9 Sluiting complex Eygelshoven

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 28 november 2012 over de definitieve sluiting van complex Eygelshoven.

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. Wij hebben gisteren een zeer constructief algemeen overleg met de minister van Defensie gehad over de dreigende sluiting van Eygelshoven, waartoe de minister besloten had. Zij had dat voornemen kenbaar gemaakt aan de Kamer. Ik dank haar voor de beantwoording en de inspanningen die zij tot dan toe heeft geleverd. Over een aantal zaken kon of wilde zij geen uitsluitsel geven. Vandaar dat ik dit VAO heb aangevraagd.

De eerste motie bevat het verzoek om het besluit om de LSU op Eygelshoven te sluiten, uit te stellen vanwege een grote kans op mogelijke opdrachten vanuit het Duitse ministerie van Defensie voor het onderhoud van voertuigen die terugkomen uit Afghanistan. Daar kon de minister niet bevestigend op antwoorden. De tweede motie gaat over de zekerheid voor de werkgelegenheid op het andere deel van het complex Eygelshoven, namelijk het Financieel Administratie- en Beheerkantoor (FABK) en over de toezeggingen die de ambtsvoorganger van deze minister daarover heeft gedaan.

De eerste motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Duitsland al sinds de zomer van dit jaar belangstelling heeft getoond om materieel uit Afghanistan te laten reinigen op het complex Eygelshoven;

constaterende dat het om een hoeveelheid materieel gaat van in totaal tussen de 1200 en 2000 voertuigen, hetgeen voor enkele jaren werk zou kunnen opleveren;

constaterende dat de politieke besluitvorming in Duitsland over de aanbesteding van de reiniging van dit materieel nog niet is afgerond, maar dat Duitsland bevestigd heeft dat er momenteel voor ongeveer drie maanden werk is;

overwegende dat deze periode van drie maanden gebruikt kan worden om Duitsland zijn politieke besluitvormingstraject over de aanbesteding te laten doorlopen, om zo uitsluitsel te kunnen geven over gebruikmaking van Eygelshoven voor de komende jaren;

overwegende dat de perspectieven voor Eygelshoven zeer gunstig zijn, gezien de faciliteiten van het complex, alsmede het feit dat de Logistic Support Unit op Eygelshoven tegen beduidend lagere tarieven werkt dan de markt;

overwegende dat zich een kansrijke mogelijkheid voordoet voor een doorstart van Eygelshoven door middel van Europese defensiesamenwerking;

constaterende dat de minister van Defensie desondanks vasthoudt aan het besluit om het complex Eygelshoven per 1 december aanstaande te sluiten;

verzoekt de regering om het besluit over de sluiting van het complex Eygelshoven op te schorten tot 1 april 2013, zich in deze periode in te zetten voor een doorstart, en daartoe zo snel mogelijk in overleg te treden met Duitsland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Knops. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 93 (32733).

De heer Knops (CDA):

Dan de tweede motie.

De voorzitter:

Uw tijd is voorbij, dus u moet heel snel praten.

De heer Knops (CDA):

Nog sneller?

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Defensie alle financieel-administratieve handelingen wil concentreren in een Financieel Administratie- en Beheerkantoor (FABK);

constaterende dat toenmalig minister van Defensie Hillen op 22 november 2011 heeft toegezegd dat de banen van het Financieel Diensten Centrum voor Zuid-Limburg gegarandeerd zouden zijn, hetgeen neerkomt op 150 fte;

constaterende dat in de reorganisatie van het Financieel Dienstencentrum een groot deel van de functies van het nieuwe FABK op de Kromhoutkazerne wordt belegd, en dat slechts twee van de vijf hoofdprocessen voor Zuid-Limburg behouden blijven, en daarmee ongeveer 45 functies;

overwegende dat dit haaks staat op moties waarin de Tweede Kamer de regering opgeroepen heeft bij efficiencyoperaties inzake rijkswerkgelegenheid rekening te houden met economisch kwetsbare regio's en krimpregio's en te zorgen voor compensatie van verlies aan werkgelegenheid, zoals de moties-Graus (26991, nr. 224), Heijnen-De Pater-van der Meer (32123-VII, nr. 35) en Çörüz (30880, nr. 44);

verzoekt de regering, de eerdere toezegging uit 2011 over het behoud van defensiebanen voor de regio Zuid-Limburg onverkort gestand te doen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Knops. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 94 (32733).

U hebt echt maar twee minuten spreektijd, mijnheer Knops. Die wordt niet aangepast aan de hoeveelheid moties die u wilt indienen.

De heer Knops (CDA):

Ik zal eraan denken.

De voorzitter:

Dank u wel.

De minister heeft beide moties inmiddels gekregen en gaat direct over tot de beantwoording. Kunnen de mensen in de zaal misschien iets minder geluid maken, zodat de minister zich verstaanbaar kan maken?

Minister Hennis-Plasschaert:

Voorzitter. De eerste motie van de heer Knops gaat over de doorstart van Eygelshoven. Daarover zijn gisteren duidelijke woorden gesproken. Ook heeft de heer Knops ons nadere informatie doen toekomen over een e-mail. Het gaat om een overste in Duitsland die uitspraken doet die hij niet kan waarmaken. Tegelijkertijd wekt hij verwachtingen bij onze mensen in Eygelshoven. Dat is uiteraard pijnlijk; dat realiseer ik me goed. Als we zijn uitspraken bij het ministerie checken in de lijn waarin de beslissingen vallen, op een hoger niveau dus, dan krijgen wij die echter niet bevestigd. Zoals gisteren al gezegd is, gaat het nog steeds om vogels in de lucht. Dat geldt ook voor de drie maanden waarover de heer Knops net sprak. Van een concrete aanbesteding is vooralsnog geen sprake, niet voor de korte termijn en niet voor de langere termijn. Met andere woorden, er is sprake van een gebrek aan structureel werkaanbod. De Duitsers brengen de verschillende mogelijkheden in kaart, zoals ik gisteren ook heb gezegd. Eygelshoven had een optie kunnen zijn en Nederland is wellicht een optie, maar ze zijn er nog lang niet over uit. Eygelshoven, hoe zeer ik de betrokkenheid ook waardeer en hoe hoog ik de kwaliteit ook acht, is niet uniek in zijn soort. Ik moet de motie dus ontraden, want ik kan haar niet waarmaken.

Wat betreft de motie op stuk nr. 94 over het Financieel Administratie en Beheerkantoor moet ik zeggen dat ik vrees dat de heer Knops en ik van mening verschillen over de stelligheid van de eerdere woorden van mijn ambtvoorganger, de heer Hillen. Feit is dat het naar beneden bijstellen van de getallen onafwendbaar is. Het Financieel Administratie en Beheerkantoor loopt mee in de reorganisatie, zoals de heer Knops heel goed weet. Ik heb de leden van de commissie voor Defensie gisteren laten weten dat het ministerie en ikzelf oog blijven houden voor de belangen van Limburg. Toch zal ik deze motie moeten ontraden.

De voorzitter:

Daarmee is er een einde gekomen aan dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven