Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | nr. 38, item 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | nr. 38, item 7 |
Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 16 december 2010 over de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA).
De heer Van Gerven (SP):
Voorzitter. Ik wil de volgende moties indienen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering, voor eind 2011 het aantal langeafstandveetransporten dat niet voldoet aan de eis van maximaal 500 kilometer of 8 uur, substantieel te laten afnemen;
verzoekt de regering tevens, voor transport de transportcondities trapsgewijs op te schroeven naarmate het transport langer duurt;
verzoekt de regering voorts, voor eind 2011 het aantal misstanden bij diertransport substantieel te laten afnemen en daarover de Kamer jaarlijks te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 296 (26991).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat toezicht een kerntaak van de overheid is;
verzoekt de regering, betreffende de taken nVWA te komen met een visie over toezicht waarbij kwaliteitsverbetering het hoofddoel is;
verzoekt de regering, daarbij te onderzoeken hoe het toezicht het beste kan worden georganiseerd, hoe de onafhankelijkheid van de bij de nVWA ingezette laboratoria kan worden gegarandeerd en of de constructie van toezicht op toezicht moet worden teruggedraaid,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 297 (26991).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in het rapport-Vanthemsche onder andere geconstateerd wordt dat het handhavingsinstrument dat in de reglementering voor levend vee voorziet, ontoereikend is, dat noch de organisatie, noch de ambtenaren op de werkvloer beschikken over efficiënte en adequate handhavingsinstrumenten, dat in de grote slachthuizen voor einde loopbaan fokrunderen en fokvarkens zich het probleem voordoet van de norm op het gebied van dierenwelzijn en dat in de middelgrote en kleine slachterijen er een probleem is door onvoldoende toezicht;
overwegende dat op dit moment onvoldoende duidelijk is of de problemen zijn opgelost;
verzoekt de regering, in 2011 een onafhankelijke evaluatie te starten om onderzoek te laten doen in hoeverre de indertijd geconstateerde problemen al zijn opgelost en waar eventuele vervolgactie nodig is,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 298 (26991).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering, in te zetten op moderne hulpmiddelen bij de controle en daarbij binnen afzienbare tijd te streven naar 100% GPS op diertransport en een brede toepassing van moderne hulpmiddelen als permanente webcams bij slachterijen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 299 (26991).
De heer Ormel (CDA):
Voorzitter. Naar aanleiding van het algemeen overleg met de regering over de nVWA wil ik graag drie moties indienen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in het veld volop ideeën bestaan om de (administratieve)lastendruk in relatie tot de activiteiten van de nVWA te verlagen;
overwegende dat het regeerakkoord meldt dat administratieve lasten en regeldruk voor bedrijven in 2012 ten opzichte van 2010 met 10% dienen te zijn afgenomen;
verzoekt de regering, bij nVWA een laagdrempelig coördinatieloket in te richten waar medewerkers en cliënten ideeën kunnen aanleveren om de nVWA effectiever en efficiënter te laten werken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ormel. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 300 (26991).
De heer Ormel (CDA):
Wij zien een loket niet als een aantal personeelsleden die daar weer moeten zitten, maar meer als een website of wat dan ook, die natuurlijk wel gecontroleerd gaat worden. De drempel moet laag zijn.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat nVWA vanaf 2012 met kostendekkende tarieven gaat werken;
van mening dat effectief en efficiënt werken bij de nVWA, net zoals alle bedrijven, continue aandacht behoeft en dat transparantie van de nVWA-retributies eveneens een punt van aandacht is;
verzoekt de regering, bij het hanteren van kostendekkende, transparante tarieven gedurende drie jaar vanaf het moment dat de tarieven kostendekkend zijn, een taakstelling op te leggen van 10% tariefsreductie per jaar, voortkomende uit effectief en efficiënt werken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ormel. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 301 (26991).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat het hoofddoel van de openbaarmaking van gegevens van de nVWA, te weten vertrouwen middels transparantie, niet wordt gerealiseerd door openbaarmaking zoals deze nu is vormgegeven;
overwegende dat openbaarmaking informatief en niet punitief is bedoeld, maar dat de huidige vorm van openbaarmaking wel punitief uitwerkt;
overwegende dat wordt bezien of de huidige wijze van openbaarmaking aanpassing behoeft om aan de doelstelling transparante overheid en beschikbaarheid gegevens te kunnen voldoen;
verzoekt de regering, bij actieve openbaarmaking van nVWA-controlegegevens duidelijk onderscheid aan te geven tussen gegevens die louter ter informatie dienen en gegevens die hebben geleid tot een sanctie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ormel en Snijder-Hazelhoff. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 302 (26991).
