Vragen van het lid Biskop aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart, over het bericht "Veel schooluitval door drugsverslaving".

De heer Biskop (CDA):

Voorzitter. Spijbelen is niet vet, spijbelen is niet cool. Spijbelen leidt tot schooluitval en schooluitval leidt tot maatschappijuitval. Het is daarom zorgwekkend dat een rapport van het Trimbos-instituut en de Universiteit van Utrecht wetenschappelijk aantoont dat drinken en blowen ernstig bijdragen tot spijbelgedrag. Dit rapport, Middelengebruik en voortijdig schoolverlaten, is vrijdag door de staatssecretaris in ontvangst genomen. Goed zicht krijgen op de problemen van jongeren is vaak lastig. Juist spijbelen biedt een concreet aangrijpingspunt: het is een symptoom dat het niet goed gaat met de jongere. Daarom is een snelle en adequate aanpak vereist. Niet voor niets heb ik vorig jaar mijn vijfpuntenaanvalsplan tegen spijbelen gelanceerd.

Ik stel de volgende vragen naar aanleiding van het rapport. De staatssecretaris geeft in haar reactie op het rapport aan, een handleiding voor docenten te gaan maken. Het is prima om docenten attent te maken op signalen van alcohol- en cannabisgebruik, maar het Trimbos-rapport geeft juist aan dat scholen onvoldoende concrete maatregelen nemen. Hoe gaan we stimuleren dat scholen consequenter het verzuimgedrag melden? Is de staatssecretaris het met de CDA-fractie eens dat met name de leerplichtambtenaar hier beter bij betrokken moet worden?

Zeker als het gaat om alcohol- en drugsgebruik door jongeren, moeten we hun ouders aanspreken en hen in staat stellen om hun kinderen weer aan te spreken. Dat geeft de staatssecretaris ook aan. Zij zegt dat zij scherper op de ouders wil sturen. Het Spijbel Alert is een middel om de verantwoordelijkheid neer te leggen bij ouders, waar die hoort. Stuur als school een sms'je naar ouders wanneer zoonlief of dochterlief niet op school is en stuur tegelijkertijd een sms naar de leerling met de mededeling dat de ouders op de hoogte zijn gesteld van het spijbelen: betrapt, en wel meteen! Scholen die het toepassen, zien een scherpe daling van het spijbelen. Wat ziet de staatssecretaris in het Spijbel Alert en hoe gaat ze scholen stimuleren om het in te voeren? Zo kunnen we schooluitval én maatschappijuitval bestrijden.

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Voorzitter. Ik dank de heer Biskop voor zijn vragen. Die zijn terecht. Het onderzoek geeft heel duidelijk aan dat het gebruik van alcohol en drugs in overmatige mate leidt tot schooluitval, met daarin als tussenstap het spijbelen. We moeten inderdaad alles tegen spijbelen doen wat er tegen te doen is. Ik ben het zeer met de heer Biskop eens: onze scholen moeten weten wanneer een kind er niet is. Te lang is dat open gebleven. Nu pakken we het scherp aan. Er is echter nog geen kabinet geweest dat er zo als een tijger bovenop zit om het probleem aan te pakken. Ik wijs op de leerplicht, de ingevoerde kwalificatieplicht, het onderwijsnummer en de vsv-aanpak; alles wordt op dit moment in het werk gesteld om dit scherp uit te voeren.

Er zaten waardevolle punten in het vijfpuntenplan van de heer Biskop. Met name met het sms-alert ben ik actief aan de slag gegaan. Ik kende overigens dat alert al, omdat de uitblinker van het mbo uit Flevoland degene is die het bedacht had. Er is al een promotiecampagne geweest in de mbo-bladen. Op dit moment staat het ook op de vsv-site. De accountmanagers van de vsv-aanpak brengen ook overal op scholen dit idee naar voren. Het is uiteindelijk aan de school om er wel of niet iets mee te doen, maar het is zeker een heel mooie manier om jongeren en hun ouders alert te krijgen.

De heer Biskop (CDA):

Dat is heel mooi wat de staatssecretaris zegt. We zeilen scherp aan de wind en we wijzen scholen erop, maar op hoeveel scholen is het sms-alert ondertussen ingevoerd? Hoe halen we de vrijblijvendheid eraf als het gaat om scholen die niet melden? Ik hoor van ouders dat zij zelf de school gaan bellen om te vragen of hun kind wel op school is. Dat is toch volstrekt de omgekeerde weg? Hoe krijgen we de school nu toch tot dat melden?

