2 Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Van der Steur aan de minister van Veiligheid en Justitie, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, over de verdubbeling van het aantal onttrekkingen aan de tbs na verlof.

De heerVan der Steur (VVD):

Voorzitter. De Telegraaf opende gisteren met schokkend nieuws: in 2010 sloegen meer tbs'ers op de vlucht dan in 2009 en in minstens twee gevallen zou dit geleid hebben tot misdrijven. Expliciet werden in dat artikel voorvallen in Boekel en in Venray genoemd.

Mijn eerste vraag aan de minister is of het juist is dat er in 2010 meer onttrekkingen zijn geweest dan in 2009. Het gaat hier dan om onttrekkingen aan het verlof dat aan tbs'ers wordt verleend. Wat is daarvoor volgens de minister de verklaring? Zijn er door deze tbs-verpleegden tijdens hun "onterechte" verlof inderdaad misdrijven gepleegd?

MinisterOpstelten:

Mevrouw de voorzitter. Ik dank de heer Van der Steur voor zijn vragen over de ontwikkelingen bij een aantal onttrekkingen in de tbs-sector. Dat geeft mij de gelegenheid om een aantal algemene opmerkingen te maken, zodat er op dit terrein geen misverstanden kunnen bestaan.

Ten eerste is een onttrekking geen ontsnapping. Een onttrekking is een term of begrip dat wordt gebruikt voor alle onregelmatigheden bij verlofbewegingen. Als je om zes uur binnen moet zijn en je komt om zeven uur opdagen, is er technisch gezien sprake van een onttrekking. Dat wordt ook als zodanig geregistreerd. Van het hazenpad kiezen of de benen nemen is in die situatie dan ook geen sprake, zoals wel in de media wordt gesuggereerd. Dus de vraag van de heer Van der Steur of ik dit beschouw als een gecalculeerd risico beantwoord ik met ja, waarbij ik opmerk dat het risico niet heeft geleid tot 41 misdrijven in 2010 maar merendeels tot niet nagekomen afspraken. Er is één strafbaar feit gepleegd in januari van dat jaar waarvoor de dader uiteraard is vervolgd en met twee jaar detentie is gestraft.

Ten tweede is het aantal onttrekkingen dat langer duurde dan 24 uur in 2009 en 2010 exact gelijk gebleven, te weten in beide gevallen zeven. De stijging van het aantal onttrekkingen heeft dan ook betrekking op onttrekkingen van korter dan 24 uur waarbij de meeste tbs-gestelden de onttrekking zelf hebben beëindigd. De ontwikkeling van het aantal onttrekkingen sinds 2005 geeft het volgende beeld. In 2005:73, in 2006: 43, in 2007: 33, in 2008: 28, in 2009: 22 en in 2010: 41. Er is specifiek geen verklaring voor te geven. Bij elk verlof wordt advies gevraagd. Dat wordt voorgelegd aan het Adviescollege Verloftoetsing tbs. Wij zullen natuurlijk met alle instanties al deze meldingen nagaan en een analyse laten plegen.

De heerVan der Steur (VVD):

Voorzitter. Ik begrijp van de minister dat het verlof hoort bij tbs en ook bij de behandeling. Dat uitgangspunt onderschrijft de VVD-fractie. Je kunt geen tbs-behandeling ondergaan zonder op enig moment verlof te krijgen. Maar bij die afweging staat ook voor de VVD-fractie voorop dat de veiligheid van de samenleving belangrijker is dan de snelheid waarmee dat verlof plaatsvindt en waarmee de behandeling plaatsvindt. Ik begrijp van de minister dat hij zich dat realiseert. Wel blijft de vraag boven de markt hangen of bij dat aantal onttrekkingen – dat geleid heeft tot één misdrijf; dat is in ieder geval minder dan De Telegraaf suggereerde – aan te wijzen is of er bij sommige klinieken vaker onttrekkingen plaatsvinden dan dat dit niet het geval is. Verwacht de minister dat het nieuwe beleid van de staatssecretaris, namelijk dat op het onttrekken aan verlof een jaar geen verlof meer mag worden genoten, deze problematiek zal oplossen?

MinisterOpstelten:

Dat zijn twee vragen en daarop geef ik twee korte antwoorden.

Er zijn geen aanwijzingen voor een specifiek aan te wijzen kliniek of een aantal klinieken. Dat hebben wij kunnen nagaan via de registratie die wordt gepleegd. Wel zal alsnog een analyse plaatsvinden aan de hand van de cijfers, zoals ik in de eerste termijn heb gezegd. Dat is ook gebruikelijk.

Op de tweede vraag antwoord ik bevestigend. De staatssecretaris heeft per 1 januari 2011 de regeling ingevoerd dat tbs-gestelden die zich onttrekken aan verlof dan wel langer dan 24 uur ongeoorloofd afwezig zijn, één jaar niet met verlof gaan. Wij gaan ervan uit dat deze maatregel de veiligheid in de samenleving zal dienen.

