Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | nr. 66, pagina 5764-5765 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | nr. 66, pagina 5764-5765 |
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Koşer Kaya.
Mevrouw Koşer Kaya (D66):
Voorzitter. Ik wil een spoeddebat met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht "Ziekenhuizen klem door de politiek".
Mevrouw Smilde (CDA):
Op de agenda voor de procedurevergadering die de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport morgen houdt, staat de brief van de minister over de technische en financiële consequenties van het controversieel verklaren van "Waardering voor betere zorg IV". Daar hoort dit agendapunt bij thuis. Ik zou mevrouw Koşer Kaya in overweging willen geven om dit dan te behandelen. We willen het wel graag behandelen, maar dan liever in de context.
De heer Van der Veen (PvdA):
Ik sluit mij aan bij collega Smilde. Bovendien hebben wij bij de vorige procedurevergadering uitdrukkelijk over de kapitaallasten gesproken. Daar gaat het hier om. Mijn voorstel is om het morgen in de procedurevergadering van de commissie te bespreken.
De heer Zijlstra (VVD):
Morgen wordt inderdaad besproken of "Waardering voor betere zorg IV" al dan niet controversieel wordt verklaard. Wat mijn fractie betreft, gebeurt dat niet. Zij heeft dringend behoefte aan een debat. Dat wil zij hier wel uitspreken, maar zij doet het liever in de goede volgorde: morgen de procedurevergadering en daarna een uitgebreid algemeen overleg.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik kan mij goed bij alle drie voorgaande sprekers aansluiten.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Koşer Kaya.
Het woord is aan de heer Dibi.
De heer Dibi (GroenLinks):
Voorzitter. We hebben zojuist tijdens het mondelinge vragenuur al gesproken over de commissie-Deetman, die onderzoek gaat doen naar mogelijke gevallen van seksueel misbruik binnen de rooms-katholieke kerk. Wij wensen de commissie-Deetman heel veel succes en wachten de uitkomsten van haar onderzoek af, maar we willen wel een spoeddebat met de minister voor Jeugd en Gezin over een mogelijk onafhankelijk onderzoek naar de rol van de Raad voor de Kinderbescherming.
Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):
Voorzitter. Ik steun de vraag van de heer Dibi gedeeltelijk. Ik zou het op prijs stellen als de twee betrokken bewindspersonen die hier vanmiddag gezeten hebben hun toezeggingen op schrift stellen, ons die brief sturen en alvast mogelijke onderzoeksvragen formuleren, voor zover die betrekking hebben op de rol van de Raad voor de Kinderbescherming bij de plaatsingen.
De voorzitter:
Die toezeggingen zetten wij zelf ook op papier, hè?
Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):
Jawel, maar ik vind ook dat de ministers dat zelf even kunnen doen in een brief aan ons. Die brief mag er wat mij betreft wel op 1 april aanstaande zijn, als dat kan.
De heer Dibi (GroenLinks):
Het mag wat sneller.
De voorzitter:
We zullen het stenogram doorgeleiden.
Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):
Voorzitter. Ik steun het verzoek van de heer Dibi van harte. Het is erg belangrijk. Van mij mag die brief nog voor 1 april aanstaande komen, want hoe eerder, hoe beter.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Ook ik steun het verzoek van harte.
Mevrouw Koşer Kaya (D66):
Wij voeren hierover op 31 maart aanstaande een debat, voor zover ik weet.
De heer Dibi (GroenLinks):
Nee, hoor.
Mevrouw Koşer Kaya (D66):
Dan steun ik het verzoek.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik heb de minister horen zeggen dat hij geen besluit neemt om aan welk onderzoek dan ook deel te nemen voordat hij de Kamer informeert. Ik heb geen bezwaar tegen de brief, maar ik heb ook de toezeggingen van de minister goed gehoord.
De voorzitter:
Maar het ging om een spoeddebat. U zegt dat u geen bezwaar tegen de brief hebt.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Hij heeft gezegd dat hij de Kamer zal informeren zodra de plannen van Deetman bekend zijn. Dan kan de Kamer erover spreken. Tussentijds kan zij wel allemaal debatten organiseren, maar de minister heeft dan niets te zeggen.
De voorzitter:
U geeft geen steun aan een verzoek om een spoeddebat.
Mevrouw Agema (PVV):
Steun voor het spoeddebat.
De voorzitter:
Mijnheer Dibi, u hebt voldoende steun voor uw verzoek om een spoeddebat. Ik zal het plannen, met een spreektijd van drie minuten per fractie.
De heer Dibi (GroenLinks):
Ik stel het op prijs als er een brief van de minister over dit onderwerp komt.
De voorzitter:
Wij zullen het stenogram doorgeleiden.
