5 Modernisering diplomatie

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 31 mei 2011 over de modernisering van de Nederlandse diplomatie.

De voorzitter:

Er is sprake van het zogenaamde kerstregime. Dat vind ik net zo vervelend als u, maar het is niet anders. Anders krijgen wij de agenda niet rond. U mag dus uitsluitend moties indienen. De minister zal daar op mijn verzoek een beknopt oordeel over geven.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister wil overgaan tot de sluiting van de Nederlandse ambassade in Montevideo te Uruguay;

overwegende dat Uruguay in Zuid-Amerika in economisch en politiek opzicht een strategische positie inneemt die in de toekomst snel aan belang kan winnen;

verzoekt de regering, definitieve besluitvorming over de positie van de Nederlandse ambassade in Montevideo op te schorten tot medio 2014, vervolgens opnieuw de betekenis van deze Nederlandse ambassade te overwegen en de kosten die gemoeid zijn met het twee jaar langer openhouden van deze ambassade te compenseren binnen het integrale postennetwerk van Nederland, opdat de totale bezuinigingsdoelstellingen worden gehaald,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Staaij. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 3 (32734).

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering het creëren van kansen voor Nederlandse bedrijven in het buitenland als speerpunt heeft en dat posten zich bijgevolg dienstverlenend dienen op te stellen naar het bedrijfsleven;

constaterende dat maatschappelijk verantwoord ondernemen ook speerpunt is van de regering;

verzoekt de regering, concrete mvo-doelstellingen overeen te komen met bedrijven die profijt hebben van Nederlandse diplomatieke dienstverlening in het buitenland;

verzoekt de regering tevens, jaarlijks over de mvo-inspanningen van de Nederlandse posten te rapporteren aan de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Peters, Timmermans en Hachchi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 4 (32734).

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag twee moties indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de behartiging van de grote en veelvuldige Nederlandse belangen in Catalonië het beste gewaarborgd is vanuit een diplomatieke post in die provincie;

verzoekt de regering, te waarborgen dat de behartiging van die Nederlandse belangen, in het bijzonder die van Nederlandse ondernemers en toeristen in Catalonië, kan blijven gebeuren door een diplomatieke vertegenwoordiging in die provincie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Roon. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 5 (32734).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bij een modernisering van de Nederlandse diplomatie ook behoort het erkennen van realiteiten;

overwegende dat het onderhouden van diplomatieke banden met een entiteit die het bestaansrecht van Israël als Joodse staat niet wenst te erkennen en veroordeelde daders van terroristische aanslagen tegen Israël van een salaris voorziet, verwerpelijk is;

verzoekt de regering om de realiteit te erkennen dat Jeruzalem rechtens de hoofdstad en de regeringszetel van de Israëlische staat is en zal blijven, door de Nederlandse ambassade naar die hoofdstad te verplaatsen en de behartiging van Nederlandse belangen met betrekking tot Judea en Samaria bij die ambassade onder te brengen, onder sluiting van de Nederlandse diplomatieke post in Ramallah,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Roon en Wilders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 6 (32734).

Mevrouw Hachchi (D66):

Voorzitter. Ik ga gelijk over tot het indienen van mijn motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat kennis, expertise en analysecapaciteit voor het ministerie van Buitenlandse Zaken van cruciaal belang zijn;

constaterende dat de loopbaandienst bij Buitenlandse Zaken weinig kansen biedt om buiten de overheid, zoals bij ngo's, in het bedrijfsleven of in de wetenschap, ervaring op te doen;

constaterende dat de loopbaandienst en het overplaatsingssysteem al enige maanden kritisch tegen het licht worden gehouden;

verzoekt de regering, in de nieuwe invulling van beleid in ieder geval de volgende twee aandachtspunten mee te nemen:

  • - de optie van kleine, ministerieoverstijgende beleidsteams met vakexperts en diplomaten;

  • - de mogelijkheid van ervaring opdoen buiten het departement,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hachchi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 7 (32734).

