Vragen van het lid Kraneveldt-van der Veen aan staatssecretaris Dijksma van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de advertentie van gastouderbureau Via Viela, waarin staat dat het voor ouders garant staat dat zij geen risico lopen hun kinderopvangtoeslag te moeten terugbetalen.

Mevrouw Kraneveldt-van der Veen (PvdA):

Voorzitter. Vanaf volgend jaar worden aan gastouders kwaliteitseisen gesteld. Veel gastouders en gastouderbureaus zijn daarmee goed aan de slag gegaan. Voor de PvdA-fractie is het belangrijk dat alleen erkende onderwijsinstellingen beoordelen of een gastouder aan de eisen voldoet en dat gastouderbureaus niet zelf certificaten uitgeven. De opleidingstrajecten moeten wat voorstellen en de inspectie moet daarop toezien. De staatssecretaris heeft dit twee maanden geleden na een vraag van mij allemaal gegarandeerd, maar ik heb er grote twijfels bij of het wel goed komt. Ik zag zaterdag namelijk in het NRC Handelsblad een grote advertentie van het grootste gastouderbureau van Nederland, dat nu al 27.000 gastouders heeft. Dit bureau werft nieuwe klanten en staat garant voor het financiële risico dat vraagouders lopen als een gastouder niet aan de eisen voldoet. Het kan daarbij gaan om miljoenen euro's. Het bureau betaalt zelfs voor de gastouders het opleidings- of EVC-traject. Dat kost ook flink wat euro's. Zij zeggen er ook bij: wij zorgen ervoor dat u in drie eenvoudige stappen het erkende diploma behaalt. Gastouders hoeven van dit bureau niet de schoolbanken in, maar kunnen thuis opdrachten maken. Het kan zijn dat dit gastouderbureau het goed geregeld heeft en dat die trajecten wat voorstellen. Er is in dat geval niets aan de hand. Bij mij gingen er echter toch wel wat alarmbellen rinkelen.

Mijn vragen aan de staatssecretaris zijn de volgende. Wat vindt zij van deze advertentie? Vindt zij het wenselijk dat het gastouderbureau op deze wijze te werk gaat? Mochten ouders massaal overstappen, is er dan sprake van een grote marktpositie en is dat wel wenselijk? Is de staatssecretaris het nog steeds ermee eens dat alleen erkende instellingen de certificaten mogen afgeven en dat deze instellingen absoluut geen band mogen hebben met gastouderbureaus? Zal zij hierop vanaf nu streng en actief toezien, zeker al in deze fase waarin alles georganiseerd moet worden, zodat ouders die overwegen naar dit gastouderbureau over te stappen, weten dat het met de opleiding echt goed zit? Zij weten immers dat zij risico lopen, maar zij moeten wel weten waaraan zij toe zijn. Wordt ook bij dit gastouderbureau goed gecontroleerd wat die opleidingstrajecten eigenlijk inhouden en of deze ook aan de eisen van de wet voldoen? De laatste vraag is de volgende. Is de staatssecretaris van mening dat, indien een traject niet veel meer voorstelt dan drie eenvoudige stappen met thuisopdrachten, dit traject niet in aanmerking mag komen voor een overheidssubsidie van € 675? Deze is toegezegd door de staatssecretaris en is bedoeld om een gastouder tegemoet te komen in de kosten en niet om de kas van een gastouderbureau te spekken.

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Het is goed om eerst iets te zeggen over de advertentie van dit weekend die maar liefst twee pagina's groot was. Die advertentie is door het gastouderbureau geplaatst zonder overleg met het departement. Dat is natuurlijk het goed recht van een gastouderbureau. Ik vind het echter wel jammer dat dit bureau op minimaal twee punten verkeerde verwachtingen wekt. In de koppen van de advertentie van het bureau staat immers ten eerste dat alle gastouders de eindstreep halen en ten tweede dat vraagouders gegarandeerd hun subsidie behouden. Ik leg graag uit waarom dat in mijn ogen niet waargemaakt kan worden.

