3 Vragenuur

Vragen van het lid De Roon aan de minister van Buitenlandse Zaken over de uitlatingen van Richard Goldstone ten aanzien van het Goldstonerapport.

De heerDe Roon (PVV):

Voorzitter. Goldstone heeft de crux van zijn tegen Israël gerichte rapport herroepen. Dat heeft hij schandelijk te laat gedaan, maar het is wel terecht dat hij dit heeft gedaan. Laten wij niet vergeten dat het rapport was geïnitieerd door de VN-Mensenrechtenraad. In die raad speelt de anti-Israëlgestapo genaamd Organisation of the Islamic Conference, gedoogd door de Europese Unie, die – zoals altijd – slap is, een dominante rol. Notoire mensenrechtenschenders worden in die raad ontzien. Dat alleen al was een reden om het onderzoek van Goldstone te wantrouwen. En terecht; dat wordt nu ook door Goldstone zelf bevestigd. Het Goldstoneonderzoek was en is een wanstaltig gedrocht. Dat was vanaf het begin ook al duidelijk. de reden daarvoor was, dat Hamas iedere medewerking weigerde. Het resultaat kon daardoor niet anders dan eenzijdig anti-Israël worden, en dat is ook gebleken. Het rapport heeft grote schade toegebracht aan de beeldvorming over Israël in de wereld. De operatie Cast Lead, die door Israël werd uitgevoerd, was ter verdediging tegen beschieting van Joodse burgers met duizenden raketten en granaten vanuit de Gazastrook. Een zaak waartegen de internationale gemeenschap acht jaar lang niets effectiefs heeft ondernomen. Het Israëlische zelfverdedigingsdoel is door het Goldstoneonderzoek gewoon genegeerd.

Wij moeten het Israëlische recht op zelfverdediging bevestigen in plaats van Israël te laten afkraken in een eenzijdig rapport. Mensen als Van Agt en mevrouw Duisenberg, verblind als zij zijn in hun anti-Israëlische hetze, betreurden het in het verleden dat er in Nederland kritische kanttekeningen werden geplaatst bij het Goldstonerapport. Ik ben er trots op dat ik in september 2009 in deze Kamer een motie heb ingediend om bij de VN kenbaar te maken dat Nederland het rapport als bevooroordeeld en eenzijdig beschouwt en naar de prullenbak verwijst. Ik vraag de minister, het rapport nu alsnog in de prullenbak te mieteren en ervoor te zorgen dat het ook internationaal in de prullenbak van de geschiedenis verdwijnt.

MinisterRosenthal:

Voorzitter. De Nederlandse regering verwelkomt het artikel in The Washington Post van rechter Richard Goldstone. Het artikel geeft blijk van gewijzigde inzichten van Goldstone op cruciale onderdelen van zijn rapport. Het onderkent de evidente onderzoeksinspanningen van Israël en ik voeg daaraan toe: ook de evidente onderzoeksinspanningen van de Palestijnse Autoriteit. Daarentegen onderstreept het krachtig dat Hamas geen onderzoek heeft verricht.

Het onderstreept ook wat Goldstone betreft dat Hamas met het afvuren van raketten oorlogsmisdaden pleegt, omdat daarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen militaire en civiele doelen. Het zegt vervolgens – en daar gaat het nu natuurlijk om – dat Israël niet kan worden beticht van stelselmatige, intentionele aanvallen op burgers.

Verwijst de regering het rapport nu in totaliteit naar de prullenbak? Dat doet de regering niet. Het artikel van de heer Goldstone pleit Israël om het zo te zeggen vrij op cruciale onderdelen van de conclusies die hij heeft getrokken, maar natuurlijk zijn er natuurlijk wel degelijk punten in het rapport van Goldstone die het waard blijven om te worden onderkend.

De heerDe Roon (PVV):

Ik dank de minister voor zijn deels teleurstellende beantwoording, want het Goldstonerapport moet gewoon van de agenda verdwijnen. Het voorstel van zeventien IKV-hoogleraren om dat rapport nu toch door nog meer internationaal onderzoek te laten volgen zie ik niet anders dan als een linkse poging om vooral Israël kunnen blijven bashen. Hamas gaat daaraan sowieso niet meewerken en heeft wat dat betreft ook geen enkel krediet, want dat islamitische bewind is niet bereid en in staat tot zelfreiniging. Israël heeft intussen al 400 onderzoeken ingesteld en Hamas niet één. Israël kent onafhankelijke instellingen in het militaire rechtssysteem die onderzoek verrichten naar mogelijke schendingen van het internationaal recht. Dat Israëlische systeem is goed vergelijkbaar dat van andere democratische staten. Mijn fractie heeft voldoende vertrouwen in de rechtsstaat Israël en vindt dat kan worden volstaan met onderzoeken door Israël zelf. Ik vraag de minister dan ook om de brief van de zeventien IKV-hoogleraren in de prullenbak te laten verdwijnen.

