Vragen van het lid Langkamp aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over medisch kinderdagverblijven die geen zorg meer kunnen leveren aan kinderen en hun deuren moeten sluiten.

Mevrouw Langkamp (SP):

Voorzitter. Opnieuw is er grote onrust onder de verpleegkundig kinderdagverblijven. Al anderhalf jaar verkeren zij in grote financiële onzekerheid. Verpleegkundig kinderdagverblijven verzorgen ernstig zieke of gehandicapte kinderen. Zij nemen deze zware zorg eventjes uit handen van de ouders van deze kinderen. Dankzij deze zorg zit er ook vooruitgang in de ontwikkeling van deze kinderen. Zij worden daar in een huiselijke omgeving opgevangen. Zij kunnen daar spelen en weer eventjes kind zijn. Een alternatief voor deze kinderen is er niet, behalve zorg aan huis en weer vaker terug naar het ziekenhuis.

Eind vorig jaar beloofde de staatssecretaris dat zij de financiële problemen met de zorg in verpleegkundig kinderdagverblijven zou oplossen. Dat blijkt echter niet het geval te zijn. Opnieuw staan de verpleegkundig kinderdagverblijven op het punt om mensen te ontslaan. Opnieuw dreigen zij hun deuren te moeten sluiten. Het lukt deze staatssecretaris blijkbaar niet om orde te scheppen in de financiële chaos die zij eerst zelf gecreëerd heeft. Of is er gewoon sprake van een ordinaire bezuinigingsmaatregel, maar durft zij dat niet hardop te zeggen? Is het onkunde van deze staatssecretaris, of is het onwil?

De SP-fractie vindt het te gek voor woorden dat deze kwestie zo lang moet duren. Los het nu eindelijk eens op. Kan de staatssecretaris garanderen dat geen enkel ernstig ziek of gehandicapt kind zonder de zorg komt te zitten die de verpleegkundig kinderdagverblijven bieden? Kan zij garanderen dat er geen personeel wordt ontslagen bij verpleegkundig kinderdagverblijven en dat er geen verpleegkundig kinderdagverblijven hun deuren hoeven te sluiten? Gaat zij dit probleem voor 1 juli oplossen?

Staatssecretaris Bussemaker:

Voorzitter. Wij hebben eerder met elkaar gesproken over de gespecialiseerde medische kinderdagverblijven. Vorig jaar was dat onder andere naar aanleiding van de situatie bij Gideon en Het Lindenhofje. Ik heb toen al gezegd dat ik deze zorg voor een kwetsbare, ernstig zieke groep kinderen zeer belangrijk vind. Wij hebben toen geconstateerd dat er een witte vlek is in de bekostiging tussen AWBZ en de Zorgverzekeringswet, om precies te zijn de verpleging die noodzakelijk is in verband met medisch-specialistische zorg. Dat speelt onder andere bij de kinderdagverblijven en bij de hospices. Ik heb toen ook gezegd dat wij een oplossing zouden zoeken voor de korte en de langere termijn. Er is een spoorboekje gemaakt voor dit jaar. Ik heb toen toegezegd dat de Kamer in juni van dit jaar nader zou worden geïnformeerd over de manier waarop wij het structureel gaan oplossen. Die brief kan de Kamer nog voor het reces verwachten.

In de tussentijd hebben wij niet stilgezeten. Wij hebben gekeken naar oplossingen op de korte termijn. Ik ben zelf onder andere bij het medisch kinderdagverblijf Zigzag geweest en ik kan zeggen dat ik zeer onder de indruk ben geraakt van de betrokkenheid en de deskundigheid van de medewerkers. Zij geven deze kinderen een plek waar zij kind kunnen zijn. Wij hebben elke zes weken overleg met alle kinderdagverblijven en hospices die te maken hebben met deze problematiek. Op 8 juli vindt het volgende gesprek plaats. Dan bespreken wij alle problemen die zich in de uitvoering voordoen. Ik betreur het dat dit nu hier aan de orde is en dat wij niet op een andere manier naar een oplossing hebben kunnen kijken.

Mevrouw Langkamp heeft gevraagd of ik kan garanderen dat ernstig zieke of gehandicapte kinderen zorg krijgen. Ja, dat kan ik als het om de kinderen gaat voor wie deze dagverblijven bedoeld zijn. Voor kinderen die na een behandeling het ziekenhuis mogen verlaten, maar die zware verpleegkundige zorg nodig hebben – injecties, sondevoeding of infuus – hebben wij dat probleem bijvoorbeeld hersteld. Daar ging de afstemming tussen AWBZ en Zorgverzekeringswet over. Ik kan zeggen dat het CIZ voor deze groep weer indicaties afgeeft. De ouders kunnen dus meestal met gebruik van hun pgb weer terecht bij de gespecialiseerde verpleegkundige kinderdagverblijven.