De vraag of gastouders de eindstreep halen van het traject van de opleiding hangt natuurlijk af van de vraag of zij in staat zijn om dat te doen. Als mensen bijvoorbeeld geen Nederlands spreken – ik kan mij niet voorstellen dat er ook bij dit gastouderbureau geen gastouders zijn die daarmee problemen hebben – dan bereiken zij niet de kwaliteit die nodig is en die wij met elkaar hebben afgesproken. Uiteindelijk is het dus niet het gastouderbureau, maar de GGD die bepaalt na een controle of een gastouder daadwerkelijk gastouder kan blijven. Daarnaast is niet het gastouderbureau, maar de Belastingdienst de instelling die bepaalt of vraagouders hun subsidie behouden. Dat is van belang omdat wij niet voor niets dit hele traject hebben. Ik hecht eraan te zeggen dat wij ervoor willen zorgen dat gastouderopvang in Nederland toekomst heeft. Die toekomst is alleen gegarandeerd, als wij echt in staat zijn om fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik uit het systeem te halen. Ik heb de Kamer bij brief al gemeld dat er intensief gecontroleerd zal worden op de opleidingstrajecten. Alle gastouders en gastouderbureaus worden heel goed bekeken; er zal dus een intensieve controle plaatsvinden.

Wij zullen ook de onderwijsinspectie inzetten. Het mag niet zo zijn dat er blind gestempeld wordt, dat mensen een certificaat goed gastouderschap krijgen zonder dat zij aan het traject voldoen dat op basis van onze eisen en normen is opgesteld. Het is belangrijk te melden dat ik contact heb laten opnemen met het betreffende bureau. Naar aanleiding van dat telefonische contact ben ik niet opeens niet meer van mening dat men aan de eisen kan voldoen. Men heeft een grote advertentie met grote beloften geplaatst, maar het zijn geen beloften die op voorhand kunnen worden waargemaakt. Het valt uiteraard onder het ondernemersrisico om het op deze wijze te doen.

Mevrouw Kraneveldt-van der Veen (PvdA):

Sommige ouders vinden het heel aantrekkelijk om over te stappen, op grond van de belofte dat je zelf geen risico loopt. Er zullen ongetwijfeld dit weekend al ouders zijn overgestapt. De staatssecretaris heeft gebeld met het desbetreffende bureau, wat natuurlijk prima is. Wat gaat zij echter precies doen? Moet het bureau dingen terugnemen? Terwijl wij allemaal zitten te praten, stromen die klanten wel binnen. Als ouders eenmaal zijn overgestapt, gaan ze ook niet zo snel terug naar hun oude bureau. Ik wil dat ze straks wel zekerheid hebben en precies weten welk risico ze lopen. De staatssecretaris zegt dat ze heeft gebeld, maar ik wil dat ze concrete stappen zet. Wat gaat zij concreet doen om dit gastouderbureau aan te spreken? Gaat zij nog nader in gesprek? Dat is ook belangrijk om helderheid te verschaffen aan die ouders. Ik ben blij dat we een aantal zaken met elkaar delen, maar er kan nog wel een tandje bij. Wat het ene gastouderbureau kan, kan het andere gastouderbureau misschien ook wel.

Staatssecretaris Dijksma:

Daarom is het ook zo belangrijk dat wij met de brancheorganisatie afspraken hebben gemaakt over de controle van het aanbod aan opleidingen. De branche zit daar zelf bij. In die zin hebben wij helder gemaakt dat de Inspectie van het Onderwijs verscherpte controles zal uitvoeren op datgene wat aan opleidingen wordt aangeboden. Dit betekent dat alle opleidingen – voor zover wij daar zicht op hebben – door ons echt worden gecontroleerd. Ook vooraf hebben wij een aantal kwaliteitsgaranties ingebouwd. Je kunt alleen als aanbieder van een gesubsidieerde opleiding worden erkend als je eerst langs het BKK bent geweest. Dit bureau helpt ons mee om opleidingen en gastouders bij elkaar te brengen. Wij hebben dus een aantal nadere veiligheidskleppen ingebouwd in het systeem om gedoe te voorkomen. Ik kan niet een advertentie terugnemen; dat is aan de ondernemer. Wat ik wel kan doen, is ook hier klip-en-klaar zijn over het feit dat de gewekte verwachtingen, bij zowel gastouders als vraagouders, niet voor de volle honderd procent kunnen worden waargemaakt. Het ondernemersrisico blijft natuurlijk gelden. Een ondernemer behoort zelf te bedenken wat de consequenties kunnen zijn.