De heer Ormel (CDA):
Voorzitter. Afsluitend wil ik de staatssecretaris nog het volgende vragen. Ik heb tijdens het algemeen overleg twee praktijkvoorbeelden aan de staatssecretaris overhandigd. Het eerste betrof een kanttekening bij en voorstellen voor vermindering van de administratieve lastendruk rond diertransporten. Het tweede ging over import van aardbeien uit Egypte. Ik zie uit naar de beantwoording door de staatssecretaris.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Voorzitter. Ik was blij tijdens het algemeen overleg over de nVWA van de staatssecretaris te kunnen vernemen dat hij de controles op diertransporten wil intensiveren. Desalniettemin kan de Kamer moeilijk controleren in hoeverre de doelstellingen met betrekking tot controles gehaald worden. Vandaar de volgende moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er jaarlijks door Nederlandse transporteurs 675 miljoen dieren vervoerd worden in ruim 400.000 transportbewegingen;
constaterende dat minder dan 0,5% van deze transporten gecontroleerd wordt door de nVWA;
constaterende dat er grote maatschappelijke bezwaren bestaan tegen misstanden bij veetransporten zoals overbelading, vervoer bij te hoge temperaturen of ontduiking van rusttijden;
constaterende dat dergelijke misstanden bij herhaling worden vastgesteld, ondanks de weinig frequente controles;
constaterende dat de staatssecretaris zegt de controles op diertransporten te zullen intensiveren;
verzoekt de regering, heldere en afrekenbare doelstellingen te formuleren en de Kamer hierover binnen drie maanden te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 303 (26991).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat zelfregulering binnen de veetransportsector tot onvoldoende participatie en daarmee tot onvoldoende resultaat leidt;
constaterende dat het certificeringssysteem "dierwaardig vervoer" slechts minder dan 10% van de veevervoerders bindt;
constaterende dat binnen dit systeem van zelfregulering vorig jaar volgens onderzoek van Ernst en Young slechts zes steekproeven op slachthuizen en acht steekproeven op een bedrijfslocatie zijn gedaan;
constaterende dat het bovendien om administratieve controles ging waarbij op geen enkele wijze het welzijn van dieren is getoetst;
verzoekt de regering, de controle op veetransporten en slachthuizen niet meer aan de sector over te laten, maar geheel in overheidshanden te nemen en de Kamer binnen drie maanden over de voortgang van dit proces te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 304 (26991).
Mevrouw Van Tongeren is momenteel niet aanwezig en zal dus niet het woord voeren, zoals oorspronkelijk gepland was. Wij kunnen haar dat nauwelijks kwalijk nemen, gezien het verloop van het vorige debat.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Staatssecretaris Bleker:
Voorzitter. In de motie op stuk nr. 296 verzoekt de heer Van Gerven de regering om het aantal misstanden bij diertransport substantieel te laten afnemen en daarover de Kamer jaarlijks te rapporteren. Verder verzoekt hij een aantal zaken met betrekking tot langeafstandstransporten te wijzigen. De regelgeving met betrekking tot die transporten wordt in Brussel vastgesteld. Wij gaan uit van een level playing field. Desalniettemin zijn wij bereid om in Brussel te pleiten voor de zaken waar de heer Van Gerven in de motie om vraagt.
Zoals ik reeds opmerkte, wordt aan het eind van de motie ook gevraagd om te rapporteren over de mate waarin wij erin slagen om de misstanden bij diertransporten te laten afnemen. Enkele weken geleden is in het algemeen overleg over de nVWA aangegeven dat de Kamer een document kan verwachten waarin staat welke prestaties en effecten wij willen bereiken met het externe toezicht. Daarin zal dit punt ook worden meegenomen. Wij zullen het dus niet separaat behandelen, maar als onderdeel van een groter geheel.
Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):
Ontraadt u de motie of neemt u die over?
Staatssecretaris Bleker:
Ik heb nu gezegd wat ik ervan vond, maar er moet natuurlijk ook nog een formeel oordeel worden gegeven. Dat is een beetje ingewikkeld. Met de uitleg die ik aan de motie heb gegeven, zie ik de motie als ondersteuning. Via de voorzitter bedank ik mevrouw Snijder voor haar hulp. Die heb ik zo nu en dan nog nodig.
