5 Landbouw- en Visserijraad

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 12 oktober 2011 over de Landbouw- en Visserijraad.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Het Dolfinarium wil de uit het wild gevangen orka Morgan overplaatsen naar een attractiepark in Tenerife. De staatssecretaris is, nadat hij de eerste keer al door de rechter op de vingers is getikt, voor de tweede maal van plan om daarvoor toestemming te geven, ondanks het advies van onafhankelijke, internationale orkawetenschappers.

In het attractiepark hebben de orka's het zo goed dat ze hun trainers aanvallen en doodbijten. Het lijkt de PvdD dan ook onverstandig om deze orka daar bij te plaatsen. Ik dien daarom de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering het Dolfinarium toestemming wil geven voor haar plan om de uit het wild gevangen orka Morgan over te plaatsen naar Loro Parque in Tenerife;

overwegende dat uit onderzoek blijkt dat de omstandigheden waarin orka's in gevangenschap worden gehouden ontoereikend zijn voor deze grote zeezoogdieren, dat orka's in gevangenschap gestoord gedrag vertonen en dat gevangen gehouden orka's aanmerkelijk korter leven dan hun soortgenoten in het wild;

overwegende dat het in een bestaande groep plaatsen van een vreemde orka ertoe kan leiden dat de nieuwe orka niet wordt geaccepteerd en er agressie ontstaat tussen de dieren onderling, en dat de kans aanzienlijk is dat zich dit ook zal voordoen indien orka Morgan in de bestaande groep orka's van Loro Parque wordt gezet;

overwegende dat internationale, onafhankelijke orkawetenschappers, waaronder deskundigen die eerder succesvolle uitzettingsprogramma's van orka's bij Amerika en Canada hebben gecoördineerd, een plan van aanpak hebben opgesteld aan de hand waarvan de orka gefaseerd terug kan keren naar de natuur;

overwegende dat overplaatsing naar Loro Parque betekent dat Nederland zijn zeggenschap over de orka volledig overdraagt aan Spanje en dat de mogelijkheid om het dier te laten terugkeren naar de natuur definitief wordt afgesloten;

verzoekt de regering, orka Morgan niet over te dragen aan de Spaanse autoriteiten, maar alles in het werk te zetten om deze wilde orka terug te kunnen plaatsen in haar natuurlijke omgeving,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 517 (21501-32).

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Ik heb naar aanleiding van het algemeen overleg van vanmorgen over LNV-kwesties in Europees verband een forse discussie gehad over de visserijakkoorden. Er zijn op zichzelf best veel toezeggingen gedaan door de staatssecretaris, maar ik wil met mijn volgende motie de puntjes op de i zetten.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie een onderhandelingsmandaat heeft voorgelegd inzake de verlenging van het visserijakkoord met Guinee Bissau en dat de Europese Commissie hierover eind september overeenstemming wil bereiken;

constaterende dat de Nederlandse inzet op dit mandaat pas op 20 september jl. per brief aan de Tweede Kamer bekend gemaakt is;

overwegende dat door de korte periode tussen de brief en de daadwerkelijke inzet onvoldoende tijd geboden is aan de Kamer om de Nederlandse inzet op dit mandaat te kunnen beïnvloeden en controleren;

van mening dat de Kamer voortaan eerder op de hoogte gesteld moet worden van de Nederlandse inzet op het onderhandelingsmandaat met betrekking tot de visserijakkoorden tussen de EU en derde landen;

verzoekt de regering, in het vervolg ten minste drie weken van te voren deze inzet aan de Kamer toe te doen toekomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jacobi, Dikkers en Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 518 (21501-32).

