2 Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Dijsselbloem aan de minister-president, minister van Algemene Zaken over het pro-guldenonderzoek van de PVV en de invloed daarvan op de coalitieonderhandelingen.

De voorzitter:

Ik heet de minister-president, die hier is voor de beantwoording van de eerste twee sets vragen, van harte welkom.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Gisteren verscheen een interessant rapport over wat de euro ons heeft gebracht en wat een eventuele terugkeer naar de gulden ons zou kunnen brengen; een rapport opgesteld door een van de fracties in deze Kamer en uitgevoerd door Lombard Street Research. De PVV verdient een groot compliment dat zij in alle objectiviteit buitenstaanders, onderzoekers, laat onderbouwen of de eigen standpunten goed doordacht en ook renderend zijn. Dat compliment komt de PVV zonder meer toe. Ook een compliment voor de geweldige timing. Op de dag dat het Catshuis wordt geopend voor onderhandelingen over een nieuw regeerakkoord, waarbij met bedragen in dubbele getallen worden gerekend, legt de PVV een plan op tafel om 125 mld. tot 2015 te besparen met de terugkeer naar de gulden.

In alle ernst, we moeten dit natuurlijk serieus nemen. Mijn eerste vraag aan het kabinet is of het bereid is om dit rapport te laten doorrekenen door het Centraal Planbureau. Dat is een instelling die ons de laatste tijd en ook al langer vaak van advies op dit soort terreinen bedient. Mijn tweede vraag is of het kabinet het rapport kan voorzien van een kabinetsstandpunt, zodat de Kamer hierover kan debatteren. Ik begrijp dat de PVV een soortgelijk verzoek heeft aangemeld. Ik ben er net iets eerder mee. Mijn derde vraag is heel concreet of de minister-president kan aangeven welke betekenis dit rapport heeft op de onderhandelingstafel in het Catshuis. Speelt het daar een rol? Is het gisteren aangemeld bij de verkenning van de agenda voor de komende weken? Dit onderwerp moet ook worden besproken. Heeft de PVV het bovenaan de agenda gezet?

Minister Rutte:

Voorzitter. Om met de laatste vraag te beginnen: over de gesprekken in het Catshuis worden geen mededelingen gedaan dan pas bij afronding. Dus die vraag zal ik niet beantwoorden.

Op de vraag of het kabinet bereid is om een reactie te geven op het guldenonderzoek is het antwoord dat het kabinet daartoe bereid is als de Kamer dat wenst. De heer Dijsselbloem wenst dat blijkbaar. Ik mag aannemen dat meer Kamerleden dat wensen. Het kabinet is dan ook graag bereid om daar een reactie op te geven.

Op de vraag of het kabinet bereid is, het Centraal Planbureau dit plan door te laten rekenen, is het antwoord dat ik niet geloof dat dit het geval is. Maar goed, het Centraal Planbureau kan natuurlijk altijd zelf initiatieven nemen. In ieder geval kan de heer Dijsselbloem een kabinetsreactie verwachten als de Kamer dat wenst.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Dank. Wij zullen het kabinetsstandpunt afwachten. Dat zal waarschijnlijk aanleiding zijn tot een instantdebat. Het helpt altijd om zo'n debat te voorzien van enige objectieve grondslag. Die hebben wij nog niet in het rapport aangetroffen, maar die zou het CPB wel kunnen aanbrengen. Ik verzoek de collega's om op dat punt enige steun te bieden. Dan weet de minister-president ook hoe breed dit verzoek in de Kamer wordt gedragen.

Het punt van het Catshuis ligt ingewikkeld. Door een gedoogpartner, een dragende, schragende partner van het kabinet, wordt een rapport neergelegd dat over grote bedragen gaat; zo groot dat je er vraagtekens bij kunt plaatsen. De PVV hecht er grote waarde aan. Ik kan mij niet voorstellen dat het geen onderdeel is van het debat in het Catshuis. Hoe kun je praten over financiële houdbaarheid op de lange termijn en begrotingsevenwicht als een bedrag van 125 mld. – de heer Wilders heeft gezegd: als niet het dubbele – zou worden genegeerd? Dat lijkt mij onverantwoord.

