Aan de orde is de behandeling van:

het verslag van een algemeen overleg met de minister van Justitie over het gevangeniswezen (32123 VI, nr. 99).

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Enige tijd geleden hebben wij een algemeen overleg gehad over wat het kabinet zo mooi "modernisering van het gevangeniswezen" noemt. Ik constateer dat dit op delen afbraak van het gevangeniswezen betekent. Ik betreur dat. In dit VAO wil ik proberen om op een paar punten het tij te keren.

Dan gaat het met name om het behoud van de mogelijkheden voor kinderen om hun ouders in detentie te bezoeken, om het behoud van de pretherapie, dat wil zeggen therapie voor zedendelinquenten die in afwachting van hun behandeling in de tbs-kliniek in de gevangenis zitten en daar alvast aan hun behandeling kunnen beginnen, en tot slot om het behoud van het huidige onderwijsprogramma. De afgelopen week heb ik verschillende collega's een brandbrief hierover doorgestuurd. Ook het onderwijsprogramma dreigt namelijk te sneuvelen onder wat modernisering heet.

Ik zal overgaan tot het indienen van de moties die ik heb voorbereid.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in diverse penitentiaire inrichtingen de ouder-kindbezoeken onder druk staan en in frequentie afnemen vanwege de implementatie van het programma Modernisering Gevangeniswezen;

van mening dat kinderen zo min mogelijk de dupe moeten worden van de detentie van een van hun ouders en dat het in de regel van belang is dat kinderen hun gedetineerde ouder kunnen bezoeken;

overwegende dat de Inspectie voor de Sanctietoepassing de aanbeveling doet, een norm te hanteren van één ouder-kindbezoek per maand;

verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat er naast de reguliere bezoekmomenten in iedere penitentiaire inrichting minimaal één keer per maand een specifiek op de kinderen gerichte bezoekmogelijkheid wordt georganiseerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Velzen en Azough. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 387(24587).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een aantal bijzondere afdelingen in de penitentiaire inrichtingen is of wordt afgeschaft terwijl daar nuttige behandelingen plaatsvonden, zoals de afdelingen met pretherapie voor zedendelinquenten en verslavingsbegeleidingsafdelingen;

overwegende dat het bieden van pretherapie zinnig is omdat de kostbare behandeling in de tbs-kliniek naar verwachting daardoor korter zal duren;

van mening dat het afschaffen van deze bijzondere afdelingen in het kader van het programma Modernisering Gevangeniswezen onverstandig is;

verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat de afdelingen voor zedendelinquenten open kunnen blijven zodat deze groep in een beschermde omgeving middels pretherapie aan het gedrag kan werken;

verzoekt de regering voorts, ervoor te zorgen dat alle terbeschikkinggestelden die voor de behandeling in de tbs-kliniek een tijd in een penitentiaire inrichting verblijven, een vorm van pretherapie zal worden geboden, al dan niet in het penitentiair psychiatrisch centrum,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Velzen en Azough. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 388(24587).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het gericht aanbieden van (vak)onderwijs aan gedetineerden van belang is om de recidive terug te dringen;

overwegende dat er penitentiaire inrichtingen zijn met uitgebreide onderwijsprogramma's met goede resultaten die dreigen te verdwijnen, of in plaats van zestien uur vakonderwijs nog maar twee uur onderwijs kunnen bieden;

van mening dat de uniformiteit in de dagprogramma's in de penitentiaire inrichtingen die het programma Modernisering Gevangeniswezen met zich meebrengt Van Velzener niet toe moet leiden dat waardevolle onderwijsprogramma's verdwijnen;

verzoekt de regering, de onderwijsprogramma's in de penitentiaire inrichtingen in stand te laten en de inrichtingen niet te verplichten, het dagprogramma, inclusief het onderwijs, terug te brengen tot de basisactiviteiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Velzen en Azough. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 389(24587).

Mevrouw Van Velzen, u wilde uw moties wel heel snel indienen; ik kreeg amper tijd om vast te stellen of zij wel voldoende werden ondersteund. Ik beloof u dat wij het zo zullen blijven doen, ook als u hier niet meer bent. Ik zal u zeer missen, en mevrouw Azough natuurlijk ook.