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Ik heb nog een andere motie, over de elektronische identificatie van runderen. Deze luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij wijziging van Verordening (EG) nr. 1760/2000 wat betreft de elektronische identificatie van runderen en tot schrapping van de bepalingen inzake de facultatieve etikettering van rundvlees de mogelijkheid geboden wordt elektronische identificatie van runderen (EID) in te voeren op vrijwillige dan wel verplichte basis;

overwegende dat de I&R-gewetensbezwaarden grote problemen hebben met de oormerken en de voorkeur geven aan EID door middel van een maagbolus;

verzoekt de regering, gebruik te maken van de mogelijkheid die de Europese Commissie wil bieden tot invoering van EID door de I&R-gewetensbezwaarden toe te staan EID te gebruiken als alternatieve methode ten opzichte van de gangbare methode van oormerken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 519 (21501-32).

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik heb niet aan het debat meegedaan. Ik ben ook een vreemd gezicht in deze commissie, maar ik vervang mijn collega Van Gerven met een toch wel belangrijke motie. Als wij de zee voor economisch gebruik aanwenden, wat we natuurlijk en masse doen door veel te vissen, dan is het niet netjes als we zo veel vissen dat we de lokale bevolking van een ander werelddeel – dat zou in Europa evenmin netjes zijn – de vissen uit de mond vissen, maar dat gebeurt wel. Wij willen graag dat de staatssecretaris zich in Europa hard gaat maken om te regelen dat in Guinee-Bissau de vis niet wordt weggevist voor de bevolking. We gaan ervan uit dat hij de strekking van de motie gewoon overneemt. De motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de afhankelijkheid van de bevolking van Guinee-Bissau van de zeer kleinschalige visserij voor haar primaire voedselvoorziening erg hoog is;

verzoekt de regering, in de Europese Unie in te zetten op het opnemen van een verbod in het visserijakkoord op industriële schepen op het continentale plat van Guinee-Bissau om zo niet te concurreren met lokale voedselvoorziening, waarbij dit verbod in het kader van "non-discriminatie" bij voorkeur ook zou moeten gelden voor schepen van buiten de EU,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Leijten, Jacobi, Van Gerven en Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 520 (21501-32).

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. De een spreekt liever over een orka, de ander over armoede in tuindersgezinnen en duizenden banen die in een topsector in Nederland op de tocht staan. Ik behoor tot de laatste categorie. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de budgetcommissie van het Europees Parlement heeft ingestemd met het voorstel om in 2012 opnieuw geld te reserveren voor groentetelers die lijden onder de gevolgen van de EHEC-crisis;

overwegende dat het Europees Parlement de Europese Commissie opdracht geeft, een voorstel te doen om 250 mln. op zodanige wijze beschikbaar te stellen dat er geen sprake is van een cofinancieringseis;

van mening dat Nederland als een van de zwaarste getroffen landen inzake de EHEC-crisis belang heeft bij een beroep doen op beschikbare EU-middelen;

van mening dat nu de budgetcommissie heeft ingestemd met het voorstel en daarmee goedkeuring van het voltallige parlement in oktober is gewaarborgd en budget dus geen discussie is;

van mening dat als het crisisfonds buiten het gemeenschappelijk landbouwbeleid na 2013 wordt geplaatst, nu al ervaring kan worden opgedaan met een dergelijk model;

verzoekt de regering, in de Raad van Ministers tot een akkoord te komen inzake het voorstel van het Europees Parlement om in 2012 250 mln. te reserveren voor groentetelers die lijden onder de gevolgen van de EHEC-crisis,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Koopmans en Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 521 (21501-32).

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter. Ik houd het bij het voorlezen van een heel korte motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het nu voorziene wegvallen van de EU-minstbedeeldenregeling voedselbanken in een aantal van de EU-landen in acute problemen brengt;

verzoekt de regering, in EU-verband medewerking te verlenen aan een redelijke overgangsregeling voor de jaren 2012 en 2013,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grashoff en Koopmans. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 522 (21501-32).

