5 Vragenuur

Vragen van het lid Karabulut aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat er steeds minder sociale huurwoningen beschikbaar komen.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Er is woningnood in Nederland en deze wordt eigenlijk steeds groter. Door scheve politiek, uitverkoop van de sociale volkshuisvesting, het behandelen van sociale volkshuisvesters als multinationals door hen belasting te laten betalen en gigantische uitverkoop van sociale huurwoningen groeien de wachtlijsten voor die woningen. Uit onderzoek van de NOS bleek dit weekend dat er nog minder betaalbare woningen beschikbaar zijn en dat de wachttijden zijn gegroeid tot 13 jaar gemiddeld en in de grote steden tot wel 15 jaar. Dat betekent dat gezinnen hutje-mutje moeten zitten en jarenlang op een wachtlijst staan, zonder enig uitzicht te hebben op een betaalbare, passende woning. Starters moeten op zolder blijven zitten en kunnen niet gaan samenwonen. Studenten moeten terug naar hun ouders, want er zijn geen woningen beschikbaar. Voor ouderen is het idem dito; geen passende huisvesting. Ik zwijg nog maar over de verpaupering van de buurten als deze plannen nog verder doorgaan.

Ik vraag de minister of zij het niet logisch vindt om niet 500.000 sociale huurwoningen in de verkoop te doen, maar om deze als de wiedeweerga te verhuren aan de mensen die daarnaar op zoek zijn, dus om te stoppen met die plannen, want die zijn niet slim. Ten tweede vraag ik de minister om in plaats van 760 mln. belasting te heffen bij de woningcorporaties, dat geld te besteden aan het bouwen van nieuwe woningen. Als de minister daarover afspraken maakt, is dat goed voor mensen die op zoek zijn naar een betaalbare huurwoning, goed voor de corporaties, goed voor de bouw en goed voor de economie. Mijn derde vraag is hoe het staat met het overleg in Brussel. Hierover is de motie van de SP-fractie aangenomen dat Brussel met de handen af moet blijven van onze sociale volkshuisvesting en dat mensen met een laag of middeninkomen ook in betaalbare huurwoningen moeten mogen wonen.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister. Mevrouw Karabulut heeft haar tijd iets overschreden. Dat verreken ik bij haar tweede ronde.

Minister Spies:

Mevrouw de voorzitter. Uit het onderzoek waaraan mevrouw Karabulut refereert, blijkt dat de mutatiegraad in Nederland over 2011 verder is afgenomen. Dat is een zorgwekkende ontwikkeling, maar dat heeft geen betrekking op een geringer aanbod van het aantal nieuwgebouwde woningen. Sterker nog, in 2006 was er een dieptepunt, maar in 2010 en 2011 zijn er fors meer nieuwe sociale huurwoningen opgeleverd dan in 2006 het geval was.

Het probleem zit in de doorstroming. Daarom zet dit kabinet in op maatregelen die de doorstroming bevorderen, zoals 25 extra punten in schaarstegebieden, 5% huurverhoging voor mensen met een inkomen waarmee zij deze daadwerkelijk kunnen betalen, terwijl zij met dat inkomen geen recht hebben op een sociale huurwoning. Er komen ook nog enkele maatregelen bij uit het Lenteakkoord, maar die zal ik niet opnoemen. Het probleem dat door het NOS-onderzoek nog eens extra benadrukt wordt, zit dus vooral in de doorstroming. Daarop moeten de maatregelen gericht zijn. Ik hoop dat ik nog voor de zomer de Kamer iets meer kan melden over het gesprek dat wij in Brussel voeren, in lijn met het verzoek dat in de motie-Karabulut maar ook breder door de Kamer is gedaan.

Mevrouw Karabulut (SP):

Alle maatregelen zoals het verhogen van de huren en beboeten van verhuizen – dat doet de minister immers met de huurverhogingen in gebieden waar toch al geen huurwoning beschikbaar is – maar ook het opleggen van een heffing aan de corporaties die nog hoger is dan bij de multinationals, dragen natuurlijk niet bij aan het oplossen van het tekort aan betaalbare huurwoningen. De vraag daarnaar neemt immers toe. Uit een onderzoek van de minister zelf blijkt dat de vraag naar betaalbare huurwoningen de komende tien jaar met 75.000 toeneemt. Ik wil dus graag alsnog antwoord op mijn vraag: stopt de minister met de heffing en gaat de minister afspraken maken met de corporaties om dat geld te investeren in bouwen, bouwen, bouwen? Dan lossen wij de woningnood op in plaats van dat wij die alleen maar erger maken, zoals de minister nu doet.