Minister Hirsch Ballin:

Mevrouw de voorzitter. Ik zou nu ook een woord van afscheid willen richten tot mevrouw Van Velzen, maar zij heeft mij dat onmogelijk gemaakt door aan het einde van een AO van vanochtend te melden dat zij ook daarover een VAO wil aanvragen. Ik zie aan haar non-verbale uitdrukking dat zij dat nog steeds van plan is, ondanks mijn poging haar zorgen weg te nemen. Mogelijk wordt dat een VAO waarin mevrouw Van Velzen een motie indient die ik kan aanmerken als ondersteuning van beleid – de tekst wacht ik uiteraard af – in welk geval er helemaal een happy end is aan de overigens ook door mij zeer gewaardeerde dialoog met mevrouw Van Velzen in de afgelopen jaren.

De motie-Van Velzen/Azough op stuk nr. 387 gaat over de mogelijkheid van kinderen om hun ouders in detentie te kunnen bezoeken. Om een regelmatig contact tussen gedetineerde ouders en hun kinderen te realiseren, zijn er diverse mogelijkheden tot bezoek binnen de penitentiaire inrichting. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen specifiek ouder-kindbezoek en regulier bezoek. In het kader van het programma Modernisering Gevangeniswezen worden de reguliere bezoekmogelijkheden uitgebreid door de invoering van het avond- en weekendprogramma. Daarmee worden de mogelijkheden voor kinderen om op bezoek te gaan bij hun gedetineerde ouder juist vergroot. Ter precisering wil ik daaraan toevoegen dat vanaf 1 september eens in de drie weken bezoek in het weekend mogelijk zal zijn. Daarmee kom ik de facto tegemoet aan de vraag om eens per maand een speciaal ouder-kindmoment te realiseren. Zo'n weekendbezoek eens in de drie weken kan daar prima voor worden gebruikt, maar wij moeten de weekendbezoeken geen exclusieve aanduiding geven. Ook ander bezoek dient immers van de mogelijkheid gebruik te kunnen maken om in het weekend een gedetineerde te bezoeken. Vandaar dat ik de inhoudelijke stelling van de motie kan onderschrijven. Als mevrouw Van Velzen mij de kans geeft om mee te denken over een gewijzigde redactie van de motie, zou het oordeel over de motie misschien zelfs ondersteuning van het beleid kunnen worden. De considerans moeten wij echter altijd naast het dictum leggen. Ik zal proberen mijn oordeel mild te formuleren, want ik wil geen grotere tegenstelling suggereren dan er is. Gelet op wat ik net heb gezegd, acht ik deze motie overbodig.

De motie-Van Velzen/Azough op stuk nr. 388 over pretherapie voor zedendelinquenten wil ik ook ontraden. In het kader van de modernisering van het gevangeniswezen wordt straks bij binnenkomst voor iedere gedetineerde een detentie- en re-integratieplan opgesteld. Ook de zorgbehoefte van een gedetineerde is een belangrijk onderdeel van het plan. De persoonsgerichte aanpak geldt voor elke gedetineerde, dus ook voor zedendelinquenten. In plaats van iemand op een aparte afdeling te plaatsen, zoals gebeurt op de afdeling voor zedendelinquenten in de Penitentiaire Inrichting Breda, wordt gekeken naar iemands zorgbehoefte. Ik ben daar in het AO al uitgebreid op ingegaan. Dat maakt gerichte zorg mogelijk.

