4 Vragenuur

Vragen van het lid Van der Burg aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat criminaliteit door kinderen jonger dan 12 jaar niet wordt geregistreerd terwijl sprake is van winkeldiefstal, wapenbezit en straatroof.

MevrouwVan der Burg (VVD):

Voorzitter. In het Leidsch Dagblad stond dit weekend welke ernstige overtredingen en misdaden jongeren beneden de twaalf jaar plegen. Het is schokkend waar een aantal van deze jongeren zich, zo jong nog, al schuldig aan maakt. Ik stel hierover twee vragen aan de minister van Veiligheid en Justitie. Ten eerste: weet deze minister welke overtredingen en misdaden jongeren van deze leeftijd begaan en hoe vaak dit voorkomt? Ten tweede: hoe wil de minister van Veiligheid en Justitie criminele carrières in de knop breken als hij niet weet hoe vaak dit voorkomt, om welke misdaden het gaat en wie het betreft?

MinisterOpstelten:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Van der Burg voor haar vragen. Op de eerste vraag antwoord ik dat ik vanwege de onvolledige politieregistratie op dit moment geen exact aantal 12-minners kan noemen dat delicten pleegt. Op niet al te lange termijn komt daarin verandering door de verbeterde politieregistraties. Dat is één van de accenten die wij leggen in de aanpak. Wij willen komen tot een registratie van wie het zijn en wat hun perspectief is. Dat loopt via de politie. Dat zal eind 2011 functioneren. De tweede vraag is hoe wij die criminele carrières breken. Dat doen wij natuurlijk, om te beginnen, met kennis en informatie, dus door registratie.

De volgende stap is doorverwijzing van zo'n melding naar het Bureau Jeugdzorg; bekijken wat er nodig is. Is bijvoorbeeld een gedwongen kader nodig, ondertoezichtstelling? Doorverwijzen is in elk geval heel belangrijk. Een belangrijk punt is dat de politie contact opneemt met de ouders. Een instrument dat in dezen tot onze beschikking staat, is gelegen in de Voetbalwet. Ik verslik mij omdat ik altijd moet denken aan mijn voetbalclub als ik over de Voetbalwet spreek. Neemt u mij deze onthulling niet kwalijk. Ik hoop niet dat dit van mijn tijd afgaat. De Voetbalwet geeft de mogelijkheid om ouders te bevelen om hun kinderen van de straat te halen. Met dat pakket van maatregelen zijn wij druk bezig. Dat zal succes moeten hebben.

MevrouwVan der Burg (VVD):

Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn antwoorden. Ik begrijp dat als de minister de registratie eind 2011 op orde heeft, de Kamer begin het jaar daarop geïnformeerd kan worden daarover. Zij kan daarover dan van gedachten wisselen. Het begint inderdaad bij registratie. Wat gaat de minister met de ouders doen? Het betreft kinderen die niet onder het strafrecht vallen en daarin spelen ouders een heel belangrijke rol. Hoe betrekt hij de ouders bij het oplossen van dit probleem?

Ik hoor verder graag hoe de huidige situatie van het niet-registreren van deze groep zich verhoudt tot het lik-op-stukbeleid. Wij weten allemaal dat als de kinderen eenmaal een delict hebben gepleegd en daar niet de consequenties van ervaren, zij keer op keer weer in de fout gaan. Dat blijkt ook uit het artikel. De kans op herhaling wordt buitengewoon groot, waarmee ook de kans op een criminele carrière groot wordt. Ik hoor daarop graag een antwoord van de minister.

MinisterOpstelten:

Voorzitter. Mevrouw Van der Burg stelt twee vragen. De eerste betreft de ouders. Ik heb gezegd dat het kernpunt ligt bij de ouders. Met de registratie weten wij om wie het gaat. Vervolgens kunnen wij naar de ouders toegaan en hen erbij betrekken, samen met jeugdzorg. Dat is heel hard nodig. Dat proces loopt nu al. Het is niet zo dat wij tot 2011 niets doen; het loopt nu al.

De tweede vraag betreft het lik-op-stukbeleid. Daar gaat het inderdaad om. Je moet er bovenop zitten. Ik heb daarom een aantal instrumenten genoemd. De voorzitter heeft mij gevraagd om mij aan de tijd te houden en daarom ga ik er niet mee verder. Het lik-op-stukbeleid is een kernbegrip, ook in de aanpak van de 12-minners.

MevrouwVan der Burg (VVD):

Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn beantwoording. Ik zie de rapportage over die registratie met belangstelling tegemoet, begin 2012. Ook hoor ik dan, en het liefst daarvoor al, graag meer over de aanpak van deze groep. Het is buitengewoon belangrijk gelet op de recidive en het herhaalgedrag dat wordt voorkomen dat deze groep in de criminaliteit terechtkomt. Daar laat ik het bij.

MinisterOpstelten:

Voorzitter. Ik geloof niet dat er een reden is om een antwoord te geven. Ik heb geluisterd naar wat mevrouw Van der Burg heeft gezegd. Ik ben het met haar eens.