Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | nr. 41, pagina 4013-4022 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | nr. 41, pagina 4013-4022 |
Aan de orde is het spoeddebat over berichten over manipuleren van cijfers over de klimaatverandering en over het loslaten van klimaatdoelen.
De voorzitter:
Ik herinner de leden eraan dat er bij dit spoeddebat een spreektijd geldt van drie minuten.
De heer De Mos (PVV):
Voorzitter. Het ene na het andere kouderecord wordt gebroken. Koning Winter laat zien dat er met hem niet te spotten valt. Al weken zijn wij in zijn greep. De maatschappelijke steun voor de klimaatalarmisten valt als een kaartenhuis in elkaar.
Hoe anders was dat enige weken geleden? Toen werd de klimaatsceptische PVV nog weggezet als de gekke henkie van de politiek. De politieke elite, met reserveklimaatminister Samsom voorop, had besloten dat de aarde opwarmt en dat de mensheid daaraan schuldig is. Wat hadden wij er allemaal zin in. Samen in de CO2-neutrale trein naar de klimaattop in Kopenhagen waar wij maar één boodschap hadden voor Moeder Natuur: waag het niet om twee graden warmer te worden.
"Beat the heat" was de strijdvaardige leus van de klimaatalarmisten, maar nog voordat de trein naar Kopenhagen kon afreizen, kwam bij het grote publiek de ware klimaataap uit de mouw. Climategate was geboren. Nadat de klimaatalarmisten zich jarenlang ongestoord schuldig hebben kunnen maken aan bangmakerij van de mensheid en sceptici buitenspel stonden en werden weggezet als platteaardedenkers was daar ineens Phil Jones, directeur van het gerenommeerde Britse klimaatinstituut CRU van de Universiteit van East Anglia. De praktijken die klimaatwetenschappers erop nahouden, raakt de integriteit van de klimaatwetenschap in het hart. Er is met data en computercodes gerommeld. Er zijn data verdwenen en achtergehouden. Er is sprake geweest van intimidatie van sceptische wetenschappers. Er was de intentie het peer-reviewproces aan te passen aan de wensen van het IPCC.
Eenmaal in Kopenhagen bereikte mij het nieuws dat een Russische denktank stelt dat de "Climategatewetenschappers" bewust Russische weerdata buiten beschouwing hebben gelaten omdat deze niet zouden passen in hun alarmerende theorie over de opwarming van de aarde.
De heer Samsom (PvdA):
Voorzitter. Kan de heer De Mos een stukje citeren uit één email waaruit al zijn aantijgingen daadwerkelijk zouden blijken, anders dan in deze wat snel uitgesproken litanie?
De heer De Mos (PVV):
Ik verwijs de heer Samsom naar één website. Daarop kan hij uren ongestoord lezen. Dat is www.Climategate.nl. Dan hebt u avond aan avond leesplezier, mijnheer Samsom.
De heer Samsom (PvdA):
U moet het toch even met mij doen en ik met u. Ik vraag u hier een citaat uit één specifieke mail te noemen waaruit de litanie die u zojuist uitsprak, zou blijken. Verwijst u niet weer naar websites, maar neemt u nu gewoon zelf even deel aan het debat.
De heer De Mos (PVV):
Dat is geen enkel probleem. Ik heb hier een stukje van de heer Jones: "can we remove some data?" Dat is toch genoeg. Het vernietigen van gegevens is aan de orde van de dag, mijnheer Samsom. U kunt daarover lacherig doen en het iedere keer wegdrukken alsof er niks aan de hand is, maar wordt eens wakker.
De heer Samsom (PvdA):
Ik doe niet lacherig. Staat er een vraagteken achter die zin? Ik zal de vraag voor u beantwoorden: ja. Zijn die data daadwerkelijk verdwenen? U zult nu vast een mail oplezen met daarin de vraag of het mogelijk is om een paar rapporten uit de data van het IPCC te houden, omdat die met naam en toenaam zijn genoemd. Zijn die rapporten uiteindelijk daadwerkelijk in de data van het IPCC verschenen of niet? Met andere woorden: is dit speculatie, is het slecht gedrag of is het daadwerkelijk en feitelijk wetenschappelijke zwendel?
De heer De Mos (PVV):
U hebt misschien met uw gezicht in de doofpot gezeten, mijnheer Samsom. U kunt het in de doofpot willen stoppen, maar het is een feit dat er gesjoemeld is met gegevens en dat er opgeroepen is tot het sjoemelen met gegevens en tot het uithalen van trucjes om klimaatgegevens die klimaatalarmisten doen uitkomen, te veranderen. Dat is de werkelijkheid, mijnheer Samsom.
De voorzitter:
De laatste maal, mijnheer Samsom.
De heer Samsom (PvdA):
De vraag is: zijn er data veranderd? Is er gesjoemeld met data of is er uit een emailcorrespondentie duidelijk geworden wat mensen in hun frustratie soms wensen? Dat is een groot verschil en u maakt dat verschil niet.
De heer De Mos (PVV):
Ik zal u nog een voorbeeld geven dat ik zojuist ook heb opgelezen. Rusland bestrijkt 12,5% van het aardoppervlak. De Russische weerdata zijn bewust weggelaten om de opwarming van de aarde door menselijk handelen bij te vallen. Als dat geen weglaten en sjoemelen is, dan weet ik het niet meer, mijnheer Samsom.
De voorzitter:
Dit is echt de allerlaatste keer, mijnheer Samsom.
De heer Samsom (PvdA):
Waar blijkt dat uit? Russische weerdata en Russische satellietdata worden overigens niet alleen door Russen gemeten, maar ook door Amerikanen. U weet dat zij elkaars grondgebied de laatste jaren nogal goed in de gaten houden. Waaruit blijkt dat Russische weerdata daadwerkelijk zijn verdwenen, anders dan bij boomringdata die niet zijn achtergehouden, maar waarvan na tientallen jaren openbare wetenschappelijke discussie is besloten dat deze minder representatief zijn voor de temperatuurmeting. U moet een beetje precies blijven, mijnheer De Mos, als u in dergelijke debatten zo'n hoge toon aanslaat.
De heer De Mos (PVV):
Er is er maar een die niet zo precies is en die steeds chagrijniger werd tijdens Kopenhagen, en dat is de heer Samsom. Zijn droom valt namelijk in elkaar. Ik snap de frustratie wel. Ik moet precies zijn? Er is gewoon een Russische denktank die met die cijfers komt en zegt: onze cijfers zijn nooit meegenomen.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
De heer De Mos (PVV):
Inmiddels zijn er onderzoeken gaande tegen Jones en de voorzitter van de hockeystickvereniging Michael Mann, die met zijn grafiek bewust de kleine ijstijd en de warme periode in de middeleeuwen wegliet.
De aanname dat als gevolg van menselijk handen de temperatuur op aarde zou toenemen, is gestoeld op voorspellingen aan de hand van computermodellen. Een voorspelling kan nooit een bewijs zijn, want het is nog niet gebeurd. Daarom is het ook onverantwoord om een miljarden verslindend klimaatbeleid te voeren. Dat gaan gelukkig steeds meer mensen zien, wellicht ook minister Cramer zelf. Ging zij op de heenweg naar Kopenhagen nog met de trein, terug pakte ze weer ouderwets het CO2-uitstotende vliegtuig. Ook de secretaris-generaal van Economische Zaken, de heer Chris Buijink, ziet dat het onverantwoord is om miljarden te blijven investeren in iets wat we niet weten. Hij wil af van de Nederlandse klimaatdoelen. De VVD is ook wakker en wil een onafhankelijk onderzoek naar Climategate. Dat is een prima idee; baat het niet, dan schaadt het niet.
