Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. In een officieel Amerikaans verslag van de operaties van de Amerikaanse troepen in Kandahar uit 2002 staat dat Nederlandse special forces zijn betrokken bij de Operation Enduring Freedom. Deze constatering wordt ondersteund door een Amerikaanse onderzoeksjournalist. Ook duiken er foto's op van Nederlandse militairen buiten het ISAF-mandaatgebied in Kabul. Tot slot krijgen we een flap-over te zien met instructies om de minister van Defensie, amicaal bij zijn voornaam aangeduid, niet over bepaalde zaken te informeren.

Deze informatie is nieuw voor de Kamer en wellicht nieuw voor de minister. Nederlandse troepen zouden zich in 2002 bezighouden met de ISAF-missie in Kabul. Nederland zou niet betrokken zijn bij de Anaconda-operatie en Nederland zou niet betrokken zijn bij de gevechten in Kandahar, waar de Amerikanen als voorportaal van Guantánamo Bay ook een gevangenenkamp hadden.

Mijn fractie vindt dit dermate belangrijk dat zij een verzoek doet tot interpellatie.

De heer Van Baalen (VVD):

Voorzitter. Deze gebeurtenissen, als ze al zouden hebben plaatsgevonden, zijn meer dan vijf jaar geleden gepasseerd. Ook voor de VVD-fractie is het van belang dat er duidelijkheid komt, maar een interpellatie vindt zij onzinnig. Het zou veel beter zijn als de Kamer een brief van de regering krijgt waarin antwoord wordt gegeven op de vraag of de regering bij de ontkenning van de ministers van destijds blijft en of zij nog steeds stelt dat er niet met special forces op de grond is opgetreden.

De voorzitter:

Ik verzoek de leden beknopt te zijn.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. Ik ben het met de heer Pechtold eens dat het gaat om zeer ernstige aantijgingen. De aantijgingen in het programma Argos van vanmorgen en van vrijdag aanstaande – het is wat lastig om een interpellatie te houden terwijl de uitzendingenreeks nog niet is afgelopen – gaan over een drietal zaken: het optreden van Nederlandse special forces buiten het mandaatgebied, terwijl dat expliciet was verboden door de minister...

De voorzitter:

Mijnheer Van Dam, het is voldoende als u zegt dat u het verzoek van de heer Pechtold, dat duidelijk is omschreven, steunt, dan wel met redenen niet steunt.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. Ik steun dat verzoek niet, maar ik wil graag een brief van de regering. Ik wil ook dat wij dan goed afspreken wat wij van de regering vragen. Ik wil de regering vragen om in te gaan op die drie aantijgingen, dus dat special forces actief zijn geweest buiten hun mandaatgebied, dat hun dat expliciet was verboden door de minister en dat de militairen ter plaatse bij een bezoek van de toenmalige minister van Defensie bewust informatie zouden hebben achtergehouden. Dat zijn vrij ernstige aantijgingen. Ik wil dat het kabinet op die aantijgingen ingaat en verder ingaat op al het bewijsmateriaal dat Argos in zijn uitzendingen en daarbuiten via website en nieuwsberichten heeft gepresenteerd.

Mevrouw Van Gennip (CDA):

Voorzitter. Kortheidshalve zeg ik dat de berichten van zodanige aard zijn dat het goed is als dit wordt uitgezocht, juist voor het geval dat ze niet waar zijn; dan worden ze namelijk de lucht uit geschoten. Het voorstel voor een brief van het kabinet, van de collega's Van Baalen en Van Dam, steunen wij. Wij steunen niet het voorstel voor een interpellatiedebat.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Wij steunen het verzoek van D66.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Wij steunen het verzoek van D66, maar stellen voor om er een spoeddebat van te maken, gezien het belang en de spreektijd voor meerdere fracties. Degenen die verzoeken om een brief van het kabinet, stellen inderdaad de vragen die moeten worden beantwoord, maar de regering is van de vragen op de hoogte en heeft dezelfde stukken waarover de Kamerleden in de radio-uitzending vernamen, al te zien gekregen. De regering kan zich hierop dus voorbereiden en in het debat met antwoorden komen.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Voorzitter. De ChristenUnie steunt het verzoek om een brief.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ook de SGP-fractie hecht aan een weloverwogen reactie van het kabinet, gebaseerd op goed onderzoek. Een brief lijkt ons de beste weg.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Dit onderwerp speelt al jaren. De Kamer heeft de vragen in een eerdere instantie bij de behandeling van mondelinge vragen aan de orde gehad. De regering heeft verschillende gelegenheden gehad om de Kamer antwoord te geven op een aantal prangende vragen. Een brief lijkt mij niet nodig, tenzij de regering wil terugkomen op eerder gegeven antwoorden. Wat mij betreft kunnen wij hierover spoedig een debat voeren. Het instrument van de interpellatie vind ik wat onbevredigend, omdat het dan een wel erg kort debat wordt. Ik kan mij niets anders voorstellen dan dat de regering wil ingaan op alle aantijgingen die in de eerste uitzending van een tweeluik al zijn gedaan en mogelijk later deze week nog worden gedaan. Ik wil liever een volwaardig debat. Omdat wij praten over operaties die ver achter ons liggen, hoeft dat debat niet per se voor het reces te worden gevoerd.

