4 Energie

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 30 maart 2011 over energie.

MevrouwOuwehand (PvdD):

Voorzitter. Er is veel te doen over de plannen voor gasopslag onder de Bergermeerpolder. Als de Kamer tot zorgvuldige besluitvorming wil kunnen komen, dan moet zij inzage hebben in alle relevante stukken. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Staat de enige aandeelhouder is van EBN;

constaterende dat de Gas Storage Agreement, in augustus 2009 getekend door onder andere EBN en TAQA, afspraken bevat die een rol zouden kunnen spelen bij de besluitvorming over de gasopslag in de Bergermeerpolder;

verzoekt de regering, de Gas Storage Agreement toe te zenden aan de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 106 (31239).

De heerVan Vliet (PVV):

Voorzitter. Ik zag dat ik als eerste op de sprekerslijst stond. Dat vind ik merkwaardig, want ik heb het VAO niet aangevraagd. Ik zie graag af van mijn spreektijd.

Devoorzitter:

Dat is goed. Soms gebeuren er dingen die je niet kunt verklaren. Mevrouw Ouwehand was inderdaad de aanvrager van dit VAO.

MevrouwVan Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Het lijkt met energie de goede kant op te gaan. Er komen allerlei initiatieven van allerlei partijen. GroenLinks is hier graag een partner in. Het lijkt me nuttig om bij iets wat voor zo'n ongelofelijk lange termijn gaat gelden, gezamenlijk op te trekken. Het maakt me niet uit welke naam het plan draagt, of dat nou Nederlanders voor schone energie, Deltawet of wat dan ook is, maar we moeten nu beginnen met het veiligstellen van schone energie voor toekomstige generaties. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de prijsvolatiliteit van ETS-rechten relatief groot is;

overwegende dat ondernemers gebaat zijn bij zekerheid over de minimale hoogte van de prijs van ETS-rechten;

overwegende dat de Britse regering in haar regeerakkoord pleit voor een minimumprijs van ETS-rechten;

verzoekt de regering om zich samen met de Britse regering in Europees verband in te zetten voor een minimumprijs binnen het ETS,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Tongeren en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 107 (31239).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de reeds verstrekte vergunningen voor nieuwe kolencentrales volgens de advocaat-generaal van het Europese Hof in strijd zijn met de Europese luchtkwaliteitsnormen;

overwegende dat de bouw van nieuwe kolencentrales in Nederland haaks staat op de bindende Europese klimaat- en energiedoelstellingen;

verzoekt de regering om in de toekomst geen nieuwe vergunningen voor kolencentrales meer te verlenen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Tongeren en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 108 (31239).

De heerLeegte (VVD):

Voorzitter. Bij het voeren van de discussie over energie kunnen wij er niet omheen dat er in de wereld een schreeuwende behoefte aan energie ontstaat. Door de opkomende economieën in China en India zal de totale energieconsumptie in het jaar 2050 verdubbelen. Er dreigt een energietekort dat onze voorstelling te boven gaat. Om aan die groeiende behoefte te voldoen, moeten wij naast besparing – dat is belangrijk – ook inzetten op alle andere middelen, zoals wind, zon, biomassa en kernenergie. De VVD wil dat wij kiezen voor de meest veilige, schone, betrouwbare en betaalbare energiemix. Dat was de urgentie van het debat in het algemeen overleg. Wij realiseren ons de decadentie dat aan iedere mogelijkheid een probleem wordt gekoppeld. Niets is makkelijker dan nee zeggen tegen iedere verandering. Dat ontslaat je van de plicht tot meedenken over oplossingen. Maar, wij kunnen geen enkel alternatief uitsluiten en geen enkel alternatief is zonder nadelen.