Overigens is de PVV, zoals men wellicht weet, al een stap verder. Wat ons betreft, wordt de invloed van de mens op het klimaat schromelijk overschat. De mens kan het klimaat niet beïnvloeden. Die 2°C-doelstelling is dus absurd, anders had ik bij wet een klimaat willen vastleggen met elke dag een zonnetje, 27°C en een briesje van zee. Ik wil de minister en de alarmisten dan ook oproepen om terug te gaan naar een oud gezegde: verander de dingen die je kunt veranderen en accepteer de dingen die je niet kunt veranderen.
De voorzitter:
Uw tijd is om.
De heer De Mos (PVV):
Mijn motie luidt ...
De voorzitter:
Nee, een motie kan in tweede termijn, mijnheer De Mos.
De heer De Mos (PVV):
Ik dacht dat die meteen mee mocht. Dank u.
De voorzitter:
Het is zeer ongebruikelijk om in eerste termijn een motie in te dienen. Als u dat wilt doen, moet u eerst toestemming vragen aan de rest van de Kamer. Het woord is aan mevrouw Neppérus.
Mevrouw Neppérus (VVD):
Voorzitter. Rond 23 november kwamen de eerste verhalen over een mogelijke Climategate. Naar aanleiding daarvan heb ik namens mijn partij gezegd dat het tijd werd om te gaan onderzoeken of dit waar was. Ik heb er bij de begrotingsbehandeling ook bij gezegd, en ik zeg dat vandaag opnieuw, dat mijn partij altijd is afgegaan op de officiële gegevens. Dan wil ik er echter wel zeker van kunnen zijn dat die gegevens een heel grote mate van waarschijnlijkheid hebben. Er bestaat geen 100% zekerheid. Een zekere twijfel zal er altijd zijn, maar als er discussie is over wat er is gebeurd, wil ik dat uitgezocht zien.
Ik stel inmiddels vast dat landen die echt niet tot de rechtse bolwerken behoren, zaken gewoon gaan onderzoeken. Ook in Finland loopt nu de discussie. Daarom zeg ik opnieuw: laten we gaan onderzoeken. Laat de minister onafhankelijk onderzoek doen. Dat hoeft geen jaren te duren – dat is ook niet nodig – maar ga dat onderzoek nu gewoon doen. Dan kunnen we zien hoe zwaar dit allemaal moet wegen in de uitgaven en in het beleid. Moeten we meer accent leggen op de energie, wat ik hier vaker roep? Moeten we meer op de toer van innovatie? Of moeten we toch blijven op de alarmerende toer van het klimaatgebeuren? De gedachten van de sg van Economische Zaken om hierover eens goed na te denken, komen daarbij. Mijn verzoek aan de minister is dus opnieuw: doe nu gewoon dat onderzoek. Het hoeft echt geen maanden of jaren te duren, maar toon nu eens de bereidheid om iets te doen. Andere landen doen het ook. Het draagvlak zal alleen maar toenemen als er bereidheid is om dit te doen.
Mevrouw Spies (CDA):
Dat onderzoek doen we toch permanent? Er is permanent door alle wetenschappers over de hele wereld een discussie gaande over de ernst en de aard van de klimaatverandering: valt het mee, valt het tegen? Wat kan de toegevoegde waarde zijn van het zoveelste onderzoek dat mevrouw Neppérus nu kennelijk bepleit?
Mevrouw Neppérus (VVD):
Ik ben teleurgesteld in de opmerking van mevrouw Spies. Er is onderzoek. Het IPCC loopt, maar er zijn tegenstrijdige geluiden en veel wetenschappers zeggen dat het wellicht toch anders is. Daar is de mogelijke – ik zeg "mogelijke" – fraude met cijfers bijgekomen. Is. Dat was het punt waarop ik ben aangeslagen in november. Ik roep de minister op om het uit te zoeken. Ik ben nog steeds verbaasd dat zij dat tot vandaag niet wilde en dat kennelijk ook het CDA er geen behoefte aan heeft. Jammer.
De heer Samsom (PvdA):
U zegt zelf dat er onderzoek gedaan wordt: door de University of East Anglia, daar komen de e-mails vandaan, en door het IPCC, wiens hart geraakt wordt door de mogelijke aantijgingen. Wat willen wij daar nu als Nederland nog aan toevoegen? Ik wacht met spanning op die onderzoeken. Tenminste, niet met heel veel spanning, maar ik wacht op de uitslag van die onderzoeken. Laten wij daar nu eens naar kijken. U bent altijd voor het efficiënt besteden van belastinggeld. Als anderen op een veel betere plek op deze wereld, namelijk daar waar het gebeurd is en de impact van de wetenschap raakt, het onderzoek doen, wat is daar vanuit Nederland nog aan toe te voegen?
Mevrouw Neppérus (VVD):
Ik hoor de heer Samsom nu al met iets meer waardering spreken over onderzoek. Het IPCC zal de slager zijn die zijn eigen vlees keurt. Ik ga ervan uit dat ook de PvdA-fractie daar altijd een kanttekening bij zet. Ik heb eerder gezegd dat zo'n onderzoek van mij in internationaal verband mag plaatsvinden, maar ik wil de bereidheid van deze minister horen. Als je het kunt combineren met andere landen die al bezig zijn, wil ik daar zeker naar luisteren. Primair wil ik echter die bereidheid horen om onderzoek te doen.
De heer Samsom (PvdA):
Hoe weet u dat het IPCC zijn eigen vlees keurt? Hebt u de terms of reference van dat onderzoek al gezien? Weet u wat de heer Pachauri precies van plan is en op welke manier hij onderzoek wil doen?
Mevrouw Neppérus (VVD):
Mijnheer Samsom, wees nu toch even eerlijk: de slager die zijn eigen vlees keurt. Ik had beter van u verwacht.
De heer Samsom (PvdA):
Ik wil antwoord op mijn vraag. Weet u hoe het IPCC zijn onderzoek inkleedt? Misschien laat het IPCC zijn handelen wel door een onafhankelijk instituut onderzoeken. Dat is precies wat u wilt. Dat zou toch kunnen?
Mevrouw Neppérus (VVD):
Ik sluit niets uit, maar ik wens eerst de bereidheid te horen van deze minister. Wat wil ze met onderzoek? Als iets internationaal kan, wil ik daar zeker over nadenken. De heer Samsom draait zich nu vermoeid en zuchtend om, maar ik zou hem wel graag iets positiever willen horen over dat onderzoek. Ik begrijp niet wat daar tegen is.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Er wordt al onderzoek gedaan. Zullen wij drie VVD'ers vragen om voor de VVD-fractie dat onderzoek nog eens even op zijn merites te beschouwen en daar een openbaar rapport over te maken? Dan vragen wij Winsemius, Voorhoeve en Nijpels. Dat zijn allemaal gewaardeerde, zeer onafhankelijke leden van de VVD; hardcore liberalen. Laten wij hen vragen voor het Nederlandse parlement die onderzoeken van de VN, het IPCC en de University of East Anglia op hun merites te beschouwen en daar openbaar verslag over te doen. Zijn wij zo klaar?
