5 Vragenuur

Vragen van het lid Koolmees aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de lege WW-fondsen.

De voorzitter:

Ik heet de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom.

Het woord is aan de heer Koolmees.

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. De WW-potten zijn leeg, zo lazen wij het afgelopen weekend in Trouw en in de Volkskrant. In 2008 zat er nog 9 mld. in de WW-potten, maar in 2011 was er al een tekort van 1,9 mld. Vorige week kwam het Centraal Planbureau met nieuwe cijfers over de economie en de overheidsfinanciën. Uit deze cijfers blijkt dat de werkloosheid verder oploopt. Aan het eind van dit jaar zal het tekort in de WW-fondsen zelfs 5,5 mld. bedragen. Deze minister geeft bovendien steeds meer uit; van 62 mld. in 2011 tot 70 mld. in 2015. Nu weet ik natuurlijk dat deze tekorten worden aangevuld via belastingen en lastenverhogingen. Dat is echter geen structurele oplossing voor de problemen. Het is niet alleen een financieel probleem, maar ook een maatschappelijk probleem. D66 wil de arbeidsmarkt nu hervormen, via aanpassing van het ontslagrecht en de WW, om de arbeidsmarkt beter te laten werken, om de werkloosheid terug te dringen en om mensen die hun baan hebben verloren, weer zo snel mogelijk aan het werk te helpen. Daarmee zorgen wij voor een daling van de werkloosheid, maar ook voor een verbetering van de overheidsfinanciën. Wij weten allemaal dat deze minister niet in het Catshuis aan tafel zit bij de onderhandelingen over de aanpassing van het regeerakkoord, maar de verantwoordelijke vakminister heeft natuurlijk wel een advies voor zijn collega's. Mijn vraag aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is dan ook: wat is het advies van de vakminister om de problemen met de werkloosheid en de WW-potten aan te pakken? Denkt het kabinet nu eindelijk na over structurele hervormingen?

Minister Kamp:

Voorzitter. Inderdaad zijn er verschillen aan het optreden in de werkloosheidsfondsen. Wij hebben de sectorfondsen en het Algemeen Werkloosheidsfonds. Met name in dat laatste fonds is er op dit moment een tekort. Dat tekort zal waarschijnlijk in de loop van het jaar oplopen. De heer Koolmees weet ook dat wij meer fondsen hebben. Wij hebben een WAO-fonds, een Anw-fonds en nog een paar fondsen. Als je al die fondsen bij elkaar neemt, is er nog steeds een overschot. Er is dus nog steeds sprake van een positief vermogen. Het is niet zo interessant wat er gebeurt met die fondsen, omdat de fondsen eigenlijk een mooie naam hebben, maar in werkelijkheid een rekening-courant zijn. Het is een verhouding tussen UWV en het ministerie van Financiën. Als er geld in het ene fonds over is, dan gaat het naar Financiën toe. Is er in het andere fonds geld tekort, dan gaat dat weer van Financiën af. Alles telt uiteindelijk mee in het EMU-saldo. Hoe we het precies noemen, is niet zo interessant. De hoogte van het tekort kan snel beïnvloed worden door de werkgeverspremie.

Het gaat bij al die werknemersverzekeringen steeds om de werkgeverspremie. Na de recente wetswijziging die in de Kamer aan de orde is geweest, is er geen enkel fonds meer dat nog een werknemerspremie heeft. De werkgeverspremies zouden verhoogd kunnen worden, maar er is in het regeerakkoord afgesproken dat het in ons aller belang is om ervoor te zorgen dat we de lasten voor werkgevers gelijk houden. Dat is een economisch belang en een werkgelegenheidsbelang. Als je dus aan die kant iets gaat verhogen, moet je het aan de andere kant weer verlagen. Dat maakt dus allemaal niet zo erg veel uit.