Tijdens het algemeen overleg spraken wij onder andere over de gaskwaliteit. De VVD is tevreden met de toezegging van de minister om met de sector aan te sturen op een regeling voor de kwaliteitseisen van het aardgas. Het internationale aanzien van energie-investeringen in Nederland is op zijn zachtst gezegd matig, omdat wij ja zeggen maar in de praktijk nee doen. De minister heeft de lastige taak om enerzijds de gaskwaliteit te bewaken en anderzijds te zorgen dat de Gate terminal aantrekkelijk blijft en een hoeksteen blijft van de Nederlandse gasrotonde. Hoe gaat de minister beide zaken verenigen?

MevrouwVerburg (CDA):

Voorzitter. In december hadden wij een algemeen overleg met minister Verhagen over energie, waarbij ik het volgende heb gezegd. Het is onvoorstelbaar dat wij elke paar jaar proberen om een sociaal akkoord op het gebied van werkgelegenheid en sociale zekerheid te sluiten, en dat bij een zo belangrijk dossier als energiezekerheid en verduurzaming van energie alle spelers naar Den Haag komen en langs een eigen spoor opereren. Er wordt geen poging gedaan om een langjarig akkoord te sluiten over de verduurzaming van energie. Dit idee werd in december niet overal met gejuich ontvangen. Inmiddels zie ik meer mensen en organisaties die zich hierachter scharen. Om die reden dien ik samen met de heer Samsom de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat zowel energiezekerheid als een duurzame energievoorziening de komende decennia van groot nationaal en geopolitiek belang is;

van mening dat er veel maatschappelijke partijen zijn die nu nog elk langs een eigen spoor aangeven een bijdrage te kunnen en willen leveren aan zowel langjarige zekerheid als verduurzaming;

van oordeel dat het voor resultaat en draagvlak van groot belang is als alle hoofdrolspelers met elkaar en de overheid tot een gezamenlijke aanpak en route komen;

verzoekt de regering om alle hoofdrolspelers op korte termijn om tafel te nodigen met het doel, te komen tot een langjarig energietransitieakkoord, waarin energiezekerheid en verduurzaming centraal staan, teneinde in uiterlijk 2050 een duurzame energievoorziening te hebben gerealiseerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Verburg en Samsom. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 109 (31239).

MevrouwVan Veldhoven (D66):

Voorzitter. Ik begin ongeveer elke inbreng in een AO met het houden van een pleidooi om als stip op de horizon 2050 te nemen: Nederland fossielvrij. Ik ben dan ook erg blij met de suggesties van anderen om met elkaar te gaan werken aan dat langetermijnakkoord om de sector zekerheid te geven en ervoor te zorgen dat die stip op de horizon een baken wordt waarop we gaan koersen. Mijn motie gaat over de gasopslag en over de voorfinanciering van schade daarvan.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de gasopslag in Bergermeer voor burgers onzekerheid met zich brengt over de financiële afwikkeling van de schade van eventuele bevingen;

overwegende dat TAQA met de gemeenten Alkmaar, Schermer en Heiloo afspraken en convenanten heeft ondertekend over een effectieve afhandeling van de schade;

overwegende dat de gemeente Bergen nog geen convenant met TAQA heeft afgesloten;

overwegende dat TAQA zich bereid heeft verklaard, de reparatie van schade door een aardbeving die redelijkerwijs het gevolg kan zijn van gasopslagactiviteiten van TAQA voor te financieren, in afwachting van vaststelling van de juistheid en eventuele definitieve hoogte van de claim;

vraagt de regering, in overleg met TAQA ervoor te zorgen dat:

  • - deze regeling wordt vastgelegd, bijvoorbeeld in een Annex bij de genoemde gesloten convenanten;

  • - eventuele voorfinanciering plaatsvindt zonder dat hiervoor binnen een redelijke termijn kosten in rekening gebracht worden;

  • - ook inwoners van de gemeente Bergen er op elk moment voor kunnen kiezen, van deze regeling gebruik te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 110 (31239).

MevrouwWiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Recentelijk is in het AO ontzettend veel besproken omtrent energie. Het is de hoogste tijd voor de greendeal. Ik moet zeggen dat ik de motie van de collega's Verburg en Samsom van harte toejuich. Ondertussen zullen we lopende afspraken en toezeggingen ook moeten uitvoeren. De ChristenUnie wil er bij de minister op aandringen, de toezeggingen richting de zonne-energiesector na te komen. Het gaat om een toegezegd budget voor de regeling duurzame warmte voor dit jaar. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het bij de start van de stimuleringsregeling duurzame warmte toegezegde budget van 20 mln. voor dit jaar nog niet is vrijgegeven;

overwegende dat bedrijven in de zonthermische techniekbranche en aardwarmtebranche in afwachting zijn van continuering van de regeling en moeten kunnen rekenen op consistent beleid en een betrouwbare overheid;

van mening dat langer uitstel van het vrijgeven van het budget en daarmee stilstand in de markt schadelijk is voor bedrijven en werkgelegenheid en voor het ontwikkelen van duurzame energietechnieken;

verzoekt de regering, het gereserveerde budget van de stimuleringsregeling duurzame warmte van 20 mln. voor 2011 direct open te stellen voor aanvragen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink, Samsom, Paulus Jansen, Van Veldhoven en Van Tongeren.

Zij krijgt nr. 111 (31239).

De vergadering wordt van 11.00 uur tot 11.05 uur geschorst.

Devoorzitter:

Ik sta de minister toe om heel beknopt te beantwoorden; dat vind ik goed.

MinisterVerhagen:

Voorzitter. Dan ga ik kort in op de vraag van de heer Leegte en zal ik mij verder beperken tot de moties. De heer Leegte vroeg hoe ik ervoor ga zorgen dat Gate geen schade ondervindt en tegelijkertijd de problematiek van de gaskwaliteit wordt opgelost. Ik heb tijdens het overleg aangegeven dat wij in goed overleg zijn met de sector. Samen met de NAM, GasTerra en GTS maken wij afspraken om de kwaliteit zo goed mogelijk te waarborgen. Ik heb afspraken gemaakt met Gate en GTS over een mix van maatregelen. Dat is een evenwichtig en doelgericht pakket dat tegemoetkomt aan de wensen van de invoerders en aan de wensen van gebruikers van gas. Ik ben ook met de gebruikers van gas in overleg om die mix van maatregelen optimaal te laten werken. Daarbij besteed ik vanzelfsprekend ook aandacht aan de voorzieningzekerheid, onder andere via die LNG-terminal. Daar heeft de heer Leegte terecht op gewezen, temeer omdat wij ook moeten voorkomen dat de energiezekerheid en de leveranties in de toekomst onder druk komen te staan. Op dat punt deel ik dus de mening van de heer Leegte. Wij zijn op dat punt alert.

Dan de moties, allereerst de motie van mevrouw Ouwehand over de Gas Storage Agreement. Ik heb eerder schriftelijk aangegeven dat het hier een privaatrechtelijke overeenkomst betreft waarin de tussen de partijen gemaakte afspraken zijn vastgelegd. Het staat mij niet vrij om privaatrechtelijke overeenkomsten openbaar te maken. Desgevraagd heeft EBN mij laten weten bezwaar te maken tegen een dergelijke openbaarmaking van deze overeenkomst, omdat daarmee bedrijfsvertrouwelijke belangen ernstig zouden worden geschaad. Ik heb dus te respecteren dat betrokken partijen mij geen inzage wensen te geven in de Gas Storage Agreement met het oog op openbaarmaking daarvan. Derhalve ontraad ik deze motie.

MevrouwOuwehand (PvdD):

Ik wil kort reageren, want ik denk niet dat wij hieruit gaan komen. Ik vond de schriftelijke beantwoording nogal mager. Ik heb de minister in het AO expliciet gevraagd of er misschien delen kunnen worden weg gelakt. Ik maak uit de antwoorden op dat EBN alleen maar "nee, nee, nee" heeft gezegd. Ik vind dat flauw. De motie is nadrukkelijk bedoeld in dat licht. Als om goede redenen bedrijfsvertrouwelijke gegevens beschermd moeten worden, kunnen die worden weggelakt, maar ik wil de motie in die vorm toch in stemming brengen.

