9 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van het lid Thieme (PvdD) stel ik voor, haar motie op stuk 26991, nr. 328 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de D66-fractie benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Hachchi tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Dijkstra;

  • - in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Koolmees tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Koşer Kaya;

  • - in de vaste commissie voor Financiën het lid Koşer Kaya tot lid in plaats van het lid Verhoeven en het lid Verhoeven tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Berndsen.

Op verzoek van de PVV-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het lid Van Bemmel tot lid in plaats van het lid Gerbrands en het lid Gerbrands tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Bemmel.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Terwijl in 2006 Australische artsen en de Australische inspectie begonnen te waarschuwen voor heupimplantaten, de metaal-op-metaalheupen, werden deze in Nederland toegelaten tot het basispakket. In de tussentijd hebben bijna 8500 mensen zo'n heup gekregen en wij weten niet of dat goed gaat. Ik heb hier anderhalf jaar geleden al aan de minister gevraagd om actie te ondernemen op mogelijke banden tussen de industrie en chirurgen die deze metaal-op-metaalheupen inzetten. Die actie is er niet gekomen. Het lijkt mij verstandig dat het parlement nu actie onderneemt. Daarom wil ik graag een debat met de minister voeren over de heupimplantaten.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Van harte steun voor dit verzoek.

De heer Mulder (VVD):

Voorzitter. Voordat wij instemmen met een debat willen wij graag eerst een brief van de minister over dit onderwerp, waarin zij onder andere ingaat op de vraag hoe het kan dat het College voor zorgverzekeringen deze metaal-op-metaalheup heeft toegelaten, wat de inspectie heeft gedaan – die was blijkbaar op de hoogte – en hoe het kan dat ziekenhuizen blijkbaar tot januari van dit jaar die heupimplantaten nog steeds hebben gebruikt.

Mevrouw Smilde (CDA):

Daar sluit ik me bij aan.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Steun van GroenLinks voor het verzoek. Misschien kunnen wij er een algemeen overleg op korte termijn van maken, maar in ieder geval steun voor dit verzoek.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Ik had ook in de commissie voor VWS een spoed-AO aangevraagd, omdat ik weet dat er een lange lijst is. Als er een meerderheid is voor een debat, wil ik dat van harte ondersteunen, maar het liefst heb ik het snel, en dan via een spoed-AO.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Voorzitter. Dat wilde ik ook voorstellen. Wel snel, maar via een AO.

De voorzitter:

Volgens mij hebt u een meerderheid, mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Het lijkt mij prima als de minister zich geroepen voelt om een brief te sturen, maar ik zou de collega's er ook aan willen herinneren dat pas nog, toen ik een debat wilde over heupimplantaten, de SP alleen stond. Maar als wij dit kunnen omzetten in een spoed-AO, zullen wij dat zeker onderzoeken.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden en het debat noteren. De spreektijd is vier minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Dijksma.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter. Vol verwachting klopt mijn hart, want wat wil het geval? Dit weekend, op een prachtige zaterdag, heeft minister Leers in het VPRO-programma Argos aangekondigd dat hij voortaan graag het asielbeleid zou willen versoepelen. Hij zou rekening willen houden met de mate waarin mensen geworteld zijn in de Nederlandse samenleving. Hij heeft erbij gezegd dat hij de Kamer daarvan uiteraard op de hoogte wil stellen. Mijn verzoek aan u is dan ook, de minister te vragen om nog deze week, het liefst donderdag voor de regeling, de bewuste brief met al die prachtige beleidsvoornemens naar de Kamer te sturen, zodat wij er snel met hem over kunnen debatteren, want ik kan niet wachten.

De heer Schouw (D66):

De ene minister is natuurlijk boeiender dan de andere, maar met minister Leers raak je nooit uitgepraat. Ik ben het dus van harte eens met het voorstel van de Partij van de Arbeid-fractie. Ik zie ernaar uit.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Ik heb met de grootst mogelijke verbazing kennisgenomen van de uitspraken van de minister. Wellicht om geheel andere redenen dan mevrouw Dijksma vind ook ik het zeer de moeite waard om hier heel snel een debat over te voeren.

De voorzitter:

Mevrouw Dijksma vroeg om een brief.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Maar wel met oog op een debat, voorzitter.