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Via de vsv-aanpak die wij kennen. Dat zijn regionale afspraken die wij maken met scholen en gemeenten, waarbij registratie van verzuim een heel belangrijk punt is. De vrijblijvendheid is binnen tweeënhalf jaar veel minder geworden. Met de heer Biskop ben ik van mening dat het bijvoorbeeld op de mbo-instellingen nog beter kan. Het is echter wel aan het mbo zelf om de methodiek te kiezen waarmee men dat wil doen. Dát men het wil doen, en dat we ook de inspectie er scherp op gezet hebben, dat weet de heer Biskop. Daar ligt ook een onderzoek. Daar zijn we elke dag mee bezig. Of we het echter met een alert-systeem doen of op een andere manier registreren en ouders informeren, is echt aan de school.

De voorzitter:

Mijnheer Bosma.

De heer Biskop (CDA):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Nee, het spijt me, mijnheer Biskop.

De heer Biskop (CDA):

De staatssecretaris beantwoordt de vraag niet.

De voorzitter:

Welke vraag?

De heer Biskop (CDA):

De vraag op hoeveel scholen het sms-alert is ingevoerd.

De voorzitter:

U hebt gelijk.

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Voorzitter, dat weet ik niet. Nogmaals, het is echt aan de scholen. Wat ik doe, is dit goede systeem onder de aandacht brengen via de vsv-site en via onze accountmanagers, die elke dag scholen in het land bezoeken. Op een bepaald moment is het aan de school om het te doen. Ik heb geen inventarisatie gemaakt van de scholen die met het alert-systeem werken. Het is een zaak van de school. Het is aan ons om het te stimuleren. Er zijn misschien nog meer goede systemen.

De heer Bosma (PVV):

Ik hoop dat het CDA weer op één lijn zit.

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Altijd.

De heer Bosma (PVV):

Ik hoorde de gewaardeerde staatssecretaris zeggen dat het kabinet er als een tijger bovenop zit. Heeft die tijger ook tandjes? Het kabinet wil bijvoorbeeld geen scholen in de buurt van coffeeshops. Er moet 500 meter tussen zitten. In Amsterdam hebben we echter burgemeester Cohen. Behalve dat hij de hele dag theedrinkt, komt hij ook met het verslappen van maatregelen die al heel slap zijn. Hij zegt: nou, weet je wat, 250 meter is ook wel voldoende. Wanneer laat de staatssecretaris nu eens haar tandjes zien aan mijnheer Cohen?

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

De handhaving bij coffeeshops is natuurlijk primair een taak van mijn collega's van Justitie en BZK. Ik wil hier echter wel zeggen wat ik ook heb aangegeven in de reactie op dit bericht. Ik ben blij dat 85% van het aantal gemeenten inmiddels de grens daadwerkelijk eerbiedigt. Ik heb die 15% die het nog niet doet, ertoe opgeroepen om het te doen. De slag naar een veel scherper handhavingsbeleid wordt door dit kabinet gemaakt. Dat gebeurt niet alleen, terecht, op het vlak van de afspraken tussen de VNG en het Rijk over afstand rondom scholen. Het gebeurt ook bij de handhaving van de regel van geen alcohol tot 16 jaar. Overal zie je inmiddels in supermarkten dat je je moet legitimeren; het wordt ook omgeroepen. Het is veel minder makkelijk dan in het verleden om jongeren de alcoholfles te verkopen. Dat is een heel goede zaak. Er is terecht scherpte op dat punt.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Het gebruik van genotsmiddelen door jongeren is een heel belangrijke reden van schooluitval. Daarom heeft de PvdA twee jaar geleden gevraagd om een actieplan jeugd en genotsmiddelen. Daarmee bedoel ik niet alleen alcohol of drugs, maar alle middelen die afleiden van onder andere school. De CDA-minister en de CDA-fractie vonden dat toen een raar idee; het was allemaal niet nodig. Wil de staatssecretaris alsnog met dat actieplan jeugd en genotsmiddelen komen nu zij in de afgelopen week zelf het onderzoek heeft gezien waarmee wetenschappelijk is aangetoond hoe schadelijk die middelen zijn? We moeten het gebruik vóór zijn, waardoor we schooluitval vóór zijn.