Mevrouw Langkamp (SP):

Dat krijg je dan, zou ik willen zeggen, als je van die belachelijke maatregelen invoert, zoals deze staatssecretaris met steun van de Part van de Arbeid heeft gedaan. Zij heeft voorgesteld dat als een gastouder op 1 september volgend jaar niet aan de gestelde eisen voldoet, een ouder tot een jaar lang met terugwerkende kracht kinderopvangtoeslag moet terugbetalen. Dan krijg je dit soort idiote dingen! Ik keur het absoluut niet goed, ik keur het af, maar dat krijg je van dit idiote beleid. Daarom stel ik de staatssecretaris voor om van de maatregel – nu die eenmaal is ingevoerd – in ieder geval de scherpe kantjes af te halen door per direct een hardheidsclausule in te voeren. Als om wat voor reden dan ook – buiten de schuld van de ouders, de gastouders of het gastouderbureau – een gastouder niet in staat is om aan de eisen te voldoen, moeten wij een uitzondering maken op het belachelijke idee dat de ouder moet terugbetalen.

Staatssecretaris Dijksma:

Het is juist heel belangrijk om nadere eisen te stellen aan gastouderopvang. Als wij dat niet doen, is er straks geen gastouderopvang meer. Dan staat iedereen hier vooraan om te vertellen dat het niet kan dat er misbruik of oneigenlijk gebruik is: daaraan moeten wij iets doen. Om die reden stellen wij inderdaad kwaliteitseisen aan gastouders. Door voortdurend te overleggen met de branche bezien wij hoe een en ander zich ontwikkelt, om ervoor te zorgen dat de goede gastouders er iets aan hebben en hun werk kunnen blijven doen. Het is belachelijk – dat wil ik ook zeggen – dat in deze sector helaas nog steeds organisaties actief zijn die zich er niets van aantrekken. Het zou misschien helpen als u uw morele verontwaardiging wat meer daarop zou richten.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij hebben een aantal malen aandacht gevraagd voor het strafrecht. Op een bepaald moment kan zo'n bureau mensen iets voorhouden dat onjuist is. Je kunt dan op het terrein komen van bedrog, van strafbare handelingen. Is de staatssecretaris bereid om met het Ministerie van Justitie te kijken wanneer iemand daadwerkelijk over de schreef gaat? Het klinkt natuurlijk wel leuk dat mensen garant staan voor de subsidie – laten zij dat dan ook maar zijn – maar de vraagouders mogen daarvan niet de dupe worden. Wanneer komt het strafrecht in beeld?

Staatssecretaris Dijksma:

Je ziet op dit moment dat de FIOD al een aantal invallen doet. Dat betreft zaken waarbij daadwerkelijk fraude aan de orde is, maar dat moet wel worden bewezen. Niemand is schuldig totdat het tegendeel is bewezen.

Volgens mij krijg je eerder het civiele recht in beeld. Als een bureau adverteert met de garantie dat vraagouders niet de dupe zijn, zodat een ouder, als hij een gastouder inhuurt die niet aan de eisen blijkt te voldoen, daarmee geen problemen heeft, neemt men als ondernemer zelf een groot financieel risico. Ik kan mij immers voorstellen dat de vraagouder dan bij het gastouderbureau aanklopt en met de advertentie in de hand de gederfde middelen terugvraagt. Als dat een procedure wordt, is dat – maar ik ben geen jurist – eerder een civiele dan een strafrechtelijke procedure.

Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Ik begrijp de verontwaardiging van de PvdA-fractie helemaal niet, want zij heeft net voor de wet gestemd die het zo ingewikkeld maakt. Ik begrijp ook niet de enigszins verontwaardigde staatssecretaris, want zij heeft er zelf een rommeltje van gemaakt. De staatssecretaris heeft met deze ingewikkelde wetgeving een situatie in het leven geroepen, waarin zo'n gastouderbureau als ViaViela denkt een dergelijke advertentie te moeten plaatsen. Ik heb de volgende vragen aan de staatssecretaris. Hoe kan het zijn dat er miljoenen worden voorgefinancierd door dit bureau, terwijl er eigenlijk zo veel tekorten zijn in de kinderopvang? Waarom heeft de staatssecretaris een situatie in het leven geroepen die zo veel zorgen oplevert bij ouders? Waarom staat zij niet garant voor die ouders? Nu moeten zij het risico lopen om geld terug te betalen, terwijl zij helemaal niet weten of hun gastouder aan alle gestelde eisen voldoet.