Minister Rutte:

Ik wacht af of tijdens de regeling van werkzaamheden wordt gevraagd om een kabinetsreactie en of ook wordt gevraagd om een doorrekening van het Centraal Planbureau. Dan zal het kabinet daar vervolgens op reageren. Men kan bij mij rekenen op een positieve grondhouding, zeker wat betreft de kabinetsreactie.

Ten aanzien van het gesprek in het Catshuis kan ik geen mededelingen doen.

De voorzitter:

Uw slotvraag, mijnheer Dijsselbloem.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Mijn slotvraag is gericht aan mijn collega Wilders. Ik wil hem vragen of hij zijn eigen rapport, dat niet voor niets is besteld, in het Catshuis aan de orde wil stellen tijdens de onderhandelingen. Ik neem aan dat hij zijn eigen rapport wel serieus neemt.

De voorzitter:

Maar die vraag is op dit moment niet aan de orde.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Misschien kan een plaatsvervanger van hem in de PVV-fractie die vraag beantwoorden.

De voorzitter:

Dat is niet de vorm waarin het mondelinge vragenuur is gegoten. Het is een vragenuur met de leden van het kabinet.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Laat ik eerst mijn steun betuigen aan het onderzoek van het Centraal Planbureau. Gisteren is door de PVV het tekort voor de lopende begroting opgelopen met een factor 2,2 en nu zitten we op 50 mld. in guldens waar het kabinet naar op zoek moet. Mijn vraag is meer van staatsrechtelijke aard. De premier houdt vol dat hij zes tot acht weken – want daar hebben we het misschien over – onze grondwettelijke taak tot het controleren van de regering opzij schuift. Wat is dan de status van dit kabinet? Een van de dit kabinet schragende partijen heeft meegedeeld dat het niet alleen gaat om financiële problemen, maar dat ook immateriële zaken zoals veiligheid, integratie en immigratie aan de orde komen. Spreken we dan niet eigenlijk over kabinetsonderhandelingen, waar hij dan terecht zes tot acht weken stilte over vraagt? Als dat niet het geval is, lijkt het me niet meer dan normaal dat wij de premier in die periode over dit soort zaken kunnen bevragen.

Minister Rutte:

De winkel is tijdens de verbouwing open. Dat betekent dat het kabinet op de vrijdag gewoon ministerraad heeft en wetsvoorstellen zal behandelen, die vervolgens ook in de Tweede Kamer zullen worden behandeld. Wij gaan dus door met het uitvoering geven aan het gedoogakkoord en het regeerakkoord. Daarnaast zijn we geconfronteerd met forse tegenwind in onze economie, met gevolgen voor de schatkist: de tekorten lopen te hoog op. Dat noopt tot het maken van nadere afspraken. De drie partijen hebben ook afspraken gemaakt over het moment waarop dat zou moeten gebeuren. Nu zijn we in het Catshuis bijeen om die nadere afspraken te maken. Zodra die gesprekken tot een afronding zijn gekomen, zullen we de Kamer informeren.

De heer Pechtold (D66):

Dit is geen antwoord op mijn vraag. Omdat er naast materiële zaken, waarvan het heel normaal is dat ze in crisistijd worden besproken, ook immateriële zaken als gespreksonderwerp aangekondigd zijn, vroeg ik wat de status van de onderhandelingen en dit kabinet is. Of ontkent de minister-president dat ook andere zaken dan financiële zaken aan de orde zijn? Ik krijg graag een helder antwoord op deze vraag.

