Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 14, item 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 14, item 6 |
Aan de orde is de behandeling van:
- het verslag van een schriftelijk overleg over de Milieuraad ( 21501–08, nr. 436 ).
De beraadslaging wordt geopend.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Voorzitter. Ik dien vandaag twee moties in, en wel meteen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de CO2-prijs door de economische crisis en een overschot aan rechten lager ligt dan vooraf verwacht en dat daardoor innovatie niet wordt gestimuleerd;
constaterende dat een structurele oplossing op lange termijn gewenst is;
verzoekt de regering, er bij de Europese Commissie op aan te dringen zo snel mogelijk met voorstellen voor structurele verbeteringen van het ETS te komen;
verzoekt de regering tevens, geen blokkades op te werpen ten aanzien van de backloadvoorstellen van de Europese Commissie voor de korte termijn en dus geen onderdeel te vormen van een mogelijk blokkerende minderheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven, Jan Vos, Dik-Faber, Agnes Mulder en Paulus Jansen.
Zij krijgt nr. 438 (21501-08).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de CO2-prijs door de economische crisis en een overschot aan rechten veel lager ligt dan vooraf verwacht;
van mening dat een structurele prijs voor de uitstoot van CO2 nodig is voor een investeringsklimaat dat de noodzakelijke investeringen voor een duurzame economie stimuleert;
verzoekt de regering, zich in EU-verband uit te spreken voor een CO2-reductie van minimaal 40% in 2030,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven, Van Gerven en Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 439 (21501-08).
De heer Leegte (VVD):
Heeft D66 een idee wat voor kosten de partij daarmee legt bij huishoudens die de rekening moeten betalen voor de verhoogde doelstelling die D66 graag wil?
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
D66 streeft ernaar om tot een reële beprijzing van CO2 te komen en tot een reële en kosteneffectieve ontwikkeling van een koolstofarme economie. Als je dat wilt, zul je stappen moeten nemen en kun je niet alle kosten doorschuiven naar toekomstige generaties. Ik was overigens blij om in het verkiezingsprogramma van de VVD te lezen dat ook de VVD voor een reële beprijzing is en dat dus ook de VVD ziet aankomen dat er hogere kosten gepaard zullen gaan met de productie van energie.
De heer Leegte (VVD):
Dat u geen antwoord geeft op mijn vraag doet mij denken dat u een soort open rekening neerlegt bij de huishoudens die het al moeilijk genoeg hebben. In Duitsland heb je inmiddels het woord "Energiearmut". Volgens mij krijgen we nu het woord "CO2-armoede" dankzij D66.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Dat is echt een schot in de lucht. De VVD wil zelf ook CO2 beprijzen. Bovendien zou D66 graag investeren in energiebesparing, alleen heeft de VVD met steun van de PvdA nu juist de energiebesparingsmaatregelen weer geschrapt. Daardoor zouden juist huishoudens met een kleine beurs in de problemen kunnen komen. Voordat de VVD dus gaat praten over een open rekening wil ik graag dat de VVD volgend jaar de eigen rekening zou betalen waar zij eerder mee heeft ingestemd, namelijk de 155 miljoen die beschikbaar waren voor energiebesparing. Dat zou zeer ten goede komen aan de lage inkomens.
De heer Jan Vos (PvdA):
Voorzitter. Het ETS van de Europese Unie werkt niet, daar zijn vriend en vijand het over eens. De CO2-prijs is te laag. Het ETS is van cruciaal belang voor onze planeet, omdat onze CO2-uitstoot de atmosfeer vervuilt. Daar moet wat aan gebeuren. De Europese Commissie komt dan ook met uitstekende voorstellen om daar zowel op de langere als op de korte termijn wat aan te doen. We hebben begrepen dat er in de komende Milieuraad gesproken zal worden over dit onderwerp en dat er mogelijk een positiebepaling van Nederland gevraagd zal worden. Kan de staatssecretaris dat bevestigen? Wij willen dat de problemen met het ETS worden opgelost en dat de voorstellen daartoe van de Europese Commissie niet worden geblokkeerd. Daarom zullen wij de door D66 ingediende motie ondersteunen.
