Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de stemmingslijst van morgen:

  • - de brief van de vaste commissie voor Economische Zaken over een onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de tariefregulering voor netwerkbedrijven (31730);

  • - de subsidiariteitstoets van het voorstel voor een richtlijn betreffende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen, ongeacht godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid (31544, nr. 4).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Sap.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vraag een spoeddebat aan met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Financiën over het algemene koopkrachtbeeld voor 2009. Dit was een belangrijk thema tijdens de algemene politieke en tijdens de financiële beschouwingen. Wij konden dit toen niet afronden omdat het kabinet nog aan het rekenen was. Nu het kabinet is uitgerekend en ons gisterenavond een brief heeft gestuurd, willen wij zo spoedig mogelijk het debat over het algemene koopkrachtbeeld afronden.

De heer Tang (PvdA):

Voorzitter. Volgens mij spelen hier twee discussies. Enerzijds gaat het om de gevolgen voor chronisch zieken en gehandicapten. Deze kunnen wij bespreken bij de behandeling van de wet. Anderzijds kan het algemene koopkrachtbeeld besproken worden bij een debat over het najaarsoverleg of bij de behandeling van de begroting van Sociale Zaken.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van mevrouw Sap. Het was een belangrijk onderwerp en het blijft een belangrijk onderwerp. Wij hebben een brief gekregen. Het lijkt mij goed om hierover heel snel een debat te voeren met de ministers.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Ook de fractie van D66 steunt het verzoek van de fractie van GroenLinks.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie steunt het voorstel van de heer Tang van de PvdA-fractie om de zaken die bij het najaarsakkoord besloten zijn over de koopkracht te betrekken bij een debat over het najaarsoverleg. De specifieke brief over de Wtcg die wij hebben ontvangen, is bij de commissievergadering van VWS geagendeerd in het kader van dat wetgevingstraject. Het zou dan ook niet logisch zijn om hierover een plenair debat te houden.

De heer Van der Vlies (SGP):

Mijn fractie sluit zich aan bij de woorden van de heer Tang en de heer Omtzigt.

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter. Hetzelfde geldt voor mijn fractie.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de heer Tang.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Ik handhaaf mijn verzoek. Ik ga in zoverre mee met de heer Tang, de andere coalitiepartners en de VVD, dat de specifieke effecten voor chronisch zieken en gehandicapten bij de behandeling van de Wtcg thuishoren. Daar willen wij het dan ook niet over hebben. Wij vinden het algemene koopkrachtbeeld een belangrijk apart punt dat niet thuishoort in het debat over het najaarsoverleg. Dit hoort immers in de Kamer besloten te worden en is ook niet besloten in het najaarsoverleg.

De voorzitter:

Ik constateer dat u een meerderheid hebt voor een spoeddebat. Ik stel voor, het spoeddebat voor morgen te plannen met een spreektijd van vier minuten.

Daartoe wordt besloten.

De heer Omtzigt (CDA):

Kan de spreektijd niet iets korter zijn dan vier minuten?

De voorzitter:

Natuurlijk kan de spreektijd korter zijn, maar ik heb een voorstel gedaan en ik hoorde vervolgens niemand; ik had dus al een besluit genomen en ik handhaaf dit besluit.

Het woord is aan de heer Van Hijum.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Mede namens de fracties van de PvdA en de ChristenUnie verzoek ik om een debat met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de uitkomsten van het najaarsoverleg dat gisteren is gehouden met werkgevers en werknemers. De Kamer heeft hierover vanmorgen een brief ontvangen.

De voorzitter:

Kunt u ook aangeven wanneer u dit debat wenst te houden?

De heer Van Hijum (CDA):

Deze week.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. De SP-fractie steunt dit verzoek. Wel zou ik voor aanvang van dit debat aanvullende informatie van het kabinet willen ontvangen. Ik heb twee keer eerder de vraag gesteld hoe het ontslagrecht nu precies geregeld zal worden. Het kabinet heeft toegezegd dat wij dit na het najaarsoverleg zouden vernemen. In de brief die wij gisteren kregen, staat hierover echter vrijwel niets. Ik verzoek dan ook om een precieze uitleg van wat in het najaarsoverleg is afgesproken over het ontslagrecht.

De heer Tang (PvdA):

Wij steunen het verzoek. Wij vragen ons af of het spoeddebat waarover wij het net hadden niet kan worden samengevoegd met dit debat. Dan hoeven wij maar één debat te houden en dat lijkt ons een stuk praktischer.