De voorzitter:

Dan moet u of een brief of een debat aanvragen. Maar goed, daar komen we zo op.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Steun voor beide verzoeken.

De heer Knops (CDA):

Steun voor een brief. Met een debat hebben we ook geen moeite.

De heer Dibi (GroenLinks):

Steun voor beide verzoeken.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter. Met deze overweldigende steun wil ik mijn verzoek wat preciseren. Ik verzoek u, het debat in te plannen en dan verzoek ik daarbij de minister om voorafgaand aan het debat een brief aan de Kamer te sturen. Dat kan wat mij betreft op zeer korte termijn, want de minister is zeker van zijn zaak, en als hij het op de radio kan vertellen, dan toch ook hier in het parlement.

De voorzitter:

Dan stellen we een termijn voor de brief, want ik heb slechte ervaringen met debatten inplannen met stukken die nog moeten komen. We vragen om de brief donderdag voor 12.00 uur te ontvangen. Dan gaan we het debat plannen met vier minuten spreektijd per fractie. Ik zal het stenogram naar het kabinet zenden.

Het woord is aan mevrouw Sterk.

Mevrouw Sterk (CDA):

Voorzitter. We zijn al enige tijd met het kabinet in discussie over de tijdelijke fondsen van de Europese Commissie voor de voedselbanken in Nederland. Uit onze informatie blijkt dat daarvoor nog tot 31 mei een aanvraag kan worden ingediend. Daarom verzoek ik u om een VSO op de agenda te zetten voor vandaag, zodat we ook vandaag nog kunnen stemmen en het kabinet nog de tijd heeft om voor 31 mei een aanvraag in te dienen. Ik doe dit verzoek mede namens de PvdA-fractie.

De voorzitter:

Ik snap dat u dat wilt, maar twee keer stemmen vandaag lijkt me niet verstandig. Volgens mij is het morgen 30 mei en kunnen we morgen zowel het VSO als de stemmingen houden. Dat kan ik dan ook gemakkelijk organiseren.

De heer Azmani (VVD):

Voorzitter. Via u vraag ik mevrouw Sterk wat de spoedeisendheid is, ook gelet op de beantwoording van de vragen die daarover zijn gesteld. De termijn eindigt niet op 31 mei maar op 1 februari. De termijn tot 31 mei betreft aanvullende informatie.

Mevrouw Karabulut (SP):

Op zich steun ik het verzoek, maar het is wel verbazingwekkend dat mevrouw Sterk in de afgelopen maanden keer op keer voorstellen van ons niet heeft gesteund. Nu zijn we eigenlijk een beetje te laat. Maar goed, misschien helpt het wel om het voor de bühne om te zetten in een echt inhoudelijk voorstel. Ik zal met een motie komen. Dan zullen we zien of mevrouw Sterk die deze keer wel steunt.

Mevrouw Sterk (CDA):

Uit nieuwe informatie is gebleken dat de informatie die wij kregen van het kabinet, niet klopt. Daarom hebben wij om een nieuw schriftelijk overleg en nu dus ook om een VSO gevraagd. Ik zou er toch aan hechten als het VSO na het VAO kan worden gehouden, zodat er vanmiddag onmiddellijk gestemd kan worden. Als dat echt niet kan, is het kabinet bij dezen vast gewaarschuwd. Er komt een motie aan en de aanvraag moet wat ons betreft voor 31 mei ingediend kunnen worden.

De voorzitter:

Prima. Dan gaan we het VSO morgen zo snel mogelijk houden. Ik laat u weten wanneer. De spreektijd is twee minuten per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden, dan kan men vast beginnen.

Het woord is aan de heer Dibi.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Aanstaande donderdag staat er een debat gepland met minister Leers over de situatie in Ter Apel. Ik doe een aanvullend verzoek. Ik wil minister Schippers van Volksgezondheid bij dat debat betrekken. Dit naar aanleiding van een bericht dat een arts is gearresteerd terwijl hij zijn werk deed, en naar aanleiding van nog meer berichten die ons bereiken over zorg die niet geleverd kan worden aan asielzoekers.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Voorzitter. Ik maak hier bezwaar tegen. Ik vind het een vreemd voorstel. Het gaat in dit verband om een lokale bevoegdheid van de burgemeester. Ik vind dat onze minister van VWS helemaal niets te zoeken heeft bij dit debat, dus geen steun voor dit verzoek.

