3 Vragenuur

Vragen van het lid Van der Steur aan de minister van Veiligheid en Justitie, bij afwezigheid van de staatssecretaris, over hoge notariskosten.

De heer Van der Steur (VVD):

Voorzitter. Als het leven heel erg tegenzit, doordat je je baan verliest en er sprake is van allerlei andere ellende en nare omstandigheden, kan het zijn dat je niet meer aan je verplichtingen kunt voldoen om je woonhuis te financieren. In dat geval is het mogelijk dat het huis terechtkomt op een executieveiling, waar het huis verplicht en vaak ook gedwongen wordt verkocht. Dan heb je als huiseigenaar maar één belang: dat de opbrengst zo hoog mogelijk is en dat de kosten van de veiling zo laag mogelijk zijn, zodat per saldo je schuld zo veel mogelijk afneemt.

Uit een uitzending van Nieuwsuur gisteravond blijkt dat er grote twijfel bestaat over de vraag of dat uitgangspunt, van een zo hoog mogelijke opbrengst en zo laag mogelijke kosten, wel opgaat. Waarom gaat dit uitgangspunt volgens een onderzoek van Vereniging Eigen Huis niet op? Omdat er onredelijk hoge notariskosten gemoeid zouden zijn met die executieveilingen. Uit de reportage blijkt dat er sprake is van torenhoge rekeningen en dat kosten misschien wel dubbel in rekening worden gebracht, dat het niet transparant is en dat er grote schade optreedt bij de verkopers van dat soort huizen en ook bij de kopers van dat soort huizen, die de kosten uiteindelijk moeten betalen. Er zijn eigenlijk alleen maar verliezers. Alleen de notarissen lijken hierbij garen te spinnen.

Herkent de minister deze situatie en vindt hij net als de VVD-fractie dat over de betrouwbaarheid van notarissen op geen enkele wijze enige twijfel kan blijven bestaan?

Minister Opstelten:

Voorzitter. Ik dank de heer Van der Steur voor zijn vragen. Ik neem het signaal dat Vereniging Eigen Huis gisteravond in Nieuwsuur afgaf, buitengewoon serieus. De uitgangspunten die de heer Van der Steur heeft geschetst, zijn natuurlijk ook de uitgangspunten van het kabinet. In rekening brengen van onredelijke kosten door de notaris is ontoelaatbaar. Transparantie in de notariskosten is wat mij betreft vanzelfsprekend. Ik herken wat er gisteren is gezegd, maar ik zeg niet dat dit tot de conclusie leidt dat het ook zo is. Ik vind dat er onderzoek naar gedaan moet worden. Vanochtend vroeg zijn de eerste bewegingen ingezet om afspraken te maken met de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, Vereniging Eigen Huis en andere betrokkenen. Ik wil de feiten op tafel hebben en duidelijkheid creëren, ook tegenover de Kamer.

De heer Van der Steur (VVD):

Dat is het antwoord dat gewenst is: er zal onderzoek gedaan worden en de minister zal erbovenop zitten. Het aardige is dat dezelfde Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie waar de minister net over sprak, kort voor het vragenuur heeft laten weten dat zij al sinds 2005 aandringt op wijziging van de regelingen rond de executieveilingen en dat er sprake zou zijn van een conceptvoorstel. Dus de vraag is nu welke rol de minister voor zichzelf ziet weggelegd en welke rol de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie volgens hem zou moeten hebben. Ziet hij ook nog een rol weggelegd voor het Bureau Financieel Toezicht, dat juist onderzoek doet naar de integriteit van notarissen?

Minister Opstelten:

De rol van mij c.q. van de staatssecretaris is natuurlijk een van stelselverantwoordelijkheid. Die initieert ook het vervolg. In het thans in voorbereiding zijnde wetsvoorstel ter verbetering van de executieveiling wordt ingezet op meer transparantie over de kosten. Ik verwacht dit voorstel in de zomer van dit jaar aan de Tweede Kamer te kunnen aanbieden. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie heeft een gidsrol ten opzichte van haar leden, normstellend optreden, indien nodig met verordeningen.

Het Bureau Financieel Toezicht houdt toezicht op de derdegeldenrekening van een notaris. Mogelijk is er in de toekomst een rol weggelegd voor dit bureau wanneer de gewijzigde wet op het notarisambt inwerking treedt, tegelijkertijd met de gerechtelijke kaart. Dan immers vindt er uitbreiding van het toezicht naar integriteittoezicht plaats.

De heer Van der Steur (VVD):

Ik begrijp het antwoord van de minister, maar ik vind echt dat de Kamer en het kabinet dicht op deze materie moeten zitten, om zo mensen die in een zwakke positie verkeren omdat zij hun huis verliezen door executieverkoop, gedwongen verkoop, te kunnen garanderen dat er geen onnodige kosten in rekening worden gebracht. Als die wel in rekening worden gebracht, moet de minister in het kader van zijn stelselverantwoordelijkheid er alles aan doen om te garanderen dat er maatregelen worden genomen tegen degenen die de wet hebben overtreden en die de onredelijke kosten in rekening hebben gebracht, ook als dit notarissen zijn. Is de minister daartoe bereid?

Minister Opstelten:

Het antwoord daarop is "ja". Ik kan het zelfs aanvullen. Na de uitzending van gisteren ben ik hedenochtend al bezig geweest om afspraken te maken en de feiten op tafel te leggen. Ik kan nu toezeggen dat ik aan het einde van deze maand met mijn bevindingen en conclusies naar de Kamer kom.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Het stinkt aan alle kanten en eigenlijk wisten we dat al, want enkele maanden geleden was er een uitzending van Zembla waarover ook mondelinge vragen zijn gesteld, naar ik meen door de heer Monasch. Dat betrof ook al executieveilingen. Wil de minister zich alstublieft niet alleen richten op notarissen, die nu de zwartepiet toegespeeld krijgen, maar ook kijken naar de inzet van banken op dit terrein? De AFM heeft daar al een aantal keer forse kritiek op geuit. Dit stinkt aan alle kanten. Er moet goed worden gekeken naar de positie van álle partners zodat mensen die om verschrikkelijke redenen hun huis moeten verkopen niet op deze manier van alle kanten worden bestolen.

Minister Opstelten:

Ik noemde al een aantal voorbeelden van instanties waarmee ik zal spreken. Ik zal uiteraard ook spreken met andere betrokkenen die dit verband die een relatie hebben, bijvoorbeeld als verstrekker van een onderliggende hypotheeklening zoals banken. Ik zal mij daar ook op oriënteren en dat meenemen in de gesprekken die ik zal voeren en bij de conclusies die ik vervolgens trek. Ik zal dit de Kamer laten weten.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor zijn antwoorden.

Naar boven