De motie op stuk nr. 297 ontraden wij. Wij zijn volop bezig met een fusie en met kwaliteitsverbetering binnen de organisatie. Daar past dit verzoek niet bij. Dat laat onverlet dat de Kamer, in het document waarover ik zojuist sprak, ook antwoord kan verwachten op de vraag welke prestaties en effecten wij in de diverse segmenten willen bereiken met het externe toezicht en de handhaving. Zoals de motie nu is geformuleerd, raakt zij echter de onafhankelijkheid van de organisatie en interne zaken. Daarom ontraad ik de motie.
Er is een motie ingediend over de reglementering voor levend vee. Over dit onderwerp is in het algemeen overleg reeds uitgebreid gesproken. Het is op dit moment niet zinvol om een dergelijke evaluatie te starten. Ik heb de Kamer reeds eerder toegezegd dat er een rapportage in meer algemene zin komt. Ik ontraad dus de motie.
Het gebruik van gps is natuurlijk een zaak van de sector zelf. Wij willen dit wel stimuleren en de sector daartoe oproepen, maar daar blijft het bij. Als de motie zo kan worden gelezen dat die uitwerking adequaat is, is dat een ondersteuning van het beleid. Dat heeft echter geen directe consequentie voor de financiële inzet van ons ministerie.
Dan de motie van de heer Ormel op stuk nr. 300. Dat gaan we zo doen!
De heer Ormel (CDA):
De door de heer Van Gerven ingediende motie verzoekt om te streven naar 100% gps op diertransport maar ook naar permanente webcams bij slachterijen. Dat kan heel ver gaan en er moet ook weer naar de opnames van die webcams gekeken worden. Is het echt het beleid van de regering om daarnaar te streven?
Staatssecretaris Bleker:
Wij willen de sector ertoe oproepen om die mogelijkheid goed te bezien. Het is niet aan de regering om daaraan uitvoering te geven. Er zijn wat ons betreft geen financiële consequenties aan verbonden voor het ministerie, maar wij willen dit wel bij de sector onder de aandacht brengen, met een positief verhaal daarbij. Als de motie daarmee adequaat wordt bediend, is zij een ondersteuning van onze inzet.
De motie op stuk nr. 300 over het loket zie ik als ondersteuning van het beleid.
Het is niet realistisch om uit te gaan van kostendekkende tarieven en vervolgens van 10% tariefreductie per jaar, dat wil zeggen van 30% tariefreductie in enkele jaren. Ik vind dat wij daarmee echt onterechte verwachtingen zouden wekken. Dat is niet realistisch. Die motie wordt dus ontraden.
De lijn die wordt geschetst in de motie op stuk nr. 302 over openbaarmaking van gegevens, vinden wij sympathiek, want dit is ook een kwestie van het ministerie van VWS. Wij hebben toegezegd dat wij de Kamer voor april 2011 een brief zullen sturen over de wijze waarop wij die informatieverstrekking gaan doen, rekening houdend met het gegeven dat het plompverloren en alleen maar rechttoe, rechtaan presenteren van en informeren over controlegegevens het doel soms voorbij kan schieten. Wij zullen dus, zoals al toegezegd, in april rapporteren over hoe wij dit wel gaan doen. Het verzoek is dus om de motie aan te houden.
De heer Ormel (CDA):
Wat dat laatste betreft: als u met een brief komt, kunt u deze motie, als zij wordt aangenomen, zien als een ondersteuning van wat in die brief zou staan. Ik heb echter een vraag over de motie inzake een laagdrempelig coördinatieloket, waarvan u heel snel zei dat zij een ondersteuning van het beleid is. Mag ik dat zo interpreteren dat u toezegt dat er een laagdrempelig coördinatieloket komt?
Staatssecretaris Bleker:
Ja.
De heer Ormel (CDA):
Dan trek ik de motie in.
De voorzitter:
Aangezien de motie-Ormel (26991, nr. 300) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.
Staatssecretaris Bleker:
Dat geldt volgens mij ook voor de motie op stuk nr. 301 over de tarieven. Of staat dat hier los van? De reactie van de heer Ormel is mij niet helemaal duidelijk.
De heer Ormel (CDA):
U ontraadde de motie over de tarieven. Daar heb ik verder geen woorden aan vuil gemaakt. Ik reageerde op uw verzoek aan mij om de motie op stuk nr. 302 aan te houden. Dat moet ik nog even bezien.
Staatssecretaris Bleker:
Oké, dan was ik te gretig.