Afhankelijk van de zorgbehoefte van een gedetineerde worden verschillende vormen van zorg aangeboden: ambulante zorg, plaatsing op een extra zorgvoorziening in het gevangeniswezen of in een penitentiair psychiatrisch centrum of doorplaatsing naar de ggz. Elke gedetineerde met ernstige psychische problematiek, ongeacht of hij ook tot tbs is veroordeeld, komt in aanmerking voor plaatsing in een penitentiair psychiatrisch centrum of doorplaatsing naar de ggz. Door de invoering van het programma Modernisering Gevangeniswezen wordt in alle penitentiaire inrichtingen meer op deze categorie veroordeelden toegesneden zorg verleend dan nu het geval is op de afdeling voor zedendelinquenten in de Penitentiaire Inrichting Breda. Er is dus een extra zorgvoorziening in elke inrichting. Gedetineerden die kwetsbaar zijn vanwege hun delict of van wie de verwachting is dat zij zich vanwege hun psychische kwetsbaarheid niet kunnen handhaven op een reguliere afdeling, worden straks op een extra zorgvoorziening geplaatst. Daar hebben wij een veilig, beschermend detentieklimaat. Bovendien wordt momenteel door het Penitentiair Psychiatrisch Centrum Vught een evidence based zorgprogramma voor zedendelinquenten ontwikkeld. In de ontwikkeling van het zorgprogramma zullen de goede elementen van de pretherapie worden meegenomen. Vandaar dat ik deze motie ontraad, maar naar ik hoop met een toelichting die de ongerustheid heeft kunnen wegnemen.

De motie-Van Velzen/Azough op stuk nr. 389 gaat over het onderwijsaanbod in penitentiaire inrichtingen. Het programma Modernisering Gevangeniswezen is gericht op een professionalisering van het penitentiair onderwijs met als een van de doelen het garanderen dat in alle penitentiaire inrichtingen een basisaanbod aan onderwijs wordt geboden. Zoals ik al eerder heb gemeld wordt momenteel het dagprogramma in alle penitentiaire inrichtingen op een uniform basisniveau gebracht. Veel inrichtingen voldeden al aan een dagprogramma op basis van de vastgestelde productspecificaties. Enkele inrichtingen boden meer basisactiviteiten dan is afgesproken, bijvoorbeeld op het gebied van bezoek, recreatie en onderwijs. Hierin wordt nu meer uniformiteit gerealiseerd. In sommige inrichtingen betekent het strikt houden aan de productspecificaties dat er meer onderwijs gegeven zal worden. In andere inrichtingen leidt dat tot een vermindering. De uniformiteit leidt echter tot een goed onderwijsaanbod in alle penitentiaire inrichtingen. Daarom ontraad ik de aanneming van deze motie.

Ik kom nog even terug op de motie-Van Velzen/Azough op stuk nr. 387. Ik heb gezegd dat ik de aanneming ervan moet ontraden vanwege de wijze van redigeren, maar als mevrouw Van Velzen geïnteresseerd is in een herformulering – ik denk dat we daartoe goed in staat zouden zijn – dan luidt het oordeel mogelijk anders.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik ben er erg in geïnteresseerd welke motie de minister in had willen dienen als hij Kamerlid zou zijn geweest. Misschien kunnen we daar een concept van ontvangen. Op dit moment staat echter deze tekst. Ik hoor graag van de minister wat hij er nu van vindt dat er penitentiaire inrichtingen zijn met een goedlopend onderwijsprogramma dat plotseling gereduceerd wordt tot slechts twee uur, terwijl iedereen weet dat gedetineerden er baat bij hebben om een doel in hun leven te hebben en de boel weer op een rij te zetten. Onderwijs functioneert daarbij heel goed als toeleiding naar werk. Ik vraag de minister om mij uit te leggen wat de ratio erachter is om in een gevangenis waar zestien uur les wordt gegeven terug te gaan naar twee uur les.

Minister Hirsch Ballin:

Mevrouw Van Velzen spitst dit toe op een heel grote verandering in de omvang van het onderwijsaanbod, een situatie die mij overigens vrij hypothetisch lijkt. Het gaat inderdaad om een standaardisering die tot gevolg heeft dat er in sommige situaties minder en in andere situaties meer onderwijs wordt gegeven. Die benadering past in het kader van de evenwichtige inrichting van het beleid dat wij de roepnaam Modernisering gevangeniswezen hebben gegeven. Mijn aanbod voor een herformulering gold voor de eerste motie van mevrouw Van Velzen. Die leek mij zo dicht te liggen bij iets wat ik niet zou hoeven te ontraden. Als het dictum zou kunnen worden geherformuleerd, zou dat tot een ander oordeel kunnen leiden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor de beantwoording. Stemmingen over de moties vinden morgen bij de eindstemming plaats.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Naar boven