5 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van het lid Voortman stel ik voor, haar motie op stuk 32500-XVI, nr. 60, opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Haverkamp tot lid en het lid Van der Werf tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Van der Werf tot lid in plaats van het lid Haverkamp en het lid Haverkamp tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid van Hijum;

  • - in de vaste commissie voor Financiën het lid Knops tot lid in de bestaande vacature en het lid Van der Werf tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Knops;

  • - in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het lid Van der Werf tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van deze week het VAO Groot project RRAAM, betrekking hebbend op een algemeen overleg van 17 november 2010, met als eerste spreker het lid Van Dekken van de fractie van de Partij van de Arbeid.

Het woord is aan de heer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag een spoeddebat aanvragen met de minister voor Immigratie en Asiel over de recente uitspraak van het hof te Den Haag, die erop neerkomt dat een uitgeprocedeerde asielzoekster die weigert mee te werken aan de terugkeer naar het land van herkomst, toch met haar kinderen in de opvang mag blijven. De PVV-fractie vindt dit een beloning voor het, tegen de regels in, blijven in Nederland en vindt dat dit het terugkeerbeleid ondermijnt. Daarom lijkt een spoeddebat ons op zijn plaats.

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. Het lijkt me goed dat er, voordat dit spoeddebat plaatsvindt, een brief van de minister komt, waarin hij ingaat op de gevolgen van deze uitspraak voor zijn beleid.

De heer Spekman (PvdA):

Voorzitter. Ik heb over deze kwestie schriftelijke vragen gesteld en wil sowieso dat deze zijn beantwoord voordat het debat plaatsvindt. Voor ons zou dit ook kunnen in een spoed-AO, want er moet toch een extra AO worden gepland. Voor ons is dat dus ook een optie, maar in ieder geval wel een brief, inclusief de beantwoording van mijn schriftelijke vragen.

De heer Paulus Jansen (SP):

Ook voor de SP geldt: graag eerst wat meer informatie. Behalve een quote van de minister in het Journaal hebben we nu geen enkele aanvullende informatie, dus graag eerst die informatie vóór het spoeddebat.

Mevrouw De Boer (VVD):

Wij kunnen het verzoek om een spoeddebat steunen, maar willen graag ook eerst een brief van de minister hierover.

De voorzitter:

Als ik zo vrij mag zijn: u wilt eerst een brief?

Mevrouw De Boer (VVD):

Ja, eerst een brief, dan ondersteunen wij het verzoek.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voor ons idem: eerst de beantwoording van de schriftelijke vragen, dan onze steun voor een spoeddebat.

De voorzitter:

Zullen wij dan niet eerst afwachten of de brief ons wellicht aanleiding geeft om géén spoeddebat te houden? Dat zou namelijk zomaar kunnen.

De heer Fritsma (PVV):

De steun voor het spoeddebat is al uitgesproken.

De voorzitter:

Het spijt mij zeer, maar eerst een brief.

De heer Fritsma (PVV):

Collega's hebben aangegeven dat er steun voor het spoeddebat bestaat, maar dat daarvoor eerst een brief moet komen. Dat lijkt mij een prima voorstel. Ik wil ook graag wachten op de antwoorden op de vragen van de heer Spekman en op de door de collega's gevraagde brief. Met de collega's is afgesproken dat we een spoeddebat houden, als die brief er is.

De voorzitter:

Ik heb begrepen van de collega's dat men niet uitsluit dat de antwoorden en de informatie zodanig zijn dat het probleem daarmee mogelijk is opgelost. Maar ik kan mij vergissen. Mijnheer Knops?

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. Het kan ook zomaar zo zijn dat de heer Fritsma aanleiding ziet om zijn verzoek in te trekken, als die brief binnen is.

De voorzitter:

Laat ik het gewoon eens uitleggen. We hebben een vrije agenda. Iedereen klaagt over het feit dat die spoeddebatten zo lang op de lijst staan. Als wij dit nu op de lijst zouden zetten, gaat de telling al in. En dan wordt er weer geklaagd dat het debat pas na twee weken wordt gehouden, en dat dit meteen zou moeten. Maar nee, u vraagt eerst een brief en onderhand tikt die teller door. En dan krijg ik straks weer commentaar dat het te lang op de lijst staat. Ik wil het best op de lijst zetten, als u er zeker van bent dat u behoefte hebt aan een spoeddebat. U kunt dus best morgen terugkomen en zeggen dat we het echt gaan doen. Maar we gaan het wel knippen: eerst de brief en als u er na lezing daarvan nog van overtuigd bent dat het nuttig en nodig is om een debat te houden, dan ga ik het plannen. U kent mij. Maar om het nu al in de wacht te zetten ... Eigenlijk wil ik dat in 2011 eens op een nette manier gaan doen.

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. U bent als was in mijn handen.

De voorzitter:

Ja, hè. Maar omgekeerd ook? Dat is namelijk het probleem.

De heer Knops (CDA):

Omgekeerd ook. Dat hoop ik althans wel voor u.

Ik vind eerst een brief en daarna een spoeddebat prima, maar dan moet dat spoeddebat wel spoedig plaatsvinden en niet alsdan op een lijst worden gezet. Als wij daarna nog twee weken moeten wachten, dan heb ik er wel een probleem mee.

De voorzitter:

Wij zijn het helemaal eens. Wij moeten inderdaad proberen om geen lijst te hebben.

Mijnheer Fritsma, dit is de uitleg. U hebt steun, dat hebt u gesondeerd. U krijgt straks dus een brief en dan sondeert u nog een keer bij de leden of wij een spoeddebat moeten houden. Daarna komt u bij mij terug en dan gaan wij zo snel mogelijk plannen. Een voorraad spoeddebatten aanleggen en steeds maar weer spoeddebatten van de lijst halen: daar moeten wij echt vanaf. De laatste dag voor het kerstreces moest ik er maar liefst vijf spoeddebatten afhalen! Ik wil proberen om spoeddebatten pas op de lijst te zetten als wij zeker weten dat dit moet.

De heer Fritsma (PVV):

Dat zij zo, maar in eerste instantie is wel gezegd: steun voor het debat, maar eerst een brief. Dat houd ik wel degelijk in mijn achterhoofd.

De voorzitter:

Maar ik ook!

Wij zijn het dus eens. Aldus besloten: eerst een brief en daarna een spoeddebat, als dat nog nodig is.

Daarmee zijn wij gekomen aan het einde van de regeling van werkzaamheden. Wij gaan verder met het antwoord van de regering in het debat over de aanpak van de Q-koorts.

Naar boven