De voorzitter:

Ik zie geen andere meldingen voor sprekers. De staatssecretaris wil een korte schorsing. Daarna gaan wij luisteren naar het antwoord.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Staatssecretaris Bleker:

Mevrouw de voorzitter. De motie-Ouwehand op stuk nr. 517 gaat over de orka Morgan. Allereerst ga ik in op de constateringen en de toelichting. In de motie wordt gesproken over een "uit het wild gevangen orka". Dat is ver bezijden de waarheid. Als deze orka niet was opgevangen door het Dolfinarium en een aantal vrijwilligers, was hij doodgegaan in de Nederlandse Waddenzee. Hij is opgevangen en niet uit het wild gevangen. De Nederlandse Staat draagt deze orka niet over aan de Spaanse autoriteiten. De orka is niet van de Nederlandse Staat. De orka valt onder de zorgplicht van het Dolfinarium. Het Dolfinarium ziet als enige mogelijkheid het overdragen van het dier aan een ander dolfinariumpark, in Tenerife.

In de motie wordt de regering verzocht, de orka terug te plaatsen in zijn natuurlijke omgeving. Ik heb werkelijk alles laten uitzoeken en bekijken om te kunnen beoordelen of het verantwoord is om dit dier weer in de zee terug zetten op een heel gefaseerde wijze. Daarbij zijn alle deskundigen, van links naar rechts en van pro tot contra, en alle beschikbare gegevens geraadpleegd, net zoals de ervaringen uit het verleden. In het verleden zijn vier orka's uitgezet. Drie daarvan zijn vrij snel aan hun eind gekomen en een daarvan heeft het overleefd. Een orka is echt aangewezen op het vangen van vis in groepsverband. Hij kan alleen maar terecht bij de eigen familie en niet op andere plekken. Het is de vraag of hij nog wordt opgenomen in de familie als hij die aantreft. Deze orka, die drie, vier jaar oud is en die al een jaar lang buiten de natuurlijke omgeving wordt opgevoed, heeft naar mijn vaste overtuiging geen eerlijke kans van overleven als hij wordt teruggezet in zee. Als die reële kans er wel was geweest, dan was het besluit van mijn zijde anders geweest. Ik vind het helemaal niets dat orka's in bassins verblijven. Ik vind het een waardeloze situatie. Het alternatief is dat je het dier uitzet. Daarbij bestaat het risico dat het op een vervelende manier aan zijn eind komt. We kunnen dat niet accepteren nu een jaar geleden mensen de zorg voor dat dier op zich hebben genomen. Ik ontraad daarom deze motie ten stelligste

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De staatssecretaris merkte als eerste op dat er "uit het wild gevangen orka" in de motie staat. Dat moet inderdaad "uit het wild opgevangen orka" zijn. Ik wilde ermee duidelijk maken dat het dier uit het wild komt.

Ik ben blij dat de staatssecretaris erkent dat het leven in gevangenschap voor orka's geen pretje is, maar als hij zich dan wil baseren op de kennis over de mogelijkheden om terug te keren in het wild, vraag ik mij af hoe zeker hij ervan is dat het niet op een drama uitloopt als deze orka in een vreemde groep wordt geplaatst in Loro Parque. Dat is helemaal niet onderzocht. De staatssecretaris schetst het beeld dat het een zekere dood zou zijn in het wild, waar wetenschappers overigens anders over denken, en dat het een relatief blij leven is in dat park. Naar dat laatste heeft hij echter geen onderzoek gedaan. Dit kan dus net zo goed heel dramatisch aflopen. Dat is het dilemma waar de staatssecretaris voor staat en waar hij wat ons betreft een verkeerde keuze in maakt.

Staatssecretaris Bleker:

Het wordt geen blij leven in een park, want voor orka's is er naar mijn vaste overtuiging geen blij leven in een park mogelijk. Het dier komt eerst alleen in een bassin. Daarna wordt stap voor stap geprobeerd om het contact te realiseren met de andere drie, vier orka's in dat park. Er wordt gekeken of zich één groep kan vormen. Als dat niet lukt, dan gebeurt dat niet. Het is in elk geval een gecontroleerde situatie. Alhoewel het geen blij leven is, is het in ieder geval geen rechtstreekse route naar in eenzaamheid uithongeren. Het risico van het uitzetten van het dier in het wild is, is dat het een route is naar in eenzaamheid uithongeren ergens in een diepe fjord in Noorwegen. Dat risico vind ik onaanvaardbaar groot. Als dat risico klein was geweest, had mevrouw Ouwehand mij helemaal aan haar zijde gevonden, want dan had ik daarvoor gekozen. Dat is verreweg het beste en het meest natuurlijke. Zo'n dier naar een park sturen is niet de wijze waarop wij met die dieren moeten omgaan. Het is een heel vervelende keuze. Ik vind het risico dat het slecht afloopt met Morgan te groot. Ik ben van mening dat de Partij voor de Dieren dat risico wel makkelijk accepteert; laat ik het zo maar zeggen. U bent een partij voor de dieren, maar op dit punt eventjes niet voor orka Morgan. Ik vind echt dat u heel veel risico's neemt met dit dier.

