Vragen van het lid Karabulut aan de minister van Financiën, bij afwezigheid gesteld aan de minister van Economische Zaken, en de minister van Verkeer en Waterstaat over de forse bonussen voor de top van Schiphol.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. De topman van Schiphol heeft vorig jaar € 740.000 opgestreken. Hebben deze ministers dan helemaal niets geleerd van de crisis en van het falende systeem van gegraai aan de toppen? Schiphol is bijna helemaal in handen van de overheid. Daarom vraag ik deze ministers: hoe bestaat het dat deze topman naast zijn basissalaris van bijna vier ton ook nog eens een bonus van bijna twee ton heeft opgestreken? Andere mensen aan de top van Schiphol hebben eveneens riante bonussen opgestreken. Hoe valt deze zelfverrijking te rijmen met loonmatiging en ontslag voor het gewone personeel van Schiphol? Hoe valt dit te rijmen met de uitbuiting en de armoedige salarissen van de schoonmakers? Zij werken zich dag in, dag uit kapot voor een salaris van nog geen € 8 netto per uur en zij zijn al maanden aan het staken voor € 0,30 erbij. Respect voor de schoonmakers en een eerlijk loon voor mensen die vuil opruimen, zijn te veel gevraagd van deze mannen, maar zelf weten zij zich prima te verrijken. Hoe pervers en hoe oneerlijk kan het zijn? Erkennen deze bewindspersonen dat? Vinden zij het gepast dat het gegraai aan de top gewoon doorgaat terwijl het minder gaat met de luchtvaart, er een crisis is en werknemers eruit worden gegooid? Erkennen zij ook dat deze topmannen niet meer dan de JP-norm zouden moeten verdienen omdat het bedrijf nagenoeg volledig in handen is van de overheid? Zij moeten geen cent bonus krijgen. Gaat de Staat – als belangrijkste aandeelhouder – dit dan ook voorstellen?

Niet de winsten, maar de mensen maken bedrijven. Wouter Bos had dit niet door en wilde dat ook niet; hij stemde in met deze zelfverrijking aan de top van Schiphol. Of Job Cohen het zal doorhebben, zullen we snel genoeg weten, maar nu vraag ik deze twee bewindspersonen van CDA-huize om meer lef te tonen dan hun voorganger en om in te grijpen. Stop het gegraai, start de beschaving!

Minister Van der Hoeven:

Mevrouw de voorzitter. Ik ben maar minister van Financiën ad interim en niet minister van SZW. Voor enkele van de gestelde vragen moet dus de minister van SZW naar de Kamer worden geroepen. Ik ben naar de Kamer geroepen in mijn rol als aandeelhouder van Schiphol. In die rol wil ik antwoord geven op de vragen, want daarop mag en moet u mij aanspreken. Eerlijk gezegd ben ook ik verbaasd dat die maximale variabele beloning is toegekend terwijl het resultaat voor het tweede jaar op rij is verslechterd, maar ik wil wel iets benadrukken. Ik benadruk wel dat die variabele beloningen betrekking hebben op prestaties van het vorige jaar, 2009, en hun grondslag hebben – daar gaat het om – in het oude, lopende beloningsbeleid. Of wij dat nu leuk vinden of niet, het is wel waar. De minister van Financiën zal hierover spreken tijdens de aandeelhoudersvergadering in april. Met name de raad van commissarissen wordt dan kritisch bevraagd over het besluit om die maximaal variabele beloning toe te kennen.

De Kamer heeft enige tijd geleden ingestemd met indeling van Schiphol binnen het nieuwe beloningskader voor het beloningsbeleid bij staatsdeelnemingen. Ik ben helder: dat nieuwe beloningsbeleid moet gematigder zijn dan het huidige. De gesprekken van de minister van Financiën met de raad van commissarissen van Schiphol over het nieuwe beloningsbeleid lopen. Rond de zomer moet een nieuw beloningsbeleid gereed zijn, dat geldt voor de nieuw te benoemen bestuurders. Voor de zittende bestuurders zal in samenspraak en overleg met de raad van commissarissen bezien worden hoe de doelstellingen worden aangepast. Het gaat namelijk om die doelstellingen. Het nieuwe beloningsbeleid moet uitdagendere doelstellingen bevatten, waarbij slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden de maximaal variabele beloning kan worden toegekend. Bovendien moet mijns inziens ook de algehele financiële situatie van een onderneming meer dan nu worden meegewogen in de variabele beloning van de directie.