Er is ook een groep kinderen die niet deze zware zorg van verpleegkundigen nodig heeft. Dat zijn kinderen die wel persoonlijke verzorging of lichtere verpleegkundige zorg nodig hebben. Daar is wel een AWBZ-grondslag voor, maar dat valt buiten de witte vlek waar ik het over had. Dan gelden de normale regels. Ik denk aan kinderen met epilepsie, astma en diabetes. Voor deze kinderen zou de zorg allereerst in een regulier kinderdagverblijf geregeld moeten worden, al dan niet met extra hulp vanuit de AWBZ. Die zorg kan vanuit de AWBZ komen en de opvang door de kinderopvang. Het is dus mogelijk dat kinderen naar een andere instelling moeten als zij niet meer die intensieve, gespecialiseerde verpleegkundige zorg nodig hebben. Dan moeten wij er wel voor zorgen dat zij niet tussen wal en schip vallen.

Ten slotte zijn er kinderen die wel hulp nodig hebben, maar voor wie er geen AWBZ-grondslag is. Dan denk ik aan kinderen bij wie sociale factoren een rol spelen. Die horen niet in de AWBZ. Ik ben mij er ook zeer van bewust dat wij met de pakketmaatregelen ervoor zorgen dat wij duidelijker aangeven wat wel en niet in de AWBZ hoort. Ook die kinderen hebben opvang nodig, al dan niet met zorgondersteuning.

Kortom, voor de kinderen die zeer gespecialiseerde verpleegkundige zorg nodig hebben, gaan wij het nog steeds regelen. Ik kan niet garanderen dat er niets verandert bij de instellingen. Ik heb al meermalen verteld dat ik verantwoordelijk ben voor de continuïteit van zorg, maar niet voor de instellingen. Er is mij zeer veel aan gelegen om ervoor te zorgen dat deze initiatieven ook in de toekomst blijven bestaan. Daarom zitten deze mensen elke zes weken bij mijn medewerkers aan tafel om ervoor te zorgen dat zij niet alleen nu maar ook in de toekomst deze belangrijke zorg kunnen blijven geven.

Mevrouw Langkamp (SP):

Voorzitter. Ik vind het eerlijk gezegd schandalig wat de staatssecretaris hier doet. Zij vindt het treurig dat dit hier aan de orde komt. Zij heeft gezegd dat zij eens in de zes weken overleg met de verpleegkundige kinderdagverblijven heeft en dat het allemaal wel goed komt. De kinderdagverblijven trekken niet voor niets aan de bel. Het gaat namelijk helemaal niet goed. Zij geeft vervolgens ook toe dat een deel van de kinderen straks buiten de boot vallen. Zij krijgen niet meer de zorg die zij zeker wel nodig hebben. De staatssecretaris zegt dat zij niet kan garanderen dat de instellingen open kunnen blijven. Toch zijn dit de enige instellingen die deze kinderen de zorg kunnen bieden die zij zo hard nodig hebben. De kinderen komen anders thuis te zitten en worden geremd in hun ontwikkeling.

Ik vind dit werkelijk schandalig. Ik doe nogmaals een beroep op de staatssecretaris: geef duidelijkheid, los het op, ook structureel, verwijs niet naar een brief, maar zeg gewoon hier hoe dit structureel zal worden opgelost en zorg ervoor dat de kinderen daar gewoon kunnen blijven.

Staatssecretaris Bussemaker:

De Kamer vraagt mij een- en andermaal om duidelijk te maken wat er wel en wat er niet onder de AWBZ valt. De AWBZ is voor langdurige, onverzekerbare zorg. Voor de kinderen die dat nodig hebben, die inderdaad gespecialiseerde zware verpleegkundige zorg nodig hebben, moeten er dit soort instellingen zijn. Ik heb in een eerder overleg al gezegd dat ik er niet ben om die instellingen overeind te houden. Ik ben wel bereid om er samen met de instellingen voor te zorgen dat zij ook onder veranderende omstandigheden op een toekomstbestendige manier kunnen blijven draaien, want ik begrijp best dat dit ingewikkeld is. Zij kunnen dit op verschillende manieren doen, bijvoorbeeld ook doordat zij voor kinderen met een minder zware zorgvraag hun organisatie en personeel aanpassen. Ik ga daarover met hen in gesprek om ervoor te zorgen dat juist de zorg voor deze kinderen gegarandeerd kan worden.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Ik krijg langzamerhand het gevoel dat er op dit terrein sprake is van leeftijdsdiscriminatie. Ouderen die behoefte hebben aan langdurige zorg, verzorging en verblijf kunnen een beroep doen op een somatisch verpleeghuis, maar kinderen moeten naar een kinderdagverblijf dat dan maar wat zorg moet inkopen. Bovendien kan dit eigenlijk alleen nog maar met een pgb, want naturazorg is er niet. Wanneer zal de staatssecretaris het zo regelen dat kinderen die verblijf en verzorging nodig hebben gewoon onder de regels van de AWBZ vallen, net als volwassenen met een grote zorgbehoefte?