Minister Rutte:

De samenwerking van de drie partijen geeft uitvoering aan het gedoogakkoord en het regeerakkoord. Daarin staat dat we, als we door een bepaalde signaalwaarde betreffende de hoogte van het tekort heen gaan, bijeenkomen om nadere afspraken te maken. Helaas is het nodig om dat te doen. Verder staat het denken op de andere terreinen nooit stil. Het kabinet, en ook de drie partijen gezamenlijk, beraden zich permanent over voorstellen om Nederland te verbeteren en over het vanuit de samenwerking komen tot dergelijke voorstellen te komen. Dat zal ongetwijfeld ook nu zo zijn.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Allereerst spreek ik van harte mijn steun uit voor het verzoek van collega Dijsselbloem van de PvdA-fractie om een kabinetsreactie op het rapport en om een doorrekening van dat rapport door het CPB. We willen die kabinetsreactie graag snel krijgen. Ik stel voor: donderdag rond een uur of twaalf. Dat moet kunnen, want zoveel werk kan het niet zijn om op dat rapport te reageren. Dan kunnen we vervolgens als Kamer beslissen wanneer we daarover een debat willen hebben. Ik vraag de minister-president ook om hier alvast een tipje van de sluier op te lichten. Het is een openbaar rapport. Ik ontvang graag een eerste reactie op dat onderzoek over de terugkeer naar de gulden.

Minister Rutte:

Ten aanzien van de eerste opmerking van mevrouw Sap geef ik aan dat ik de regeling afwacht. Ik wijs er wel op dat er geen haastwerk moet plaatsvinden. Aan het rapport is hard gewerkt en er is veel tijd in gestoken. Het lijkt me dat er dan ook voor een kabinetsreactie voldoende tijd moet zijn. Maar goed, ik wacht de regeling af.

Over het rapport zelf wil ik twee opmerkingen maken. Ik ben nog niet overtuigd door wat ik daar tot nu toe van heb gezien. Ik denk dat de euro wel een goede zaak is. Ik zou willen wijzen op het omvallen van Lehman Brothers in 2008 en de toen begonnen ernstige crisis in de financiële wereld. Als een land als Nederland, met een zeer grote financiële sector, in 2008 en 2009 de gulden nog gehad zou hebben, zou het er nu een stuk slechter voor staan dan nu dankzij de invoering van de euro het geval is, simpelweg omdat de gulden naar mijn absolute overtuiging dan kapot gespeculeerd zou zijn in de periode 2008–2009.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik heb gisteren met interesse het "piekenrapport" van de heer Wilders gelezen. Ik vond het wel boeiend. Ik zie het eigenlijk als een soort berekening van het stemgedrag van de heer Wilders en van anderen die destijds voor de euro en voor de toetreding van Griekenland tot de euro waren. Dat heeft nu een prijs gekregen. De koppeling met het Catshuisoverleg is natuurlijk interessant, omdat daar over de financiële problemen wordt gesproken. Eigenlijk zou je dus kunnen stellen dat u in het Catshuis de puinhopen van onder anderen Wilders aan het opruimen bent. Mijn vraag is: bent u bereid om, wanneer u straks met een pakket naar buiten komt, dat pakket door te laten rekenen door het CPB? Ik heb begrepen dat de minister van Financiën daarvoor is. Zou u dat aan ons kunnen toezeggen?

Minister Rutte:

Ik geloof dat u de heer Wilders nu met terugwerkende kracht een te grote invloed toekent op de Nederlandse politieke besluitvorming.

De voorzitter:

En de tweede vraag van de heer Slob, over het doorrekenen?

De heer Slob (ChristenUnie):

Dat was de vraag over het doorrekenen van het pakket waarmee de minister-president uiteindelijk zal komen. Dat gaat dus niet over het "piekenpakket", maar over het pakket van de mannen van ferme wil, die in het Catshuis zitten.

Minister Rutte:

Ja. Zodra wij ermee klaar zijn, zullen wij u berichten. Wij zullen ook bezien of daar een doorrekening bij zit. Dit is allemaal nog ter besluit, ik loop niet vooruit op de besluitvorming in het Catshuis.

Naar boven