Het woord is aan de heer Vendrik.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Voorzitter. Afgelopen vrijdag ontving de Tweede Kamer een brief van de minister van VROM over het klimaatbeleid en de internationale klimaatdiplomatie. Dat is een heel belangrijk document waarin het kabinet ook reageert op een stuk van de Europese Commissie. Dat gaat natuurlijk over de onderhandelingen eind dit jaar in Cancun, waar een nieuw klimaatverdrag gesloten zou moeten worden. Daarover zullen wij morgenochtend kort spreken tijdens de voorbereiding van de komende Europese Raad, maar ik zou het op prijs stellen als de voorzitter apart op de plenaire agenda ruimte wil maken voor een normaal debat met dit demissionaire kabinet over deze brief.
De heer Van der Ham (D66):
De onderhandelingen gaan gewoon door, ongeacht of dit kabinet demissionair is of niet. Het is belangrijk om daarover met dit zittende kabinet te beraadslagen.
Mevrouw Neppérus (VVD):
Wij kijken wat anders aan tegen het klimaatdebat dan de heer Vendrik en zijn partij. Dat neemt niet weg dat wij zijn verzoek om een debat steunen. Wij zouden dit punt ook in een algemeen overleg kunnen bespreken, als dat wat de spoedeisendheid betreft beter is.
Mevrouw Spies (CDA):
Ik dacht dat wij hadden afgesproken dat we de voortgang van het internationale klimaatbeleid aan de diverse algemene overleggen zouden koppelen, ter voorbereiding op de diverse raden in Europees verband. Wat mij betreft, geldt die afspraak nog steeds. Ik zie dan ook niet de noodzaak van een extra debat.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Die noodzaak ziet de Partij voor de Dieren wel degelijk. De Kamer is zeer missionair, dus zij kan daarover wel degelijk debatteren. Mijn fractie steunt dit verzoek dan ook van harte.
De voorzitter:
De heer Vendrik vraagt niet om een spoeddebat, maar om een gewoon debat.
De heer Samsom (PvdA):
Om die reden weet ik niet zo goed of dit de meest verstandige route is. Wij moeten namelijk sowieso een debat met elkaar voeren over de rondes die in Bonn en in andere steden plaatsvinden, plenair of in een algemeen overleg. Ik vind het onderwerp belangrijk genoeg voor het voeren van een plenair debat, maar de timing is voor mij belangrijker dan de zaal waarin het plaatsvindt.
De voorzitter:
Mijnheer Vendrik, u hebt nog geen steun voor een gewoon debat. Ik zie dat u in debat wilt gaan, maar dat doen we nu niet.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik heb gehoord dat de heer Samsom een vraag stelde. Die zou ik graag beantwoorden. En misschien mag ik kort reageren op de woorden van mevrouw Spies.
De voorzitter:
Dat mag u heel kort doen.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Het is correct dat het klimaatdebat op diverse Europese agenda's staat. Uit ervaring weet ik dat op die agenda's ook veel andere agendapunten staan. Dat geldt zowel voor de agenda van de Europese Raad als voor die van de Milieuraad. Ik zou het daarom op prijs stellen als over dit onderwerp een apart debat wordt gevoerd. Dat moet uiteraard tijdig gebeuren met het oog op de ambtelijke onderhandelingen in Bonn, die bij mijn weten op 9 april van start gaan. Er is geen sprake van onmiddellijke spoed, maar ik neem aan dat een normaal debat voor die datum ingepland kan worden. Wellicht is dat een antwoord op de vraag van de heer Samsom en kan ik hem daarmee verleiden om mijn verzoek te steunen.
De voorzitter:
Tot nu toe heeft hij uw verzoek nog niet gesteund.
De heer Samsom (PvdA):
Als het mogelijk is om vóór 9 april een plenair debat te houden, is dat zinvol. Anders geef ik de voorkeur aan een algemeen overleg.
De voorzitter:
Mijnheer Vendrik, u hebt uw punt gemaakt. Desondanks hebt u niet voldoende steun voor een gewoon debat, ook niet met de steun van de heer Samsom.
Het woord is aan de heer Van der Veen.
De heer Van der Veen (PvdA):
Voorzitter. Vanavond staat een spoeddebat op de agenda over de inkomens van orthodontisten, dat is aangevraagd door de fracties van de PvdA, de VVD en GroenLinks. Ondertussen hebben wij een brief van de minister ontvangen en is er antwoord gegeven op de vragen van collega Smilde. Bovendien heeft de NMT een reactie gegeven. Wat ons betreft, is het niet meer nodig om dat spoeddebat te houden.
De voorzitter:
Ik zie dat niemand hierover het woord wenst te voeren. We voeren dit punt dus af van de agenda van heden.
Het woord is aan de heer Polderman.
De heer Polderman (SP):
Voorzitter. Ik wil graag rappelleren. Ik heb vorige week een reactie gevraagd op de kwestie van de ESBL. Die brief hebben wij nog niet ontvangen, terwijl het debat daarover morgen plaatsvindt. Graag wil ik dat de Kamer die brief per omgaande krijgt. Verder wil ik graag dat minister Klink bij dat debat aanwezig is.
De voorzitter:
We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Ook zullen wij uw verzoek om de aanwezigheid van minister Klink doorgeleiden naar het kabinet.
We zijn hiermee aan het eind van de regeling van werkzaamheden gekomen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20092010-66-5764.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.