Mevrouw Neppérus (VVD):
Nee, ik weet dat de heer Vendrik dit een jaar geleden ook al wilde, maar hij is helaas niets opgeschoten in zijn denken. Die VVD'ers zijn uiteraard bereid mee te denken. Ik heb de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid laatst als mogelijke instantie genoemd. Daar is de heer Winsemius lid van. Er kunnen meer mensen bij. Ik zou ook de heer Bolkestein erbij doen. Eigenlijk wil ik het onderzoek ruimer hebben en daar kunnen deze VVD'ers bij worden betrokken, maar ik wil een onafhankelijk onderzoek. De invulling daarvan laat ik over aan de minister. Deze VVD-mensen kunnen erbij worden betrokken en zijn er uiteraard voor beschikbaar.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Dan ken ik nu al het volgende liedje, namelijk dat de WRR ook in Climategate zit. Dan zijn wij weer bezig met hetzelfde debatje. Ik ben erg voor onafhankelijke VVD'ers die hier een keer een punt achter zetten, zodat mevrouw Neppérus namens de VVD-fractie misschien ook zelf een keer een punt achter dit debat kan zetten. Ik herhaal mijn verzoek. Laten wij gewoon voor VVD'ers kiezen. Ik schaar me er zonder meer achter, ook al zijn ze niet mijn partijgenoten. Laten wij Voorhoeve, Nijpels en Winsemius vragen om die onderzoeken in een openbaar verslag te kwalificeren en daarover te rapporteren. Is de VVD-fractie daarvoor?
Mevrouw Neppérus (VVD):
De heer Vendrik heeft nu zes keer de namen van prominente VVD'ers genoemd. Dat spreekt mij altijd zeer aan. Zij kunnen er zeker bij worden betrokken. Dat zeg ik opnieuw. Ik heb over de WRR gesproken. Ik hoor de heer Vendrik "niet doen" zeggen. Ik stel vast dat hij dus helemaal geen onderzoek wil. Geef dat dan eerlijk toe. De VVD'ers die hij noemde kunnen er uiteraard bij worden betrokken.
De heer Van der Ham (D66):
Ik wil ook een poging doen. Ik ben helemaal niet tegen onderzoek. Ik vind het prima. Wij moeten dit soort dingen gewoon uit de wereld helpen. Er wordt internationaal door het IPCC onderzoek gedaan. Misschien doet het dat hartstikke goed, maar wilt u dat er toch nog even met een Nederlandse blik wordt bekeken hoe onafhankelijk dat onderzoek was. Daar ben ik ook toe bereid, want wij moeten dit uit de wereld helpen. U doet hier de claim dat de WRR dat moet doen. Ik zie u nee schudden. Als het niet de WRR is, wie moet het dan wel doen? Ik wil zo een motie van u steunen, als u heel duidelijk aangeeft: wij laten een onafhankelijk Nederlands onderzoek doen, een extra check bovenop het internationale onderzoek, door die en die instantie. Maar dan moet u nu wel zeggen wie dat moet doen, want u hebt daarover nagedacht. Dan kunnen wij een duidelijke vraag aan de minister voorleggen.
Mevrouw Neppérus (VVD):
Ik ben blij dat de heer Van der Ham nu toch wat meer op de lijn zit van het onderzoek. Ik heb vorige week vragen gesteld en een suggestie gedaan over de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Die kan ik nu hardop herhalen. Als u betere suggesties en aanvullingen hebt, valt daar in de tussentijd prima over te praten.
De heer Van der Ham (D66):
Dus de VVD vraagt hier via mevrouw Neppérus aan de minister dat er een check komt van het onderzoek van het IPCC en dat de WRR er met een Nederlandse bril naar kijkt?
Mevrouw Neppérus (VVD):
Ik wil gewoon dat er in een onderzoek wordt gekeken wat er mogelijkerwijs is gebeurd. Daarbij kan worden aangehaakt bij internationaal onderzoek, want wij hoeven niet allemaal het wiel uit te vinden. Ik wil horen dat die bereidheid er is. De WRR zou dat kunnen doen. Maar als u andere suggesties hebt, valt daar prima over te praten. Ik heb die in mijn schriftelijke vragen genoemd en ik herhaal het nu. Laat het gebeuren. Het hoeft geen maanden te duren, want wij moeten wel verder op de route van energie-innovatie.
De heer Van der Ham (D66):
Ten slotte. Dus u wilt eerst het internationale onderzoek afwachten en daarna de WRR? Of tegelijkertijd?
Mevrouw Neppérus (VVD):
Ik wil nu eerst concreet van de minister horen wat zij precies wil en of zij die bereidheid heeft. Ik hoop van wel; laten wij dat ook tegen elkaar zeggen. Dan praten wij er rustig over of dat aanvullend kan zijn of zelfstandig en welke andere landen daarbij zijn. Daar valt prima over te praten.
Mevrouw Spies (CDA):
Voorzitter. Het is goed dat de discussie tussen wetenschappers over klimaatverandering intensief en als het nodig is in alle heftigheid wordt gevoerd. Ik wil alle wetenschappers – voor alle duidelijkheid, inclusief die in de sceptische hoek – van harte daartoe uitnodigen en oproepen. Hoe beter en intensiever zij onderzoeken en elkaar bevragen op bevindingen, hoe steviger de basis voor ons als politici wordt om politieke keuzes te maken.
Het gaat mij echter veel te ver om persoonlijke mails tussen diverse wetenschappers onderwerp van een politiek debat te maken, zeker nu er geen reden is om wie dan ook te verdenken van manipulatie van gegevens die de basis onder ons beleid vandaan zouden halen. Op basis van alle commotie en publicaties is de stand in de wetenschap nog steeds dat wij met alle kennis die wij nu hebben niet kunnen doen alsof er niks aan de hand is. Dat voorzorgprincipe, die zorgonderschepping, maakt dat wij nu keuzes moeten maken.
Mag ik op deze plaats nog wel mijn verbazing uitspreken over het opportunisme dat zich van de VVD meester lijkt te maken? Nu wij drie weken kou hebben in Nederland, van prachtig winterweer kunnen genieten en zelfs op veel plaatsen weer op natuurijs schaatsen, is dat voor de VVD reden om te vragen om een objectief onderzoek naar klimaatverandering. Ik reken erop dat wij, als wij dit voorjaar weer van prachtig zomers weer kunnen genieten of als wij deze zomer weer een hittegolf kunnen beleven, van de VVD een volgend verzoek om een objectief onderzoek krijgen. Dan wordt het standpunt van de VVD wat seizoensafhankelijk en weten wij weer waar wij aan toe zijn.
Mevrouw Neppérus (VVD):
Mijn eerste verzoek om een onderzoek werd gedaan toen het vijftien graden was. Zou ik overigens mogen vragen of mevrouw Spies ook eens wil nadenken over onderzoek? Zou het draagvlak – dat speelt wel degelijk een rol – voor het hele klimaatbeleid niet kunnen toenemen, als er wel zo'n onderzoek zou plaatsvinden, juist met dit weer?
Mevrouw Spies (CDA):
Collega Neppérus probeert op een wat mij betreft achterdochtwekkende manier twee dingen met elkaar te verbinden. Ik ben ermee begonnen dat er permanent onderzoek moet plaatsvinden naar de aard en de ernst van de klimaatverandering en dat gebeurt ook. Dat gebeurt door duizenden wetenschappers, veel meer dan wij in Nederland bij elkaar hebben. Zij bevechten elkaar te vuur en te zwaard op argumenten en daar komen wel of niet gedeelde conclusies uit. Wij worden daar dag in dag uit mee geconfronteerd. Dat is voor ons als politici heel goed, want ik kan veel minder goed dan al die wetenschappers bij elkaar beoordelen wat de ernst en urgentie van het klimaatveranderingverhaal is. Wij moeten ons op basis van al die wetenschappelijke onderzoeken beraden op wat ons te doen staat. Dat doen wij dus ook. Dat onderzoek leidt er in mijn beleving toe dat er in de Nederlandse samenleving nog nooit zo'n groot gevoel van urgentie en zo'n groot draagvlak voor de aanpak van klimaatsverandering is geweest. Mevrouw Neppérus suggereert nu dat een nieuw onderzoek goed zou zijn voor het draagvlak, maar met het draagvlak voor een ambitieus klimaatbeleid is in de politiek weinig mis. Ook in de samenleving is daarmee weinig mis. Op dit moment zie ik geen toegevoegde waarde in het voorgestelde onderzoek.