De heer Leegte (VVD):
Voorzitter. Allereerst ga ik in op de discussie over het verminderen van emissierechten in het ETS. Is de staatssecretaris het met mij eens dat het ETS zoals het nu wordt uitgevoerd, leidt tot de afgesproken 20% reductie in 2020? Als hij het daarmee eens is, is het dan zo dat het uit de markt halen van extra rechten via set aside of back-loading – excuses voor de termen – geen extra bijdrage levert aan het verder reduceren van de CO2-uitstoot, maar alleen maar hogere kosten met zich meebrengt? Komen de kosten op die manier niet te liggen bij de huishoudens, waar we het over hadden in het gesprek met D66? Is de staatssecretaris het verder met mij eens als ik zeg dat door het ingrijpen van politici die een mening hebben over de prijs, het fundament van het marktinstrument ETS wordt weggeslagen? Politici vinden kennelijk dat er een prijs moet komen en gaan dat afdwingen. Daardoor weet de markt helemaal niet meer waar zij aan toe is. Er kan immers elk ogenblik iemand opstaan en zeggen: de prijs is niet goed en daarom gaan wij iets doen om die prijs te veranderen. Toch koersen wij uiteindelijk keurig aan op 20% reductie in 2020. Dat is goed en noodzakelijk. Bovendien houd je jezelf voor de gek. Dit draagt immers niets bij aan de reductie van de CO2-uitstoot wereldwijd. Wij zien dat in Europa de emissies op de productie worden gereduceerd. Wij zien dat de spullen vrolijk uit China worden geïmporteerd, met alle geïmporteerde CO2 van dien. Niet voor niets neemt de CO2-uitstoot wereldwijd alleen maar toe. Dat gebeurt dankzij dit soort goede bedoelingen, die de productie verleggen. Dit is water naar de zee dragen. Daaraan doet de VVD niet mee. Daarom vraag ik de staatssecretaris of hij het ETS fundamenteel kan verbeteren. Dat is namelijk de echte oplossing.
Ik kom op REACH. Kan de staatssecretaris toezeggen dat hij zal zorgen dat bij de evaluatie van REACH nadrukkelijk wordt gekeken naar de positie van het mkb? Het mkb heeft het moeilijk. Wij zien bedrijven omvallen vanwege de hoge kosten. Dat moet een element blijven dat in de evaluatie wordt meegenomen.
Verder is mij niet duidelijk waarom de Europese Commissie wel een mondiaal ETS-systeem wil voor de scheepvaart, maar niet voor de luchtvaart. Kan de staatssecretaris nog eens schetsen wat hij concreet gaat doen om ook voor de luchtvaart een mondiaal systeem te maken? Wellicht kan hij suggereren dat Hedegaard en Kallas, beide Europees Commissaris, eens met elkaar gaat praten om aansluiting te vinden.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik heb een korte verhelderende vraag. Wat is een structurele verbetering van het ETS die geen prijsopdrijvend effect zou hebben?
De heer Leegte (VVD):
Wij hebben daarover al een aantal keren gesproken. De belangrijkste verbetering is het stoppen met de subsidies. Op dit moment betaalt de belastingbetaler de CO2-reductie. Daardoor hoeven de bedrijven zoals Essent, E.ON en Nuon dat niet te doen. De huishoudens betalen dus de windmolen, terwijl het geld daarvoor eigenlijk zou moeten komen uit de winst van Essent. Een andere fout is dat het toewijzen van de rechten op dit moment achteraf gebeurt. Als de economie terugloopt, krijg je daardoor meer rechten dan je nodig hebt. De toewijzing zou vooraf moeten plaatsvinden. Dat zijn de twee belangrijkste knoppen waar aan gedraaid kan worden. Daarover hebben wij al gesproken.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Dat zou toch een prijsopdrijvend effect moeten hebben? Daardoor zouden investeringen renderen. Ik doel op investeringen in energiebesparing of investeringen die ertoe leiden dat er minder energie wordt gebruikt of minder CO2 wordt uitgestoten.
De heer Leegte (VVD):
Nee, dit zal leiden tot minder kosten voor de samenleving, omdat subsidies leiden tot inefficiëntie. Dat maakt dingen duur. De gesubsidieerde windmolen is dus duurder dan de windmolen die betaald moet worden uit de winst van Essent. Uiteindelijk zal dus de prijs van CO2 omhooggaan. Dat ben ik met mevrouw Van Veldhoven eens. De kosten voor de maatschappij zullen echter dalen, omdat we minder belastinggeld zullen verspillen aan dit soort overbodige subsidies. Uiteindelijk is dat goed voor de koopkracht van de huishoudens. Daar staat de VVD voor.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Voorzitter. In ons verkiezingsprogramma staat dat het CDA de Europese doelstelling steunt om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met 80% tot 95% te verminderen. Die doelstelling steunen wij van harte. Een aanscherping van het Europese emissiehandelssysteem is een essentiële stap om dit te bereiken. Het ETS bevindt zich in een cruciale fase. De staatssecretaris spreekt morgen met zijn collega's van de andere lidstaten tijdens de Milieuraad. De steun van Nederland voor verbetering van het ETS is van cruciaal belang. Het CDA wil daarom dat de staatssecretaris namens Nederland een heldere boodschap afgeeft. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese kolenconsumptie in het eerste halfjaar van 2012 met 10% is toegenomen en diverse schone gascentrales niet draaien door de lage prijs van emissierechten en kolen;
constaterende dat de lineaire reductiefactor in het ETS nog niet in lijn is gebracht met de doelstelling van een koolstofarme economie in 2050;
verzoekt de regering, in de Milieuraad en bij andere gelegenheden te pleiten voor een aanscherping van de jaarlijkse reductie van 1,74% per jaar van het ETS-emissieplafond in fase 3 van het ETS naar een reductie van 2,25% per jaar of een ander percentage dat nodig is om het ETS in lijn te brengen met de doelstelling van 80% tot 95% CO2-reductie in 2050,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Agnes Mulder en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 440 (21501-08).