Minister Spies:

Mevrouw Karabulut gaat voorbij aan het feit dat er ook in 2010 en in 2011 meer sociale woningen bij zijn gekomen. Een willekeurig voorbeeld: in 2010 nam het aantal woningen voor ouderen en gehandicapten toe van 328.000 naar 372.000. Er wordt dus wel degelijk geïnvesteerd in nieuwbouw. Natuurlijk ga ik proberen om samen met corporaties die nieuwbouw op peil te houden en zoveel mogelijk te doen toenemen, maar het gaat natuurlijk ook om het bevorderen van de doorstroming, want het aantal sociale huurwoningen, 2,4 miljoen, is nog steeds vele malen hoger dan het aantal huishoudens dat daar op basis van het inkomen recht op zou hebben. Wij moeten dus ook echt iets doen aan het bevorderen van de doorstroming. Daar heeft het kabinet een aantal maatregelen voor getroffen. Ik stel mevrouw Karabulut wellicht teleur, maar het antwoord is volgens mij bekend: nee, de heffing voor corporaties gaat niet de ijskast in.

Mevrouw Karabulut (SP):

De minister blijft gewoon vasthouden aan een scheef beleid. In deze Kamer spreken veel partijen vaak over "scheefwonen". Ik noem dat "scheefpraten" en "scheve politiek". Als de minister ondanks de gigantische vraag naar huurwoningen niet wil gaan bouwen, bouwen, bouwen, is zij dan op zijn minst bereid om over de woningen die nu in de verkoop staan en waar mensen die zo'n woning willen huren, in hun buurt dagelijks langslopen, afspraken te maken met de corporaties, zodat die woningen verhuurd worden aan de woningzoekenden? Dat vertelt de minister er namelijk niet bij.

Minister Spies:

Deze minister treedt niet in het individuele beleid van corporaties om keuzes te maken in hun woningenpakket en vindt het zelfs een goede zaak dat corporaties soms delen van hun bezit afstoten, omdat daarmee betaalbare koopwoningen op de markt komen. Ook daar is veel vraag naar. Mevrouw Karabulut ontkent dat er in de huurmarkt nog een heel groot deel aangepakt en verbeterd kan worden en dat de woningnood voor een heel groot deel bestreden kan worden door ernaar te streven dat meer mensen in een woning komen te wonen die beter past bij hun huidige inkomen. Ik kan het niet anders formuleren. Dat is een belangrijke ambitie van deze regering. Ik zou willen dat mevrouw Karabulut die ambitie zou onderschrijven.

De heer Lucassen (PVV):

Dat er weinig geld is voor de bouw van nieuwe betaalbare woningen, geldt vooral voor woningcorporatie Vestia, dat bleef zitten met een miljardenschuld. De directeur Erik Staal kreeg 0,5 mln. per jaar, vertrok met 3,5 mln. per jaar en betaalde zijn villa op Bonaire handje contantje met 2 mln. Kan de huurder van Vestia erop rekenen dat de regering alles op alles gaat zetten om beslag te leggen op die villa's en die bezittingen en ervoor te zorgen dat al die gelden terugvloeien naar Vestia en dat daarmee wel weer betaalbare huurwoningen worden gebouwd?

Minister Spies:

Wij hebben in diverse debatten over Vestia al gewisseld dat daar waar mogelijk terugvordering zal plaatsvinden als de rechter een oordeel heeft geveld over de inkomens en de gang van zaken rond Vestia.

De heer Monasch (PvdA):

Nu de minister ook toegeeft, zoals zij dat enkele weken geleden ook al heeft gedaan, dat er een schreeuwende vraag is naar betaalbare huurwoningen, wil zij dan nu ook verklaren dat zij afziet van het voorstel om 75% van de huurwoningen in de verkoop te zetten? Wil zij toezeggen dat zij dit zal overlaten aan de corporaties ter plekke en dat niet verplicht vanuit Den Haag zal worden opgelegd dat een grote onteigening moet plaatsvinden waarbij alle sociale huurwoningen, 75% in totaal, moeten worden verkocht?

Minister Spies:

Die toezegging doe ik niet.

De heer Van Bochove (CDA):

Voeren wij hier wel de goede discussie? Gaat het er niet feitelijk om dat een grote voorraad woningen wordt gerealiseerd met een huur die niet in de sociale sector valt, namelijk tussen de € 650 en € 800? Is de minister bereid ervoor te zorgen dat institutionele beleggers, pensioenfondsen en corporaties dat nu eens samen gaan bouwen?

Minister Spies:

Ik ben indringend in gesprek met de partijen die de heer Van Bochove noemt. Hij heeft gelijk dat juist in het middensegment, dat iets duurdere segment, het aanbod tekort schiet. Het zou de doorstroming helpen bevorderen als ook dat aanbod wat groter zou worden dan het nu is.

Naar boven