De heer Weekers (VVD):

Ik sluit mij aan bij de suggestie van de heer Tang.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik sluit mij niet aan bij die suggestie. Volgens mij is er net een besluit genomen over het spoeddebat. Dat moet dus gewoon gehouden worden. Ik steun het debat dat de heer Van Hijum aanvraagt, maar met een aanvullend verzoek. Het is iets anders dan het verzoek dat de heer Ulenbelt heeft gedaan. Ik zou graag meer opheldering willen hebben van het kabinet over de situatie aan de onderkant van de arbeidsmarkt.

De heer Van der Vlies (SGP):

Zou er niet enige aanleiding zijn tot zelfreflectie over onze besluitvorming? Een spoeddebat over het koopkrachtbeeld, de brief, het najaarsoverleg en nu een debat over hetzelfde. Zo langzamerhand vind ik het wat merkwaardig worden, laat ik het zo maar even samenvatten en onderkoeld zeggen.

De voorzitter:

Ik dank u wel dat u ons van tijd tot tijd de spiegel voorhoudt, maar de Kamer beslist natuurlijk wel zelf over haar eigen agenda.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik zou het verzoek om nadere informatie op zich willen ondersteunen. Daartegen lijkt mij geen bezwaar. Ik kan in zekere zin wel meevoelen met de heer Van der Vlies. Ook voor mijn fractie kan er best aanleiding bestaan om het algemene koopkrachtbeeld bij het debat over het najaarsoverleg te betrekken. Er is nog volop gelegenheid om over de specifieke koopkrachteffecten te debatteren bij de bespreking van het wetsvoorstel over chronisch zieken en gehandicapten dat bij de Kamer aanhangig is, dan wel bij de behandeling van de begroting van Sociale Zaken. Die is niet voor niets aan het eind van het proces van de begrotingsbehandeling geplaatst.

De voorzitter:

Dan stel ik voor dat wij dat deel van het verzoek doorgeleiden naar het kabinet zodat die brieven hier op tijd kunnen zijn. Wij kunnen het debat dan voor morgen plannen. Ik ga ervan uit dat het een normaal debat zal zijn met spreektijden van vijf minuten.

Daartoe wordt besloten.

De heer Tang (PvdA):

Is het mogelijk om eerst het debat over het najaarsoverleg te houden en daarna het spoeddebat over het koopkrachtbeeld?

De voorzitter:

Ik zal uw suggestie in de planning betrekken, mijnheer Tang.

Het woord is aan de heer Dijsselbloem.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Om terug te komen op wat de heer Tang net vroeg: het lijkt mij dat wij een spoeddebat meer prioriteit moeten geven dan een gewoon debat. Daarom wil ik dat eerst houden.

De voorzitter:

Ook uw suggestie zal de Voorzitter betrekken in haar afwegingen. Op basis daarvan zal zij een besluit nemen.

Het woord is aan de heer Dijsselbloem.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Ik wil vragen om nog deze week het verslag van het AO Financiële problematiek inburgering op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Is het strikt noodzakelijk dat het deze week is?

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Ja, want er lopen lastige onderhandelingen tussen de grote steden en de minister. Die blijven niet stilliggen.

De voorzitter:

Dan zullen wij proberen om het voor morgen op de plenaire agenda te plaatsen.

Het woord is aan de heer Kamp.

De heer Kamp (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg over illegaal verblijf dat vanmorgen plaatsvond op de plenaire agenda te zetten. Als u de vraag die u aan de heer Dijsselbloem stelde ook aan mij stelt, is het antwoord: nee, dat kan in de week na het reces.

De voorzitter:

Akkoord, dank u wel. Dan zullen wij het direct na het reces plannen.

De heer Kamp (VVD):

Dit verzoek heb ik mede gedaan namens collega Fritsma.

De voorzitter:

Akkoord.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Morgen hebben wij een spoed algemeen overleg in plaats van een spoeddebat over de boetes van de NMa voor thuiszorgorganisaties. Ik sluit niet uit dat wij dat nog plenair moeten afronden. Ik wil graag dat daarvoor ruimte wordt gereserveerd.

De voorzitter:

En dat moet echt morgen?

Mevrouw Leijten (SP):

Ja.

De voorzitter:

Goed, dan zullen wij kijken of wij dat ook voor morgen kunnen agenderen. Ik doe het voorlopig, ervan uitgaande dat u het morgen in de regeling van werkzaamheden nog herbevestigt. Begrijp ik goed dat het later kan? Akkoord. Andere zaken die nog in de regeling van werkzaamheden aan de orde moeten komen? Dat is niet het geval.

Naar boven