Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | nr. 44, item 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | nr. 44, item 7 |
Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 januari 2011 over het elektronisch patiëntendossier (epd).
De heer Van Gerven (SP):
Voorzitter. Wij spreken vandaag weer kort over het elektronisch patiëntendossier en dat is heel merkwaardig. Er is heel veel discussie over, er zijn allerlei bezwaren en honderdduizenden mensen hebben gezegd dat zij er niet in willen worden opgenomen. Toch dendert die trein onverminderd door. Het gekke is dat hoewel de wet nog niet is aangenomen, deze toch al wordt uitgevoerd. Wat je er verder ook van vindt, wat de SP-fractie betreft kan dit niet. Daarom dien ik een motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Eerste Kamer de Wet epd niet heeft aangenomen omdat zij bezwaren heeft op grond van te weinig steun vanuit het veld en de grootschaligheid (aangenomen motie-Slagter-Roukema (EK 31466, letter L);
constaterende dat de invoering doorgaat;
verzoekt de regering, de invoering, al dan niet vrijwillig, te staken totdat de Eerste Kamer ingestemd heeft met de Wet epd,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven en Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 64 (27529).
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Voorzitter. Het zal inderdaad niet de laatste keer zijn dat we hier over het epd spreken, want deze week hebben wij de nota van wijziging ontvangen over onder andere de handhaving en de sanctie. Ik hoop dat de Kamer die zo spoedig mogelijk kan bespreken. Ik heb vernomen dat de Eerste Kamer inmiddels een datum heeft gepland om het debat over het epd, naar wij hopen, af te ronden. Voor ons geldt dat de veiligheid van patiënten voorop staat en ook de regie van patiënten op het epd. Daarom zal mijn collega, de heer Omtzigt, een aantal moties indienen en om die reden dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bij het voorschrijven van medicijnen en de uitgifte van medicijnen de richtlijnen bepalen dat rekening gehouden moet worden met alle voorgeschreven medicatie;
constaterende dat op dat moment dus een volledige lijst van voorgeschreven medicatie beschikbaar is;
verzoekt de regering, vast te leggen dat een patiënt bij de uitgifte van medicijnen recht heeft op inzage in papieren en/of elektronische vorm van de aan hem voorgeschreven medicijnen, evenals het recht op aanvulling van deze lijst met zelfmedicatie die gebruikt wordt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kuiken, Omtzigt, Voortman, Dijkstra en Wiegman-van Meppelen Scheppink.
Zij krijgt nr. 65 (27529).
Mevrouw Gerbrands (PVV):
Voorzitter. Wij zijn teleurgesteld dat de nieuwe minister dezelfde weg bewandelt als haar voorganger. Veiligheid, privacy en noodzaak van het epd zijn in onze ogen nog altijd niet goed geregeld en aangetoond. De Partij voor de Vrijheid vindt dan ook dat de minister moet afzien van het landelijke epd en zich moet focussen op veilige regionale gegevensuitwisseling waarbij de regie bij de patiënt zelf ligt. Wij blijven tegen het epd. Daarom dienen wij de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering, af te zien van de invoering van dit elektronisch patiëntendossier (epd),
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Gerbrands. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 66 (27529).
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter. De CDA-fractie is er tevreden over dat de minister dit virtuele dossier snel reëel probeert te maken, zodat patiëntengegevens niet alleen op papier, maar ook in de virtuele wereld goed beschikbaar zijn. Wij vinden wel dat het een patiëntendossier is en geen doktorendossier. Daar hebben wij ook een duidelijk punt van gemaakt tijdens het algemeen overleg. De minister heeft toegezegd om met een brief te komen waarin zij uiteenzet hoe patiënten die inzage op een effectieve manier kunnen hebben. Wij zijn daar blij mee, maar we hebben nog twee aanvullingen, wellicht aansporingen voor de minister.