De heer Timmermans (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Ik dien mede namens de collega's Peters en Hachchi een motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de huidige plannen voor de modernisering van het postennetwerk vooral gericht zijn op het behalen van een bezuinigingsdoelstelling en dat er in deze plannen (nog) geen duidelijke toekomstvisie op de Nederlandse diplomatie is opgenomen;

overwegende dat Nederland een relatief groot postennetwerk heeft en er voldoende mogelijkheden zijn om op een zorgvuldige wijze de bezuinigingsdoelstelling te behalen zonder afbreuk te doen aan kwaliteit en effectiviteit;

constaterende dat het kabinet het hervormingsproces zorgvuldig vorm wil geven en een eerste aanzet tot het vervolgtraject met betrekking tot de modernisering van het diplomatieke netwerk wil bespreken tijdens de begrotingsbehandeling 2012;

constaterende dat het kabinet bereid is, op een later moment een rapportage inzake het vervolgtraject naar de Kamer te zenden en dat het traject van hervorming een aantal jaren in beslag zal nemen;

verzoekt de regering, te komen met een uitgewerkt voorstel voor een selectiever en effectiever postennetwerk tijdens de begrotingsbehandeling en daarnaast de Kamer jaarlijks te voorzien van een voortgangsrapportage teneinde de Kamer in staat te stellen het hervormingsproces van het diplomatieke netwerk te evalueren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Timmermans, Peters en Hachchi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 8 (32734).

Ik wacht even totdat de minister over de tekst van alle moties beschikt.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Rosenthal:

Mevrouw de voorzitter. De eerste motie, van het lid Van der Staaij, gaat over Montevideo. Nederland heeft geen bijzondere relaties met Uruguay. Op geen van de terreinen die wij belangrijk vinden, is Uruguay prioritair voor Nederland. Consulair heeft de ambassade een zeer geringe taak. Montevideo ligt op 40 minuten vliegen van Buenos Aires. Alles bij elkaar zien wij geen reden om te voldoen aan wat de heer Van der Staaij in de motie vraagt. Ik ontraad die motie.

In de motie van mevrouw Peters c.s. wordt de regering verzocht om een jaarlijkse rapportage aan de Kamer over de MVO-inspanningen van de Nederlandse posten. Ik rapporteer jaarlijks over dit onderwerp in het kader van de mensenrechtenrapportage. Ik vind een specifieke jaarlijkse rapportage op dit punt niet nodig en ik ontraad deze motie.

Motie nr. 3 van de heer De Roon gaat over Barcelona. Met de ANWB zijn inmiddels goede afspraken gemaakt over Barcelona en de doelstellingen die wij daar hebben. Ik kan voor de heer De Roon zeker stellen dat Henk en Ingrid ook deze zomer niet in de hitte zullen blijven staan. Hun noodpaspoort kunnen zij krijgen van de honorair consul. Het is goed geregeld. Ook voor de bedrijven geldt dat via het op te zetten Netherlands Business Support Office de dienstverlening daar voldoende op peil kan worden gehouden. Tot slot wijs ik erop dat de honorair consul benoemd wordt. Dat is meer dan voldoende dienstverlening. Ik ontraad deze motie.

Motie 4 van de heer De Roon en de heer Wilders betreft het verplaatsen van de Nederlandse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem, onder sluiting van de Nederlandse diplomatieke post in Ramallah.

Voorzitter. Het vigerend beleid van de Nederlandse regering met betrekking tot het Midden-Oosten en tot Israël en de andere landen verzet zich tegen wat de heer De Roon en de heer Wilders voorstellen. Ik ontraad die motie.

Het eerste deel van het dictum van motie 5, ingediend door mevrouw Hachchi, is sympathiek. Het tweede deel vind ik ook ondersteuning van beleid. Ik zie echter dat in deze motie ook wordt voorgesteld om dingen extra onder de aandacht brengen. Dat is overbodig in het kader van wat wij met diplomatieke hervorming voorhebben. Alles bij elkaar kan ik niet anders dan de motie ontraden.

Ten slotte de motie van het lid Timmermans c.s. De regering is van mening dat het voorstel dat zij aan de Kamer heeft gedaan en waartegen de Kamer tijdens het AO "ja" heeft gezegd, meer dan voldoende selectiviteit en effectiviteit in zich bergt. Het gaat nu om de uitvoering van het plan dat wij hebben gelanceerd. Met de ondersteuning die wij krijgen van de zogeheten Groep der Wijzen acht ik deze motie niet zinnig en ontraad haar derhalve.

De voorzitter:

Mag ik de minister vragen om nog een oordeel te geven over het eerste dictum van de tweede motie? Dat luidt als volgt: "verzoekt de regering, concrete MVO-doelstellingen overeen te komen met bedrijven die profijt hebben van Nederlandse diplomatieke dienstverlening in het buitenland".

Minister Rosenthal:

Voorzitter. Ook dit eerste dictum wil ik niet tot het mijne maken omdat wij via het MVO-bedrijfsleven contactpunt en overlegforum al voldoende daarin hebben voorzien.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor zijn oordeel over de moties.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor zijn oordeel over de moties. De stemmingen over deze moties vinden plaats bij de eindstemming.

Naar boven