Staatssecretaris Bussemaker:

Dit is precies wat wij doen met de gespecialiseerde medische kinderdagverblijven, omdat het alternatief voor die kinderen het verpleeghuis zou zijn. Juist omdat het om kinderen gaat die je ook nog een beetje kind wilt laten zijn, zijn deze initiatieven opgekomen.

Mevrouw Van Miltenburg heeft een punt als zij zegt dat de meeste ouders gebruikmaken van een pgb. Ik heb van een aantal instellingen gehoord dat zij dat eigenlijk liever niet zouden doen. Ik heb vorige week in de verschillende debatten over de AWBZ al gezegd dat het zou kunnen helpen als wij de pgb-regeling onder een contracteerruimte zouden kunnen brengen en met zorgkantoren afspraken zouden kunnen maken. Dan hoeft het niet meer met een pgb. Ik heb de zorgkantoren ook in dit verband om de tafel gehad.

Mevrouw Agema (PVV):

De staatssecretaris kapt met een botte bijl in de AWBZ. 60.000 mensen raken hun zorg kwijt. Zij zegt dat zij dit doet om de zorg voor de zware gevallen te kunnen behouden. Nu staan wij hier weer en nu spreken wij over kinderen die zware zorg nodig hebben. In februari jongstleden toen ik vragen stelde over Het Lindenhofje zei de staatssecretaris bijna hetzelfde als zij nu zegt. Zij is hier met dezelfde tekst gekomen. Zij sprak toen ook over witte vlekken en het spoorboekje en ook toen gaf zij precies dezelfde antwoorden. Volgens mij wil de Kamer, dat geldt in ieder geval voor mijn fractie, maar een ding van de staatssecretaris horen, namelijk dat de zorg voor deze kinderen gegarandeerd is en blijft en op geen enkele manier in het geding komt.

Staatssecretaris Bussemaker:

Ik ben blij te horen dat ik in ieder geval consequent ben en dat ik hetzelfde verhaal vertel. Dat verhaal is ook niet veranderd. Dat verhaal is namelijk dat er gespecialiseerde zorg moet zijn en dat er kinderdagverblijven moeten zijn voor kinderen die zware zorg nodig hebben. Voor kinderen die dat niet nodig hebben, zou ik het zelf wenselijk achten als een kind zoveel mogelijk in een reguliere omgeving in een kinderdagopvangvoorziening terecht kan. Als daar dan extra zorg voor nodig is, kan dat. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de manier waarop dit met het speciaal onderwijs is geregeld. Ik verwacht niet dat wij dit niet voor de kinderdagverblijven willen. Juist om die reden zal ik met staatssecretaris Dijksma overleg hebben om ervoor te zorgen dat kinderen niet tussen de wal en het schip vallen, dat er een plek is waar zij terecht kunnen. Dit betekent niet dat voor iedereen die geen zorg nodig heeft, toch AWBZ-zorg overeind wordt gehouden.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

De kern van het probleem is dat er twee wetten zijn: de AWBZ en de Zorgverzekeringswet. De kinderen en hun ouders kan het niets schelen op basis van welke wet zij zorg krijgen als zij die zorg maar krijgen. Of je zorgt ervoor dat die kinderen de zorg krijgen die zij nodig hebben – het kan mij dan weinig schelen op basis van welke wet – of je zorgt ervoor dat één wet daarvoor verantwoordelijk is en dat de kinderen op basis van die wet hun rechten krijgen.

Staatssecretaris Bussemaker:

Dat is precies wat ik doe en vorig jaar al heb toegezegd. Ik heb toen gezegd dat voor de groep kinderen met een zware zorgvraag de zorg linksom of rechtsom moet worden verleend. De ouders en de kinderen mogen er niet de dupe van worden dat wij een afstemmingsprobleem hebben tussen de AWBZ en de Zorgverzekeringswet. Dat gaan wij dus ook oplossen.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Toen de Kamer hier in december met de staatssecretaris over sprak, heeft de Kamer duidelijk gevraagd om de problemen op te lossen bij de medische kinderdagverblijven, die aan deze groep kinderen zorg verlenen. De staatssecretaris heeft toen gezegd dat zij dat voor 2009 zou oplossen. In mijn perceptie ging het toen over alle zorg aan die kinderen, of het nou de zware medische zorg is of de gewone verpleging. Ik begrijp nu dat een groot deel van die instellingen in grote problemen zit omdat een deel van die zorg toch dreigt te worden wegbezuinigd. Wellicht gaat het niet om de ziekenhuisverplaatste zorg, maar om de gevolgen van de pakketmaatregel. Waar dat echter vandaan komt, boeit mij niet. Ik wil dat de staatssecretaris zich gewoon aan haar woord houdt en het probleem in elk geval voor dit jaar helemaal oplost. Mocht zij vervolgens iets kunnen schuiven naar haar collega Dijksma, dan moet zij dat eerst afspreken voordat zij het wegbezuinigt. Ik wil de staatssecretaris dus vragen om het te regelen voor 2009.