De eerste aansporing betreft het voorbeeld dat je straks wel elektronische inzage hebt in je huisartsendossier en je medicatiedossier, maar niet bij het ziekenhuis. Een aantal ziekenhuizen geeft die inzage wel. Een aantal geeft die inzage niet. Een aantal ziekenhuizen brengt er ook een behoorlijke prijs voor in rekening, soms tot € 0,23 per kopietje. Als je een beetje medisch dossier hebt, betaal je je blauw aan de kopieerkosten. Dat moet gemakkelijker kunnen. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat burgers via de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) recht hebben op inzage van het eigen dossier bij de zorgverlener;
constaterende dat de minister voornemens is, patiënteninzage in het landelijke epd, dat wel het medicatiedossier en het waarneemdossier huisartsen betreft, maar bijvoorbeeld niet het ziekenhuisdossier, te regelen;
verzoekt de regering, vast te leggen in de WGBO dat patiënten per 1 januari 2013 recht hebben op inzage en afschrift op elektronische wijze in hun gehele dossier bij de zorgverlener, en de zorgverlener te verplichten, dit recht op elektronische inzage en afschrift te faciliteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt, Kuiken, Voortman, Dijkstra en Wiegman-van Meppelen Scheppink.
Zij krijgt nr. 67 (27529).
De heer Omtzigt (CDA):
Mede gesteund door de patiëntenvereniging dien ik de volgende motie in. Je moet niet alleen de uitgewisselde gegevens kunnen zien, maar alle brongegevens die in het LSP beschikbaar zijn. Alleen dan ben je baas over je eigen gegevens. En je moet de mogelijkheid tot correctie en aanvulling hebben. Die is in de Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst vastgelegd.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat de patiënt zijn hele dossier, dat via het Landelijk Schakelpunt (LSP) beschikbaar is, moet kunnen inzien;
verzoekt de regering, bij de opties voor inzage, die uitgewerkt worden, expliciet de volgende zaken te garanderen:
- de inzage in alle gegevens, dus niet alleen de uitgewisselde gegevens via het LSP, maar ook de brongegevens bij de zorgaanbieders;
- de mogelijkheid tot correctie, zoals die in de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst is vastgelegd,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt, Kuiken, Voortman, Dijkstra en Wiegman-van Meppelen Scheppink.
Zij krijgt nr. 68 (27529).
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Op de display voor mij staat "afronden", maar ik ben nog niet eens begonnen!
De voorzitter:
Spannend, hè!
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Enorm.
Voorzitter. Tijdens het algemeen overleg hebben wij aangegeven dat een goed epd, een epd is waarbij de patiënt ook echt zelf de regie erover kan voeren. Wij hebben daarover een aantal kritische opmerkingen gemaakt, waarnaar vorige sprekers ook al hebben verwezen. Ik heb de moties van mevrouw Kuiken en de heer Omtzigt dan ook mede ondertekend.
Daarnaast heb ik ingebracht dat alle informatie met betrekking tot de hackpogingen, voor zover mogelijk, openbaar moet zijn, zodat wij allemaal kunnen controleren of de hackpogingen waardevol zijn of kunnen bewijzen dat het epd waterdicht is. Dat is voor ons een zeer belangrijk punt. De minister heeft daarop toegezegd, de informatie openbaar te maken. Wij zullen die laten beoordelen en komen daar, indien nodig, op terug.
Tijdens het algemeen overleg was een ander groot punt het voorstel van de minister om het epd bij wijze van tussenstap te laten inzien via de zorgverlener. Diverse patiëntenorganisaties hebben daarop kritiek geuit. De minister heeft aangegeven dat zij met dat voorstel komt en dat zij dat nader zal toelichten. Wij wachten de informatie af. Vooralsnog zijn wij hierover niet enthousiast. Wij vinden dat de patiënt daarin direct en niet via een zorgverlener inzage moet hebben en dat er geen afhankelijkheidsrelatie op dat punt mag ontstaan tussen patiënt en zorgverlener.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Minister Schippers:
Voorzitter. In de eerste motie verzoeken de heer Van Gerven en mevrouw Leijten de regering, de invoering al dan niet vrijwillig te staken tot de Eerste Kamer heeft ingestemd met het epd. Ik vind het belangrijk om te benadrukken dat aansluiting op het landelijk schakelpunt door zorgaanbieders al vrijwillig is. Pas nadat de wet de Eerste Kamer is gepasseerd, is dat verplicht. 3000 zorgaanbieders hebben dat al gedaan. Nog 2000 willen zich de komende twee à drie maanden daarbij aansluiten. Burgers kunnen bezwaar maken en bepalen zelf of zorgverleners hun gegevens mogen raadplegen. Alle burgers hebben daarover een brief gekregen.
