5 Vragenuur

Vragen van het lid Van der Ham aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht "CDA-leden tegen bezuinigingen passend onderwijs".

De heerVan der Ham (D66):

Voorzitter. Welkom minister, goed u te zien. We zagen u afgelopen zaterdag natuurlijk ook, toen er op Politiek 24 de hele dag weer goede televisie van het CDA-congres was te zien. Altijd goed. Dit keer kwam er ook een goed besluit uit voort. Dat is ook weleens anders. Het ging over passend onderwijs. Daarover zijn zeker kritische opmerkingen te maken, dat doen wij ook, maar de bezuinigingswoede van het kabinet rond het passend onderwijs, het onderwijs aan de meest kwetsbare leerlingen, is wel erg sterk. Dat vindt ook de CDA-achterban. Een meerderheid van die achterban heeft gezegd dat dit wel wat langzamer en zorgvuldiger kan. De wankele basis waarop dit kabinet rust, lijkt nu af te brokkelen. Alle oppositiepartijen zijn kritisch over met name het bezuinigingstempo van nu. Nu ook de achterban van het CDA, het smaldeel van het kabinet waar ook de minister toe behoort, daar zeer kritisch over is, wil ik graag weten wat zij met het signaal gaat doen dat zij moet gaan bewegen. Wat gaat zij doen? Hoe gaat zij om met dat signaal?

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Voorzitter. Ook ik ben blij om de heer Van der Ham weer te zien. Dank dat u mij naar de Kamer hebt geroepen! De resolutie die is aangenomen op het partijcongres was een helder signaal. Ik heb dat signaal tot mij genomen, net als alle andere geluiden die ik over dit belangrijke thema opvang via gesprekken en bezoeken die ik afleg. Voorzitter. U zult begrijpen dat ik als lid van het kabinet uiteraard sta voor het regeerakkoord, waar ik mijn handtekening onder heb gezet. Nogmaals, het signaal is helder, maar ik sta als minister voor het regeerakkoord. Dat heb ik ordentelijk uit te voeren.

De heerVan der Ham (D66):

Voorzitter. Zo gemakkelijk komt deze minister er niet mee weg. Een zeer belangrijke partij, haar eigen partij, maar ook een belangrijk onderdeel van deze coalitie, zegt dat er geluisterd moet worden naar het signaal. Er is een resolutie aangenomen. Ik ben ook benieuwd naar wat mevrouw Ferrier van het CDA daarover te melden heeft bij dit vragenuurtje, want zij heeft gezegd dat de resolutie over passend onderwijs, die met grote meerderheid is aangenomen, een duidelijk signaal van de leden is, dat zij als woordvoerder zeer ter harte neemt. Mijn vraag aan de CDA-fractie is welk signaal zij aan deze minister geeft.

Devoorzitter:

Mijnheer Van der Ham, dat doen wij niet. U stelt uw vragen aan de minister.

De heerVan der Ham (D66):

Ik ben heel erg benieuwd wat de minister vervolgens daarop zegt. De inhoudelijke argumentatie van het CDA-congres is belangrijk, namelijk dat de kwaliteit van het onderwijs gebaat is bij de kwaliteit van leraren in met name het regulier onderwijs, dat dit ook ten gunste komt van het zorgonderwijs en dat alle mogelijk opties en dekkingen moeten worden onderzocht om de getemporiseerde bezuinigingen door te voeren, dus niet in het enorme tempo waarin deze minister dat van plan is. Die argumenten worden nu niet alleen door de oppositiefracties aangedragen, maar ook door een coalitiefractie. Ik vraag de minister om daarop inhoudelijk te reageren.

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Nogmaals, het klopt dat het CDA-congres een signaal heeft afgegeven. Dat is mij natuurlijk ook ter ore gekomen, ik zat ook in de zaal. Ik begrijp de zorgen die er leven. Die zorgen hoor ik niet alleen daar, maar ook op andere plekken. Daarom ga ik ook het land in. Ik heb dat ook afgesproken met de Kamer. Ik spreek rechtstreeks met mensen op scholen en ik nodig ook mensen uit om een en ander zo zorgvuldig mogelijk te kunnen doen. Voorzitter. Maar u zult het mij niet euvel duiden dat ik als lid van het kabinet sta voor het regeerakkoord. Ik dien het daarbij te houden.