De voorzitter:

Wilt u via de voorzitter spreken?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Wij baseren ons op het onderzoek en de ervaringen van onafhankelijke – ik vind het belangrijk dit te zeggen – internationale orkawetenschappers. Er zijn inderdaad ervaringen met het terugplaatsen; daarvan heeft men ook geleerd. Het gaat om het terugplaatsen van het dier in zijn familieverband. Daar zijn gegevens van; Morgans familie is in de buurt van Noorwegen. Wij hechten erg aan hetgeen onafhankelijke internationale orkadeskundigen hierover zeggen. Dat vind ik iets heel anders dan makkelijk omgaan met de risico's, wat de staatssecretaris ons nu in de schoenen probeert te schuiven.

Staatssecretaris Bleker:

Ik heb de deskundigen zelf gesproken. Ik heb de vertegenwoordigers van de Orka Coalitie twee uur lang gesproken, samen met de vertegenwoordigers van het Dolfinarium. Toen is duidelijk geworden dat er nadere informatie nodig was over de kenmerken van de taal van een aantal van die zoogdieren die daar bij Noorwegen rondzwemmen om na te gaan of deze voldoende matchen met de taal die dit dier gebruikt. Die match is niet in voldoende mate gevonden. Er is nu geen concrete aanwijzing dat de familie van het dier zich bij Noorwegen bevindt, dus de kans dat het dier een goed onderkomen krijgt, is gewoon te klein. Om voedsel te verzamelen is het dier aangewezen op een groepsverband. Je accepteert echt een reëel risico dat het slecht afloopt, net zoals met de andere drie orka's die zijn teruggezet. Het is een lastige keuze, omdat het alternatief van een leven in zo'n park ook niet ideaal is, maar zo is wel de situatie. Door geen van de wetenschappers is voldoende zekerheid gegeven over een goede afloop voor dit dier daar. Dan moet je een vervelende keuze maken, maar wat mij betreft is dat dan echt deze keuze. Ik maak deze keuze met hart voor dit dier, uit volle overtuiging.

Ik kom op de motie van de leden Jacobi, Dikkers en Van Gerven over Guinee Bissau. Ik ben het niet eens met een aantal overwegingen, dus die laat ik even voor wat ze zijn, maar het dictum zie ik als een ondersteuning van beleid. Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer over.

De motie van mevrouw Jacobi op stuk nr. 519 zie ik ook als ondersteuning van beleid. De motie sluit aan bij de discussie die wij in het algemeen overleg hebben gevoerd.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik wil nog een vraag stellen over de maagbolus; mogelijk trek ik daarmee andere collega's over de streep om voor deze motie te stemmen, hoewel deze al als ondersteuning van beleid is gekwalificeerd. Kan daarmee in kleinschalig verband een proef worden gedaan in Nederland?

Staatssecretaris Bleker:

Dat wil ik onderzoeken.

Ik kom op de motie-Leijten c.s. op stuk nr. 520. De inzet die hieruit blijkt, zie ik als ondersteuning van beleid. Ik moet onderzoeken of een generiek verbod op "industriële schepen" mogelijk is en hoe wij dat dan definiëren. Onder “industriële schepen” versta ik niet het gros van de schepen zoals dat bijvoorbeeld in Nederland in de visserijvloot is opgenomen. Mevrouw Leijten doelt waarschijnlijk op de zeer grote industriële schepen, zoals vissersschepen van Chinese origine enzovoorts die in dat soort wateren vis vangen. Zij zei dat ze zich niet kon voorstellen dat deze staatssecretaris de motie zou ontraden. Dat doe ik ook niet. Met deze duiding zie ik de motie als ondersteuning van beleid.