De voorzitter:

Voordat de staatssecretaris antwoordt, wil ik één opmerking maken. Er is hier vandaag al een paar keer gesproken over ministers van bepaalde partijen. Die bestaan niet. We hebben hier alleen ministers en staatssecretarissen van de Kroon. Ik hecht eraan om dit in het vragenuur vast te stellen. We hebben wel collega's van partijen, maar bij ministers geldt dat niet.

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Ik antwoord gaarne namens ministers die hier ook verantwoordelijk voor zijn. Er gebeurt natuurlijk heel erg veel op dat vlak. Mijn collega Klink heeft een preventieprogramma voor scholen waarbij ook wij als ministerie van OCW betrokken zijn. In dat preventieprogramma gaat het om genotsmiddelen en preventie van het gebruik daarvan. Zelfs op de basisscholen gebeurt het nodige, maar 60% van de vo-scholen doet iets. Dat wordt nu uitgebreid. De komende tijd wordt de slag gemaakt naar het mbo. Naar aanleiding van dit onderzoek pak ik een heel belangrijke aanbeveling actief op die erbovenuit stak, namelijk dat docenten aangeven dat ze ondersteuning nodig hebben om het te herkennen, het bespreekbaar te maken en het vervolgens ook aan te pakken. Ik ben nu al bezig met gesprekken daarover met het Trimbos-instituut, want ik wil er zo snel mogelijk mee aan de gang. We hebben nu een onderzoek dat wetenschappelijk onderbouwt wat wij reeds vermoedden. Dat geeft mij het draagvlak om dit te kunnen doen.

Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Spijbelen moet natuurlijk heel erg stevig aangepakt worden. Als ik als voorbeeld noem dat in Slotervaart op een schooldag 40% van de leerlingen niet aanwezig is in een klas, dan is er alle reden om dat krachtig aan te pakken. Mijn vraag is wat de staatssecretaris doet met de scholen die het verzuim niet melden. Is zij voornemens om die ook te beboeten? Nu krijgen de ouders een boete als hun kind spijbelt, maar wat doet de staatssecretaris met de scholen die het verzuim niet melden aan de leerplichtambtenaren?

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Scholen die het verzuim niet melden, komen natuurlijk in beeld van de inspectie. Het is gewoon een belangrijk punt dat leerlingen ook daadwerkelijk op school moeten zitten. Het is ook wettelijk noodzakelijk dat een school dat handhaaft. Als men erbij blijft om het niet te handhaven, dan kan de inspectie of ik sanctioneren. Als dat structureel aan de orde is, zal ik dat ook niet nalaten. Maar nogmaals, wij hebben een enorme slag gemaakt in de afgelopen tweeënhalf jaar. Voor die tijd stond spijbelen nauwelijks op de agenda.

Op het punt van Slotervaart wil ik opkomen voor de gemeente Amsterdam. Die is op dit moment buitengewoon scherp en alert op het handhaven van de leerplicht. Dat is echt bewonderenswaardig. Dat uit zich ook in heel goede resultaten. Het wordt steeds minder mogelijk dat kinderen in Slotervaart zomaar wegblijven zonder dat het gezien wordt.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ik woon zelf in Amsterdam en ik kom ze daar wel eens tegen, van die jonge leerlingen ...

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Spreek ze aan.

De heer Dibi (GroenLinks):

... die eigenlijk dronken of sufgeblowd zijn. Wij doen allemaal weleens dingen in onze jeugd die niet helemaal goed zijn. Als kinderen gaan spijbelen, vallen zij vaak uit van school en belanden zij daarna vaak in de criminaliteit. Dat is vaak de weg die de kinderen dan afleggen. Het is dan gewoon een groot probleem. In Amsterdam, de stad van Cohen, heeft men daarom een proef met leerplichtambtenaren die, omdat zij vaak weten waar deze jongeren rondhangen, actief op zoek gaan naar die jongeren, hen bij de kraag vatten en de ouders van die jongeren aanspreken. En dat helpt. Ik vraag de staatssecretaris of zij met de vereniging van leerplichtambtenaren een afspraak kan maken over het inzetten van leerplichtambtenaren op de plekken waar die jongeren rondhangen en of zij de Kamer daarover kan informeren.

