Ik laat het oordeel hierover dan ook aan de Kamer.

Dan ga ik in op de motie op stuk nr. 484 van de heer Van Vliet. We hebben al toegezegd na een jaar over de nieuwe startersregeling te zullen rapporteren. Als er tussentijds reden is om aan te nemen dat het niet goed gaat, zal ik de Kamer daarover vanzelfsprekend informeren. Ik zal echter niet eerder een echte monitor uitbrengen, omdat je dan te weinig beeld hebt. Als ik de motie zo mag interpreteren, laat ik het oordeel graag over aan de Kamer, en anders zou ik hem willen ontraden.

De voorzitter:

Dat is een mooie toezegging. Wil de heer Van Vliet nog op deze motie ingaan? Dan hebben we deze motie afgehandeld.

De heer Van Vliet (PVV):

Mag ik de toezegging van de minister zo interpreteren dat bij de monitoring gelet wordt op de positie van de startende onderneming specifiek en we straks niet weer zo'n golf aan bezwaarschriften krijgen?

Minister Asscher:

Daarover heb ik vanzelfsprekend met het UWV gesproken. Zodra ik daarover signalen krijg, zal ik de Kamer informeren. Als dat niet zo is, dan informeer ik de Kamer na een jaar over de werking van de nieuwe startersregeling.

De heer Van Vliet (PVV):

Ik houd deze motie aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Vliet stel ik voor, zijn motie (26448, nr. 484) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De heer Ulenbelt (SP):

Ik wil nog even ingaan op mijn eerste motie. De minister had toch tijdens het algemeen overleg toegezegd om nog te zullen overleggen met de Stichting van de Arbeid over het deskundigenoordeel?

Minister Asscher:

Zeker, dat ga ik ook doen. In de motie van de heer Ulenbelt wordt gevraagd om de verhoging van de tarieven vooralsnog niet door te voeren. Ik heb toen al gezegd die tariefsverhoging per 1 januari door te voeren én in overleg te gaan. Als dat een andere uitkomst oplevert, zal ik niet schromen die aan de Kamer mee te delen.

De heer Ulenbelt (SP):

Begrijp ik goed dat bijstelling van de tarieven na het overleg alsnog mogelijk is?

Minister Asscher:

Alles is nog mogelijk, maar we stellen een en ander nu vast per 1 januari. We hebben dan ook geen besparingsverlies. Ik ga in overleg en ik ben geïnspireerd door uw poldersuccessen, maar vooralsnog houd ik hier wel aan vast.

De voorzitter:

Helder, dat lijkt me duidelijk. Gefeliciteerd daarmee, mijnheer Ulenbelt.

Dat was het VAO UWV-onderwerpen. Echter, de heer Van Weyenberg heeft nog geen vraag gesteld; hij heeft in dit VAO nog helemaal niets gezegd. Wat kan ik voor u betekenen?

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik wil de minister vragen of in dat polderoverleg ook geldt dat, in tegenstelling tot het succes van de heer Ulenbelt, natuurlijk alles wel wordt gedekt.

De voorzitter:

Het antwoord daarop luidt: ja.

Staatssecretaris Klijnsma:

Voorzitter. Omdat ik hier toevallig ben vanwege het volgende VAO, rest mij de beantwoording van de vraag van mevrouw Schut. We hebben zorgvuldig overlegd in het AO. Mevrouw Schut vraagt of het niet mogelijk is om mensen die zijn gedupeerd, collectief van hun strafblad af te helpen. Dat is een ongelooflijk ingewikkeld traject. Daarvoor moet je een wetsvoorstel maken. Daarom hebben we zo ruiterlijk gezegd dat we er alles aan willen doen om deze mensen goed te begeleiden in hun gang naar de Hoge Raad, zodat ze zo snel mogelijk die schone lei te pakken hebben.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor dit invalantwoord. Ik dank de minister voor zijn aanwezigheid bij en deelname aan dit VAO. Aanstaande dinsdag stemmen we over de twee moties van de heer Ulenbelt.

Naar boven