MinisterVerhagen:

Dan blijf ik bij het ontraden. Ik heb in het overleg gemeld dat ik, als in de loop van de gesprekken bepaalde delen openbaar gemaakt kunnen worden, daar uiteraard toe bereid ben. Op dit moment zie ik daar, ook in de gesprekken met EBN, echter geen mogelijkheid toe. Ook het weg lakken hebben wij voorgelegd aan EBN. Het antwoord was "nee". Omdat dit een privaatrechtelijke overeenkomst is, heb ik dat te respecteren.

MevrouwOuwehand (PvdD):

Dan vraag ik de minister om nog te overwegen of het een optie is om het agreement hier vertrouwelijk ter inzage neer te leggen voor de Kamer.

MinisterVerhagen:

Als EBN daar geen bezwaar tegen heeft, zal ik daar uiteraard een poging toe ondernemen. Ik ben bereid om mevrouw Ouwehand op dat punt tegemoet te komen. Ik zal het element van vertrouwelijke inzage dus uiteraard nog bespreken met EBN. Zolang EBN daar op basis van de privaatrechtelijke aard van deze overeenkomst bezwaar tegen heeft, heb ik mij daarin te voegen. Ik ben echter bereid om mevrouw Ouwehand tegemoet te komen en om op een serieuze wijze te proberen om de mogelijkheid van vertrouwelijke inzage te realiseren in die gesprekken.

MevrouwOuwehand (PvdD):

Dank. Zouden wij daar in verband met de stemmingen voor dinsdag 12.00 uur bericht over kunnen krijgen?

MinisterVerhagen:

Ja, ik zal meteen contact opnemen en dan hoort u het voor de stemmingen. Als de uitkomst positief is, hoop ik dat u de motie kunt intrekken.

De tweede motie is die van mevrouw Van Tongeren en mevrouw Van Veldhoven. Ook daarop ben ik al ingegaan in de schriftelijke beantwoording. Juist met de keuze van het instrument van emissiehandel kiezen wij ervoor om de markt zijn werk te laten doen. Wanneer je op nationaal niveau intervenieert, zoals bijvoorbeeld door het Verenigd Koninkrijk is voorgesteld, kan er geen optimale kosteneffectieve verdeling van CO2-reducties binnen het ETS meer plaatsvinden. In het ene land ontstaan dan immers andere prikkels dan in het andere land. Juist omdat de CO2-prijs als zodanig geen doel op zich is binnen het emissiehandelssysteem, maar een resultante van vraag en aanbod, zie ik niets in het voorstel van mevrouw Van Tongeren. Verlaging van het ETS-plafond als zodanig zou resulteren in een opwaartse druk op de CO2-prijs. Andere oplossingen leiden tot verstoringen van de markt. Derhalve moet ik ook deze motie ontraden.

MevrouwVan Tongeren (GroenLinks):

Misschien heeft de minister mijn motie niet helemaal begrepen. Ik stel niet voor om het op nationaal niveau te doen. Ik deel de opvatting van de minister dat dit mogelijkerwijs te verstorend zou kunnen werken. In de motie vraag ik de minister om zich samen met de Britse regering in te zetten om dit in Europees verband voor elkaar te krijgen. Een minimumprijs in de markt is helemaal niet ongebruikelijk. Er zijn een heleboel andere markten waarbij een vastgestelde minimumprijs geldt. Een minimumprijs gaat dus zeker samen met een goed werkende markt. De minister heeft er gelijk in dat het niet een doel is, maar een middel om een fatsoenlijke prijs voor CO2 te krijgen. Die is er niet. Die is veel te volatiel. Die opvatting deelt de minister vast. Ik vraag hem dan ook om nog even goed de laatste zin van de motie te lezen. Wij moeten het samen doen, in Europees verband. Kan de minister de motie dan niet alsnog steunen?