De minister van Financiën kan – zoals ik al gezegd heb – niets veranderen aan de beloningen van 2009, want die vinden hun grondslag in vooraf afgesproken doelstellingen. Die zijn conform het lopende beloningsbeleid en bijgevolg heeft de raad van commissarissen formeel correct gehandeld. Ik heb echter aangegeven dat het mij verbaasd heeft dat de maximaal variabele beloning is toegekend.

Minister Eurlings:

Voorzitter. Na alles wat de minister van Financiën ad interim gezegd heeft, verhelder ik kort mijn positie. De minister van Verkeer en Waterstaat staat voor het publieke doel van de luchthaven. Wij hebben daarvoor tal van instrumentaria. In het besturingsmodel zitten namelijk formele publiekrechtelijke instrumenten. Bovendien bevat het bestuurlijke arrangement het deelnemingenbeleid.

Meer specifiek gaat het om de continuïteit van de mainport, de goede marktwerking en marktordening, een vrije toegang van vervoerders tot de infrastructuur en een concurrerende prijssetting voor het gebruik van het luchtverkeer. Wij hebben deze discussie vaak hier gehad, maar het gaat er kort en goed om dat onze enige heel grote luchthaven zo veel mogelijk rechtstreekse verbindingen met de hele wereld heeft. Dat is voor ons land van heel groot economisch belang. Daarbij moeten de omgevingsfactoren en de milieudoelstellingen zo goed mogelijk worden geborgd. De Kamer zegt dit immers vaak en ik richt mij in dit kader met name tot de heer Tang.

Ik heb nog één opmerking in dit verband. De Kamer heeft eerder een motie van de heer Tang aangenomen, waarin hij vroeg om – ik zeg dit in mijn woorden – het publieke belang en ook de milieucomponent zwaarder te laten doorwegen in de beloningssystematiek. Naar aanleiding van die motie heeft de minister van Financiën in november 2008 in antwoord op Kamervragen aangegeven dat het deel van de variabele beloning dat afhangt van die kwalitatieve elementen, zoals duurzaamheid, geluidsoverlast en klimaatbeleid, vergroot is. Dat deel is dus tot 5% vergroot ten opzichte van eerder. De minister van Financiën ad interim heeft zojuist al gezegd dat de minister van Financiën nader contact zal hebben met Schiphol. Dit proces zal vanaf april van dit jaar plaatsvinden. Daarbij wordt de positie van nieuwe bestuurders bekeken, zoals juist gezegd, maar ook zal worden gekeken of en, zo ja, hoe die publieke doelstellingen in de variabele beloning een nog zwaarder aandeel zullen krijgen. Ik kijk hierbij naar de heer Tang. Dit alles heeft mijn instemming, zoals ik eerder heb gezegd. Als vakminister zal ik deze discussie met bovengemiddelde interesse volgen.

Mevrouw Karabulut (SP):

Met alle respect zeg ik: wat een kletspraat! Ik begrijp best dat de ministers niet duidelijk kunnen of willen zijn over het feit dat een aantal mannen aan de top zich met miljoenen verrijkt, terwijl de rest aan de basis crepeert. Wil de minister – de Kamer heeft namelijk vastgelegd dat dit kan – als aandeelhouder ervoor zorgen dat er een voorstel op tafel komt, zodat mensen aan de top niet meer verdienen dan de balkenendenorm? Dat heeft de Kamer namelijk in 2008 van de minister van Financiën gevraagd en dat heeft hij niet uitgevoerd. Inmiddels zijn wij een jaar verder. Ik wil de toezegging van de minister dat er volgend jaar geen topsalarissen meer boven de balkenendenorm zijn, en dat er geen bonussen meer zijn. Dit kan ten goede komen aan de publieke functie, zoals de minister van Verkeer en Waterstaat zegt. Anders is het kabinet namelijk oneerlijk bezig en gaat het gegraai aan de top van het bedrijfsleven gewoon door. Dan is het kabinet de kosten van de crisis weer aan het afwentelen op de gewone mensen.