Dan kom ik op de motie van de heer Koopmans en mevrouw Jacobi waarin de regering wordt verzocht met de Raad van Ministers tot een akkoord te komen inzake het voorstel van het Europees Parlement om in 2012 250 mln. te reserveren voor groentetelers die lijden onder de gevolgen van de EHEC-crisis. Dat akkoord zal uiteindelijk moeten worden gevonden in de begrotingsraad van de Europese Unie, waar ook de ministers van Financiën bij betrokken zijn. Dat betekent dat een oordeel nu over deze motie eerst nader overleg vereist.

De heer Koopmans (CDA):

Toch wil ik er eigenlijk wel over stemmen. Zou de staatssecretaris de minister in overweging kunnen geven dat met name wat betreft de opdracht in het regeerakkoord om te zorgen dat we 1 mld. extra minder behoeven te betalen, het extra binnenhalen daarbij betrokken zou kunnen worden?

Staatssecretaris Bleker:

Dat wordt met regelmaat gedaan. Ik kan er nu geen oordeel over geven omdat er nader overleg over nodig is in het kabinet.

De motie van de heer Grashoff en de heer Koopmans ontraad ik omdat die haaks staat op het uitgangspunt dat de minstbedeeldenregeling wat ons betreft een vorm van sociaal beleid is. En sociaal beleid dient in beginsel nationaal beleid te zijn en geen Europees beleid. Dus ik ontraad de motie.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Gezien de toezegging die de staatssecretaris deed over de proef met de maagbolus voor identificatie en registratie van runderen, wil ik mijn motie ter zake aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Jacobi stel ik voor, haar motie (21501-32, nr. 519) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De heer Grashoff (GroenLinks):

In reactie op het ontraden door de staatssecretaris van mijn motie wil ik graag opmerken dat de motie helemaal niet het tegendeel zou beweren, in de zin dat dit punt op de Europese agenda zou moeten blijven staan. De motie vraagt slechts om een overgangsregeling, een zachte landing om een koude sanering van het ene moment op het andere te voorkomen. Dus ten principale verschillen wij er niet over van mening. Ik vind de argumentatie van de staatssecretaris om de motie te ontraden dus niet zo sterk.

Staatssecretaris Bleker:

Dat begrijp ik, maar het betekent wel dat het een overgangsregeling is voor iets waarvan we in principe zeggen dat we dat niet op Europees niveau zouden willen. Daarom ontraad ik de motie.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Dat is op zichzelf juist maar er is de facto sprake van een regeling die bestaat en waarvan gebruikgemaakt wordt. Ik heb het gevoel dat de bestuurlijke werkelijkheid toch wat zwaar aangezet wordt versus de echte werkelijkheid van een aantal miljoenen mensen in Europa die er van het ene op het andere moment knap veel last van hebben. Dat zijn heel kwetsbare mensen. Daar gaat deze motie over.

Staatssecretaris Bleker:

Dat laatste is het geval, namelijk dat met name in de zuidelijke lidstaten, zoals Italië, Spanje en wellicht een stukje Frankrijk, het wegvallen van deze regeling maatschappelijke gevolgen heeft. Maar in de redenering die we ook met elkaar delen, betekent het dat de betreffende lidstaat daarvoor de noodzakelijke maatregelen dient te treffen.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Het betekent toch dat als die blokkerende minderheid blijft, dit minstbedeeldenverhaal weg is in Europa? Want de blokkerende minderheid bepaalt, ook over dit onderwerp.

Staatssecretaris Bleker:

Juist.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemmingen over de moties vinden plaats bij de stemmingen morgen.

De vergadering wordt van 13.53 uur tot 14.30 uur geschorst.

Naar boven