De heerVan der Ham (D66):

Dan vraag ik u om op de volgende niet zo onwaarschijnlijke hypothese, want dat kan wel eens werkelijkheid worden, te reageren. Straks wordt een motie ingediend – ik hoop dat ook het CDA daar voor zal stemmen – waarin wordt gesteld dat gekeken moet worden naar temporisering, vertraging van de bezuinigingen, zodat al die kwalitatief goede docenten die nu ontslagen worden, niet ontslagen hoeven te worden. Als een dergelijke motie wordt aangenomen, hoe zou de regering c.q. deze minister daarmee omgaan? Dat dit gaat gebeuren, is niet zo hypothetisch, als het CDA zijn woord houdt.

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

De heer Van der Ham weet dat, als een dergelijke motie aan de orde zou zijn, de minister staat voor het regeerakkoord. Bij een dergelijke motie zal het kabinet altijd moeten komen met een ordentelijke dekking, maar dat is standaard. Verder wil ik niet ingaan op "indien … dan …" et cetera. Wat ik hier zeg, is de gebruikelijke lijn der dingen. Daar wil ik het echt bij houden.

MevrouwFerrier (CDA):

Mij is een vraag gesteld maar ik begrijp dat ik alleen een vraag aan de minister mag stellen. Dan wil ik het volgende zeggen.

Ik heb afgelopen zaterdag met veel genoegen gezien dat mevrouw Koşer Kaya aanwezig was namens D66. Ik nodig ook de heer Van der Ham van harte uit bij ons volgend congres aanwezig te zijn. Het betreft hier een interne CDA-kwestie. Ik ga hier verder niets over zeggen. Is de minister het met mij eens dat dat de manier van handelen is op dit punt?

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Dat lijkt mij een correcte weergave.

De heerVoordewind (ChristenUnie):

Wij hebben de minister net als in het debat over het passend onderwijs horen herhalen: regeerakkoord is regeerakkoord. Dat begrijp ik, maar ik breng in herinnering dat de minister bij het langstuderen, waarbij het gaat om 150 mln., bereid was om binnen de begroting van OCW te kijken naar alternatieve dekkingen. De ChristenUniefractie heeft de alternatieve dekking voor passend onderwijs aangereikt, namelijk de prestatiebeloning. Daar bestaat ook groot draagvlak voor in het onderwijsveld. Ook hier vraag ik haar niet om het regeerakkoord te veranderen maar om daar binnen haar eigen begroting naar te kijken.

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Een regeerakkoord bestaat uit plannen en uit daarbij behorende begrotingen of een "financiële plaat" zoals wij dat noemen. Beide zijn voor mij een gegeven. Verder heb ik hier nooit het woord gevoerd over de langstudeerders. Dat is een zaak van de staatssecretaris. Daarbij heb ik dus ook nooit aangegeven naar alternatieve dekkingen te willen zoeken, want het is mijn portefeuille niet. Dat ligt bij de staatssecretaris en met hem spreekt de Kamer volgende week.

De heerDijsselbloem (PvdA):

De minister maakt op dit punt toch een wat futloze indruk. Het lijkt erop alsof zij volstrekt het hoofd in de schoot legt. Zij oogt buitengewoon ongelukkig met het thema en lijkt te denken: het is nou eenmaal zo, gezien het regeerakkoord met mijn handtekening. Op het CDA-congres is een betekenisvolle uitspraak gedaan. Als de Kamer een motie zou aannemen langs de lijn van die uitspraak van het CDA-congres, voorzien van een alternatieve dekking binnen de begroting van OCW, zou de minister daar dan voor openstaan? Zou zij met die motie teruggaan naar het kabinet en zeggen: ik wil het graag langs deze lijn doen?