De voorzitter:
Mevrouw Spies, ik verzoek u korter op interrupties te antwoorden.
Mevrouw Neppérus (VVD):
Ik blijf verbaasd. Mevrouw Spies heeft het steeds over onderzoek. Er zijn verhalen dat er mogelijk geknoeid is. Het gaat over belangrijke dossiers met veel gelden. Die gegevens kwamen in november; toen heb ik, net als anderen, de zaak aan de orde gesteld. Dan verwacht ik dat mevrouw Spies zegt dat er reden temeer is om toch eens even goed te gaan kijken. Ik merk daarvan helemaal niets; ik hoor alleen maar iets over permanent onderzoek. Mijn vraag is eigenlijk of mevrouw Spies toch bereid is om erover na te denken. Niet om op de rem te trappen, maar om goed na te kijken of er wellicht wat fout is gegaan en of het toch wat anders zou moeten.
Mevrouw Spies (CDA):
Ik ben daartoe altijd bereid als er een zinvolle aanleiding bestaat. Het is niet zo dat er naar aanleiding van de commotie die in november is ontstaan niets is gebeurd. Ik vraag mij alleen af waarom u nu meent dat een Nederlands onderzoek, door de WRR uitgevoerd, als een soort scheidsrechter toegevoegde waarde zou kunnen hebben in de discussie tussen wetenschappers die zich ook nog eens een keer niet of nauwelijks in Nederland bevinden.
Mevrouw Neppérus (VVD):
Ik blijf ermee zitten. Eerst mocht het onderzoek niet plaatsvinden en nu is het verhaal dat er steeds onderzoek is. Zou het niet verstandig zijn dat onderzoek te doen, ook om te weten hoe je verder moet en waar de prioriteiten in het beleid moeten komen te liggen? Laten wij daarnaar gezamenlijk zoeken. Laten wij uitzoeken of er mogelijkerwijs – ik zeg niet dat het zo is – gerommeld is bij die instituten waarop iedereen af ging. Ik hoop eigenlijk dat mevrouw Spies toch nog zegt dat er iets moet worden gedaan en vraagt dat na te kijken.
Mevrouw Spies (CDA):
Mevrouw Neppérus heeft een buitengewoon grote lenigheid; laat ik het maar even zo zeggen. Dat is misschien het jargon waarmee wij het vandaag moeten proberen, voor een oud-sporter. Het is natuurlijk niet zo dat er in Nederland niets gebeurt. Laten wij elkaar alsjeblieft niet kwijtraken in de veronderstelling dat wij niet permanent met elkaar de vraag stellen of wij de goede dingen doen met de goede inzet van mensen en middelen. Wij hebben Schoon en Zuinig en wij krijgen dit voorjaar daarvan een evaluatie. Mevrouw Neppérus tamboereert constant op meer innovatie en meer bronbeleid. Dat is allemaal prachtig en prima en daarvoor heeft zij het onderzoek ook niet nodig. Zij moet het hier niet doen voorkomen alsof er een Nederlandse scheidsrechter zou kunnen zijn in dat debat tussen de wetenschappers, dat de Climategateaffaire is gaan heten, want dat slaat werkelijk als "kip op dirk", zoals een van mijn collega's het in de fractie zegt. Dat is toch netjes geformuleerd, voorzitter?
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Mevrouw Neppérus (VVD):
Voorzitter. Als dat soort termen hier kunnen, dan zal ik daarop in mijn tweede termijn terugkomen.
De voorzitter:
U mag er altijd bezwaar tegen maken. De afspraak is dat wij dat vanuit de Kamer doen.
Mevrouw Spies (CDA):
Voorzitter. Tot slot: de secretaris-generaal van Economische Zaken schaart zich in een op zichzelf waardevolle traditie, dat zijn nieuwjaarsartikel enig stof doet opwaaien. Dat is hem dit jaar zo goed gelukt dat wij het nu hebben over zijn uitlatingen over CO2-doelstellingen. Het had wellicht ook over de duur van de WW-uitkering kunnen gaan. Laat ik helder zijn: de sg mag alle suggesties doen. Uiteindelijk gaan wij hier over de politieke keuzes. Het CDA kiest met het eigen verkiezingsprogramma en het coalitieakkoord in de hand voor het handhaven van de doelen voor energiebesparing en duurzame energie. Dat doen wij ook vanwege energievoorzieningszekerheid, ook vanwege geopolitieke redenen en ook vanwege de economische ontwikkeling die die extra doelstellingen met zich mee kunnen brengen. Dat neemt niet weg dat er in het artikel een aantal interessante suggesties staan, die wat de CDA-fractie betreft zeker een nadere beschouwing verdienen. Wat ons betreft zou het prima zijn om dat artikel door te geleiden naar de heroverwegingscommissie die zich met klimaat en energie bezighoudt.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Voorzitter. Het is een populaire bezigheid tegenwoordig: je plukt wat vage berichten van internet, je bouwt er een theorietje omheen met een comploterend sausje en voilà, je hebt een mondiale samenzwering tegen de mensheid te pakken. Vervolgens pak je elk moment in het parlement om daarvan kond te doen. Feiten doen er niet meer toe, alleen maar het geloof in het eigen gelijk, de eigen fantasie. Tot zover de heer De Mos. Dat debat hebben wij al gehad. Het maakt eerlijk gezegd denk ik ook geen bal uit wat wij tegen hem zeggen. Hij blijft gewoon herhalen wat hij in zijn eigen fantasierijke hoofd heeft bedacht.
Dan wordt het toch interessant om ons even te verhouden met mevrouw Neppérus, want die wiebert een beetje mee. Ik heb de VVD de afgelopen tien jaar nooit vragen horen stellen naar aanleiding van het uitblijven van Elfstedentochten omdat het klimaat verandert en niet horen zeggen dat wij daar iets aan moesten doen. Maar nu er een Elfstedentocht dreigt, hebben wij ineens een geluid van de VVD te pakken dat wij alle wetenschappelijke inzichten van duizenden wetenschappers die al 20 jaar of langer bezig zijn met klimaatverandering, die eindeloos conferenties hebben gehouden en papier, data en ik weet wat niet al hebben gewisseld, in de gracht mogen gooien, omdat er een Elfstedentocht dreigt te komen. Gekker moet het niet worden!
De heer De Mos (PVV):
Ik snap de frustratie van de heer Vendrik volledig en begrijp wel dat de klimaatflop in Kopenhagen hem erg dwars zit. Maar een Kamerlid heeft toch het recht om te vragen waar de belastingcenten blijven? Kan de heer Vendrik mij uitleggen wat Kyoto de afgelopen jaren heeft opgeleverd? Wat is het klimaat daar beter van geworden?