De voorzitter:

Dat staat dan ook in het stenogram.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Excuus voorzitter, dat ik iets te laat ben. Ik heb geen bezwaar tegen het uitnodigen van de minister. Zij kan echter niet alle vragen beantwoorden die te maken hebben met de afgekondigde noodverordening.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden en dan zien wij wel welke delegatie het kabinet afvaardigt.

Het woord is aan de heer Van Hijum.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Via u wil ik het kabinet graag herinneren aan het verzoek dat ik hier twee weken geleden heb gedaan om toen binnen een week een reactie te krijgen op de rechterlijke uitspraak van 2 mei jongstleden over de stages voor kinderen zonder verblijfsstatus. Ik heb ook verzocht om het boetebeleid met onmiddellijke ingang op te schorten. Tot op de dag van vandaag hebben wij hierop nog geen reactie ontvangen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram opnieuw doorgeleiden.

Het woord is aan mevrouw Venrooy.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Voorzitter. Op het weekschema staat voor aanstaande woensdagavond het debat over vrijheidsbeperkende maatregelen in zorginstellingen voor mensen met een verstandelijke beperking. Het debat is destijds met steun van de gehele Kamer aangevraagd omdat de Wet zorg en dwang maar op de plank bleef liggen. Aanstaande woensdag hebben wij het in de procedurevergadering van de commissie over het al dan niet controversieel verklaren van de Wet zorg en dwang. Ik verzoek om het debat van aanstaande woensdagavond van de agenda te halen. Als dit wetsvoorstel niet controversieel wordt verklaard en de behandeling ervan snel wordt ingepland, zal ik verzoeken om het debat definitief van de agenda af te voeren.

De voorzitter:

We doen eerst een rondje.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij hadden eerder duidelijkheid kunnen hebben over welke onderwerpen controversieel zijn en welke niet. Het lijkt mij echter sowieso verstandig om het debat van de agenda te halen. Ook als wij morgen besluiten om de Wet zorg en dwang wel te behandelen, dan is mijn fractie er niet klaar voor om dat dezelfde avond te doen. Het lijkt mij handig om te besluiten dat wij morgen dat debat niet houden. Als het onderwerp wel controversieel wordt verklaard, is het debat ook controversieel.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun van GroenLinks.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Ook steun van D66.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ook steun van het CDA.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek van de ChristenUnie.

Mevrouw Dille (PVV):

En ook van de PVV.

De voorzitter:

Wij voeren het debat helemaal van de agenda af.

Het woord is aan de heer Van der Steur.

De heer Van der Steur (VVD):

Voorzitter. Aanstaande donderdag staat het debat op de agenda over het rapport van de commissie-Deetman en de ophef die er geweest is over de castraties die al dan niet in rooms-katholieke of onder invloed van rooms-katholieke instellingen zouden hebben plaatsgevonden. De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft een tweetal brieven gevraagd, een aan de minister van Veiligheid en Justitie en een aan de staatssecretaris van Volksgezondheid. De brief van de minister is ontvangen, maar de brief van de staatssecretaris nog niet. De VVD-fractie verzoekt mede namens collega Arib om de staatssecretaris dan wel de minister van Volksgezondheid te vragen om ervoor te zorgen dat die brief voor morgen 12.00 uur bij de Kamer is.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Steun voor dit verzoek. Kan in die brief worden meegenomen waarom het meldpunt nog steeds niet op orde is? Wij krijgen alarmerende berichten van de commissie-Samson dat het meldpunt niet is ingericht. Daar moet echt snel werk van gemaakt worden.

Mevrouw Helder (PVV):

Steun voor het verzoek van collega Van der Steur, maar niet voor het verzoek om die brief zo uitgebreid mogelijk te maken. Er lag een duidelijke opdracht van de commissie en daar moeten wij het bij houden. Die brief moet morgen voor 12.00 uur door de Kamer ontvangen zijn.

Mevrouw Berndsen (D66):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Van der Steur, u hebt steun voor het verzoek. Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Ormel.