De heerVan der Steur (VVD):

De VVD-fractie is tevreden met het antwoord van de minister. Wij begrijpen het antwoord zo dat de afweging tussen de veiligheid aan de ene kant en het belang van de tbs-gestelde aan de andere kant zorgvuldig wordt gemaakt. De VVD-fractie hecht grote waarde aan maatwerk. Wij hebben gesproken met een aantal tbs-verpleegden. Zij zeggen dat het vroeger gebruikelijk was dat van iedereen de verloven werden ingetrokken als een onttrekking had plaatsgevonden. Dat is onredelijk. Ik begrijp dat het beleid nu echt toeziet op maatwerk. Dat heeft de staatssecretaris ook gezegd. Maatwerk is in het belang van de samenleving, maar ook in het belang van de tbs-verpleegde. Ik ben daar zeer tevreden mee.

MinisterOpstelten:

Naar ik meen, zijn mij geen vragen meer gesteld. Ik neem kennis van het statement van de heer Van der Steur. Daarvoor dank ik hem.

MevrouwBouwmeester (PvdA):

Ik dank de minister voor zijn antwoorden. De minister heeft gezegd dat de Kamer een analyse zal krijgen. Dat lijkt mij heel terecht, want eigenlijk weten wij niet veel, behalve dan dat het aantal onttrekkingen is toegenomen. Ik wil graag dat uit de analyse blijkt wat de definitie van "onttrekking" is. Was iemand vijf minuten te laat, of was iemand twaalf uur te laat? Wat is de oorzaak daarvan en welke conclusies worden daaruit getrokken? Als dat bekend is, kan de Kamer goed controleren wat er aan de hand is en wat eraan wordt gedaan. Als de Kamer dat op schrift krijgt, kan zij op basis van feiten verder spreken.

MinisterOpstelten:

Tegen mevrouw Bouwmeester kan ik zeggen dat op de melding van een bijzonder voorval in de tbs-klinieken telkens een analyse wordt uitgevoerd. Op dit moment komt daaruit naar voren dat geen overkoepelende oorzaak is aan te wijzen. De staatssecretaris zal met de klinieken bespreken of nog aanvullende maatregelen in het kader van het verlof moeten worden doorgevoerd. Ik kan toezeggen dat wij a. de cijfers aan de Kamer zullen doen toekomen en dat wij b. de Kamer op de hoogte stellen van de gesprekken die de staatssecretaris zal voeren met de klinieken en van de uitkomsten daarvan.

Devoorzitter:

Ik wijs de leden en de minister erop dat een halve minuut mag worden genomen voor het stellen van de vragen en een halve minuut voor het geven van antwoord.

MinisterOpstelten:

Het is goed dat u dat zegt, mevrouw de voorzitter. Dat is altijd nodig.

MevrouwVan Toorenburg (CDA):

De CDA-fractie zou graag zien dat uit de analyse blijkt van wie het verlof voor een jaar zou zijn ingetrokken. De staatssecretaris heeft gezegd dat het een vrij stevige maatregel is. Daar hebben wij ook op aangedrongen. Hij heeft echter gezegd dat iemand die twee minuten te laat komt omdat de bus niet reed, niet meteen een jaar binnen hoeft te blijven. Wij willen wel graag weten wat de ruimte is. Kan naar die gevallen worden gekeken? Wie komen nu in aanmerking voor dat jaar?

MinisterOpstelten:

Tegen mevrouw Van Toorenburg kan ik zeggen wat ik net heb gezegd. Wij zullen aan de hand van de cijfers precies aangeven wat de analyse is geweest. Ook stellen wij de Kamer op de hoogte van de uitkomsten van de gesprekken van de staatssecretaris met de klinieken en van het oordeel van de staatssecretaris over de maatregel die per 1 januari is ingegaan.

MevrouwHelder (PVV):

De PVV ziet de analyse graag tegemoet. Het verlof is een onderdeel van de behandeling, dus dit moet goed bekeken worden. Natuurlijk moeten wij de analyse afwachten, maar stel dat het aantal onttrekkingen niet daalt, is de minister dan bereid om na te denken over vervolgmaatregelen?

MinisterOpstelten:

Dat is inderdaad de conclusie, maar tot nu toe geeft de analyse daar geen aanleiding toe. Wij zullen a. analyseren en b. met de klinieken gaan praten over de vraag of er aanleiding is om vervolgmaatregelen te nemen. Want de cijfers moeten natuurlijk naar beneden; dat moge duidelijk zijn.

Devoorzitter:

Mag ik van u weten wanneer we de daarnet aan mevrouw Bouwmeester toegezegde analyse krijgen?

MinisterOpstelten:

Dan moet ik in de agenda van de staatssecretaris kijken. Hij werkt snel, dus ik dacht aan een maand, maar ik maak er twee maanden van. Dan is er met al die klinieken gesproken en dan heeft de Kamer er ook iets aan.

Devoorzitter:

Prima, we zullen het noteren.

Naar boven