Deze motie is een stap terug. Voor de noodzakelijke informatie-uitwisseling moet dan tijdelijk weer worden teruggevallen op telefoon, fax en meestal niet veilige regionale systemen. Het wordt zorgverleners onmogelijk gemaakt om de noodzakelijke gegevensuitwisseling te verbeteren en te laten voldoen aan de eisen van de WGBO en de Wbp. Uitvoering van de motie zal zorgen voor onduidelijkheid en verwarring richting al die zorgaanbieders en burgers. De inspanning om het proces vervolgens weer vlot te trekken, zal niet gering zijn en leiden tot een aanzienlijke vertraging en extra kosten. Ten slotte wijs ik er nogmaals op dat mevrouw Tan in de Eerste Kamer bij stemverklaring letterlijk heeft gesteld dat haar motie zich niet verzet tegen een verdere vrijwillige aansluiting van zorgverleners op het elektronisch medicatiedossier en het waarneemdossier huisartsen. Ik ontraad deze motie.
De heer Van Gerven (SP):
Het punt is dat die wet nog niet van kracht is en toch al wordt ingevoerd.
Minister Schippers:
Nee.
De heer Van Gerven (SP):
Niet het verplichtende karakter daarvan inderdaad; wat dat betreft hebt u gelijk. Er is echter met subsidies gestrooid en er wordt keihard op ingezet om die toch door te zetten. Er bestaat al wetgeving die bepaalde zaken garandeert. Waarom is er niet keurig gewacht totdat die wet is ingevoerd? Wellicht wordt hij nog op punten gewijzigd. Waarom is niet de koninklijke weg bewandeld, maar is ervoor gekozen om de trein te laten doordenderen?
Minister Schippers:
Ik heb net aangegeven waarom het heel onverstandig zou zijn om dat te doen. Ik benadruk dat het wetsvoorstel in de Eerste Kamer ligt. Daarin is sprake van verplichte aansluiting. Nu zijn er allerlei zorgaanbieders die zich aansluiten. Die zijn ook op regionale netwerken en het landelijk schakelpunt aangesloten. Dat is een vrijwillig besluit. Ook burgers hoeven niet mee te doen als zij dat niet willen. Zij hebben een brief gekregen zodat zij kunnen zeggen: wij doen niet mee. Naar onze mening gebeurt er niets waarvoor deze wet nodig is. Daar gaat het om.
De voorzitter:
Laatste keer op dit punt, mijnheer Van Gerven. Graag een korte vraag.
De heer Van Gerven (SP):
Ik heb in mijn inleiding gezegd dat die wet erg controversieel is. Dat alleen al zou genoeg reden moeten zijn om uiterste zorgvuldigheid te betrachten en de zaak even stil te leggen totdat de behandeling van het wetsvoorstel ordentelijk is afgehandeld en de wet al dan niet is aangenomen.
Minister Schippers:
Alles gebeurt op vrijwillige basis. Er gebeurt niets waarvoor die wet nodig is. Wij hebben ons netjes gehouden aan de afspraak met de Eerste Kamer om niet uit te breiden met allerlei röntgenfoto's, laboratoriumuitslagen enzovoorts, totdat de wet door de Eerste Kamer is. Dat doen wij dus ook niet. Daarmee wachten wij ook. Wij hebben dus een soort standstill wat betreft de mogelijkheden van het epd. Daar houden wij ons netjes aan. Wat nu gebeurt kan zonder de wet, maar liever hebben wij natuurlijk de wet.