De heer Ormel (CDA):

Voorzitter. Helaas zijn wij het afgelopen jaar vaak verrast door afschuwelijk nieuws uit Syrië, maar wat ons dit weekend heeft bereikt, tart werkelijk elke verbeelding. Bij het bloedbad dat in Houla is aangericht, zijn 108 burgerslachtoffers gevallen, waaronder 49 kinderen en 34 vrouwen. De meesten zijn van dichtbij doodgeschoten. Dit is dermate ernstig dat ik namens de CDA-fractie de minister van Buitenlandse Zaken verzoek om met de Belgen en de Luxemburgers zo spoedig mogelijk in overleg te treden om de Syrische ambassadeur die in Brussel gestationeerd is, maar geaccrediteerd is voor deze drie landen, uit te zetten. Uit de berichten blijkt dat de Syrische ambassadeur op het matje wordt geroepen. Dat gaat wat ons betreft niet ver genoeg. Wij vinden dat de ambassadeur moet worden uitgezet en we willen daarover uiterlijk morgen om 12.00 uur een brief hebben. Daaraan zou moeten worden toegevoegd de brief over de algemene situatie in Syrië waar collega Hachchi in een eerdere fase om heeft gevraagd, opdat we morgen in de regeling van werkzaamheden eventueel een debat kunnen aanvragen.

Mevrouw Hachchi (D66):

Ik heb een kleine correctie voor de heer Ormel. De door mij gevraagde brief gaat over de VN-waarnemingsmissie, wat daarvoor qua materieel en personeel nodig is en wat Nederland daaraan zou kunnen bijdragen. Die brief zouden we uiterlijk 31 mei, aanstaande donderdag, ontvangen. Als dat kan worden gecombineerd met het verzoek van de heer Ormel, dan zie ik dat in de brief tegemoet.

De heer Ten Broeke (VVD):

Steun voor de brief, voor het debat en voor de urgentie daarvoor. Of we ambassadeurs moeten gaan uitwijzen bij regeling van werkzaamheden, is een tweede. Dit onderwerp moet echter in ieder geval snel worden bediscussieerd.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek van de heer Ormel. Eveneens steun voor het pleidooi om de ambassadeur uit te wijzen, ook namens Nederland.

De voorzitter:

We gaan nu nog niet de inhoud van het debat doen.

De heer El Fassed (GroenLinks):

Steun voor het verzoek.

De heer Heijnen (PvdA):

Namens de PvdA-fractie steun voor het verzoek om snel en grondig te praten over die afschuwelijke gebeurtenissen.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Ormel (CDA):

Ik dank de collega's voor hun steun. In antwoord op collega Ten Broeke zeg ik: niet de Kamer wijst ambassadeurs uit, maar de regering. De Kamer kan de regering daartoe echter wel oproepen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan mevrouw Wolbert.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Voorzitter. Ik heb een zaak van geheel andere orde dan de zaak van de vorige spreker, maar toch. Vorige week werd bekend dat de directie van zorgboerderij Diogenes was aangehouden vanwege mishandeling van de gehandicapte bewoners. Dat is op zich al een heel schokkend feit, maar wat de PvdA-fractie betreft is nog schokkender dat al meer dan twee jaar geleden aangifte van deze mishandeling is gedaan. De PvdA-fractie wil daarom een debat over de vraag hoe het heeft kunnen gebeuren dat de aangiftes van mishandeling meer dan twee jaar op de plank zijn blijven liggen. Bovendien bleek uit de berichtgeving over die zaak dat de directie waartegen aangifte was gedaan, gewoon opnieuw weer een zorgboerderij had willen openen. De PvdA-fractie wil van de staatssecretaris weten hoe het kan dat zorgboerderijen gesloten worden vanwege gebrekkige hulpverlening en dat de mensen die dat doen, daarna zo weer een boerderij kunnen openen.

De voorzitter:

U vraagt toch om een debat, niet om een brief?

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ja, voorzitter, een debat. Met beide bewindspersonen.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik vind dat we hierover moeten spreken. In welke vorm we dat doen, laat ik aan de aanvrager, maar steun voor een debat. Ik zou het niet erg vinden als we van de bewindspersonen met wie we dit aangevraagde debat voeren, nog nadere informatie vragen. Destijds zijn er namelijk Kamervragen gesteld, niet alleen door de SP-fractie maar ook door de PvdA-fractie, en dat waren juist deze vragen. Het moet duidelijk worden waarom er niet eerder iets is gedaan, want er kan niet worden gezegd dat we het niet wisten.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het is duidelijk dat er nog veel informatie ontbreekt. We willen dus eerst die brief en dan een debat.