MinisterVerhagen:

Ik heb inderdaad gezien dat het gaat om een minimumprijs in Europees verband, in afwijking van de vragen in het algemeen overleg. Het gaat dus niet om nationale verschillen, maar om een minimumprijs in Europees verband. Mevrouw Van Tongeren verwees naar het VK. Ik heb daarop gereageerd, omdat die wel nationaal willen sturen. In die zin wijkt het voorstel van mevrouw Van Tongeren af van de opstelling van het Verenigd Koninkrijk. Zij verwijst daar echter wel naar in de motie. Ik geef toe dat dit voorstel beter is dan het Britse voorstel. Die "credits" wil ik haar graag geven. Tegelijkertijd blijf ik bij mijn afwijzende oordeel over de motie. Naar onze mening moeten wij sturen via het plafond en niet via de prijzen, ook op Europees niveau. Dat is naar onze mening beter om juist een volwaardig emissierechtensysteem te kunnen realiseren. Het is een keuze voor een ander instrument. Wij willen sturen via het plafond en mevrouw Van Tongeren via het prijsniveau.

MevrouwVan Tongeren (GroenLinks):

Ik zou heel blij zijn met beide. Ik ga de minister nauwkeurig volgen bij de voorstellen om het plafond vlot naar beneden te krijgen.

MinisterVerhagen:

Wij zullen zien hoe de discussie in Europees verband zich ontwikkelt. Mocht er in dat kader een voorkeur zijn om andere instrumenten in zetten dan ben ik daartoe uiteraard bereid. Het algemene doel delen wij immers.

Ik kom bij de motie van mevrouw Van Tongeren en mevrouw Van Veldhoven over de kolencentrales. Ook die motie moet ik ontraden. De vergunningverlening als zodanig voor de kolencentrales is nog onder de rechter. Daarover doe ik op dit moment dus geen uitspraken. Daarnaast is het kabinetsbeleid bekend. Wij kunnen ons niet veroorloven om nu energieopties uit te sluiten, mede gelet op het pleidooi van de heer Leegte. Het is evident dat het nu al uitsluiten van opties buitengewoon negatieve effecten heeft op energievoorziening, energiezekerheid en energieveiligheid in zijn algemeenheid. Als kolencentrales aan de vergunningvoorwaarden voldoen, is het beleid van de regering dat die vergunning ook verleend zal worden. Dat laat onverlet dat wij nog een algehele discussie voeren over bijstook, afvang van CO2 et cetera.

MevrouwVan Tongeren (GroenLinks):

Wat de minister en ook de heer Leegte gezegd hebben, klopt in Europees verband maar niet voor Nederland. Wij exporteren stroom en gaan nog meer vermogen bijzetten. Zou je dan niet juist dat vermogen moeten kiezen dat in elk geval voldoet aan de Europese wet- en regelgeving? Dat was de aanleiding. De minister zei ook dat voldaan moet worden aan wet- en regelgeving. De aanleiding is dat het volgens de advocaten-generaal daaraan niet voldoet. Over het algemeen worden de oordelen van de advocaat-generaal door het Hof overgenomen.

MinisterVerhagen:

Als de opvatting van de advocaat-generaal bepalend is, waarom hebben we dan nog rechters nodig?

MevrouwVan Tongeren (GroenLinks):

Regeren is vooruitzien. Stel dat je ziet aankomen dat iets wat je gepland hebt, op enig moment niet mag. Ik heb de minister eerder gevraagd om een plan-B – daarvoor is dit een steuntje in de rug – aangezien het waarschijnlijk was dat deze uitspraak er zou komen. Dan is het handiger om daarop te anticiperen dan om blind door te gaan. Overigens ben ik als oud-jurist natuurlijk geheel overtuigd van het nut van rechters.

MinisterVerhagen:

Ik ben blij met die laatste opvatting. Die sterkt mij in de mening om het oordeel van de rechter af te wachten. Voorts wijs ik mevrouw Van Tongeren op het feit dat wij in toenemende mate ook een Europese energiemarkt hebben; ook GroenLinks is daar groot voorstander van. Derhalve is het niet voldoende alleen maar naar de energiebehoefte in Nederland te kijken, maar moet je ook bekijken in hoeverre Nederland binnen de Europese energiemarkt een rol kan spelen ten aanzien van de energievoorzieningszekerheid in andere Europese landen.