De motie op stuk nr. 65 is van mevrouw Kuiken, de heer Omtzigt, mevrouw Voortman, mevrouw Dijkstra en mevrouw Wiegman. Daarin wordt de regering verzocht om vast te leggen dat een patiënt bij uitgifte van medicijnen het recht heeft op inzage in de papieren of elektronische documenten met de aan hem voorgeschreven medicijnen evenals het recht op aanvulling van deze lijst met gebruikte zelfmedicatie. Ik zeg: dat is er al. De apotheker kan alle verstrekte medicatie opvragen. Hij kan dit overzicht aan de patiënt verstrekken. De patiënt heeft al recht op inzage en op aanvulling op grond van de WGBO. Dat bestaat dus allemaal al. Dit is allemaal geregeld, dus is die motie overbodig.
De heer Omtzigt (CDA):
Het recht op inzage bestaat, maar in de WGBO is niet vastgelegd dat het op dat moment mag. Een aantal apothekers geeft het recht en een aantal apothekers zegt: u kunt over een aantal dagen terugkomen. In deze motie staat dat je het lijstje op het moment van voorschrijven kunt meenemen. Dat zou een grote stap voorwaarts zijn.
Minister Schippers:
Naar onze mening is dit geregeld. U zegt dat er een tijdpad tussen zit. Daarbij hangt het ervan af waar je zit en dan zou het schelen als iedereen zou zijn aangesloten op het elektronische patiëntendossier in plaats van dat het op papier gaat. Volgens ons is dit goed geregeld in de WGBO.
In de motie op stuk nr. 66 van mevrouw Gerbrands wordt de regering verzocht om af te zien van de invoering van het elektronisch patiëntendossier. Dit punt hebben mevrouw Gerbrands en ik in het AO al gewisseld. Wij hebben verschillende meningen over het epd. Het zal dus ook niet verbazen dat ik de motie ontraad. Ik ben namelijk van mening dat het hoognodig is dat wij in de enorme hoeveelheid gegevens die in de gezondheidszorg dagelijks, maar op een inefficiënte, ongestructureerde en vaak onveilige manier uitgewisseld worden, verbetering aanbrengen. Het epd brengt die verbetering; in ieder geval levert het zowel een bijdrage aan de verbetering van de bescherming van de privacy als de kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid. Ik zou het in het belang van de patiënt, zoals ik daartegen aankijk, dus ernstig betreuren als wij hiermee zouden stoppen.
In de motie-Omtzigt c.s. op stuk nr. 67 wordt de regering verzocht om in de WGBO vast te leggen dat patiënten per 1 januari 2013 recht hebben op inzage en afschrift. Dit is ook al geregeld, namelijk via het amendement-Omtzigt/Vermeij bij de wetsbehandeling.
De heer Omtzigt (CDA):
Het gaat hier expliciet niet om de gegevens die via het LSP uitgewisseld worden. Die gegevens worden namelijk gedekt door het amendement-Omtzigt/Vermeij. Het gaat hierbij vooral om die ziekenhuis-epd's waarbij helemaal geen inzicht bestaat via het LSP. Net heeft de minister gezegd dat die voorlopig niet aangesloten zullen worden, maar dat dit nog vele jaren zal duren. Die laatste gegevens vallen dus niet onder deze wet.
Minister Schippers:
Het verzoek in de motie is dat patiënten per 1 januari 2013 recht hebben op inzage en afschrift op elektronische wijze in hun gehele dossier bij de zorgverlener. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer. Wij gaan ervan uit dat wij tegen die tijd het epd hebben geregeld. Dan heeft de heer Omtzigt dit dus zelf al in het verleden geregeld via de wetsbehandeling. Dat het nu niet werkt, komt overigens omdat wij het allemaal nog niet voor elkaar hebben. De wet is er niet eens, want die ligt nog bij de Eerste Kamer.
De heer Omtzigt (CDA):
Hoor ik hier de toezegging van de minister dat zij per 1 januari 2013 alle 100 ziekenhuizen aangesloten heeft op het LSP, met alle brongegevens van de patiënten daar, inclusief röntgenfoto's, labuitslagen, anamneses en alle andere beschikbare zaken?