De heer Vendrik (GroenLinks):
Kyoto heeft opgeleverd dat Europa van alle rijke landen op dit moment de meest CO2-zuinige economie van de wereld heeft. Dat heeft Kyoto opgeleverd. Dat is een heel klein stapje vooruit en wij zijn er nog lang niet, maar zonder Kyoto waren wij nog verder van huis. Misschien mag ik een wedervraag stellen. Ik denk dat de heer De Mos een brandverzekering heeft op zijn huis, ook al is het onwaarschijnlijk dat er ooit brand uitbreekt in zijn huis. Toch heeft hij een brandverzekering, zoals wij allemaal. Dat is precies de essentie van klimaatverandering. De kans dat het fout gaat, is aanwezig. Wij weten niet zeker of het gebeurt, maar die kans is er. Als het dan fout gaat, gaat het goed fout, dan staat de boel in de hens. Klimaatbeleid kunt u het beste vergelijken, mijnheer De Mos, met een brandverzekering. Als u een brandverzekering heeft, zou u het hele klimaatbeleid langs dezelfde lat mogen leggen.
De heer De Mos (PVV):
Misschien wil de heer Vendrik zijn hele leven in het ziekenhuis gaan liggen, terwijl hij niet ziek is. Dat is misschien een idee en dan zij wij in ieder geval van het ridicule klimaatplan af.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Als ik de enige zou zijn, heeft de heer De Mos een punt. Nederland zou er een stuk op vooruitgaan als ik hier niet zou staan, dat geef ik onmiddellijk toe. Maar het punt is nu juist dat er met mij duizenden, met een zekere wetenschappelijke standing, zijn die zich de afgelopen decennia bezig hebben gehouden met het probleem van mondiale klimaatverandering. Het wil er in zijn botte kop maar niet in dat de klimaatverandering die deze wetenschappers signaleren veel harder en veel sneller ...
De heer De Mos (PVV):
Voorzitter. Ik heb een punt van orde. Het moet wel een beetje gezellig blijven. Ik vind een hoop leuk, maar ...
De heer Vendrik (GroenLinks):
Oh, nu hebt u ineens een punt van orde! Grote woorden over bevolkingsgroepen in dit land, maar als u zelf een beetje tegengesproken wordt ...
De heer De Mos (PVV):
Het is wel knap dat u dit er bij het klimaat bij haalt.
De heer Vendrik (GroenLinks):
... is het ineens een punt van orde.
De voorzitter:
Heren! Mijnheer Vendrik, u kent de regels ook goed genoeg om te weten dat de heer De Mos hier een persoonlijk feit mag en kan maken. Ik geef hem daarvoor nu de ruimte. Ik verzoek u ook om niet door elkaar te schreeuwen.
De heer De Mos (PVV):
Tegen mij mag alles gezegd worden, voorzitter. Ik vind het alleen jammer dat het uit frustratie voortkomt. Die frustratie is natuurlijk gestoeld op de klimaatflop in Kopenhagen. Ik snap dat wel, maar om nu zo te gaan schreeuwen naar elkaar, dat is toch niet nodig! Het is 2010. De beste wensen nog. Laten wij een beetje gezellig doen met elkaar.
De voorzitter:
Mijnheer Vendrik, vervolgt u uw betoog.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik heb het niet eens over Kopenhagen gehad.
Voorzitter. Ik kom nu bij mevrouw Neppérus. Het is toch een tikje vreemd dat de VVD ineens gaat mee wieberen nu het klimaatscepticisme door de PVV is ontdekt. Ik ben daarom krachtig voorstander van een zeer partijdig onderzoek naar Climategate. Ik wil geen onpartijdig onderzoek, want dan krijgen wij een herhaling van zetten. Ik ben voor een ontzettend partijdig onderzoek. Ik wil dat totaal in de maag splitsen van de VVD. Daarom daag ik mevrouw Neppérus uit om met een motie te komen – ik zal daar onmiddellijk mijn naam onder zetten – om het Presidium of het kabinet te vragen om VVD'ers van naam en faam te vragen. Ik heb ze al genoemd: ex-minister Winsemius, ex-minister Nijpels en ex-minister Voorhoeve. Beter kun je het bijna niet hebben bij de VVD. Deze drie heren gaan wij vragen Climategate voor het Nederlands parlement te onderzoeken en een review uit te voeren op de bestaande onderzoeken die nu lopen. Ik ben dus voor een zeer partijdig onderzoek, zodat wij hopelijk een punt kunnen zetten achter deze affaire.
Mevrouw Neppérus (VVD):
Ik heb liever een onpartijdig onderzoek, iets waarvoor de heer Vendrik bij alle andere onderwerpen in deze Kamer pleit. Ik heb hem echter een vraag gesteld. Hij had het net in een debatje met de heer De Mos over het verzekeringsaspect: het kan erg uitpakken, maar het kan ook minder zijn. Ik dacht daarbij dat hij ineens gematigder werd, want ik kan mij bij zo'n verzekeringsdiscussie voorstellen dat je je afvraagt waarmee je rekening moet houden, wellicht ook met minder erge scenario's. Waarom heeft hij in zijn betoog toch altijd die stelligheid, die zekerheid als ware het een soort geloof? Wil de heer Vendrik mij dat toelichten?
De heer Vendrik (GroenLinks):
Dit dreigt een enorme herhaling van zetten te worden. Dit is al de zoveelste keer dat wij het hebben over Climategate. Tijdens een vorig debat heb ik gezegd dat ik inderdaad een andersdenkende ben. Ik denk dat de klimaatverandering harder gaat dan op dit moment officieel door de wetenschap wordt verondersteld. Ik maak mij daarover grote zorgen. Op grond van dat voorzorgprincipe zou ik graag zien dat er een politieke meerderheid ontstaat die op basis van dat inzicht actie onderneemt. Dan zouden wij veel harder gaan met ons klimaatbeleid, in plaats van het trage tempo dat zich nu in Nederland en Europa voltrekt.
Het verzekeringsprincipe en het voorzorgprincipe horen bij elkaar. Mevrouw Neppérus heeft mij nooit horen zeggen dat het wetenschappelijk voor 100% bewezen is dat het klimaat opwarmt naar zoveel graden. Dat ligt immers in de toekomst. Wij kunnen niet anders dan op basis van voorspellingen beleid maken. Dat is de aard van dit onderwerp: niets is zeker, wij praten over kansen. Het is bijna zeker dat de klimaatverandering die al is opgetreden door de mens, is veroorzaakt door de uitstoot van CO2 in de afgelopen 100 jaar. Dat is vrijwel zeker. De kans is groot dat, als wij niets doen, de temperatuur de komende eeuw mondiaal met veel meer dan twee graden zal stijgen. Die kans wordt groter naarmate de tijd vordert. Dat betekent dus dat wij moeten ingrijpen en die stelligheid wil ik hier graag verdedigen. Ik wil het nageslacht niet opzadelen met dit grote risico.
De voorzitter:
Mijnheer Vendrik, u zei zelf dat wij niet in herhaling moeten vervallen. Ik denk dat u net iets hebt gezegd wat u al heel vaak in de Kamer naar voren hebt gebracht. Ik verzoek u om korte reacties te geven op interrupties.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Uitstekend. Ik roep mevrouw Neppérus ertoe op om een zeer partijdige review te ensceneren.
Mevrouw Neppérus (VVD):
Ik heb deze vraag van de heer Vendrik eerder beantwoord. Ik hoor hem ineens zeggen dat bij het verzekeringaspect bepaalde zaken niet langer zeker zijn en dat je alleen rekening moet houden met wat ergere dingen. Daarin zit naar mijn smaak een nieuw element. Daarna was hij weer zichzelf en sprak hij als een soort gelovige. Wil hij nu verder gaan op de verzekeringselementen waarbij wij maatregelen nemen die geen kwaad kunnen, of stelt hij toch weer dat het zo is en dat de hele wereld moet veranderen? Wat is het nu?
De heer Vendrik (GroenLinks):
Mij is net gevraagd om mijzelf niet te herhalen en dat zal ik ook niet doen.
