Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor om het debat over de uitlatingen van de vicevoorzitter van de Raad van State, de heer Tjeenk Willink, bij de presentatie van het jaarverslag van de Raad van State over 2009 en het debat over de loverboyproblematiek van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de SP-fractie benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Justitie de leden Gesthuizen en Van Raak tot lid in plaats van de leden De Wit en Roemer en de leden Kooiman en De Wit tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Ulenbelt en Karabulut;

  • - in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Gesthuizen tot lid in plaats van het lid Leijten;

  • - in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Kooiman tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Leijten;

  • - in de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Bashir tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Van Raak tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Gesthuizen;

  • - in de vaste commissie voor Defensie het lid Jasper van Dijk tot lid in plaats van het lid Irrgang en de leden Van Raak en Irrgang tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden De Wit en Roemer;

  • - in de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het lid Karabulut tot lid en de leden Bashir en Van Gerven tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat het lid Bashir tot lid in plaats van het lid Roemer en het lid Van Gerven tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Bommel en het lid Karabulut tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het lid Van Gerven tot lid en de leden Bashir en Karabulut tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de vaste commissie voor Europese Zaken de leden Irrgang en Van Raak tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden De Wit en Roemer;

  • - in de algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie het lid Karabulut tot lid in plaats van het lid Jasper van Dijk en de leden Van Gerven en Bashir tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden De Wit en Ulenbelt;

  • - in de vaste commissie voor Financiën het lid Gesthuizen tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Ulenbelt;

  • - in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Irrgang tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Ulenbelt;

  • - in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Kooiman tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid De Wit;

  • - in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Ulenbelt tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid De Wit en het lid Kooiman tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de algemene commissie voor Jeugd en Gezin het lid Kooiman tot lid in de bestaande vacature en het lid Smits tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid De Wit;

  • - in de vaste commissie voor de Rijksuitgaven het lid Irrgang tot lid in plaats van het lid Van Gerven en de leden Van Raak en Gesthuizen tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Irrgang en Roemer;

  • - in het Presidium het lid Van Bommel tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Van Raak tot lid in de bestaande vacature en het lid Van Bommel tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Raak;

  • - in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Van Raak tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven het lid Gesthuizen tot lid;

  • - in de commissie voor de emolumenten van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal het lid Van Raak tot lid in de bestaande vacature;

  • - in het Strategisch Overleg Informatievoorziening het lid Gesthuizen tot lid.

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik:

  • - in de algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie het lid Atsma tot lid en het lid Van Hijum tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de leden Atsma en Koppejan tot lid en het lid Van Toorenburg tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures en het lid De Rouwe tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Koppejan;

  • - in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de leden Uitslag en Van Toorenburg tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de leden Uitslag, Smilde en Koppejan tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Van Toorenburg tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Uitslag tot lid in de bestaande vacature en het lid Sterk tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Uitslag;

  • - in de vaste commissie voor Economische Zaken de leden Koopmans en Van Hijum tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Van Toorenburg tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Defensie het lid Ormel tot lid in de bestaande vacature en het lid Blanksma-van den Heuvel tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Ormel;

  • - in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Çörüz tot lid in bestaande vacature;

  • - in de algemene commissie voor Jeugd en Gezin het lid Ferrier tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • Voorzitter- in de vaste commissie voor Financiën het lid Van Hijum tot lid en het lid Atsma tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures en het lid Koppejan tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Hijum;

  • - in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken de leden Bruins Slot, Atsma en Van Haersma Buma tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Bruins Slot tot lid en de leden Ferrier, Çörüz en Koppejan tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures.

Op verzoek van de fractie van de PvdA benoem ik in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Albayrak tot lid in plaats van het lid Klijnsma en het lid Klijnsma tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van morgen het VSO Voorhang efficiencykorting ambulancediensten 2011-2013 (29835, nr. 64), met als eerste spreker het lid Van Gerven.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. De eerste ronde van de informatie is voorbij, zoals wij allemaal hebben kunnen zien, en die is mislukt. Het resultaat daarvan is dat een tweede informatieronde is begonnen waarbij de grootste verliezer van de verkiezingen op 9 juni, het CDA, wordt uitgenodigd en aan tafel zit, en de grootste winnaar van de verkiezingen, de Partij voor de Vrijheid, niet wordt uitgenodigd en niet aan tafel zit. Dat is een schandalige ontwikkeling, dus er is alle reden om een Kamerdebat daarover aan te vragen. Als de informateur daarbij wil zijn, is hij van harte welkom.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Rutte zijn duim opsteekt, maar die duim kan ik zo niet in het verslag opnemen, hoewel die zo langzamerhand wereldberoemd is.