De motie van mevrouw Thieme op stuk nr. 303 verzoekt de regering om heldere, afrekenbare doelstellingen te formuleren en de Kamer hierover binnen drie maanden te informeren. Wij zullen in dat document aangeven wat wij met toezicht en handhavingseffecten over de volle breedte willen bereiken. Daaronder valt ook het punt van de diertransporten. Daar wil ik het bij laten. Ik ontraad de motie zoals zij nu luidt, ook met de overwegingen en constateringen. Dat geldt ook voor de motie over de zelfcontrole. Onze inzet is juist om de zelfcontrole binnen de sector te versterken. Als die dan nog niet voldoende draagvlak of participatie heeft binnen de sector, is het juist de inzet om die te versterken. De controle op veetransporten gaan we intensiveren. Ook voor de sector mag dus duidelijk zijn dat hij het echt voor elkaar moet krijgen en dat hij het beter moet doen. We laten het er namelijk niet bij zitten. Ik ontraad de Kamer om de voorliggende motie aan te nemen.
De vraag van de heer Ormel over de Egyptische aardbei kan ik nu niet beantwoorden.
De voorzitter:
Er komt een antwoord op de vraag over de aardbei. We houden dat dus te goed. Misschien in het voorjaar?
Staatssecretaris Bleker:
Ja.
De voorzitter:
Ik doe maar een poging.
Hiermee zijn we gekomen aan het eind van dit VAO. Volgende week dinsdag zullen we stemmen over de moties. Ik zie dat de heer Ormel bij de interruptiemicrofoon staat.
De heer Ormel (CDA):
Voorzitter. Ik weet dat ik te laat ben, maar mag ik nog één vraag stellen naar aanleiding van een motie? Ik overweeg namelijk om die te wijzigen. De staatssecretaris ontraadde de Kamer om de motie aan te nemen over de tariefsreductie, maar ik diende die in omdat die reductie toch een grote bron van zorg is. Die tarieven moeten kostendekkend zijn, maar we moeten toch ook kijken naar de ons omringende landen. Ik begrijp nu dat een reductie van 30% in drie jaar irrealistisch is. Is 10% in drie jaar realistisch?
De voorzitter:
Staatssecretaris Bleker, die vraag wordt echt aan u gesteld. De heer Ormel zegt wel "voorzitter", maar ...
De heer Ormel (CDA):
Zo moet ik het toch doen, voorzitter?
De voorzitter:
Ja, helemaal goed, maar de staatssecretaris bleef zitten.
Staatssecretaris Bleker:
Ik vind dat percentage niet zo realistisch dat dit als harde taakstelling zou kunnen gelden. Ik zou wel kunnen zeggen dat we dat percentage de komende jaren als inspanningsverplichting gaan hanteren.
De heer Ormel (CDA):
Ik dank de staatssecretaris. Ik zal de motie in die lijn wijzigen.
De heer Van Gerven (SP):
Dat wat hier gebeurt, vind ik niet helemaal chic. Er komt nog een brief over de tarieven. Die tarieven zijn nu niet kostendekkend. In het debat hebben we geconstateerd dat er sprake is van een gat van 10 mln. De inhoud van de motie deugt dus niet. Ook in 2012 is er geen sprake van kostendekkendheid. Ik plaats dan ook grote vraagtekens bij de motie van het CDA en de beantwoording van de staatssecretaris. Ik weet niet hoe het technisch moet, maar ik zou daarover een nieuw debat willen voeren of iets dergelijks. Ik vind niet dat dit zo kan.
De voorzitter:
Ik wil niet flauw zijn, maar kunt u mij uitleggen wat het verschil was geweest als we dit een minuut geleden zo hadden gedaan? Het is mogelijk om op ieder moment een motie te wijzigen, zelfs zonder mededeling.
De heer Van Gerven (SP):
Zeker, maar inhoudelijk klopt die helemaal niet en die motie is niet zo aan de orde geweest. Het CDA heeft die helemaal niet aan de orde gesteld.
De voorzitter:
Dat is schering en inslag, mijnheer Van Gerven.
De heer Van Gerven (SP):
Is dat zo? Ja, ja.
De voorzitter:
Als we dan steeds een heropening zouden hebben, konden we wel slaapzakken meenemen.
De heer Van Gerven (SP):
Goed. Ik zal me beraden op wat ons te doen staat.
De voorzitter:
Dat zou ik doen.
De heer Van Gerven (SP):
Ik verzoek de staatssecretaris om dat ook te doen. Misschien kan hij toch nog wat meer gefundeerd reageren op de gewijzigde motie. Ik zou het op prijs stellen als hij dat nog voor de stemmingen kon doen.
De voorzitter:
Is dat nu echt nodig? U krijgt straks een nieuwe tekst.