Ik begrijp dat de heer Koolmees dit probleem dat zich voordoet, gebruikt als een opzetje om vooruit te lopen op wat er in het Catshuis gebeurt. Ik denk dat het voor mij heel onverstandig zou zijn om dat ook te doen. Wat de heer Koolmees doet, moet hij vooral zelf weten. Van mijn kant denk ik dat we ervoor moeten zorgen dat degenen die in het Catshuis aan het spreken zijn – ik heb het vermoeden dat ze op dit moment niet aan het spreken zijn, maar dat zal binnenkort wel weer het geval zijn – over alle informatie beschikken en dat ze op alle vragen die in hen opkomen, vlot van een antwoord worden voorzien. Het lijkt mij echter heel onverstandig als ik van een afstandje ga mee onderhandelen en dat was ik dan ook niet van plan.

De heer Koolmees (D66):

Jammer. Ik had een dergelijke reactie natuurlijk wel verwacht, maar het is toch jammer dat deze vakminister niet inhoudelijk ingaat op mijn vragen. Dat zeg ik ook omdat de minister van Financiën een aantal maanden geleden in Buitenhof nog heeft gezegd: "je zou aan een aantal hervormingen kunnen denken, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt. Je zou aan de WW en het ontslagrecht kunnen denken. Dat is een bezuiniging aan de uitgavenkant, die ook een hervorming is. Dat is goed voor het huishoudboekje en de economie". Ik neem aan dat het kabinet met één mond spreekt. Kan de verantwoordelijke vakminister op deze uitlating van zijn collega ingaan en toch een advies geven over wat er nu moet gebeuren in de WW en in het ontslagrecht?

Minister Kamp:

Er zijn een heleboel hervormingen denkbaar, bijvoorbeeld op het gebied van de AOW en de pensioenen, waar het kabinet al toe besloten heeft en waar het ook de steun van de Kamer voor heeft gekregen. Er is een hervorming denkbaar voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Die hebben we ook omgezet in de Wet werken naar vermogen. Nog meer hervormingen zijn in het regeerakkoord voor dit kabinet opgenomen. Wij zijn er nu allemaal erg druk mee, die uit te voeren. Het is niet uitgesloten dat er op termijn nog meer hervormingen zullen komen. Dat kan in deze kabinetsperiode zijn, maar ook in de volgende. Ik ben altijd graag bereid om het voorwerk daarvoor te doen. Zodra daar politieke besluitvorming over is geweest, ben ik met enige nuanceringen die daarbij denkbaar zijn, beschikbaar om een en ander uit te voeren.

De heer Koolmees (D66):

Het blijft jammer dat de minister geen inhoudelijk antwoord wil geven op mijn vraag. We zullen inderdaad moeten wachten tot de onderhandelaars uit het Catshuis komen. Onze hoop is nu gevestigd op de minister van Financiën, die blijkbaar die hervormingen wel wil, dus dat wachten we maar even af.

In het verlengde van dit punt heb ik nog een andere vraag aan de minister. Mevrouw Jongerius, de voorzitter van de FNV, heeft in reactie op het leeg raken van de WW-potten gepleit voor een verhoging van de WW-premies en voor uitvoering van de Werkloosheidswet door de sociale partners. Kan de minister inhoudelijk reageren op deze uitlating van mevrouw Jongerius en sluit de minister een verhoging van de WW-premies uit?

Minister Kamp:

Wat mevrouw Jongerius met name deed, was zeggen dat de werknemerspremie weer zou moeten worden ingevoerd. Dat lijkt me heel onverstandig, omdat de werknemerspremies allemaal afgeschaft zijn. De laatste werknemerspremie, die voor de WW, is recent door de Kamer afgeschaft. Dat is ook een voorwaarde om te kunnen komen tot uniformering van het loonbegrip en als gevolg daarvan weer tot een loonsomheffing. Het lijkt mij goed om gewoon vast te houden aan het besluit dat heel recent hier in de Tweede Kamer is genomen om de laatste werknemerspremie voor de werknemersverzekeringen af te schaffen en om de oplossing op een andere manier te zoeken dan mevrouw Jongerius heeft gesuggereerd. Een laatste opmerking daarbij: de invloed van de vakbeweging en mevrouw Jongerius op wat er gebeurt op sociaaleconomisch gebied in Nederland is natuurlijk groot. Het kabinet heeft geen enkele behoefte om die te verkleinen en zal beschikbaar zijn voor een constructief overleg over alle onderwerpen die de vakbeweging interesseren.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