Mevrouw Straus (VVD):

Eerst een brief, maar dan ook steun voor een debat.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

De vraag is hoe dit heeft kunnen gebeuren als er bij deze zorgboerderij al zulke duidelijke uitroeptekens stonden. Eerst een brief. Daarna lijkt een gesprek me zeer zinvol.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Daar sluit ik me bij aan.

Mevrouw Helder (PVV):

Namens de PVV-fractie doe ik dat ook.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden. Daarna zie ik u weer terug, mevrouw Wolbert.

Het woord is aan de heer Bontes.

De heer Bontes (PVV):

Voorzitter. Afgelopen weekend was weer een weekend met veel en zwaar geweld tegen politiemensen en andere hulpverleners. Er waren ruim 30 incidenten, waarvan 27 tegen de politie, met als tragisch dieptepunt het neersteken van een politieagente hier in Den Haag, die levensgevaarlijk gewond raakte. Gelukkig is zij nu buiten levensgevaar.

Ik wil graag een brief van de minister en die betrekken bij het AO veilige publieke taak, dat gepland staat voor aanstaande dinsdag. Anders gaat het allemaal te lang duren. Ik zou daarin graag terugzien wat de minister tot nu toe heeft gedaan en hoe het zit met minimumstraffen, het niet meer geven van taakstraffen voor dit soort incidenten en lik-op-stukmaatregelen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Recourt.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. De Partij van de Arbeid heeft een debat aangevraagd over kinderen in politiecellen. Dat staat voor aanstaande donderdag gepland, maar nu blijkt nog niet alle informatie beschikbaar te zijn. Vandaar het verzoek, mede namens andere fracties, om dat debat uit te stellen tot de informatie van het kabinet de Kamer heeft bereikt, maar het liefst doen wij dit snel natuurlijk.

De voorzitter:

Niemand sluit zich hier kennelijk bij aan. Als een debat gepland is en u er nog niet aan toe bent, terwijl niet bij ons bekend is dat een schriftelijk stuk gevraagd werd, gaat het van de lijst af. Ik hoor u dus wel weer als er nieuwe informatie is. Dan moet u het weer op de lijst zetten. Maar er is niet te plannen als er allemaal debatten op de lijst staan waar nog stukken voor moeten komen waarvan wij niet weten.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Dit had wel bekend kunnen zijn, want wij hebben eerder al, meteen nadat de heer Recourt daar bij de mondelinge vragen op in was gegaan, gevraagd om een verificatie van de toezichthouder op de politiecellen. Die was in de procedurevergadering gevraagd. Die zou er aan toegevoegd worden, maar die brief is niet binnengekomen.

De voorzitter:

Dat is het probleem: u vraagt plenair een debat aan en in de commissievergadering gaat u brieven aanvragen. Dat spoort niet. Als u plenair een debat aanvraagt, moet u het ook plenair houden. Als in de commissie iets doet, moet u het in de commissie houden. Anders wordt het onoverzichtelijk. Blijkbaar wist iemand het in het gebouw, maar bij de planning wisten wij het niet. Ik stel dus voor dat u het in commissieverband verder afhandelt.

Het woord is aan de heer Beertema.

De heer Beertema (PVV):

Voorzitter. Aanstaande donderdag om 20.30 uur is er een debat geagendeerd over onderwijshuisvesting. Het is erg laat aangemeld. Mijn fractie heeft dat niet kunnen voorbereiden. Bovendien is er erg veel onduidelijkheid over wat het onderwerp precies is. Ik wil voorstellen aan de aanvrager om eerst een onderwerpkeuze te bepalen. Wordt het een debat over ROC Heerlen of breed over onderwijshuisvesting? Ik stel voor om het in ieder geval uit te stellen tot volgende week.

De heer Çelik (PvdA):

Het is bekend waar het debat over gaat. Daar is destijds bij de regeling van werkzaamheden uitvoerig over gesproken. Ik kan leven met een week uitstel, maar het onderwerp is duidelijk. Ik wil het debat graag aanstaande donderdag voeren. Het is uitermate bekend waar wij over gaan praten. Dan laten wij het gewoon doorgaan.

De voorzitter:

Aldus besloten.

Naar boven