Daarnaast heeft destijds in de discussie over de vergunningverlening voor de kolencentrales het streven naar een Europese energiemarkt een belangrijke rol gespeeld; daarmee zouden veel sterker vervuilende kolencentrales in het oostelijke deel van Europa overbodig worden. Dat werd met het oog op de algehele milieuproblematiek beschouwd als een van de voordelen van het opzetten van moderne, met de laatste stand der techniek gebouwde, kolencentrales in Nederland.

De heerLeegte (VVD):

De VVD kan zich niet vinden in de interpretatie door GroenLinks van wat wij hebben gezegd. Wij zijn niet van het gelegenheidsargument dat Nederland wel stroom kan importeren als het een energiebron is die GroenLinks aanstaat, en dat wij die niet zouden mogen exporteren als het een bron van energie is die GroenLinks niet aanstaat. Bij dezen neem ik dus afstand van die suggestie van GroenLinks.

MinisterVerhagen:

Dan kom ik bij de motie van mevrouw Verburg en de heer Samson op stuk nr. 109. Ik heb het zo begrepen dat mevrouw Van Tongeren zich er ook bij heeft aangesloten, hoewel haar naam niet onder de motie staat. Ik ga er echter van uit dat deze motie breder gedragen wordt.

Ik sta achter het streven van deze motie om te gaan voor een duurzame, CO2-arme toekomst. Ik ben het met de indieners eens dat er voor een echte verduurzaming van onze energievoorziening ook forse inspanningen van marktpartijen en overheid nodig zijn. Daarbij gaat het dus om inspanningen van zowel grijze als groene partijen, groot en traditioneel, klein en innovatief. Een energieakkoord kan het tempo van verduurzaming van onze energievoorziening absoluut versnellen. Ik ondersteun dus het verzoek van de indieners, want dit is ook het streven van het kabinet.

Het energieakkoord dat de indieners voor ogen staat, sluit dan ook aan bij de initiatieven die het kabinet neemt met betrekking tot een green deal. Of je het nu "groen akkoord", "energieakkoord" of "green deal" noemt, maakt op zich niet uit; als wij hier Nederlands willen spreken, is "groen energieakkoord" wellicht aardiger dan "green deal". Zo'n akkoord is juist bedoeld om te komen tot concrete afspraken met de verschillende actoren: het bedrijfsleven, overheden en maatschappelijke instellingen.

Aan het topteam van het topgebied "energie", dat zich moet buigen over een plan van aanpak met betrekking tot energie, is de expliciete opdracht meegegeven om ervoor te zorgen dat zijn advies draagvlak bij de sector heeft, waardoor je maatregelen kunt treffen die tot verdere verduurzaming leiden. Dat moet op zo'n manier gebeuren dat wij er uiteindelijk ook profijt van hebben, niet alleen qua energie, maar ook qua werkgelegenheid en winstgevendheid van ons bedrijfsleven. Ik beschouw deze motie dan ook als ondersteuning van het kabinetsbeleid en voer haar gaarne uit, indien zij aanstaande dinsdag wordt aangenomen.