De heer Rutte (VVD):

Voorzitter. Instemming van mijn fractie.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Steun voor het verzoek.

De heer Roemer (SP):

Van harte zelfs.

De heer Pechtold (D66):

Steun en enige verbazing over het gegeven dat de heer Wilders er geen behoefte aan had toen D66 en GroenLinks eerder zo'n debat aanvroegen, maar dat doet niets af aan onze steun voor zijn verzoek vandaag.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De heer Cohen (PvdA):

Steun voor het verzoek.

De heer Slob (ChristenUnie):

Hoewel wij op voorhand geen hoge verwachtingen hebben van het debat, laten wij ons graag verrassen en verzetten wij ons niet tegen dit debat.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voor het behalen van een meerderheid maakt het niet meer uit, maar wij steunen het verzoek om een debat ook.

De voorzitter:

Dan hebt u volgens mij Kamerbrede steun voor uw verzoek, mijnheer Wilders. Ik stel voor om het debat vanmiddag om 15.30 uur te plannen, met een spreektijd van vijf minuten per fractie. De huidige informateur zal daarbij niet aanwezig zijn, maar de vorige, de heer Rosenthal, wel.

Het woord is aan de heer Weekers.

De heer Weekers (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Vanochtend heeft de commissie-Scheltema haar rapport uitgebracht over de teloorgang, de ondergang van de DSB Bank. In het rapport zijn harde conclusies getrokken, onder meer over het optreden van de Nederlandsche Bank. De minister van Financiën heeft hierover onmiddellijk een brief naar de Kamer gestuurd. Mijn verzoek is om nog deze week een debat op hoofdlijnen over dit rapport te organiseren, zodat het niet gedurende het hele zomerreces op behandeling ligt te wachten.

De heer Irrgang (SP):

Volgens mij is het een heel goed rapport dat het verdient om uitgebreid behandeld te worden. Er zou een hoorzitting kunnen worden gehouden en misschien ook een schriftelijke vragenronde. Ik voel er weinig voor om het in een drie- of vijfminutendebatje in de laatste twee dagen voor het reces te behandelen. Ik ben er voorstander van om het rapport volgende week te behandelen, of de week erna, in het zomerreces. Als de heer Weekers vindt dat het spoed heeft, zal ik hem steunen. Ik ben er echter niet voor om dit belangrijke rapport in drie of vijf minuten af te raffelen.

De heer Koolmees (D66):

Wij steunen het verzoek.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Irrgang. Wij hebben lang op dit rapport moeten wachten. Het is een lijvig rapport en het lijkt mij ook een goed rapport. Ik wil er de tijd voor nemen om het goed te bestuderen. Wat ons betreft behandelen we dit niet voor het zomerreces.

De heer Groot (PvdA):

Wij steunen het verzoek. Ik ben het met de heer Weekers eens dat het niet te lang boven de markt moet blijven hangen.

De heer Slob (ChristenUnie):

Wij vinden dit ook een belangwekkend rapport, maar wij willen tevens dat het zorgvuldig behandeld wordt. Dat wil ik aan de heer Weekers vragen. Hij sprak over een hoofdlijnendebat, maar iedereen bepaalt natuurlijk zelf wat de hoofdlijn is. Wij lopen het risico dat wij nu even snel dit rapport behandelen en dat de zorgvuldigheid in het gedrang komt. Hoe kunnen wij met elkaar de zorgvuldigheid waarborgen?

De heer Dijkgraaf (SGP):

Dat was precies mijn punt. Ik ben er wel voor om het rapport deze week te behandelen, want anders wachten wij tien weken voordat wij het eens behandelen. Dat is te lang. Laten wij dan wel op de een of andere manier bij de hoofdlijnen blijven. Mijn verzoek aan de heer Weekers is om helder te maken wat de hoofdlijnen zijn.