De minister geeft al een klein voorzetje voor de vraag die ik had. Er wordt nu onderhandeld in het Catshuis. Ik begrijp dat de minister daar nu niets over kan zeggen. Kan ik uit de woorden van de minister wel de conclusie trekken dat hij van plan is om een soort sociaal akkoord te sluiten met de sociale partners als er een pakket maatregelen uit dat overleg rolt?

Minister Kamp:

Het grote sociale akkoord waar ik behoefte aan had, was het pensioenakkoord en de uitwerking daarvan, met name wat betreft de arbeidsdeelname van ouderen. Er is een pensioenakkoord en er is een forse groei van de arbeidsdeelname van ouderen. Dat is het belangrijkste dat ik wenste. Mochten er in hetgeen uit het overleg in het Catshuis naar voren gaat komen aanknopingspunten zitten om verdere afspraken te maken met werkgevers en werknemers die in ons aller belang zijn, ben ik daar zeer in geïnteresseerd. Ik weet dat werkgevers en werknemers beschikbaar zijn om daar met mij over te spreken, op kortere of langere termijn.

De heer Ulenbelt (SP):

Er zijn nogal wat mensen aangewezen op een werkloosheidsuitkering, helaas. Zij lezen in de krant of horen op de televisie dat de WW-kas leeg is. Zij vragen zich dan natuurlijk af wat dit betekent voor hun uitkering. Kan de minister garanderen dat het verhaal van de lege kassen niet zal leiden tot het verlagen van uitkeringen of aanpassingen ervan?

Minister Kamp:

De zogenaamde lege kassen of lege fondsen hebben niet tot gevolg dat er onzekerheid hoeft te zijn over het uitbetalen van de WW-uitkeringen. WW-uitkeringen worden gegarandeerd door het Rijk. Zoals ik al zei, is zo'n fonds niet meer dan een rekening-courant. Wij hebben verschillende rekeningen-courant met de fondsen lopen en per saldo zijn die nog positief.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik ga graag nog even door op het sociaal akkoord. Mevrouw Jongerius heeft vorige week gezegd dat bij de vakbeweging de gedachte leeft om de werknemerspremie weer in te voeren, in de vorm van een soort solidariteitsheffing van werkenden voor niet-werkenden. Ik ben nieuwsgierig hoe de minister tegen dat idee aankijkt. Zou dat een onderdeel van een mogelijk sociaal akkoord kunnen zijn?

Minister Kamp:

Ik heb daar vier bezwaren tegen. Het eerste bezwaar is dat wij die werknemerspremie voor de WW hebben afgeschaft, als laatste in een rij. Het besluit daartoe is net door de Kamer genomen, dus het zou heel gek zijn als ik daar weer op terug zou willen komen. Het tweede is dat het afschaffen van die werknemerspremies een absolute voorwaarde is om te komen tot uniformering van het loonbegrip en de loonsomheffing, wat van groot belang is voor de vereenvoudiging van wat er allemaal op administratief gebied moet gebeuren door werkgevers. Het derde is dat door het afschaffen van de werknemerspremie is bereikt dat werken financieel aantrekkelijker is geworden. Dat is zeer wenselijk. Het vierde is dat de werknemerspremie destijds is afgeschaft mede in het kader van de koopkrachtbescherming van de burgers. Dat is ook een belangrijk doel dat ik graag overeind wil houden.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor zijn beantwoording.

Naar boven