Dan ga ik in op de motie-Van Veldhoven/Van Tongeren op stuk nr. 110 over de gasopslag in Bergen en de wenselijkheid om de inwoners van de gemeente Bergen gebruik te laten maken van de regeling voor de effectieve afhandeling van schade en de voorfinanciering. TAQA is inderdaad bereid om bij een KNMI-registratie van een beving die schade kan veroorzaken, het betwiste bedrag voor te financieren aan de gedupeerden. Dat vind ik heel positief. In het overleg hebben we ook gesproken over een dergelijke voorfinanciering totdat duidelijkheid ontstaat omtrent de aan de aardbeving gerelateerde schade. De motie vraagt aandacht voor het vastleggen van die afspraken, ook met de gemeente Bergen, zodat ook de inwoners van de gemeente Bergen daarvan gebruik kunnen maken. Ik kan hierover zeggen dat dit is vastgelegd in de convenanten voor bodembeweging die TAQA inmiddels heeft gesloten met de gemeenten Alkmaar, Heiloo en Schermer. Die convenanten gaan verder dan de wettelijke zorgplicht van de vergunninghouder, die is vastgelegd in de Mijnbouwwet. TAQA heeft de wens om ook zo'n convenant met de gemeente Bergen te sluiten. Indien de gemeente Bergen halsstarrig blijft, of om andere redenen van mening is dat zij dit convenant niet moet sluiten omdat ze daarmee een bepaalde positie opgeeft, is TAQA bereid om die regeling op een andere wijze vast te leggen en open te stellen voor de inwoners van de gemeente Bergen die hiervoor in aanmerking zouden kunnen komen. Uiteraard geldt deze bereidheid alleen bij de definitieve vergunningverlening voor de gasopslag in Bergen.

Wat de overige kosten betreft het volgende. TAQA zal gedurende een periode van 14 maanden na ontvangst van de schademelding geen wettelijke rente, noch andere kosten in rekening brengen over het voorgefinancierde en eventueel terug te storten bedrag. Ik vind dat ook een buitengewoon positieve stap van TAQA. Ik vind dan ook dat TAQA zich zeer redelijk opstelt. Ik ben het ermee eens dat de inwoners van de gemeente Bergen niet de dupe mogen worden van het feit dat het gemeentebestuur zo'n convenant niet wil sluiten. Ik zie deze motie dan ook als ondersteuning van het beleid dat ikzelf voorsta. Van mijn kant zal ik het mogelijke doen om de inwoners van de gemeente Bergen tegemoet te komen.

Ik kom aan de laatste motie, die van mevrouw Wiegman en andere leden. Mevrouw Wiegman heeft haar werk goed gedaan, dit is een breed gesteunde motie. Desalniettemin moet ik deze motie ontraden. Het is bekend dat het kabinet alle uitgaven opnieuw tegen het licht houdt. Wij willen het beschikbare budget voor duurzame energie zodanig inzetten, dat vastgestelde doelstellingen op de meest kosteneffectieve wijze worden gerealiseerd en de bijdrage aan de Nederlandse economie het grootst is. Onze inspanningen richten zich dus op de SDE-plusregeling, die per 1 juli opengaat, met het topgebied energie, waarvoor we medio juni de adviezen van de topteams krijgen.

Bij mijn ontraden zet ik één kanttekening. Ik wil het besluit over de openstelling van de regeling duurzame energie koppelen aan die twee zaken: de SDE-plusregeling en het plan van aanpak of advies dat in het topgebied energie verder wordt ontwikkeld. Ik wil daar nu niet te ver op vooruitlopen. Ik wil daar wel serieus naar kijken, maar ik kan de Kamer nu niet toezeggen dat die regeling zo snel mogelijk opengaat. Ik kan de Kamer daarover in de zomer informeren, als ik de twee elementen waarnaar ik zonet verwees, in hun volle omvang kan wegen. Ik stel voor om deze motie te betrekken bij het overleg naar aanleiding van de informatie die ik de Kamer in de zomer zal verstrekken.

MevrouwWiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik ben erg teleurgesteld in dit antwoord. Ik vraag de minister helemaal niet om op zaken vooruit te lopen. Ik ben ontzettend benieuwd naar alle plannen die gaan komen en ik wil over alles gaan praten wat in de zomer zal verschijnen, maar dit gaat puur over het nakomen van lopende afspraken. En dit is nu precies iets waar het bedrijfsleven gillend gek van wordt. Er worden toezeggingen gedaan, er worden regelingen opengesteld waarover ook in de Staatscourant staat vermeld dat ze zouden lopen tot en met oktober 2011. Nu wordt dit voortijdig afgebroken en worden zaken niet nagekomen. Dit is echt een onbetrouwbare overheid.