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.
Staatssecretaris Atsma:
Voorzitter. Ik dank de Kamer voor de vragen. Als staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu ga ik morgen naar Luxemburg voor de reguliere Milieuraad. Overigens komt een aantal van de hier genoemde onderwerpen wellicht ook maandag tijdens de Transportraad aan de orde.
Eerst iets in algemene zin in de richting van de heer Leegte. Hij heeft niet zozeer moties ingediend. Hij heeft een aantal vragen gesteld met een reikwijdte die niet door de andere leden is aangekaart. Over REACH vroeg de heer Leegte mij ervoor te zorgen dat er ook voldoende aandacht is voor met name het midden- en kleinbedrijf. De Europese Commissie komt op korte termijn met een evaluatie van de werking van REACH. Ik kan mij niet voorstellen dat het mkb hier niet direct in aan de orde zal komen. In elk geval kan ik de Kamer verzekeren dat, als wij ook maar enige indicatie hebben dat er in de evaluatie onvoldoende rekening wordt gehouden met de belangen van het mkb, wij aan de bel zullen trekken. Zodra de evaluatie er is, zal ik ervoor zorgen dat de Kamer daarover per ommegaande wordt geïnformeerd. Kortom, de aandacht van de heer Leegte is onze aandacht. Dat was zo, dat is zo en dat blijft ook zo. De heer Leegte wordt er zelf ook bij betrokken.
Dan het ETS luchtvaart. Dat onderwerp komt zowel morgen als maandag aan de orde in Luxemburg. Het ETS luchtvaart is een veelbesproken onderwerp in de Kamer. Wij kennen de verschillende posities van de diverse landen. De Kamer kent de zorgen van Nederland over de specifieke belangen waarvoor wij ook oog moeten houden. Onze inzet vanuit Europa is steeds geweest om als één blok te kijken hoe we kunnen komen tot een goed werkend mondiaal systeem. Dat zeg ik ook tegen de heer Leegte. De les van het ETS luchtvaart is dat het nog geen mondiaal werkend systeem is. Juist die fout moeten wij bij mogelijke andere sectoren niet weer maken. Kortom, die belangrijke les is in ieder geval geleerd. Wat gebeurt er op dit moment rond het ETS luchtvaart? Volgende maand komt de Board van ICAO bijeen om opnieuw over het ETS luchtvaart te spreken. In de loop van volgend jaar is pas het reguliere congres. Met het oog op dat congres heeft de Europese Commissie in de richting van ICAO aangegeven dat het goed zou zijn om te werken aan een breed raamwerk, waarin niet alleen naar de Europese situatie wordt gekeken, maar waarin ook andere continenten worden meegenomen, vooral als het gaat om de invulling van de ambitie op het gebied van de reductie van CO2 wat betreft het ETS luchtvaart. Ik ben daarvoor. Ik hoop dat dit brede raamwerk tegen die tijd ook mondiaal voldoende draagvlak heeft. De Kamer heeft het kabinet eerder aangesproken op zijn inzet. Wij doen dit vanuit Europa en wij zijn ervan overtuigd dat de Europese Commissie er alles aan zal doen om te komen tot een breed draagvlak.
Een aantal specifieke punten heeft te maken met de vraag van de heer Leegte, een vraag die ook wel doorklonk uit de opmerkingen van verschillende leden: hoe kunnen wij het ETS verbeteren? Het kabinet stond en staat op het standpunt dat je de werking van het ETS niet moet verbeteren door ad-hocmaatregelen. Je moet structurele maatregelen treffen. Wij hebben dan ook bij de Europese Commissie aangedrongen op structurele maatregelen. Met het oog daarop heeft de Commissie een impactassessment belegd. Dat zal medio november plaatsvinden. Ik denk dat dit buitengewoon van belang is. Tegelijkertijd is Nederland zelf al met een aantal concrete suggesties gekomen, bijvoorbeeld via het PBL. Wij doen er dus absoluut aan mee. Het kunstmatig omhoog brengen van de prijs lijkt ons inderdaad geen goede gedachte. Op dit moment wil ik daar dan ook afstand van nemen; je moet eerst weten welke effecten stappen hebben voordat je ze daadwerkelijk zet.