Mevrouw Neppérus (VVD):
Dat gaat mij echt te ver. De heer Vendrik heeft zich zeven keer mogen herhalen en ik wil dat hij dit kort voor de achtste keer doet.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Dat ga ik gewoon niet doen, klaar.
De voorzitter:
Mevrouw Neppérus, de heer Vendrik bepaalt zijn eigen antwoord.
Mevrouw Neppérus (VVD):
Dan zal ik voortaan zijn vragen ook zo beantwoorden. Dat lijkt mij wel zo praktisch.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik heb de vraag van mevrouw Neppérus al beantwoord. Ik ben geen gelovige, maar iemand die de inzichten van klimaatwetenschappers bijzonder serieus neemt. Ik neem vooral die klimaatwetenschappers serieus die ons voorhouden dat de risico's van klimaatverandering wel eens ernstiger kunnen zijn dan op dit moment door het IPCC is vastgesteld. Daarover maak ik mij grote zorgen. Wat als zij gelijk zouden krijgen? Als wij het bewijs daarvoor afwachten, zijn wij te laat. Wij zullen het nu dus moeten doen met wat wij voor de meest optimale inzichten houden over de gevaren van de klimaatverandering. Wij kunnen dan "better safe than sorry" zijn. Als die risico's feiten worden, hebben wij als mensheid een groot probleem. Ik hoop dat dit inzicht bij de VVD ook eens wil landen. Voor minder doe ik het niet. Ik herhaal mijzelf toch nog maar een keer: een onderzoek geënsceneerd door de VVD met alleen VVD'ers. Ik zie het lijk al drijven als wij hier een onafhankelijke review op loslaten. Wij weten dan precies hoe dat gaat lopen en dat wil ik graag voor zijn. Ik hoop erg dat mevrouw Neppérus, die A heeft gezegd, nu ook B wil zeggen. Zij wil dat onderzoek. Ik daag haar ertoe uit om met een voorstel te komen. Vraag deze drie heren om voor het Nederlandse parlement een review uit te voeren van de lopende onderzoeken naar wat Climategate is gaan heten. Daar ben ik voor. Dan vragen we deze drie VVD'ers om dit voor ons te doen. Ik hoop dat mevrouw Neppérus het lef heeft om die motie straks in te dienen. Tot zover de stemmingmakerij.
Dan nog even iets van een andere orde, namelijk de heer Buijink. Zoals mevrouw Spies al zei, is het inderdaad een klassieke traditie om te proberen om een stuk te schrijven dat stof doet opwaaien. Dat is weer gelukt. Complimenten voor het ministerie van Economische Zaken. Er staan enkele onverstandige voorstellen in, zeker ten aanzien van de Nederlandse doelen die het klimaatbeleid moeten schragen.
De voorzitter:
U mag dat in de tweede termijn vertellen, want uw tijd is om.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik wil alleen vragen of ik daarop een reactie kan krijgen van de minister van VROM. Dat lijkt mij eerlijk gezegd logisch.
De voorzitter:
Akkoord.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Is de minister het met mij eens dat dit voorstel van de heer Buijink niet gevolgd moet worden?
De heer Van der Ham (D66):
Voorzitter. Nog even over die SG: ziet de minister het voorstel om de subsidies af te schaffen, als een oproep tot een verplicht aandeel duurzame energie?
Ik vind het nuttig dat Climategate hier even wordt besproken. Het is natuurlijk al een paar keer eerder in debatten naar voren gekomen. Ik vind het op zich heel goed dat wij als politiek altijd enige vorm van wantrouwen houden jegens algemeen aanvaarde opvattingen. Ook als er een heel kleine minderheid van wetenschappers is, vind ik het prima om die altijd serieus te nemen. Dat vind ik van groot belang, want het kan best zijn dat de common sense uiteindelijk niet juist blijkt te zijn. Dat is in het verleden ook gebeurd. Ik vind het dus prima dat wij dit hier bediscussiëren in het huis van de democratie. Ik heb er ook geen principiële bezwaren tegen als er een soort review komt van de internationale onderzoeken. Daar ben ik helemaal niet tegen. Het zou dus mooi zijn als de grappige en geestig bedoelde suggestie van de heer Vendrik wordt overgenomen, maar als de VVD vindt dat de WRR zo'n review moet doen, heb ik daar volstrekt geen bezwaren tegen. Ik adviseer de minister om zoiets toe te zeggen. Dat zeg ik als vertegenwoordiger van een politieke partij die juist vanuit het voorzorgprincipe het klimaatbeleid op hoofdlijnen steunt. Als er in de marge discussies zijn, zorg er dan voor dat die getackeld worden, dat eventuele misverstanden worden weggenomen of dat – als er daadwerkelijk iets fouts aan de hand is – dit wordt opgehelderd. Ik heb daar dus volstrekt geen bezwaar tegen. Als steunpilaar onder het klimaatbeleid van de minister zou ik willen zeggen: neem dit gewoon serieus en neem het voorstel aan mevrouw Neppérus gewoon over. Dan zijn wij daarmee klaar.
Ik zit bij een van de meest seculiere partijen van Nederland. Ik ben geen gelovige, maar ik kom wel een beetje uit een reformatorisch nest waar wel eens werd gezegd "geloven is zeker weten". We weten in ieder geval zeker dat investeren in schone energie, mijnheer De Mos, van groot belang is voor de energieleveringszekerheid om ervoor te zorgen dat wij sterker staan, ook wat onze economische ontwikkeling betreft. Ik weet in ieder geval zeker dat investeren in schone energie ongelooflijk kan bijdragen aan de welvaart van de Nederlanders en de Europeanen. Dat is al een mooie reden om in te zetten op schone energie. Het andere weet ook ik niet zeker. Daarbij moeten wij uitgaan van de meest gangbare opvattingen. Die mogen altijd betwist worden.
Minister Cramer:
Voorzitter. Allereerst dank ik de Kamerleden voor hun inbreng in eerste termijn. Wij praten niet voor het eerst over deze zaken, want ik heb eerder een debat met de Kamer gevoerd over de wetenschappelijke basis van ons klimaatbeleid. Ik benadruk, ook in lijn met wat de heer Van der Ham heeft gezegd, dat ik open sta voor discussie. Ik zeg hier als minister niet dat ik sommige data wel serieus neem en andere niet. In het kader van de bespreking van de VROM-begroting op 9 december heb ik wel heel duidelijk aangegeven wat mijn rol is en wat de rol van wetenschappers is. Ik sta hier als politica en ik heb mij te baseren op wetenschappers. Ik vind dat ik als politica de taak heb om ervoor te zorgen dat de wetenschappers die ons adviseren, zo breed mogelijk zijn vertegenwoordigd. Niemand moet worden uitgesloten.
Hoe doen wij dit in de praktijk? Ik heb vorige keer uitgelegd dat het IPCC, het Intergovernmental Panel on Climate Change, onze basis is. Dat is voor mij een heel belangrijk gremium van wetenschappers dat wereldwijd onderzoek doet op allerlei gebieden van klimaatverandering. In dit panel zitten metereologen, paleontologen, allerlei "-ogen". In ieder geval is er meer dan één wetenschap vertegenwoordigd. Daar zitten een heleboel wetenschappers bij elkaar die gezamenlijk proberen om inzicht te bieden in zeer ingewikkelde vraagstukken. Ten eerste vraagt men zich af in hoeverre de aarde opwarmt. Wat weten wij van het verleden? Wat kunnen wij zeggen over de toekomst? Ten tweede is het de vraag in hoeverre die opwarming te maken heeft met de rol van de mens, met name door het verbranden van fossiele brandstoffen en andere zaken die te maken hebben met broeikasgas.