MinisterVerhagen:

Ik neem ten zeerste afstand van de uitspraken van mevrouw Wiegman. Wij proberen juist om op de meest efficiënte wijze duurzame energie te realiseren en nu wordt er op een toon van "onbetrouwbare overheid" gesproken. Dat is feitelijk gewoon niet waar. Mevrouw Wiegman loopt op zaken vooruit omdat zij wil dat het budget direct wordt opengesteld voor energie. Op het punt van een kostenefficiënte besteding van gelden zeg ik dan dat ik nu wel 20 mln. over de balk kan gooien om direct aan haar wens tegemoet te komen, maar ik kan ook, gelet op de plannen die ontwikkeld worden en hetgeen de Kamer wil, een energieakkoord sluiten om te komen tot een duurzame energiehuishouding in de toekomst. Ik wil die 20 mln. op de meest kostenefficiënte wijze inzetten, op basis van alle informatie. Ik wil nu niet even hapsnap één element eruit trekken en het geld uitgeven. Ik ontraad dan ook ten stelligste deze motie.

MevrouwWiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik heb er echt moeite mee dat ik nu word weggezet als iemand die hapsnapbeleid voorstaat. Ik wijs de minister op toezeggingen die zijn gedaan. De minister kent mij als iemand die heel constructief het debat over energiebeleid wil voeren. Ik denk graag actief mee over nieuwe plannen. Dit zijn evenwel gedane toezeggingen. Je kunt het niet maken om dingen in een Staatscourant te publiceren over hoe lang een regeling loopt. Ik wijs erop dat Agentschap NL in november 2010 corporaties heeft aangespoord om gebruik te maken van de regeling. Dat heeft geleid tot allerlei aanvragen. Nu zegt de minister echter: ik ga niet strooien met geld. Het zijn echter allemaal gedane toezeggingen.

MinisterVerhagen:

Ik ben het niet met mevrouw Wiegman eens. Ik vind dat wij op een zo kostenefficiënt mogelijke wijze deze 20 mln. moeten besteden. Derhalve ontraad ik het aannemen van deze motie.

MevrouwOuwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik heb even getwijfeld, maar ik maak toch een opmerking over de reactie van de minister op de motie van mevrouw Van Veldhoven over de financiering van gasopslag in de gemeente Bergen. Ik heb hierover al eerder een opmerking gemaakt in het AO. Ik vind de houding van de minister ten aanzien van de gemeenten onbetamelijk. Ik hoor hem nu weer zeggen dat de gemeente Bergen halsstarrig is. Hij suggereert zelfs beter voor de belangen van de inwoners op te komen dan de gemeente zelf. Ik maak daartegen bezwaar. De minister kent de feiten niet of manipuleert die in zijn eigen voordeel. Ik ben hierover echt boos.

MinisterVerhagen:

Voorzitter. Dat spijt mij. Ik wilde juist met mevrouw Van Veldhoven opkomen voor de belangen van de inwoners van de gemeente. Van het feit dat er geen convenant gesloten is, om wat voor reden dan ook – ik kan de redenen wel verzinnen – mogen de inwoners niet de dupe wonen. Ik trek hierin samen op met de fractie van D66. De inwoners kunnen van een mogelijke schaderegeling gebruikmaken, ook al is er geen convenant. Ik vind dat niet onbetamelijk. Ik ga evenwel uiteraard niet over uw oordeel.

Devoorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u hebt uw punt gemaakt. Wij gaan hierover niet verder in debat.

MevrouwVan Veldhoven (D66):

Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn reactie op mijn motie en de inspanningen die hij bereid is om te verrichten. Het gaat ook over de periode waarin de gemeente mogelijk nog onderhandelt over een convenant. Als er in de tussentijd nog iets mocht gebeuren, dan zijn de burgers in ieder geval beschermd.

De beraadslaging wordt gesloten.

Devoorzitter:

De minister wenst een schorsing voorafgaand aan het volgende agendapunt.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Naar boven