Minister Schippers:
Het is voor mij erg moeilijk om daar een datum aan te verbinden, aangezien het wetsvoorstel al enige tijd in de Eerste Kamer ligt. Het gaat er dus om hoe snel het tempo zal zijn. Is het zo dat de Eerste Kamer in maart akkoord gaat? Of de Eerste Kamer akkoord gaat, heb ik niet in de hand. Ik zal mijn best ervoor doen, maar als dit niet zo is, weet ik ook niet hoe snel de rest gaat. Als de Eerste Kamer wel akkoord gaat, kunnen wij het epd razendsnel uitbreiden met laboratoriumgegevens en röntgenfoto's. Er zijn allerlei fantastische mogelijkheden. Dit is ook in het debat aan de orde geweest. Via zijn eigen amendement heeft de heer Omtzigt ervoor gezorgd dat het geregeld is, als de wet wordt aangenomen. Dan moet echter wel eerst de wet aangenomen worden.
Het wordt heel eentonig, maar ook wat gevraagd wordt in de motie-Kuiken c.s. op stuk nr. 68 is al mogelijk. In die motie wordt verzocht om inzage in alle gegevens, dus niet alleen in de uitgewisselde gegevens via het LSP, maar in ook de brongegevens bij de zorgaanbieders en bovendien om de mogelijkheid tot correctie. Dit is inderdaad in de wet vastgelegd. Dus ook deze motie is al geregeld. Dit is misschien wel gelukkig, want wij hebben het dus met z'n allen, niet ik, maar de vorige woordvoerders, aardig geregeld. Deze motie is dus ook overbodig.
De heer Omtzigt (CDA):
Kan de minister dan één voorbeeld geven – dit mag ook per brief – van een zorgverlener bij wie je op elektronische wijze het recht op correctie kunt uitvoeren? Ik ken namelijk geen enkel voorbeeld daarvan, omdat dit nu echt alleen op papier gebeurt. Het is dus op dit moment wettelijk niet geregeld dat het tweede verzoek in de motie via het LSP of via de elektronische dossiers kan.
Minister Schippers:
Mijn antwoord is erop gebaseerd dat het wetsvoorstel in de Eerste Kamer is aangenomen. Het gaat dus niet om nu. Wij hebben allerlei in het wetsvoorstel geregeld. Dat ligt echter bij de Eerste Kamer.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik verzoek de minister hierop terug te komen. Het recht op de correctie in de WGBO is niet gekoppeld aan het landelijk schakelpunt. Je kunt dus niet corrigeren op het LSP. Je moet dit op een andere manier regelen. Wij vragen in deze motie om te bezien op welke manier je die twee met elkaar kunt verbinden. Wij krijgen duidelijke signalen hierover, bijvoorbeeld van de NPCF. Die ondersteunt ons hierbij. Deze vraag is dus serieus; niet alle vragen die wij stellen, zijn overbodig.
Minister Schippers:
Er is al heel veel gedaan. Er wordt al heel lang gesproken over het epd en er is ook al heel veel behandeld en geregeld. Ik stuur u een brief, zoals ik tijdens het AO al heb aangegeven, over de vraag waarin die patiënt inzage krijgt. Ik zal deze vraag meenemen. Als blijkt dat het niet goed is geregeld, moeten wij dat alsnog doen.
De voorzitter:
En uw oordeel over de motie is?
Minister Schippers:
Als het geregeld is, zou ik het toch jammer vinden om het oordeel aan de Kamer te laten. Dan hebben wij iets geregeld wat wij dubbel gaan regelen. Mijn advies zou daarom zijn om deze motie aan te houden tot de brief er is. Als dan blijkt dat het is geregeld, is er niks aan de hand. Is het niet geregeld, dan kunt u de motie alsnog in stemming brengen en zal ik positief adviseren.
De voorzitter:
Kunnen wij die brief wel binnen twee maanden verwachten? Anders is de motie verlopen.
Minister Schippers:
De brief is toegezegd in het algemeen overleg.
De voorzitter:
Binnen twee maanden?
Minister Schippers:
Ik zou u niet meer kunnen zeggen wanneer wij die hebben toegezegd, maar ik zie iedereen knikken.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over de ingediende moties zal aanstaande dinsdag worden gestemd.
De vergadering wordt van 17.56 uur tot 19.00 uur geschorst.
Voorzitter: Bosma
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20102011-44-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.