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Ik ben het zeer eens met het punt dat het vaak een complex van factoren is. Daarom hebben wij ook de plusscholen. Daarop wordt niet alleen de drankproblematiek aangepakt, maar ook de problemen in de breedte. Men probeert die jongeren weer op het goede spoor te krijgen. Ik ben inderdaad enthousiast over de aanpak van Amsterdam. Ik hoop dat Amsterdam de good practices ook uitwerkt naar collega-gemeenten, maar het is echt gemeentelijk beleid om je leerplichtambtenaar in te zetten zoals je dat wilt. Omdat ik enthousiast ben over Amsterdam, wil ik zeker het punt van de heer Dibi expliciet onder de aandacht brengen als ik praat met Ingrado: kijk of je good practices ook kunt delen. Maar het is niet aan mij om het leerplichtbeleid in de regio zelf te bepalen. Het is juist zo goed om aan te sluiten bij de gewoonte in de regio en daar de krachtige punten uit op te pakken. Dat werkt.

De heer Jasper van Dijk (SP):

"Geniet, maar drink met mate" is een goed motto. Wij zijn echter allang over die grens heen als je naar dit onderzoek kijkt. Schooluitval en spijbelen moeten wij echt bestrijden, zeker als het hieruit voortkomt. Dan kom je inderdaad bij die leerplichtambtenaren terecht. Nu moet ik eigenlijk heel erg teleurgesteld vaststellen dat de staatssecretaris net zoals haar voorgangers zegt: maar daar gaan wij niet over; de gemeenten gaan over leerplichtambtenaren. Wat staan wij hier dan nog te doen? Kan de staatssecretaris mij garanderen dat er komend schooljaar voldoende leerplichtambtenaren zijn, opdat wij het spijbelen zo vroeg mogelijk ontdekken?

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Wat moet het toch een zware taak zijn voor de SP om alles vanuit hier te willen regelen. Wat moet dat zwaar zijn! Ik heb gewoon vertrouwen in mensen die op provinciaal en lokaal niveau proberen overheidstaken vorm en inhoud te geven. Ik heb ook vertrouwen in scholen en in zorgadviesteams die daarmee aan de slag zijn. Ik vind dat wij hier vanuit Den Haag een aantal belangrijke stimulansen moeten doen richting dat regionale beleid, maar ik hecht er ook bijzonder aan om de verantwoordelijkheid daar te leggen waar die het best waargemaakt kan worden, namelijk dicht rondom de jongeren op de school. Daar is de gemeente actief. Neem van mij aan dat een gemeente die daarmee een loopje neemt, daarop wordt aangesproken, elke dag door onze mensen. Wij hebben een vrij activistische aanpak rond het voortijdig schoolverlaten, en terecht. Ik vind wel dat elke gemeente dat op haar manier moet doen, omdat ik ervan overtuigd ben dat daardoor de beste resultaten ontstaan. Kunnen ze leren van elkaar? Jazeker. Ik hoop dan ook dat ze dat doen, maar daar heb ik al het nodige over gezegd naar aanleiding van de vraag van de heer Dibi.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Wij waarderen de inspanningen die de staatssecretaris wil doen in het kader van het signaleren van het alcohol- en drugsgebruik op scholen en vervolgens het spijbelen dat daaruit voortvloeit. Volgens ons zit het grootste probleem echter niet in de lessen in het kader van de school en genotmiddelen, maar in de angst van scholen om bekend te staan als alcohol- en drugsschool. Wat gaat de staatssecretaris eraan doen om dat bespreekbaar te maken?

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Dat begint inderdaad met het aanpakken van de handelingsverlegenheid van docenten en door aan te geven hoe je zaken bespreekbaar kunt maken. Ik verwijs naar de zorgadviesdienst. De doelstelling van dit kabinet is een zorgadviesdienst op alle scholen in Nederland, van het po tot het mbo. Dat gaat op dit moment heel goed. Daar zit vaak ook de GGD aan tafel en daardoor worden dit soort zaken al meer vanzelfsprekend om te bespreken. Dat is terecht, want scholen willen scoren op het vlak van "elke jongere een diploma". Dit is een grote barrière als dit niet wordt aangepakt. Daarmee wordt het steeds normaler om je problemen te bespreken in plaats van ze met de mantel der liefde te bedekken of ze onder het mom van "liever niet horen" weg te stoppen. Dat is de lijn van het kabinet en daardoor komt dit eigenlijk steeds scherper aan het licht. Dit maakt het ook mogelijk om het bespreekbaar te maken.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording. Hiermee zijn wij gekomen aan het eind van het mondelinge vragenuur.

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Ten Broeke, Jansen, Jonker, Omtzigt en Weekers;

Eijsink en Lempens, de gehele week.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven