6 Vragenuur

Vragen van het lid Ortega-Martijn aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht "Nibud vindt huidige leencultuur doorgeslagen".

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Voorzitter. Het Nibud maakte vrijdag bekend dat Nederlanders steeds meer gaan lenen. Het aantal huishoudens dat geld leent bij familie of vrienden, is verdubbeld. De ChristenUnie maakt zich al een hele tijd grote zorgen over deze ontwikkeling. Onze leencultuur is aan het doorslaan. Wij zijn het sparen verleerd. In het najaar is de ChristenUnie al gekomen met een actieplan om de schuldenberg tegen te gaan. Wij willen bijvoorbeeld ook het Zilvervlootsparen weer invoeren om mensen al op vroege leeftijd te leren dan ze moeten sparen. De urgentie is heel groot. Ook mensen die het nooit verwacht hadden, komen door de crisis in de problemen terecht. Wij kunnen niet blijven toekijken hoe steeds meer mensen in een moeras van schulden wegzakken. Er moet eindelijk echt gehandeld worden. Deelt de staatssecretaris de conclusie dat de leencultuur in Nederland is doorgeslagen? Zo nee, waarom niet? Wat gaat de staatssecretaris doen om het tij te keren? Is hij bereid om met een plan te komen om consumenten bewust te maken van de negatieve gevolgen van het leengedrag op de langere termijn? Is de staatssecretaris überhaupt bereid om te komen met een eigen schriftelijke analyse van hetgeen het Nibud naar voren heeft gebracht?

Staatssecretaris De Krom:

Voorzitter. Ik bedank mevrouw Ortega-Martijn voor deze zeer relevante vraag. Zij heeft inderdaad al vaker aandacht gevraagd voor de schuldenproblematiek. Ik heb er zelf ook reeds mijn zorgen over uitgesproken. In een tijd van economische tegenspoed is het van groot belang dat mensen hun uitgaven zo snel mogelijk aanpassen op eventueel verminderde inkomsten. Ik geloof dat ik dat mevrouw Ortega ook al heb horen zeggen en ik deel die visie volledig. Het is in de eerste plaats zaak dat mensen hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Als er in een gezin of een huishouden minder inkomsten zijn, moeten mensen hun uitgavenpatroon daaraan zo snel mogelijk aanpassen. Het gaat dus om de eigen verantwoordelijkheid, maar als dit niet lukt, is er altijd, zoals mevrouw Ortega weet, het vangnet van de gemeentelijke schuldhulpverlening.

Ik heb met de Kamer al vaker gesproken over het belang van registratie. Als de registratie goed voor elkaar is, kun je vroeg onderkennen dat schulden problematisch worden. Hierdoor voorkom je dat schuld op schuld wordt gestapeld. De Kamer is op de hoogte van het initiatief van het LIS (Landelijk Informatiesysteem Schulden). Helaas heeft dit nog niet geleid tot iets wat nu staat. Mevrouw Ortega weet dat een nieuw plan van het LIS nu onderwerp is van beraadslaging binnen het College bescherming persoonsgegevens. Ik heb de Kamer al eerder toegezegd dat ik binnenkort met alle betrokken partijen, ook de partijen die niet direct verbonden zijn aan het LIS, om de tafel zal gaan zitten. Net als mevrouw Ortega hecht ik er namelijk aan dat die registratie van de grond komt. De verantwoordelijkheid blijft echter bij de markt.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

De staatssecretaris zegt dat mensen hun uitgavenpatroon moeten aanpassen als ze in de problemen komen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ik heb al eerder in debatten gevraagd of het mogelijk is om mensen al bij de hand te nemen als ze te maken krijgen met een plotselinge inkomensval. Wij weten namelijk dat mensen daar een beetje huiverig voor zijn als ze in de problemen komen. Ze gaan het ene gat met het andere vullen. Daardoor komen ze in de problemen. Is de staatssecretaris bereid om ervoor te zorgen dat mensen, of ze nu in de WW komen, arbeidsongeschikt raken of een partner verliezen, op dat moment al de mogelijkheid krijgen om begeleid te worden naar een lager inkomen?