De voorzitter:

Veel leden zeggen dat het om een ernstige zaak gaat en dat zij een brief van het kabinet willen ontvangen. Er is ook bereidheid om over die brief te gaan spreken.

De heer Pechtold (D66):

Er zijn mij ook een paar vragen gesteld. Wij hebben nu een deel van de uitzending gezien. Daar is drie jaar lang aan gewerkt, dus men is niet over één nacht ijs gegaan. Van het deel van de uitzending dat wij nog niet hebben gezien, heb ik naar mijn mening al wel iets gezien bij andere media, zoals die verschrikkelijke flap-over, waarop letterlijk staat wat Frank, de minister, wel mag weten, niet mag weten en wat hem wordt verteld. Dat is een affreuze...

De voorzitter:

U moet echt to the point komen.

De heer Pechtold (D66):

Wij gaan een reces in en wij hebben het over een groot probleem met het ministerie van Defensie betreffende een gebied waar wij op dit moment al aan een operatie deelnemen.

De voorzitter:

U begrijpt best het punt dat ik maak. U doet een procedureel voorstel en zoekt daarvoor steun. U hebt een reactie gekregen. U gaat nu dus in op de reactie die u van de Kamer hebt gekregen op uw voorstel, maar niet op de informatie die pas aan de orde komt tijdens het debat. Zo doen wij het hier, en zo doet u het ook.

De heer Pechtold (D66):

Mij werd gevraagd of ik genoegen zou nemen met een brief. Er mag van mij een brief komen, maar dan graag vandaag. De steun die er voor mijn verzoek is, zou ik graag omgezet zien in een spoedig debat. Ik vind niet dat wij moeten wachten tot na het reces met een debat over een dergelijk springend punt, temeer daar het niet is uitgesloten dat het kabinet in de tussentijd een besluit neemt over een eventuele verlenging. Dat vind ik een groot probleem.

De heer Van Baalen (VVD):

Los van flap-overs, die iedereen natuurlijk kan schrijven, is de VVD-fractie voor een brief en een spoedig debat na het reces. Laten wij dat dan maar doen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Als er drie jaar is gewerkt aan een uitzending – dat wist ik nog niet – lijkt het mij dat wij daaraan geen recht doen door er onmiddellijk een debat over te houden. Dan moet er tijd zijn voor een serieuze reactie.

Mevrouw Van Gennip (CDA):

De heer Van der Staaij neemt mij de woorden uit de mond. Ik denk dat wij even moeten wachten op de brief van het kabinet met een gedegen reactie. Na het reces kunnen wij daarover dan een goed debat voeren.

De heer Van Dam (PvdA):

De heer Pechtold heeft zelf gezegd dat de uitzendingen nieuwe informatie bevatten. Laten wij het dan ook zorgvuldig doen en laten wij ervoor zorgen dat het kabinet de nieuwe informatie zorgvuldig kan bezien en de Kamer over zijn kijk op de zaak kan informeren. Als die brief er is, kan er na het reces een debat plaatsvinden.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Aangezien de antwoorden van de regering voor onze fractie van belang zullen zijn voor ons oordeel over de verlenging van de missie, hechten wij eraan dat het debat in elk geval plaatsvindt voor het besluit over de verlenging.

De heer Van Bommel (SP):

Ik zei het al: het is een tweeluik. Het tweede deel komt vrijdag. Dan is het al reces, dus ik kan niet anders dan verzoeken om het debat te laten plaatsvinden na het reces, zij het noodgedwongen. Wij mogen van de regering verwachten dat zij op het geheel zal reageren. Ik wil dus na het reces een gewoon debat met gewone ruime spreektijden.

De heer Pechtold (D66):

Ik snap werkelijk de lacherige houding van SGP, VVD en CDA niet.

Mevrouw Van Gennip (CDA):

Voorzitter. Hiertegen maak ik bezwaar!

De heer Pechtold (D66):

U staat toch te lachen?

Mevrouw Van Gennip (CDA):

Voorzitter, dit is buiten de orde.

De voorzitter:

Neen, hier stoppen wij mee.

De heer Pechtold (D66):

Over de inhoud: ik wil zelfs van reces terugkomen voor zo'n ernstig onderwerp. Als daar geen meerderheid voor is te vinden, wil ik zo spoedig mogelijk een debat, wat mij betreft op de eerste dag na het reces waarop wij hier weer vergaderen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Als wij de brief hebben ontvangen, beslissen wij over het debat. Dit kan worden gevoerd in de week na het reces, ervan uitgaande dat wij de brief dan hebben ontvangen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Een grote schok ging gisteren door de studentenwereld, maar ook bij de ouders van de studenten is er grote zorg. Minister Plasterk wil mogelijk de basisbeurs afschaffen. Graag wil ik hem naar de Kamer roepen en om uitleg vragen in een spoeddebat.

De heer Dibi (GroenLinks):

Elke molecuul in mijn lichaam steunt dit verzoek. Ik wil daaraan graag toevoegen dat ik het op prijs zou stellen als de minister van Financiën deelneemt aan het debat en als dat debat vandaag nog plaatsvindt.

De heer Pechtold (D66):

Steun voor een debat op de kortst mogelijke termijn, dus wat mij betreft vandaag.

De heer Jan Jacob van Dijk (CDA):

Wij hebben er niet zo heel erg veel behoefte aan om nu op basis van iets wat eventjes in de krant heeft gestaan een debat te voeren. Wij hebben er veel meer belang bij om echt te gaan praten over de voorstellen die straks gedaan worden. Wij hebben geen behoefte aan een debat. Ik heb echter ook de pabo gedaan en ik heb geteld en gezien dat er in ieder geval meer dan 30 personen voor zo'n debat zijn.

De voorzitter:

Dat wist ik niet van de pabo, maar dat weet ik dan ook weer.

De heer Bosma (PVV):

Ik heb hem jarenlang onderschat!

Graag een spoeddebat, maar wel op basis van een stukje papier van het kabinet. Dan hebben wij iets waar wij over kunnen praten, behalve het RTL-nieuws van gisteren, iets substantieels.

De heer Zijlstra (VVD):

Voorzitter. Steun voor het spoeddebat. Wij moeten snel helderheid krijgen, linksom of rechtsom. De minister moet nu aangeven wat hij wel en wat hij niet wil.

Mevrouw Besselink (PvdA):

Wij hebben geen behoefte aan een spoeddebat hierover. Daarvoor gelden voor ons de argumenten van de heer Jan Jacob van Dijk. Er ligt geen stuk. Wij moeten dit debat op basis van een stuk voeren.

Ik tel ook dat meer dan 30 leden voor het debat zijn, dus dat debat zal wel doorgaan. Dan heb ik een vervolgvraag. Waar moet dat debat precies over gaan? Er ligt immers geen stuk, zoals de heer Bosma net aangaf. Als we een stuk vragen ten behoeve van dit debat, vermoed ik dat het antwoord zal zijn: het komt er niet.

De heer Anker (ChristenUnie):

Voorzitter. Wij hebben ook geen behoefte aan een spoeddebat. Wij hebben nog een paar heel grote debatten over de financiering van het onderwijs te gaan, op 28 november bijvoorbeeld over de leraren en natuurlijk ook nog de onderwijsbegroting. Volgens mij moeten wij het dan over voldragen voorstellen gaan hebben. Ik wil zeker geen spoeddebat zonder een brief van het kabinet.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik zie ook dat er steun is voor een spoeddebat. Er is best wel veel paniek en niet alleen onder studenten. Ook ouders vragen zich af of hun kinderen nog kunnen studeren. Het maakt mij niet uit of de minister van Financiën er is. Als hij erbij kan zijn, graag. En zo spoedig mogelijk vind ik ook prima.

De voorzitter:

Ik stel vast dat er voldoende steun is voor een spoeddebat en ik stel voor om dat ook te houden. Ik zal mijn best doen om dat vanavond nog te houden.

Mevrouw Besselink (PvdA):

Krijg ik nog een reactie op mijn aanvullende vraag waar dat debat dan over moet gaan? Over paniek?

Mevrouw Leijten (SP):

Er zijn plannen van minister Plasterk om de basisbeurs af te schaffen. Er zijn meerdere plannen. Hij mag die hier komen uitleggen. Waarom is er nu paniek? Omdat er blijkbaar plannen circuleren waar jullie van de PvdA-fractie wel wat van afweten of niet. Ik wil dat wel eens weten. Dat kunnen wij juist in het spoeddebat naar voren brengen en dan hebt u alle gelegenheid om daarop te reageren.

De voorzitter:

Ik ga hier niet over in debat. Wij hebben vanavond een spoeddebat. Ik verzoek u allen om via de voorzitter te spreken en elkaar hier in de Kamer niet te tutoyeren. Dat lijkt mij een goede gewoonte.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Vanochtend berichtte de Volkskrant dat TenneT, de beheerder van onze hoogspanningskabels, kolenstroom voorrang geeft boven duurzame stroom. Dat is het gevolg van een bestaande regel. Dat is zeer ernstig. De Kamer heeft de ministers Cramer en Van der Hoeven op verschillende momenten gevraagd om die regel te veranderen en met een toelichting daarop te komen. Het kabinet is daarin tot nu toe volstrekt in gebreke gebleven. Het gaat nu in de praktijk mis. Dat is een reden om het kabinet om een brief te vragen, te ontvangen voor de regeling van werkzaamheden van morgen, zodat wij hierover, als dat nodig is, voor het reces nog een spoeddebat kunnen houden.

De heer Cramer (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie heeft geen behoefte aan een spoeddebat. Er komt nog een begrotingsbehandeling binnenkort en er komt nog een apart overleg daarover. Wij hebben op dit moment geen behoefte aan een spoeddebat.

De voorzitter:

Ik had begrepen dat de heer Duyvendak eerst om een brief vroeg.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Ik vroeg om een brief voor morgen van de ministers Cramer en Van der Hoeven. Dan kunnen wij morgen bij de regeling van werkzaamheden beoordelen of een debat nodig is. Als het probleem uit de wereld geholpen kan worden met een brief, dan ben ik daar blij mee. Is dat niet het geval, dan moeten wij snel tot handelen komen.

De voorzitter:

Samenvattend vraagt u dus om een brief?

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voor de regeling van werkzaamheden van morgen, ja.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Wij krijgen straks de eerste termijn van het kabinet over de begroting van EZ. Daarin kan dit onderwerp ook bij interruptie aan de orde worden gesteld. Als het stenogram van dit deel van de vergadering wordt doorgezonden aan het kabinet, neem ik aan dat dit onderwerp wordt meegenomen in de beantwoording in eerste termijn. Dan hebben wij deze brief helemaal niet nodig. Ik verzet mij niet tegen zo'n brief, maar ik denk dat wij dit sneller kunnen doen via de begrotingsbehandeling.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik vind het prima als hiervoor een brief nodig is. Het kabinet kan dan ook de antwoorden meesturen op de schriftelijke vragen die wij in het voorjaar hebben gesteld. Hierin zijn precies dezelfde onderwerpen aan de orde geweest. Het ging weliswaar niet over kolen versus duurzaamheid, maar wel over de aansluitcapaciteit van TenneT. Een herhaling van zetten lijkt mij niet nodig.

De heer Jansen (SP):

Ik sluit mij aan bij hetgeen de heer Van der Ham gezegd heeft. Overigens is er nog een tweede kans. Wij hebben op 29 oktober een overleg over de Nota Schoon en Zuinig. Mij staat bij dat dit overleg zes uur zal duren. Er ligt nog een motie over dit onderwerp uit juli op de plank die is aangehouden. Ik zou mij kunnen voorstellen dat dit punt daarbij betrokken wordt.

De heer Van der Staaij (SGP):

Het lijkt de SGP-fractie het meest economisch om het bij de begroting Economische Zaken te betrekken.

De heer Ten Hoopen (CDA):

Wat betreft de CDA-fractie kan dit punt betrokken worden bij de eerste termijn van de regering van de behandeling van de EZ-begroting.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Ik heb dit uiteraard ook overwogen. Het leek mij echter niet opportuun, omdat minister Cramer de coördinerende minister is voor duurzaam energiebeleid. Dit onderwerp raakt haar als eerste. Ik wil ook minister Cramer hierbij betrokken hebben en niet alleen minister Van der Hoeven. Ik wil beide ministers om een reactie vragen. Minister Cramer had aangekondigd dat zij in het kader van Schoon en Zuinig hierover een uitspraak zou doen. Dat heeft zij niet gedaan. Ik heb, net als de heer Jansen, overwogen om nog twee weken te wachten tot het moment waarop deze nota wordt behandeld. Intussen kan echter alweer meer stroom toegezegd zijn aan kolencentrales binnen de netcapaciteit. Daarom vraag ik, vóór de regeling van werkzaamheden van morgen, een brief.

De voorzitter:

Ik denk dat er geen bezwaar is tegen het vragen van een brief. Deze krijgt u voor de regeling van werkzaamheden van morgen. Dat neemt niet weg dat u de mogelijkheid hebt tot interrumperen en het stellen van vragen aan de minister van Economische Zaken bij de beantwoording van de vragen over de begroting. De heer Duyvendak luistert dan natuurlijk ook mee. Een brief kan er evenwel zijn. Na ommekomst van de brief nemen wij een besluit over een spoeddebat, mocht u daaraan nog behoefte hebben. Ik voorzie op dit moment niet veel draagvlak daarvoor en u ook niet.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Inzicht kan groeien.

De voorzitter:

Inzicht kan inderdaad groeien.

De heer Ten Hoopen (CDA):

Voorzitter. Ik wil nog een aanvulling doen. Zou u kunnen bevorderen dat dit deel van het stenogram de ministers bereikt, zodat het kabinet bij de start van zijn eerste termijn van de begroting van EZ op de hoogte is van de vraagstelling en mogelijk kan voorzien in een antwoord? Dan is de brief overbodig.

De voorzitter:

Ik zal zorgen dat het stenogram het kabinet bereikt voor aanvang van de beantwoording. Dit neemt echter het probleem van de heer Duyvendak niet weg, namelijk dat ook de minister van VROM daarbij betrokken zou moeten zijn. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Bommel.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Op 24 september heeft de regering een brief aan de Kamer gestuurd waarin zij ingaat op een aantal ontwikkelingen in Afghanistan, onder andere de militaire activiteiten bij de verdediging van Chora in juni van dit jaar. Ik zal niet ingaan op de inhoud. In de brief geeft de regering haar visie. Daarbij zijn rapporten geleverd, die naar nu blijkt niet goed zijn samengevat in de brief van de regering. Ook hebben sommige rapporten de Kamer niet bereikt.

Het gaat hier om een operatie waarbij nogal wat burgerslachtoffers zijn gevallen. Kennelijk moet de lezing nu zijn dat de Nederlandse militairen daarvoor verantwoordelijk zijn, meer dan de Taliban, zoals eerst was gemeld. Daarom wil ik met spoed een debat met de regering over deze kwestie.

De heer Boekestijn (VVD):

De VVD-fractie is niet van plan om deze aanvraag van een spoeddebat te steunen. Wij zijn keurig ingelicht over al deze zaken. Er is geen nieuwe informatie. Bovendien is de brief tijdens de procedurevergadering al behandeld. Ik stel daarom voor dat de heer Van Bommel maar gewoon vragen stelt.

Mevrouw Van Gennip (CDA):

Wij hebben een stapel papieren gekregen, inclusief de brief van 24 september waar de heer Van Bommel naar verwijst en de rapporten. Als de heer Van Bommel daarover alsnog een debat wil voeren, stel ik voor dat hij dit via de procedurevergadering van Defensie aankaart en een AO aanvraagt.

De heer Van Dam (PvdA):

Zo denk ik er ook over. De brief en de bijlagen zijn al behandeld tijdens de procedurevergadering. Ik zie op dit moment geen nieuwe informatie, behalve dat verschillende media er nu over bericht hebben. Dat is niet altijd nieuwe informatie. De procedurevergadering lijkt mij de plek waar de heer Van Bommel kan terugkomen op het besluit. Daar kan hij een AO aanvragen. Het is altijd gerechtvaardigd om over dit soort zaken verder te spreken.

De heer Pechtold (D66):

Ik snap de angst van collega's naar waarheidsvinding niet. Ik steun de heer Van Bommel.

De voorzitter:

Ik wil mij nooit met de inhoud bemoeien, maar dit heeft niets met waarheidsvinding te maken.

De heer Pechtold (D66):

Ik merk dat bij belangrijke debatten over Afghanistan, Irak of waarover dan ook, er kennelijk elke keer drie partijen zijn die een normaal debat onmogelijk maken en ons dwingen tot het aanvragen van spoeddebatten. Aan de vooravond van een eventuele verlenging van de missie naar Afghanistan wil ik normale debatten kunnen voeren. Ik ben zelfs bereid om daarvoor mijn reces te laten schieten. Heel Nederland heeft het erover en wij vragen hier naar brieven en zeggen dat wij het nog eens moeten bekijken. Ik steun Van Bommel: debatteren!

De voorzitter:

Er werd alleen een voorstel gedaan voor een algemeen overleg. Dat is ook een normaal debat.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. De fractie van GroenLinks steunt het verzoek van de SP-fractie om een spoeddebat. Zij heeft al schriftelijke vragen over de brief van 24 september jongstleden gesteld. De brief roept meer vragen bij haar op dan zij schriftelijk kwijt kon. Mijn fractie wil zo spoedig mogelijk het debat voeren waarom de heer Van Bommel heeft verzocht. Zij wil ook dat de Kamervragen voordien worden beantwoord.

De heer Van der Staaij (SGP):

De SGP-fractie heeft geen behoefte aan een spoeddebat hierover. Het lijkt mij voor de hand liggend om het via de procedurevergadering van de vaste commissie voor Defensie in combinatie met de reeds voorhanden zijnde stukken te regelen.

De heer Van Bommel (SP):

Voor de juiste geschiedschrijving merk ik op dat de GroenLinks-fractie heeft geprobeerd om over deze kwestie mondelinge vragen te stellen. Die zijn geweigerd. De SP-fractie heeft bij dezelfde regeling getracht, een brief te vragen. Dat is niet toegestaan. Vervolgens is er in de media een aantal nieuwe feiten over een discrepantie tussen de brief van de regering en rapporten die wel bij de brief zijn geleverd, maar niet goed in de brief zijn samengevat, naar buiten gebracht. Dat is de aanleiding van mijn verzoek. Mijn fractie acht dat nieuwe feiten en wenst die met de regering te bespreken. Ik heb inderdaad verzocht om dat spoedig in een debat te doen. Ik heb niet gezegd "spoeddebat", omdat ik mij realiseer dat de regering nog minstens twee series schriftelijke vragen te beantwoorden heeft. Ik wil de regering dan ook niet dwingen om dat op een achternamiddag even snel aan de Kamer te leveren. Er staat hier veel op het spel, dus ik kan mij voorstellen dat de regering daar meer dan een à twee dagen voor nodig heeft. Dan zitten wij in het reces. Vandaar dat ik verzoek om zo spoedig mogelijk na het reces dit debat te voeren.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dan krijgt u ook de antwoorden op de schriftelijke vragen. Na het reces zullen wij beslissen of wij een debat houden of een spoeddebat. Ik wil over veel met u praten, maar niet over een spoedig debat, want dan raak ik het spoor bijster. Ik heb een reglement dat daar niet in voorziet.

De heer Pechtold (D66):

Dat is het probleem. Ik houd niet van spoeddebatten met drie minuten spreektijd en de heer Van Bommel en mevrouw Peters ook niet. Als drie partijen ons bij dit soort heikele kwesties dwingen om te kiezen tussen niets of een spoeddebat, kiezen wij maar voor spoeddebatten. Als de andere partijen bereid zijn om na het reces over zowel Chora als de Argos-uitzending te praten en dan ook echt een middag lang een deel van het kabinet durven door te zagen, vind ik het prima.

De voorzitter:

Ik herhaal dat er ook nog zoiets is als een algemeen overleg. Dat lijkt hier zo langzamerhand te worden vergeten.

Mevrouw Van Gennip (CDA):

Voorzitter. Volgens mij hebt u zojuist van verschillende woordvoerders gehoord dat daar alle ruimte voor is, mits het gewoon in de procedurevergadering wordt voorgesteld. Als dat nodig is, kan het wat mijn fractie betreft ook een langer algemeen overleg zijn. Volgens mij biedt dat veel meer ruimte voor het bespreken van Chora en de overige dingen die de heer Van Bommel noemt, dan een snel spoeddebat.

De heer Van Bommel (SP):

Met deze lezing ben ik het niet eens. Mijn fractie heeft ook via de vaste commissie voor Defensie getracht, deze kwestie in een gewoon algemeen overleg aan de orde te stellen. De heer Pechtold heeft helemaal gelijk: een debat over zaken die zich de afgelopen maanden in Afghanistan hebben voorgedaan, wordt door een meerderheid in deze Kamer gewoon geblokkeerd, of wij nu verzoeken om mondelinge vragen, een spoeddebat of een algemeen overleg. Als wij via een haarspeldbocht toch weer uitkomen op een algemeen overleg met inderdaad langere spreektijden, ben ik tevreden, want dan heb ik gedaan gekregen dat er een debat over wordt gevoerd. Ik betreur alleen zeer dat wij eerst alle zwaardere instrumenten zoals een spoeddebat, mondelinge vragen en wat dies meer zij uit de kast hebben moeten halen alvorens hier een meerderheid voor te krijgen. Ik ben bereid, mijn zegeningen te tellen als wij op die manier direct na het reces een debat kunnen voeren.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Wij stellen vast dat wij een interessante discussie hebben gehouden over de verschillende instrumenten van de Kamer om met de regering van gedachten te wisselen. Ik stel vast dat de heer Van Bommel in het vervolg graag iets sneller ter zake wil komen. Na het reces laat u mij weten hoe u het precies gaat doen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik ben misschien wat impliciet, maar zodoende laat ik de mogelijkheid open dat in de procedurevergadering wordt beschikt om een algemeen overleg te houden. Daar ga ik niet over.

Het woord is wederom aan de heer Van Bommel.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Ik wil graag het verslag van het algemeen overleg van gisteren over het Midden-Oosten op de plenaire agenda plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en dit onderwerp toe te voegen aan de agenda na het herfstreces.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Sterk.

Mevrouw Sterk (CDA):

Voorzitter. Ik zou graag een reactie krijgen van de minister van OCW, de minister voor Jeugd en Gezin en de minister van Sociale Zaken op de conclusies van het onderzoek onder lezeressen van Opzij en Margriet, graag voor de behandeling van de Emancipatienota en anders in ieder geval voor de behandeling van de begroting voor Jeugd en Gezin.

De heer Bosma (PVV):

Morgen om 10.00 uur hebben wij een procedurevergadering van de commissie OCW, waaronder emancipatie valt. Waarom bespreken wij dit niet gewoon daar? Wat is er zo schokkend aan de Margriet – die ik deze week nog niet heb gelezen – dat dit hier moet worden besproken?

De voorzitter:

Er is een regel dat vragen aan meer dan één bewindspersoon hier tijdens de regeling van werkzaamheden worden gesteld, maar dit had ook in de commissie gekund. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister voor Jeugd en Gezin.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Wij behandelen na het reces de begroting van LNV. Er zijn nog achttien sets Kamervragen van de Partij voor de Dieren niet beantwoord. Wij willen die antwoorden voor de begrotingsbehandeling ontvangen.

De voorzitter:

U hebt mij een lijst doen toekomen van de antwoorden die u nog niet hebt ontvangen. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Ik zal zorgen dat u die antwoorden in uw bezit hebt voordat de begrotingsbehandeling begint.

Daartoe wordt besloten.

(De lijst is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.)

Naar boven