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Groe ... Ik bedoel mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Als ik nu net voor het eerst geïnstalleerd was, zou ik zeggen: "oké".

De voorzitter:

Ik wilde zeggen: "mevrouw GroenLinks".

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Soms heb ik het gevoel dat ik een wandelend beeldmerk ben.

Wij verlenen steun aan het verzoek. Het is een hoofdlijnendebat. Dat het niet uitwaaiert naar allerlei onderdelen, daar zijn wij zelf bij.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Ook het CDA is voorstander van een zorgvuldig debat in dezen. Wij hebben dan ook net een verzoek ingediend om een openbaar gesprek te houden met zowel de heer Scheltema als de toezichthouders. Als wij dat morgen nog geregeld kunnen hebben, steunen wij het verzoek van de heer Weekers om het debat aanstaande donderdag mogelijk te maken.

De voorzitter:

Ik stel vast dat een meerderheid uw verzoek steunt, mijnheer Weekers. Misschien kunt u de vragen die u door de leden zijn gesteld over de hoofdlijnen en over de wijze waarop u een en ander wilt bevorderen, nog beantwoorden.

De heer Weekers (VVD):

Eigenlijk heeft mevrouw Halsema dat al aangegeven. Wat de hoofdlijnen zijn, daar zijn wij zelf bij. Ik kan niet voor collega's invullen op welke punten zij zouden moeten inzoomen tijdens zo'n debat. Ik geloof er niets van dat de behandeling van het rapport wordt afgeraffeld als wij het hier in een vijfminutendebat behandelen. Ik denk dat wij zeer wel in staat zijn om over belangrijke onderwerpen in vijf minuten ons punt helder te maken.

Omdat het een lijvig rapport is, kan ik mij voorstellen dat op bepaalde onderdelen wat dieper moet worden ingegaan, maar dat kan in de loop van de komende maanden ook nog schriftelijk. Dan kan er nog een nadere behandeling in de vaste commissie voor Financiën plaatsvinden. Zeker nu de minister van Financiën heeft aangegeven dat er binnen een maand een plan van aanpak van de Nederlandsche Bank moet liggen om daar een cultuurveranderingsproces in gang te zetten, denk ik echter dat het goed is dat de Kamer daar nog deze week over spreekt met de minister van Financiën.

De voorzitter:

Ik stel vast dat wij hebben besloten om een hoofdlijnendebat te houden over het rapport-Scheltema. Ik stel voor om dat aanstaande donderdag te doen om 10.15 uur met een spreektijd van vijf minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Beertema.

De heer Beertema (PVV):

Voorzitter. De fractie van de Partij voor de Vrijheid wil graag een debat met de minister van OCW over het onderzoek van hoogleraar Dronkers, waaruit blijkt dat gemengde scholen significant slechter presteren dan homogeen zwarte of homogeen witte scholen. Decennialang is het mengen van leerlingenpopulaties de norm geweest. Nu is vastgesteld dat gemengde scholen slechter onderwijs leveren dan homogene scholen, vindt de PVV het de hoogste tijd om de balans op te maken. Hier is tenslotte de kwaliteit van ons onderwijs in het geding.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Beertema (PVV):

Ter voorbereiding op het debat zou ik de minister willen verzoeken om een brief aan te leveren aan de Kamer met de reactie op het onderzoek van de heer Dronkers.

De voorzitter:

Dank u wel. Nog even voor alle nieuwe leden: in de regeling van werkzaamheden doe je alleen een voorstel voor wat je behandeld wilt zien. Wat de argumenten betreft: ik neem aan dat de collega's de stukken ook kennen.

De heer Çelik (PvdA):

Voorzitter. Wij kunnen het verzoek steunen, maar wij willen wel graag dat er eerst een route wordt bewandeld: eerst een rondetafelgesprek waarbij ook andere deskundigen kunnen aanschuiven en waar wij met elkaar kunnen kijken wat dat oplevert en daarna een algemeen overleg. Dan kunnen wij altijd nog met elkaar in debat gaan.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Het rapport van de heer Dronkers is zeer interessant en het is zeker de moeite waard om erover te debatteren. Ik sluit mij graag aan bij het verzoek van mijn collega.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Al die procedurestappen zijn wat D66 betreft heel goed. Daarna kan er dan een debat over worden gevoerd. Het lijkt mij wel zinnig om dat te doen met een nieuw kabinet, maar dat zal dan sowieso na de zomer zijn.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Daar sluit ik mij graag bij aan.

Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Wij willen graag eerst een kabinetsreactie per brief en het dan met het nieuwe kabinet behandelen.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Steun voor dit verzoek.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter. Steun voor dit verzoek. Ik heb vorige week schriftelijke vragen gesteld over dit onderwerp. Ik wil dan ook graag dat het antwoord op die schriftelijke vragen binnen is voor de behandeling.

Mevrouw Smits (SP):

Steun voor het verzoek, maar dan wel heel graag met een nieuw kabinet.

De voorzitter:

Mijnheer Beertema, een meerderheid steunt uw verzoek om een debat, maar ik kan u niet beloven dat ik dat nog kan plannen voor het reces.

De heer Beertema (PVV):

Dat is ook niet de bedoeling. Na het reces is prima.

De voorzitter:

Dan gaan wij dat bekijken. Wellicht is dat met een nieuw kabinet, maar dat weten wij ook nog niet, mevrouw Smits.

Mevrouw Smits (SP):

Ik ben beschikbaar!

De voorzitter:

U bent beschikbaar. Dat is goed om te weten. Wij gaan het zo doen en de spreektijd is vijf minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Van Gerven, maar ik zie hem niet. Ik zou bijna zeggen: eenmaal andermaal. Daar bent u ... U komt uit onverwachte hoek.

De heer Van Gerven (SP):

De SP is een wendbare partij, dus wij komen ook wel eens door het midden naar het spreekgestoelte.

Voorzitter. Ik wil het debat over de preventieve gezondheidsprojecten en het falen van de overheid uitstellen. Ik zeg dit mede namens de PvdA en de VVD. Dat wordt dan na het reces, hopelijk met een nieuw kabinet.

De voorzitter:

Dan hebt u een meerderheid voor dat verzoek en is het aldus besloten. U hebt nog een tweede verzoek.

De heer Van Gerven (SP):

Wij hebben vanavond, als de agenda het toelaat, nog een spoeddebat over de ziekenhuizen in Oost-Groningen. Wij willen daaraan een agendapunt toevoegen: de problematiek van de dottercentra in Zeeland. Wij hebben antwoorden gekregen van de minister, maar die zijn erg onbevredigend. Vandaar het verzoek om dit punt toe te voegen aan de agenda. Ik doe dit verzoek mede namens GroenLinks.

De voorzitter:

Aangezien niemand het woord wenst over deze uitbreiding van het debat van vanavond, is aldus besloten.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. De zorginstelling Mariënhoven uit Warmond heeft het onzalige plan om de soepmaaltijd te schrappen en in plaats daarvan limonade te serveren, gecanceld. Dat plan zou per 1 juli ingaan, en we zijn erg blij dat het is gecanceld. Daarmee is het spoedeisende karakter van het spoeddebat weg. Daarom zou ik het spoeddebat willen intrekken. Onze voorstellen zullen we in andere debatten naar voren brengen.

De voorzitter:

Wij zullen het spoeddebat afvoeren van de agenda.

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Mede namens de fracties van de PVV, de Partij van de Arbeid en de VVD wil ik per ommegaande duidelijkheid hebben van de ministers van EZ en van OCW over de verlenging van de frequenties voor de commerciële radiostations. Na veel duwen en trekken had voormalig staatssecretaris Heemskerk een compromis dat breed werd omarmd door deze Kamer. We horen nu dat dat compromis niet gerealiseerd wordt, onder meer omdat sprake zou zijn van staatssteun. Wij willen per ommegaande duidelijkheid van beide ministers.

De voorzitter:

U wilt een brief, begrijp ik. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet, met het verzoek om de Kamer morgen voor 12.00 uur te informeren.

Hiermee zijn wij gekomen aan het eind van de regeling van werkzaamheden. Wij gaan nu stemmen.

Naar boven