Staatssecretaris De Krom:

Ik deel de mening van mevrouw Ortega dat voorkomen natuurlijk veel beter is dan achteraf de gevolgen bestrijden. Hoe eerder je ingrijpt en hoe meer je doet aan preventie, hoe beter het is. Ook dit is echter in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van diegenen om wie het gaat in de markt, de schuldeisers en de schuldenaars zelf. Om dat te kunnen doen, zul je natuurlijk wel inzicht moeten hebben in de problematiek. Daarom is registratie, wat mij betreft, ook zo belangrijk. Hoewel het dus de verantwoordelijkheid is van marktpartijen, is het ministerie van Sociale Zaken wel bereid om te doen wat zij kan om een en ander van de grond te trekken en zo mogelijk te faciliteren. De stelling van mevrouw Ortega dat preventie beter is, deel ik in ieder geval volledig.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

De staatssecretaris spreekt over registratie. We denken na over een vroeg signaleringssysteem. Dat betekent dat mensen preventief meer inzicht krijgen in hun kredietwaardigheid. Mensen komen echter nu in de problemen door een plotselinge inkomensval. Dat is iets anders. Ik heb in het verleden daarover weleens een motie ingediend, om gemeenten de mogelijkheid te bieden om mensen op zeer korte termijn een financiële kans te geven. Op dit moment wordt er te lang gewacht met te vragen wat er aan de hand is, bijvoorbeeld bij huurachterstand of bij een achterstand in het betalen van allerlei rekeningen. Wil de staatssecretaris met incassobureaus om de tafel gaan zitten en bekijken op welke manier ze eerder kunnen innen? Dat bespaart heel wat problemen.

Staatssecretaris De Krom:

Er zijn al heel veel initiatieven genomen en er lopen ook nog initiatieven. Ik wijs op de SchuldPreventiewijzer, de activiteiten van het platform Wijzer in geldzaken en tal van maatregelen die al zijn genomen, ook door het ministerie van Financiën. Ik zie niet wat we daar nu nog aan kunnen toevoegen. Ik wijs er ook op dat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening per 1 juli aanstaande in werking treedt. Ik heb daar uitvoerig met de Kamer over gedebatteerd. Ik verwacht dat zowel de kwaliteit als de effectiviteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening groter zal worden. Wij weten uit onderzoek van de inspectie dat daar ook ruimte voor is. Ook daar kunnen we dus een kwaliteitsslag maken. Nogmaals, ik dacht dat mevrouw Ortega zich meer richtte op de vraag hoe we meer kunnen doen aan preventie.

Ik heb gelezen in het persbericht van het Nibud dat dit voornemens is om met de meest betrokken partijen, financiële instellingen en de overheid, om de tafel te gaan zitten om te bekijken wat er eventueel nog gedaan kan worden. Het spreekt vanzelf dat mijn ministerie daar ook medewerking aan zal verlenen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Om gelijk op dat laatste punt verder te gaan, het Nibud spreekt van een doorgeslagen leencultuur. Ik hoor de staatssecretaris veel spreken over de schuldhulpverlening. Welke taak en welke rol ziet hij voor zichzelf neergelegd om de doorgeslagen leencultuur te doorbreken?

Staatssecretaris De Krom:

Nogmaals, ik zie die doorgeslagen leencultuur in de eerste plaats echt als een verantwoordelijkheid van mensen zelf. De overheid kan er niet voor zorgen dat mensen niet meer te veel geld uitgeven. Dat moeten mensen zelf doen. Het Nibud stelt bijvoorbeeld voor om een campagne te starten om mensen op die verantwoordelijkheden te wijzen en hen nog eens voor te lichten over de risico's van te veel geld lenen. Ik geloof niet zo heel erg in zo'n landelijke campagne. Ik geloof veel meer in gerichte voorlichting. Dat doen wij ook al via alle activiteiten die ik juist heb genoemd, waaronder Wijzer in geldzaken. Dat soort activiteiten steunt mijn ministerie van harte.

Mevrouw Sterk (CDA):

Nog beter zou het zijn om te voorkomen dat mensen schulden maken. De staatssecretaris en ik hebben al vaker gediscussieerd over het LIS. De staatssecretaris zou – als ik mij goed herinner eind mei – praten met alle betrokkenen. Volgens mij hebben wij nog geen brief gehad, maar misschien kan de staatssecretaris ons vertellen wat daaruit is gekomen. Ook vandaag blijkt dat de urgentie erg hoog is.

Staatssecretaris De Krom:

Zeker, dat heb ik de Kamer toegezegd. Dat zal ik ook doen. Het gesprek heeft alleen nog niet plaatsgehad. Het LIS wacht nog op de zienswijze van het College bescherming persoonsgegevens. Als die binnen is, zullen wij naar verwachting halverwege de maand met de betrokken partijen om tafel zitten. Dan zal ik de Kamer informeren.

De voorzitter:

Het LIS staat voor het Landelijk Informatiesysteem Schulden, zo heb ik begrepen.

Staatssecretaris De Krom:

Zo is het.

De voorzitter:

Wij zijn gekomen aan het einde van het mondelinge vragenuur. Ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoorden.

Naar boven