De heer De Mos (PVV):
Ik werd getriggerd door de opmerking van de minister dat niemand mag worden uitgesloten. Wat vindt de minister dan van de uitspraak van oud-VN-secretaris-generaal Kofi Annan eind 2007: klimaatsceptici zijn persona non grata. De minister kent ook de heer Pachauri van het IPCC. Hij vergelijkt sceptici met Adolf Hitler. Wat vindt de minister van die uitspraken? Worden die mensen dan niet buitengesloten?
Minister Cramer:
Zoals ik al zei, is het mijn uitgangspunt dat niemand wordt uitgesloten. In de rapporten van het IPCC worden de klimaatsceptici vermeld. Hun informatie wordt meegenomen. De wetenschappelijke wereld kent een zeer gestructureerd proces van hoor en wederhoor. Datgene wat men aan wetenschappelijk onderzoek rapporteert, moet met feiten gestaafd worden. Dat is een zeer gedegen peerreviewsysteem. Mensen houden elkaar voortdurend bij de les over wat waar is en wat niet. Politici moeten zich baseren op de uitkomsten van zo'n heel grote groep wetenschappers. Het gaat om 1200 instituten met tig duizend mensen. Zij creëren met al die gegevens een beeld voor ons dat wij gebruiken als uitgangspunt.
De heer Van der Ham (D66):
Ik ben het er helemaal mee eens dat het IPCC dit doet. Dat wordt ook meegenomen. Daarmee echter en ook met wat u net zei over openstaan voor debat, neemt u toch afstand van de uitspraken die de heer De Mos citeert? Ik vind dat die uitspraken niet horen. Zoiets moet je niet zeggen over klimaatsceptici. Op die manier benader je ze niet ontvankelijk. Ik neem aan dat u dat ook vindt.
De voorzitter:
Via de voorzitter graag, mijnheer Van der Ham.
Minister Cramer:
Ik ben het volledig eens met de heer Van der Ham, anders had ik niet zo gereageerd. Ik ben dus niet van de school die bepaalde mensen buitensluit en anderen serieus neemt. Ik heb ook vorige keer heel nadrukkelijk gezegd dat wij de klimaatsceptici serieus nemen. Zij worden ook in de discussies betrokken.
De heer De Mos sprak over Climategate en over de gehackte mails. Wij weten er inmiddels meer van. De Universiteit van East Anglia heeft vastgesteld: als wij willen dat men ons serieus neemt, moeten wij onafhankelijk onderzoek laten doen. Sir Muir Russell voert dat onderzoek uit. Deze persoon en zijn team zijn onafhankelijk. Het betreft een ex-decaan van de University of Glasgow en de voorzitter van een adviescommissie die ook betrokken is bij juridische zaken; ook vanuit dat oogpunt kan hij de zaken dus heel goed analyseren. Hij heeft heel duidelijke terms of reference meegekregen, op basis waarvan men onafhankelijk gaat kijken wat er wel of niet klopt van die gehackte mails: is er wel of geen sprake van "fraude"? Ik zet het tussen aanhalingstekens omdat er veel op valt af te dingen, maar dat ga ik als politica hier dus niet doen. De vorige keer heb ik gerefereerd aan en geciteerd uit Nature over de "gehackte mails", de "tricks" en het "hiden" van gegevens. Nature stelde vast: er is helemaal niks aan de hand. Daar laat ik het voorlopig bij.
Ik antwoord wel serieus op de heer De Mos en mevrouw Neppérus: laten wij dat onderzoek even afwachten. Die commissie is ingesteld om ervoor te zorgen dat er een onafhankelijk onderzoek komt. Als dat onderzoek in het voorjaar beschikbaar is, ben ik bereid om dat onmiddellijk aan de Kamer te sturen. Mocht dan blijken dat zij niet tevreden is met het antwoord, dan is het altijd mogelijk om met haar van gedachten te wisselen over de vraag wat Nederland verder zou moeten doen. Ik ben het volledig met mevrouw Spies eens dat het nu een onderzoek is dat betrekking heeft op een heel ander land. Het zou dus vreemd zijn als wij ons bemoeiden met een situatie die niet direct op ons betrekking heeft. Laten wij dus eerst dat onderzoek afwachten.
Ik hecht er ook aan om te zeggen dat het planbureau ons altijd op de hoogte houdt van alle informatie die up to date is en die betrekking heeft op klimaatonderzoek. Ook naar aanleiding van de zorg van onder anderen mevrouw Neppérus hebben we het planbureau gevraagd om wat nadrukkelijker en transparanter informatie te geven over klimaatsceptici en over de onduidelijkheid in de samenleving. Ik heb het planbureau ook gevraagd om die informatie aan de Kamer te verstrekken.
De heer De Mos (PVV):
De minister sprak net over het tussen haakjes plaatsen van het woord "fraude". Wij hebben een beetje gespeurd. Er is een e-mail van Phil Jones aan Michael Mann, naar aanleiding van Stephen McIntyre, die vindt dat de correspondentie over het IPCC-rapport open en transparant moet zijn. Phil stuurt de volgende e-mail aan Mike: "Mike, can you delete any e-mails you may have with Keith about the IPCC report? Keith will do likewise. Can you also e-mail Gene. and get him to do the same? I don't have his e-mail address. We will be getting Casper to do likewise. Cheers. Phil." Verderop gaat het verder: "It is highly confidential. I can see either of this papers being in the IPCC report. Kevin and I will keep them out, somehow." Wat vindt de minister daarvan?
Minister Cramer:
Het is heel lastig om op dit soort citaten te reageren. Dit speelde in een tijd waarin de discussie over de hockeystick – de heer De Mos sprak daar ook over – nog volop werd gevoerd. Men vroeg zich af of dat inderdaad zo is en hoe dat moest worden geïnterpreteerd. In dat kader zijn en worden er heel veel discussies gevoerd. Ik ben zelf wetenschapper geweest. Dat heb ik de vorige keer ook nadrukkelijk gezegd. In die wetenschappelijke discussie komt uiteraard altijd de vraag aan de orde hoe je zaken moet interpreteren. Het "hiden" van data heeft betrekking op het feit dat je op een gegeven moment met data zit waarvan je niet kunt begrijpen of die inderdaad te maken hebben met die lokale temperatuursverandering. Als je data rubriceert, moet je wel weten welke data iets zeggen over datgene wat je wilt voorspellen. Kortom, het is niet eenvoudig om op de vraag van de heer De Mos een antwoord te geven. Het is immers een deel van een reeks citaten uit die e-mails. Ik vind het echter ook belangrijk dat er, zoals de heer Van der Ham zei, geen verwarring is over de feiten waarop wij ons baseren. Ik kijk naar mevrouw Neppérus en zeg nogmaals dat ik bereid ben om, zodra dat onderzoek uit Engeland beschikbaar is, dit met de Kamer te delen. Dan kunnen wij bezien of het inderdaad noodzakelijk is om het planbureau of de WRR nog eens te laten nagaan wat wij extra zouden moeten onderzoeken. Op een gegeven moment wil ik immers ook af van de onduidelijkheid over de gegevens waarop wij ons baseren. De status van het IPCC-rapport staat wat mij betreft overigens niet ter discussie.