Minister Van der Hoeven:

Ik ga echt niet in op de enigszins populistische opmerkingen van mevrouw Karabulut. De Tweede Kamer, ook de SP-fractie, die ook een deel is van de Tweede Kamer, heeft ingestemd met het staatsdeelnemingenbeleid waar ook Schiphol onder valt. De Tweede Kamer weet dat Schiphol geen publiek bedrijf is en ook geen semipubliek bedrijf. Dat betekent dat er geen sprake kan zijn van datgene waar mevrouw Karabulut het over heeft. Ik heb de Kamer aangegeven dat, wat de doelstellingen betreft, een aantal zaken moet worden aangescherpt. Dat heeft de minister van Verkeer en Waterstaat ook gezegd. Hierover komt een gesprek dat door de minister van Financiën aangegaan wordt. Die gezamenlijke kwalitatieve doelstellingen moeten uitdagend zijn. De targets waren gekoppeld aan de begroting. Daarin werd rekening gehouden met slechte marktomstandigheden en met een verminderd resultaat. Dat resultaat valt overigens mee en is beter dan verwacht. De directie heeft dus "above target" gepresenteerd. Ons steekt dat dit huidige beloningsbeleid zo uitpakt. Dat gaat de minister van Financiën bespreken met de raad van commissarissen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

De huidige topman van Schiphol krijgt een bonus van € 178.000. Als schoonmaker op Schiphol – dat is tegenwoordig overigens uitbesteed werk – verdien je € 8 netto per uur. Dan doe je er twaalf jaar over om datzelfde bedrag te verdienen.

De fractie van GroenLinks wil slechts één ding horen van dit demissionaire kabinet. De minister van Financiën gaat binnenkort naar die aandeelhoudersvergadering. Ik wil dat de bewindslieden nu uitspreken dat de bonussen niet doorgaan. Ik maak er nog een opmerking bij. Het was deze minister van Verkeer en Waterstaat die het luid en duidelijk opnam voor Schiphol, toen het ging over de afschaffing van de vliegtaks. Moet ik nu constateren, zo vraag ik aan de minister van Verkeer en Waterstaat, dat de afschaffing, waar hij het kabinet achter heeft gekregen, nu eigenlijk via een omweg in de vorm van een bonus terechtkomt bij de top? Veel gekker moet het niet worden. Hij moet zich ook een beetje in het pak genaaid voelen en daarom zeg ik ook tegen hem: ga naar die aandeelhoudersvergadering, vraag uitleg en stop deze bonus.

Minister Van der Hoeven:

Ik weet dat mijn collega van Verkeer en Waterstaat er ook een aantal opmerkingen over gaat maken, maar laat ik alvast beginnen. Een aandeelhouder, wie het ook is, gaat niet over de concrete invulling van de targets of over de toekenning van de bonussen. Aan de toekenning van de bonus liggen afspraken ten grondslag. Die afspraken zijn meer dan een jaar geleden gemaakt tussen de raad van commissarissen en de directieleden. De raad van commissarissen heeft conform het geldende beloningsbeleid gehandeld. Het pakt alleen op een zodanige manier uit, dat je er inderdaad terecht vraagtekens bij plaatst. Dat is ook precies wat de minister van Financiën doet. Hij wil dan ook niet voor niets dat rond de zomer het nieuwe beloningsbeleid van kracht wordt. Dat nieuwe beleid zal gelden voor nieuwe bestuurders. Voor de zittende bestuurders, voor wie het oude beleid geldt, wordt in overleg met de raad van commissarissen gepraat over de aanpassing van de doelstellingen.

Wij willen allemaal een sterke positie voor Schiphol, dat wil ik even kwijt. Wij hebben een behoefte aan een sterke positie van Schiphol. Dat is belangrijk voor onze economie. Ik vind ook dat er door de directie goede prestaties moeten worden geleverd. Daar hoort een prikkel bij, maar dan wel op een verstandige manier. Daar kan wel het een en ander aan worden verbeterd.

Minister Eurlings:

De heer Vendrik vroeg mij naar de relatie tussen de afschaffing van de tickettaks en deze beloningsdiscussie. Die is er volgens mij niet. Ten eerste wordt deze bonus niet betaald uit een overheidssubsidie. Ten tweede beliep de tickettaks om en nabij de 300 mln. per jaar; dat bedrag wilden wij structureel extra aan belasting scheppen. Hier hebben we het over een persoonlijke bonus van ongeveer € 100.000.

Ik vind wel dat de discussie gevoerd moet worden. Ik ben het volstrekt eens met de minister van Financiën ad interim dat je de discussie over de bonussen moet voeren, alleen moet het dan niet alleen gaan om de hoogte ervan, maar ook om de vraag hoe de bonus is opgebouwd. Daarom vond ik de discussie naar aanleiding van de motie-Tang zo interessant. In de persoonlijke beoordeling van directieleden speelt natuurlijk ook de positie van de luchthaven wereldwijd een rol. Hoe doet Schiphol het? Ik vind het met de Kamer van belang – die motie was immers aangenomen – dat in de variabele beloning ook steeds meer de vraag wordt meegenomen hoe dat doel is bereikt. Gebeurt dat op een milieuvriendelijke manier, op een geluidsarme manier, op een klimaatneutrale manier? Dat de beloning daarvoor nadrukkelijker naar voren komt, daarvoor sta ik met uw Kamer aan de lat. De minister van Financiën zal daar zijn best voor blijven doen.

De heer Ulenbelt (SP):

Het kabinet heeft bij monde van minister Donner veel respect uitgesproken voor de schoonmakers, onder andere van Schiphol. Deze minister van Financiën heeft zo te horen weinig respect voor de excessieve bonus aan de top. Die schoonmakers ruimen het vuil op. Bonussen worden gezien als vuil, door heel veel mensen. Wil de minister op de aandeelhoudersvergadering gaan zeggen dat de bonussen benut moeten worden om het vuil op te ruimen, dat die bonussen aangewend moeten worden om te komen tot een fatsoenlijke behandeling van de schoonmakers? Verlaag de bonus en verhoog de loon van de schoonmakers. Dat lijkt mij toch een heldere boodschap voor de vergadering van aandeelhouders.

Minister Van der Hoeven:

Ik ga niet praten. Ik ga het woord respect niet in mijn mond nemen. Dat heeft de heer Ulenbelt gezegd en daar ga ik het niet over hebben. Ik heb voor iedereen respect, mijnheer Ulenbelt, ook voor u.

De heer Ulenbelt (SP):

Toch ook wel voor de schoonmakers?

Minister Van der Hoeven:

Ik zei "ook voor u" en dus ook voor de rest. Ik ga echter over mijn eigen antwoord en ik laat mij geen woorden in de mond leggen.

Voorzitter. Is een bonus vies? Nee, een bonus is niet vies. Wie goed gepresteerd heeft, mag daar best een bonus voor krijgen. Natuurlijk mag dat. Waar het om gaat, is dat die bonus een relatie moet hebben tot hetgeen er gepresteerd is. Ik kom terug op wat ik daarnet heb gezegd. Op dit moment zie je dat de afgesproken doelstellingen en de manier waarop die zijn afgesproken, leiden tot uitkomsten die ons allemaal niet passen en die wij niet goed vinden. Dat betekent dat je iets moet doen aan de structuur waarlangs er tot die bonus wordt gekomen. Ik wil echter af van het beeld dat een bonus vies zou zijn. Iedereen die goed presteert, heeft recht op een bonus, alleen Kamerleden en ministers krijgen hem niet.

De heer Kalma (PvdA):

De PvdA-fractie is van mening dat bonussen bij bedrijven als Schiphol zo beperkt mogelijk moeten zijn en dat ze, voor zover ze worden uitgekeerd, gebonden moeten worden aan sociale en ecologische doelstellingen. Deelt het kabinet deze mening? Is ook het kabinet van oordeel dat het niet lang kan duren voordat de overheid als grootaandeelhouder medeverantwoordelijkheid draagt voor bonussen van korte termijn die, als ik goed ben ingelicht, in het geheel niet aan langetermijndoelstellingen zijn gebonden? Moet dit soort kortetermijnbonussen niet in ieder geval van tafel?

Minister Van der Hoeven:

Bij het toekennen van de bonus wordt gebruik gemaakt van een bestaand belonings- of bonusbeleid of hoe je dat ook noemen wilt. Daar zitten diverse elementen in. We hebben te maken met return on equity, met doelstellingen op het gebied van milieu en duurzaamheid, met nieuwe strategieën en al dat soort zaken meer. Het derde punt is het algemene functioneren. Ik ben het met u eens. De minister van Financiën gaat ook kijken hoe de samenstelling van de criteria op basis waarvan de te behalen doelstelling wordt bepaald, opnieuw tegen het licht gehouden kan worden, zodat het meer recht doet aan de maatschappelijke doelstellingen die de collega van verkeer en Waterstaat noemde. Ik volg u daarin dus zeer. Verder is het in mijn ogen van belang dat er juist met het oog op de continuïteit van het bedrijf voor wordt gezorgd dat een directie die doelstellingen haalt. Daar mag best iets tegenover staan, maar het moet wel realistisch zijn. Daarin schuilt het probleem. Dat is precies wat de minister van Financiën gaat bespreken met de commissarissen.

De voorzitter:

Hiermee zijn wij gekomen aan het einde van het mondelinge vragenuur. Ik bedank de bewindslieden voor hun antwoorden.

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

De Roon en Heerts;

De Mos, voor het tweede deel van de middag- en avondvergadering.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven