Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van zo mogelijk een van de volgende weken:

  • - het wetsvoorstel Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure (31513);

  • - het wetsvoorstel Uitvoeringswet verordening Europese procedure voor geringe vorderingen (31596);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de strafbaarstelling van het deelnemen en meewerken aan training voor terrorisme, uitbreiding van de mogelijkheden tot ontzetting uit het beroep als bijkomende straf en enkele andere wijzigingen (31386).

Voorts stel ik voor, toe te voegen aan de agenda na het kerstreces:

  • - het wetsvoorstel Wet versnelling besluitvorming wegprojecten (31721);

  • - het voorstel van wet van het lid Van Dam in verband met stilzwijgende verlenging en opzegtermijn bij lidmaatschappen, abonnementen en overige overeenkomsten (30520).

Ik stel voor om bij de behandeling van de VAO's op de agenda van de komende twee weken het zogenaamde kerstregime te hanteren.

Vervolgens stel ik voor om de spreektijden bij het debat over de kredietcrisis te verhogen naar zeven minuten per fractie.

Ten slotte stel ik voor, een groot aantal stukken voor kennisgeving aan te nemen en de nummers als bijvoegsel op te nemen bij de Handelingen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

(De nummers van de voor kennisgeving aangenomen stukken zijn opgenomen als bijlage aan het eind van deze editie.)2.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer Van Raak (SP):

Namens de heer De Wit wil ik graag een rappel vragen voor de nog onbeantwoorde schriftelijke vragen van de heer De Wit en de heer Teeven aan de minister van Justitie over de toepassing van het Europees aanhoudingsbevel door Frankrijk. Die vragen zijn van 29 oktober jongstleden.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag een interpellatiedebat met de staatssecretaris van Justitie over de recente uitspraak van de Raad van State die ertoe strekt dat vreemdelingen die niet in aanmerking kwamen voor het generaal pardon daartegen bezwaar kunnen maken. De staatssecretaris heeft zelf altijd volgehouden dat dit niet de bedoeling is, maar nu dreigen wij dus toch in de situatie te komen dat veel vreemdelingen een verblijfsvergunning kunnen aanvragen en hun vertrek uit Nederland opnieuw kunnen tegengaan.

De heer Kamp (VVD):

Voorzitter. Dit is natuurlijk een bijzonder interessante kwestie. Ik wil graag weten welke analyse de staatssecretaris van deze uitspraak maakt en hoe zij daarmee wil omgaan. Ik wil graag dat zij daar de Kamer schriftelijk over informeert. Dan kunnen wij besluiten wat wij ermee gaan doen. Wat mij betreft, spreken wij er verder over in een algemeen overleg.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. Ook ik vind dat wij hierover moeten praten. Het is natuurlijk schandelijk. Dit was allemaal te voorspellen en ik heb dat ook gedaan. Maar als wij zomaar met de staatssecretaris hierover gaan praten zonder dat er een brief is, komt ze weer heel gemakkelijk weg. Ik wil dus wel graag schriftelijke informatie. Ik wil dit niet afdoen in een AO, maar hier in deze zaal.

De heer Van de Camp (CDA):

Mevrouw de voorzitter. De CDA-fractie denkt dat wij linksom of rechtsom hierover een debat moeten hebben. In dat opzicht sluit ik mij aan bij collega Kamp en mevrouw Verdonk. Maar ik zie wel graag dat het debat wordt ingeleid met een brief van de staatssecretaris. De uitspraak is vrij ernstig en ook wij hebben behoefte aan een goede analyse.

De voorzitter:

Mijnheer Dijsselbloem? U kunt zich ook aansluiten bij redeneringen!

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Maar dan wilt u vast weten bij wie ik mij aansluit!

De voorzitter:

Natuurlijk, heel graag!

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Dat dacht ik al. Ik sluit mij aan bij collega Kamp die als eerste verstandige woorden heeft gesproken!

De heer Van der Staaij (SGP):

En ik sluit mij aan bij de heer Dijsselbloem.

De voorzitter:

Dat is ook heel goed!

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Ik sluit mij dan maar weer aan bij de heer Van der Staaij!

De heer Cramer (ChristenUnie):

Daar sluit ik mij ook maar bij aan!

De voorzitter:

Mijnheer Fritsma, na deze "aansluitingen" hebt u op dit moment geen steun voor een interpellatie maar wel voor een brief. Daarna kunnen wij bezien in welke vorm een eventueel debat gevoerd gaat worden.

De heer Fritsma (PVV):

Ik wil dan wel graag dat die brief er zo snel mogelijk komt. Daarna kunnen wij snel actie ondernemen.

De voorzitter:

Laten wij proberen of die brief er volgende week is. Is dat reëel?

De heer Fritsma (PVV):

Wij moeten er volgende week over praten en dan zou het goed zijn als de brief er dinsdag voor 12.00 uur is.

De heer Van de Camp (CDA):

Dat lijkt mij een heel reëel verzoek.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Vanmorgen stond in de Volkskrant een interview met de vertrekkende nationaal coördinator terrorismebestrijding, de heer Joustra. Hij zegt in dat interview dat het dreigingsbeeld in Nederland thans hoger is dan ooit, namelijk substantieel met een plusje. De zaken die ten grondslag liggen aan dat substantiële dreigingsniveau van drie jaar geleden zijn nu steviger dan toen.

Mede namens de collega's Van Geel, Hamer, Rutte en Pechtold verzoek ik het kabinet om een brief met opheldering hierover. Onze belangrijkste vraag is of er nieuwe feiten zijn die wij niet kennen, nu er wordt gesproken over het hoogste dreigingsniveau ooit. Wat wordt precies bedoeld met het niveau substantieel met een plusje? Is er nieuwe informatie die hieraan ten grondslag ligt die wij nog niet kennen en, zo ja, welke informatie is dat dan en waarom is die niet eerder met de Kamer gedeeld? Wij willen die brief van het kabinet graag vandaag nog ontvangen. Onze voorkeur gaat uit naar een openbare brief aan de Kamer. Mocht een deel niet openbaar kunnen, dan verzoek ik dat deel in een aparte brief te sturen naar de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Naar boven