De heer Van Gerven (SP):
Ja, maar in de motie staat dat er in 2012 sprake is van kostendekkendheid. Aangetoond is dat dit niet het geval zal zijn. De staatssecretaris heeft daarop niet gereageerd. Nu wordt er snel een een-tweetje gemaakt in de trant van "maak van de verplichte taakstelling een inspanningsverplichting". Dat kan helemaal niet, die 30%. Ik vind dat dus niet chic en ook niet democratisch.
De voorzitter:
Dat zijn grote woorden en daaraan heb ik een hekel. Het gebeurt hier allemaal in overleg.
De heer Van Gerven (SP):
Voorzitter. Dit lijkt een een-tweetje tussen twee CDA-mensen. Ik houd er niet van als dat op deze manier gebeurt.
De voorzitter:
Welnee!
Ik begrijp het niet goed.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Ik ben het in die zin met de heer Van Gerven eens, dat bij de bespreking van een motie niet even een deal moet worden gesloten, terwijl dit nogal wat consequenties heeft, temeer daar wij nu met bezuinigingen bezig zijn. Ik steun de heer Van Gerven in zijn verzoek om toelichting op deze motie, voordat deze in stemming wordt gebracht.
De voorzitter:
Er zijn mensen die meekijken en meeluisteren. Daarom ga ik het nu uitleggen. Dan kan iedereen horen hoe gewoon het is wat nu gebeurt.
Er wordt een reactie gegeven op een motie. Er wordt een nadere vraag gesteld op een heel laat moment in het debat. Dat had ook eerder kunnen gebeuren. U kunt op ieder moment amendementen en moties wijzigen, tot erover gestemd wordt. Bij een stemming lees ik u ook voor dat een motie gewijzigd is, nader gewijzigd is of nog een keer gewijzigd is. Dan stel ik u voor om erover te gaan stemmen. U kunt dan naar voren komen en zeggen dat u nog niet toe bent aan de stemming over de motie, omdat er te weinig informatie over is gegeven. Dan stelt u aan de Kamer voor om de stemming over de motie uit te stellen. Dat lijkt mij heel plausibel. Dat kunt u altijd doen. Het is heel gebruikelijk om het zo te doen. Maar grote woorden als "niet democratisch" kan ik, met alle respect, niet plaatsen. Ik houd er ook niet van als dit soort dingen zomaar worden gezegd.
De heer Van Gerven (SP):
Laat ik het dan zo zeggen: er wordt een bepaalde vorm van democratie toegepast waarbij ik wat vraagtekens plaats.
Heeft de staatssecretaris, gehoord de discussie, er behoefte aan om een eventuele gewijzigde motie te becommentariëren, voordat deze volgende week dinsdag in stemming wordt gebracht?
De voorzitter:
Dat vind ik te bescheiden. Het gaat er niet zozeer om dat de staatssecretaris daaraan behoefte heeft, als wel dat u er behoefte aan heeft. Als u zegt dat u behoefte heeft aan commentaar, kunt u nu aan de staatssecretaris vragen om vóór de stemming commentaar te geven. Dan kan de staatssecretaris beslissen of hij dat wel of niet geeft.
De heer Van Gerven (SP):
Dan wil ik via u de staatssecretaris verzoeken om de gewijzigde motie alsnog van commentaar te voorzien, met het oog op dit debatje. Ik vraag de staatssecretaris om met name in te gaan op de kostendekkendheid voor 2012. Volgens mij wordt die niet gerealiseerd.
De heer Ormel (CDA):
Mag ik collega Van Gerven hartelijk danken voor deze ondersteuning? Het gaat om een motie die aanvankelijk was ontraden door de staatssecretaris. Er is dus totaal geen sprake van een-tweetjes. Nu vraagt de heer Van Gerven om een hernieuwd advies van de regering over de eerder ontraden motie.
De voorzitter:
Het gaat om een gewijzigde versie van uw motie.
De heer Ormel (CDA):
Die wijziging moet ik nog aanbrengen.
De voorzitter:
En de staatssecretaris kan pas zijn commentaar geven als hij de tekst van u gekregen heeft.
De heer Ormel (CDA):
Dat is allemaal prima, maar over het algemeen wordt niet op gewijzigde moties gereageerd. Ik vind het wel heel vriendelijk van collega Van Gerven dat hij mij zo steunt. Dit vind ik het toppunt van dualisme.
De voorzitter:
Eind goed, al goed, zou ik willen zeggen.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Volgende week dinsdag wordt over de moties gestemd.
Sluiting 17.49 uur.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20102011-38-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.