Ten slotte nog dit. Zojuist is bekend geworden dat de heer ElBaradei, presidentskandidaat in Egypte, heeft verklaard dat Egypte als Israël nog een keer Gaza aanvalt de oorlog zal verklaren aan dat zionistische regime. Hij is een gematigde moslim, zoals hij wordt genoemd, een man die in mijn ogen ten onrechte de Nobelprijs voor de Vrede heeft gekregen. Ik hoop dat hij nooit president wordt van Egypte. Ik vraag de minister om deze anti-Israëlhetze en oorlogstaal van ElBaradei nu hier met kracht te veroordelen. Wil de minister ook verklaren dat Nederland Israël onvoorwaardelijk zal steunen als het een gerechtvaardigde zelfverdedigingsstrijd voert, ook als dat in Gaza zal zijn?

MinisterRosenthal:

De brief van de zeventien hoogleraren heb ik ontvangen. Ik heb geen reden om op het verzoek van de zeventien hoogleraren in te gaan. Dat is mijn antwoord op de eerste vraag.

De tweede vraag betreft de positie van Hamas. Er mag geen enkel misverstand over bestaan dat Hamas door de Nederlandse regering wordt gezien als een terroristische organisatie, waarmee hoegenaamd geen contact zal worden onderhouden. De feiten die door Goldstone in zijn artikel in NRC Handelsblad en in The Washington Post nog eens worden onderstreept, zijn volstrekt duidelijk. Ik heb dat in mijn eerste beantwoording al gemeld.

Wat de mededelingen van de heer ElBaradei betreft, is het voor de Nederlandse regering van cruciaal belang dat in de turbulente ontwikkelingen die nu in de Arabische wereld plaatshebben de vredesverdragen met Egypte en Jordanië onverkort overeind blijven. Dat geeft dus aan dat de opmerkingen van de heer ElBaradei geen bijdrage leveren aan een goede ontwikkeling in het Midden-Oosten. De Nederlandse regering ziet op het bevorderen van het vredesproces in het Midden-Oosten. De heer ElBaradei geeft daarvan geen blijk.

Devoorzitter:

Mijnheer De Roon, uw laatste opmerking.

De heerDe Roon (PVV):

Ik hoor de minister de oorlogstaal van ElBaradei hier nu niet krachtig veroordelen. Ik vraag hem om dat in Egypte alsnog toch te doen. Ik vraag hem om ook echt te verklaren dat Nederland Israël onvoorwaardelijk zal steunen als het gaat om een gerechtvaardigde zelfverdedigingsstrijd, ook als dat in Gaza zal zijn.

MinisterRosenthal:

Ik heb al gezegd – en ik herhaal dat – dat de opmerkingen van de heer ElBaradei geen enkele bijdrage leveren aan een ontwikkeling die wij wensen. Daarin mag de heer De Roon dan ook een veroordeling zien.

Elk land, ook Israël, is volledig gerechtigd en legitiem op het punt van zelfbescherming om zich te verdedigen tegen aanvallen van buiten, ook wanneer het gaat om raketten die worden afgevuurd vanuit bepaalde bezette gebieden.

De heerVan der Staaij (SGP):

Essentiële onderdelen van het Goldstonerapport zijn onderuitgehaald door de heer Goldstone zelf in een officieel opinieartikel in The Washington Post, maar dat heeft verder geen enkele status. Het rapport ligt er wel. Welk vervolg krijgt de erkenning van de heer Goldstone dat er tekortkomingen zijn in dat rapport? Hoe kan de schade die er toch is ontstaan, worden hersteld?

MinisterRosenthal:

Het is volstrekt duidelijk dat er nu niet alleen een ander beeld omtrent het rapport van Goldstone bestaat, maar ook dat er andere feiten aan de orde zijn. Dat moet – dit is een rechtstreeks antwoord op de vraag van de heer Van der Staaij – ook sorteren in effect. Dat effect zal zich moeten voordoen in de bespreking die wij bijvoorbeeld op Europees vlak over deze materie hebben. In de besprekingen en in de contacten met Israël en de Arabische landen, met de landen die aan het Midden-Oostenvredesproces deelnemen, zal ik dit aankaarten. Het is niet zonder betekenis, daarover geen enkel misverstand, als cruciale conclusies van zo'n rapport onderuitgaan. Dan wordt het rapport als zodanig ook zeer twijfelachtig. Desondanks bevat het rapport bepaalde feiten die ook door Israël niet worden bestreden. Deze moeten wij wel onder ogen blijven zien.

Devoorzitter:

Minister, u hebt een halve minuut voor het antwoord, dat is heel kort.

De heerVoordewind (ChristenUnie):

Kan de minister aangeven dat hij in VN-verband bereid is om een officiële reactie van de heer Goldstone te laten publiceren, opdat deze voer kan zijn binnen de Europese Unie om tot een herziening van het standpunt van de Europese Unie ten aanzien van het Goldstonerapport te komen?

MinisterRosenthal:

Wat betreft een herziening van het standpunt omtrent het rapport-Goldstone in zijn totaal: ik ben natuurlijk ten volle bereid om dit zowel in EU- als in VN-verband aan te kaarten.

Naar boven