Staatssecretaris Dijksma:

Ik ben bang dat er hier sprake is van een drogreden. Het is immers niet de wet die het probleem is. U bent zelf als parlementariër daarvoor al een aantal malen bij mij langsgekomen. Helaas zien sommige organisaties zichzelf meer als een subsidiebureau dan als een organisatie die met kinderopvang bezig is. Deze wet moet daaraan een einde maken en het kaf van het koren scheiden. Dat is ingewikkeld en dat vraagt iets van mensen. Als er problemen zijn en de brancheorganisaties bij mij komen en aangeven dat er versoepelingen nodig zijn of dat het over een andere boeg moet worden gegooid, ben ik daartoe altijd bereid als dat de inhoud dient. Het is echter niet zo dat het door de wet komt dat deze bureaus dit soort advertenties plaatsen. Zij denken zelf verantwoordelijkheid te moeten nemen. Ik maak er bezwaar tegen dat zij mensen dingen voorspiegelen die zij niet kunnen waarmaken. Dat is er volgens mij aan de hand.

De voorzitter:

Mevrouw Dezentjé vraagt ook waarom u niet zelf garant staat.

Staatssecretaris Dijksma:

Uiteindelijk is het ook nu binnen de Wet kinderopvang niet zo dat de overheid het risico op zich neemt als er onterecht subsidie wordt verleend.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik moet zeggen dat ik hier met enige verbazing sta. De krokodillentranen die nu geplengd worden door de PvdA-fractie, maar ook door de staatssecretaris, vind ik wel heel opvallend. Ik vind ook dat het trucje niet is gelukt. De staatssecretaris zelf heeft met stoom en kokend water veranderingen doorgevoerd in de gastouderopvang, die er snel doorheen gejast moeten worden, maar die de gastouderopvang voor grote problemen stellen. Nu wordt er weer gemopperd over een advertentie. Telkens worden fraude en gastouderopvang in één adem genoemd, terwijl heel veel gastouders en heel veel vraagouders in totale paniek zijn omdat zij niet weten waar zij aan toe zijn. Het staat als een paal boven water dat zij ernstig worden gekort. De staatssecretaris heeft de houding dat de aanval de beste verdediging is. Dan zeg ik: waarom komt zij dan niet zelf met een goede, grote advertentie waarin zij heel precies uitlegt waar de gastouderbureaus en de gastouders aan toe zijn? U komt vandaag zelf nog met een wijziging. Men weet gewoon niet meer waar men aan toe is. Gaat u dat aan?

Staatssecretaris Dijksma:

Ik pik het voorstel voor goede informatievoorziening er even uit. Wij zullen dat niet met een advertentie van twee pagina's doen, want daar hebben wij de middelen niet voor. U hebt gelijk dat het van belang is dat gastouders, gastouderbureaus en vraagouders precies weten waar zij aan toe zijn. Wij hebben daarover afspraken gemaakt met de brancheorganisaties. Wij hebben al informatie gestuurd naar al deze categorieën mensen en wij blijven dat doen. U hebt gelijk dat er een heleboel gastouders zijn die het hartstikke goed doen. Er zijn dus ook een heleboel vraagouders die afhankelijk zijn van deze vorm van opvang. Het is juist in hun belang dat wij er nu voor zorgen dat alleen de goede gastouders overblijven.

De voorzitter:

Mevrouw Kraneveldt, u werd aangesproken, dus daar kunt u op reageren.

Mevrouw Kraneveldt-van der Veen (PvdA):

Ik word aangesproken door mevrouw Van Gent en mevrouw Dezentjé Hammink van respectievelijk GroenLinks en de VVD. De Partij van de Arbeid wil kwaliteit in de gastouderopvang. Wij betalen daar met zijn allen handenvol geld voor, dus dat mogen wij vragen. Het gaat erom dat wij de goede gastouderbureaus ondersteunen en dat wij de slechte gastouderbureaus, die heel snel heel rijk zijn geworden en blijkbaar dit soort dingen kunnen doen, heel goed controleren. Als wij hier met elkaar een wet vaststellen, is het aan de staatssecretaris om ervoor te zorgen dat die wet in de praktijk wordt gehandhaafd.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Dat noem ik krokodillentranen, voorzitter, dank u.

De voorzitter:

Dat had mevrouw Kraneveldt dus goed begrepen.

Staatssecretaris Dijksma:

Er was mij geen nadere vraag gesteld.

Naar boven