Staatssecretaris Bussemaker:

Ik heb vorig jaar gezegd dat ik de afstemmingsproblemen tussen Zorgverzekeringswet en AWBZ voor 2009 en structureel oplos, en dat zeg ik nu ook. Dat is dus voor de groep die heel zware zorg nodig heeft. De AWBZ-pakketmaat­regelen gelden echter voor iedereen. Dat weet u ook, want dat hebben wij een- en andermaal met elkaar besproken. Ik heb altijd gezegd dat ik niet een uitzondering ga maken. Ik vind niet dat de ouderen het allemaal zelf moeten regelen of dat alle kinderen geen AWBZ-zorg meer moeten krijgen. Mensen die een matige of zware zorgvraag hebben, hebben recht op AWBZ-zorg, ook kinderen. Ik kan nu echter ook geen uitzondering maken door te zeggen: de pakketmaatregelen hebben geen effect op kinderen maar wel op alle anderen. Ik kan er wel voor zorgen dat wij goed borgen dat mensen niet tussen wal en schip vallen. Daar voel ik mij ook verantwoordelijk voor. Dat doe ik niet om iets naar een collega toe te schuiven, maar omdat ik weet dat er kinderopvangvoorzieningen zijn waar ook kinderen die bijvoorbeeld epilepsie of diabetes hebben, heel goed terechtkunnen. Het lijkt mij ook niet meer dan wenselijk dat mensen kinderen met een beperking zo veel mogelijk in de reguliere samenleving mee kunnen laten doen.

Mevrouw Uitslag (CDA):

Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoord. De CDA-fractie is erg benieuwd naar het spoorboekje dat er in juni zal komen. Dat gaat heel veel onduidelijkheid wegnemen. Daar ben ik erg benieuwd naar en ik hoop die brief ook snel te ontvangen.

Een ander punt is echter dat er nu wel signalen komen dat de zaken niet goed lopen en dat de staatssecretaris tijdelijke maatregelen heeft ingesteld. Zijn ouders misschien onvoldoende op de hoogte van deze maatregelen? Is er voldoende geïnformeerd?

Staatssecretaris Bussemaker:

Wat betreft uw eerste vraag, die brief komt er in ieder geval voordat de Kamer met reces gaat. Ik heb niet het signaal ontvangen dat de informatievoorziening aan de ouders onvoldoende is. U weet ook dat er over de AWBZ-pakketmaatregelen een uitgebreide cliëntenmonitor loopt, die is opgezet door de cliëntenorganisaties. Mochten wij daaruit kunnen halen dat men onvoldoende wordt geïnformeerd, dan zullen wij daar maatregelen voor treffen.

Mevrouw Leijten (SP):

De bezuinigingen die u doorvoert, zouden ertoe moeten leiden dat niemand buiten de boot valt. Dat kan natuurlijk niet. Als u bezuinigt, vallen er mensen buiten de boot. Als het dan over kinderen gaat die zorg nodig hebben, dan hebt u het over zware zorg en lichte zorg, alsof niet ieder kind er recht op heeft om naar een kinderdagverblijf en het onderwijs te gaan. Ziet u niet in dat de bezuinigingen die u hebt voorgesteld, leiden tot drama's? Draai ze nou gewoon terug!

Staatssecretaris Bussemaker:

Dat ben ik niet van plan. Ik ben het ook niet met u eens dat niemand buiten de boot mag vallen zoals u dat formuleert. Dat zou namelijk betekenen dat er nooit bij iemand sprake zou kunnen zijn van ook maar één verandering. Ik voel mij ervoor verantwoordelijk – dat is wat ik bedoel met niet buiten de boot vallen – dat wij, als mensen met hun kind niet meer in het gespecialiseerde verpleegkundige dagverblijf terechtkunnen, bijvoorbeeld omdat hun kind aan de beterende hand is en niet meer die heel zware en ingewikkelde zorg nodig heeft, dan met elkaar wel nadenken over de vraag waar die kinderen wel terechtkunnen. Gelukkig hebben wij reguliere kinderdagverblijven die ook kinderen opnemen die wat extra zorg nodig hebben.

Naar boven