In reactie op de begrotingsbehandeling en op de vragen van mevrouw Neppérus zeg ik dat ik tijdens de conferentie in Kopenhagen nadrukkelijk in gesprek ben geweest met de heer Pachauri, voorzitter van het IPCC. Ik heb hem gemeld dat er zorgen zijn over de transparantie en dat de vraag wordt gesteld in hoeverre het IPCC consistent werkt. Ik heb hem gevraagd of hij mij daarover informatie kan geven, opdat ik de Tweede Kamer kan uitleggen hoe het IPCC werkt. Een brief daarover is er nog niet, maar de heer Pachauri was bereid om ons zo snel mogelijk een brief te sturen om te verzekeren dat de procedures die het IPCC hanteert voor het selecteren van de informatie waterdicht zijn en zodanig dat de informatie is gebaseerd op feiten die door een heleboel wetenschappers zijn beoordeeld.
De heer Van der Ham (D66):
Prima dat de minister dit aan ons toestuurt. Ik neem aan dat zij daarbij ook haar eerste reactie zal geven. Ik zou het in het belang van dit debat vinden als zij nu al toezegt dat zij er door anderen naar laat kijken. Dan hebben wij die deal gewoon gemaakt en gaat mevrouw Neppérus, en misschien de heer De Mos ook wel, een beetje tevreden naar huis. Ik zou de minister daartoe willen oproepen. Dat kan direct heel wat klaarheid geven.
Minister Cramer:
Dat vind ik te voorbarig. Dit kan klip-en-klare antwoorden opleveren, waaraan wij niets hebben toe te voegen. Ik heb toegezegd dat ik het rapport van sir Russell aan de Kamer zal toesturen, samen met alle reacties op hetgeen de conclusies behelzen. Dat is voor mij de basis voor het verdere gesprek met de Kamer.
Mevrouw Neppérus (VVD):
Ik ben blij met wat de minister zegt. Daar zit een stukje lenigheid in. Toch stel ik een vraag om de zaken helder te krijgen. De minister heeft gezegd dat zij het stuk over het Engelse onderzoek naar de Kamer toestuurt. Wij kunnen het tempo van dat onderzoek niet bepalen, maar laten we aannemen dat het dit voorjaar gereedkomt en dat het niet eindeloos duurt. Dan kunnen wij alsnog discussiëren. De minister kan zich voorstellen dat zij dan zelf al vindt dat de WRR of een ander orgaan iets moet doen, dan wel dat dit zal gebeuren als de Kamer daarom vraagt. Kan ik het zo uitleggen?
Minister Cramer:
Mevrouw Neppérus kan het zo uitleggen als zij het heeft verwoord.
Voorzitter. Hiermee heb ik de vragen rond Climategate beantwoord. Er rest nog een vraag die te maken heeft met het verhaal dat de heer Buijink, de sg van Economische Zaken, naar voren heeft gebracht. De heer Van der Ham vroeg concreet naar de betekenis van wat de heer Buijink heeft geschreven. Ik wil anders reageren, op een wijze die gelijkluidend is aan wat de minister van Economische Zaken gisteren tegen de Kamer heeft gezegd. Eens in het jaar, zo zei zij, mag de sg zijn persoonlijke mening geven over onderwerpen die het hele terrein van Economische Zaken betreffen, en dat heeft hij gedaan. De minister van EZ zei er onmiddellijk achteraan dat de doelstellingen van het kabinet niet ter discussie staan. Natuurlijk kunnen wij wel altijd bekijken of er manieren zijn om de gestelde doelen binnen hetzelfde beleid te halen met efficiëntere middelen. Dat zullen wij ook doen in het kader van de evaluatie van Schoon en Zuinig en in het kader van de heroverwegingen. Daarbij kan het gaan om andere instrumenten of een andere wijze van financieren. Daarvoor staan wij inderdaad open. Een van de opties in dit kader, waarover wij al met de Kamer van gedachten hebben gewisseld, is een percentage duurzaam om te garanderen dat wij de 20% halen. Dat wordt natuurlijk ook meegenomen.
Met betrekking tot de andere punten die genoemd werden, onder andere door mevrouw Spies, kan ik alleen zeggen dat ik hetgeen door mevrouw Spies naar voren werd gebracht beaam. Zij heeft geen directe vragen aan mij gesteld. Daarom hoef ik hierop niet verder in te gaan. Ik meen dat ik de aan mij gestelde vragen hiermee heb beantwoord.
De voorzitter:
Ik zie dat er behoefte is aan een tweede termijn. Ik geef het woord aan de heer De Mos. Hij heeft één minuut spreektijd.
De heer De Mos (PVV):
Voorzitter. Ik wil een oproep doen aan de minister en de alarmisten. Ga terug naar een oud gezegde: verander de dingen die je kunt veranderen en accepteer de dingen die je niet kunt veranderen. Het klimaat laat zich niet vangen door menselijk handelen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er meerdere malen, met Climategate als ultiem dieptepunt, is gemanipuleerd met klimaatgegevens die misleidend waren voor de publieke opinie;
overwegende dat de nietige mens het klimaat niet kan beïnvloeden, waardoor het onverantwoord is om miljarden te investeren in klimaatbeleid;
verzoekt de regering, te stoppen met de diefstal van de belastingbetaler om iets te beïnvloeden waar alleen Moeder Natuur over gaat,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid De Mos. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 25(31793).
Mevrouw Neppérus (VVD):
Voorzitter. Ik ben blij met de antwoorden van de minister op mijn vragen over het onderzoek. Ik wacht het antwoord af en zal vandaag geen motie indienen. Nu de toezegging is gedaan, wacht ik de uitvoering ervan gewoon af. In het voorjaar komen we weer in gesprek over het geheel, met het stuk dat er dan ligt.
Ik wil ook een opmerking maken over het artikel van de sg van Economische Zaken. Deze heeft volgens mij terecht zijn vrijheid. Het nieuwjaarsartikel is een mooie traditie. Wat de VVD betreft mag het kabinet er goed naar kijken. Er staan volgens mijn partij heel behartigenswaardige dingen in.
De voorzitter:
Wensen de overige leden het woord? Dat is niet het geval. Ik constateer dat de minister direct kan antwoorden. Het woord is aan de minister.
Minister Cramer:
Voorzitter. Ik ontraad de motie van de heer De Mos. Ik vind dat de motie geen recht doet aan hetgeen we hier met elkaar gewisseld hebben. De formuleringen die gebruikt worden, zoals "diefstal van de belastingbetaler" laat ik graag aan hem. De wijze waarop wij in Nederland investeren in een groenere economie, die concurrerend is in de wereld, is wezenlijk om op lange termijn onze economie houdbaar te houden en onze kinderen en kleinkinderen een leefbare toekomst te gunnen.
De heer De Mos (PVV):
Ik zie er al naar uit om een heel leuke opa te zijn en met mijn kleinkinderen heel leuke dingen te doen. Het woord "diefstal" heb ik gebruikt omdat het mij totaal niet duidelijk is wat het klimaatbeleid de belastingbetaler heeft opgeleverd. Als de minister dit goed en helder kan uitleggen, ben ik een blij man. Maar dat lukte in Kopenhagen al niet. Ik ben dus bang dat het hier ook niet lukt.
Minister Cramer:
Wij wisselen van gedachten over het doel van het programma Schoon en Zuinig, niet alleen vanuit klimaatoptiek, maar ook vanuit de optiek van de leveringszekerheid en van het versterken van onze economie in de richting van duurzaamheid. Dat vind ik geen diefstal, maar een zeer verstandige manier van investeren.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik stel voor, aanstaande dinsdag over de motie te stemmen. U zult spoedig worden geïnformeerd over het verdere verloop van de agenda.
De vergadering wordt van 18.00 uur tot 19.00 uur geschorst.
Voorzitter: Verbeet
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20092010-41-4013.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.