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Wij hebben eigenlijk net dezelfde vraag aan de orde gehad bij de heer Van der Ham, behoudens dat de heer Dijsselbloem met een dekking komt. Zoals ik net heb geantwoord op het punt dat de woordvoerder van de ChristenUniefractie naar voren bracht, is het regeerakkoord niet alleen een zaak van voornemens, maar kent het ook een financiële plaat met een verdeling, die ook een werkelijkheid is. Die dingen komen hier bij elkaar. Van mij, als lid van het kabinet, kunt u geen andere reactie verwachten op dit punt, omdat ik ergens mijn handtekening onder gezet heb.

De heerKlaver (GroenLinks):

Dit kabinet rechtvaardigt al zijn plannen met de opmerking "wij leven in moeilijke tijden". Moeilijke tijden vragen om leiderschap. Dat betekent ook dat je soms terugkomt op dingen die je hebt afgesproken. De resolutie die is aangenomen op het CDA-congres, vertegenwoordigt een breed gevoelen in de Kamer en in de samenleving. Het CDA-congres vraagt ook om te onderzoeken welke alternatieve dekkingen er zijn om deze bezuinigingen te temporiseren, om ervoor te zorgen dat de kinderen in het passend onderwijs de beste kansen krijgen. Is de minister bereid om die dekkingsvoorstellen te onderzoeken, mee terug te nemen naar het kabinet en te staan voor deze zwakke kinderen?

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Het is misschien een beetje formalistisch maar wij moeten de rollen goed scheiden. Ik ben aangesteld om in het kabinet mijn taak te vervullen. Daar heb ik afspraken gemaakt. Zolang de afspraken zijn zoals ze zijn, zal ik die stappen zetten. Zo werkt het. Dat is de formele positie.

De heerJasper van Dijk (SP):

De bezuinigingen op het speciaal onderwijs zijn buitengewoon pijnlijk. Dat vinden wij allemaal. Daar moeten wij zo snel mogelijk een oplossing voor vinden. Nu heeft het CDA zaterdag een nieuwe voorzitter gekozen: mevrouw Peetoom. Een groot succes. Ik ga ervan uit dat de minister daar apetrots op is.

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Absoluut.

De heerJasper van Dijk (SP):

Gisteren zat ze bij De Wereld Draait Door en werd haar gevraagd wat haar eerste succes was. Ze moest het antwoord schuldig blijven. Kunnen wij mevrouw Peetoom helpen door te zeggen dat er een glasheldere resolutie aangenomen is? Zie af van de bezuiniging op passend onderwijs. Als de minister het niet doet, dan wil de SP-fractie het graag doen om het CDA dit succes te bezorgen.

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Dit vind ik al te lief van de SP-fractie. Ik begin er gelijk grote zorgen bij te krijgen over wat erachter zou zitten. Ik ben het ermee eens dat we heel blij mogen zijn met onze nieuwe voorzitter. Dat ben ik persoonlijk ook. Ik vind het ook heel leuk om hier over het CDA te praten. Verder kan de heer Van Dijk de CDA-voorzitter niet kwalijk nemen dat zij in twee dagen tijd nog geen succes heeft behaald. Het zal vast gaan lukken de komende tijd. Laat zij haar eigen tempo bepalen. Ik denk dat ze dat erg goed zelf kan.

De heerSchouw (D66):

Fijn dat ik in de gelegenheid ben iets aan de minister te vragen. Ik denk dat dit de eerste echte testcase wordt voor de nieuwe partijvoorzitter van het CDA. Is de minister dat met mij eens?

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Nee, natuurlijk niet. Laten we even eerlijk zijn. Ik ga niet in op de rol van de partijvoorzitter. Daar ben ik hier niet voor aangesteld.

De heerSchouw (D66):

Laten we inderdaad even eerlijk zijn.

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Voorzitter, ik vraag me af of deze vraag binnen de orde is.

Devoorzitter:

Volgens mij wel.

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

De voorzitter van een partij – ik ben het zelf jarenlang geweest – heeft allerlei rollen. Die gaat mevrouw Peetoom ongetwijfeld goed oppakken. Daar ben ik van overtuigd. Zaken die de Kamer en de regering betreffen zijn primair een zaak van de Kamer en de regering. Meer kan ik er niet van maken. Ieder heeft zo zijn taak. Ook hier geldt die formele positie.

Devoorzitter:

Dan hebben we allemaal – ook de mensen thuis – begrepen hoe het precies zit.

Naar boven