Ik ben aanbeland bij de moties, te beginnen bij de motie van mevrouw Van Veldhoven. Ik hoop dat ik mij nog verstaanbaar kan maken.
De voorzitter:
Ik moet u even onderbreken. Ik vraag de leden die nu binnenkomen om zachtjes de zaal te betreden; er is nog een debat gaande.
Staatssecretaris Atsma:
Mevrouw Van Veldhoven geeft in haar motie op stuk nr. 438 twee dingen aan. Ten eerste moeten wij streven naar een structurele versterking van het ETS. Daarmee ben ik het eens. Ten tweede mag er geen blokkade zijn voor backloading. Het kabinet heeft dit punt niet als de eerste en meest voor de hand liggende optie naar voren gebracht. Het mag volstrekt helder zijn waarom. Backloading leidt immers niet tot een structurele verbetering maar kan hooguit leiden tot een tijdelijke beweging. Voor het milieu heeft backloading op dit moment geen direct rendement en daar ging het wel om. Tegelijkertijd zijn wij erg beducht voor de consequentie die het heeft voor een groot aantal bedrijven, niet alleen in het buitenland, maar vooral ook in Nederland. Men kan zich ongeveer wel voorstellen welke bedrijven dat zijn. Met het eerste deel van de motie, namelijk streven naar een structurele verbetering van het ETS, ben ik het dus eens. Met het andere deel kan het kabinet het onmogelijk eens zijn vanwege de consequenties. Ik denk daarbij ook aan de stappen die op dit moment in Europa worden gezet. Je loopt dan vooruit op iets wat waarschijnlijk in december of januari vanuit de Europese Commissie kan komen. Daar hebben wij het impactassessment voor. Kortom, ik moet de motie ontraden. Ik heb al aangegeven welk deel van de motie ik eventueel wel kan steunen.
In haar motie op stuk nr. 439 pleit mevrouw Van Veldhoven voor een onvoorwaardelijke doelstelling van 40% in 2030. Men weet dat het Nederlandse kabinet, gesteund door het Nederlandse parlement, al eerder heeft aangegeven dat het onder voorwaarden bereid is om toe te gaan naar een doelstelling van 40% in 2030. Die voorwaarden heb ik eerder al geformuleerd. Het gaat dan met name om een gelijk speelveld op mondiaal niveau. Aan die voorwaarde is nog niet voldaan, maar daar hebben wij de grote internationale conferenties voor, namelijk om dat soort stappen samen te kunnen zetten. De ambitie hebben wij dus eerder uitgesproken, maar het gaat te ver om een en ander als een onvoorwaardelijke eis vast te leggen. De Europese Raad zal daar absoluut niet voor te porren zijn. Nederland was een van de weinige landen die al voorwaardelijk voor 40% pleitten. Ik kan dan ook niet anders dan verzoeken om de in Europa afgesproken procedure af te wachten. In november komt er meer duidelijkheid. Dan zal ook duidelijk zijn hoe wij de structurele verbetering kunnen realiseren.
Tot slot kom ik bij de motie van mevrouw Mulder op stuk nr. 440 waarin gepleit wordt voor een verhoogde reductie van het emissieplafond, en wel nu al, om te komen tot een doelstelling van 80% tot 95% CO2-reductie in 2050. Een- en andermaal geef ik aan dat de 80% tot 95% reductie in 2050 hoe dan ook gehaald wordt. Nu extra reductie bepleiten staat haaks op wat we hebben afgesproken, op wat in Europa is afgesproken en op wat de Kamer eerder heeft gezegd. Het lijkt mij buitengewoon onverstandig, niet in de laatste plaats omdat je ook op dit punt moet zorgen dat het gelijke speelveld voor het bedrijfsleven gewaarborgd wordt. Het belangrijkste is dat het niet nodig is. Daarom ontraad ik deze motie.
De voorzitter:
Ik bied de staatssecretaris en de aanwezigen op de publieke tribune excuses aan voor het feit dat er zo nadrukkelijk door de antwoorden van de staatssecretaris op vragen van de Kamerleden heen is gesproken.
Staatssecretaris Atsma:
U gaat over de orde.
De voorzitter:
Ik heb mijn best gedaan.
De beraadslaging wordt gesloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20122013-14-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.