Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de fractie van GroenLinks stel ik voor om het debat over de reactie op het jaarverslag van de Raad van State van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik benoem in het Presidium het lid Gerkens tot lid in plaats van het lid Kant.

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Timmer tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Bouchibti.

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik:

  • - in de algemene commissie voor Jeugd en Gezin het lid Sterk tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Sterk tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Sterk tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Sterk tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Justitie het lid Sterk tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie het lid Sterk tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Sterk tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de contactgroep Duitsland het lid Sterk tot lid;

  • - in de algemene commissie voor Jeugd en Gezin het lid Van Vroonhoven-Kok tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Van Vroonhoven-Kok tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Van Vroonhoven-Kok tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Van Vroonhoven-Kok tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Justitie het lid Van Vroonhoven-Kok tot lid in de bestaande vacature.

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik wil verzoeken om een brief van drie bewindslieden, namelijk de minister-president, de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de rol van de Nederlandse regering tijdens de afgelopen Olympische Spelen. Ik verzoek niet om een debat, want de Paralympics vinden nog plaats. Het lijkt mij daarom beter om nog even te wachten met terug te zien op hetgeen geleerd is. Ik heb drie vragen aan het kabinet die ik in de brief graag meegenomen wil hebben. Hebben de Nederlandse regering en de EU tijdens de Spelen politieke zaken aan de orde gesteld? Eerder zei de regering dat het om sporters ging, maar er is ook gesproken met Georgiërs en Russen. Ik zou graag weten wat hier de lessen van zijn. In zijn algemeenheid zou ik graag weten wat de lessen voor de toekomst zijn vanuit het perspectief van deze Spelen. Aangezien er ook weer Spelen aankomen, zou ik tot slot graag van de regering willen weten hoe zij aankijkt tegen de rol van de kroonprins, ons toekomstig staatshoofd, in het kader van zijn lidmaatschap van het IOC.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Dat het niet best gesteld is met het verpleegkundig personeel in onze verzorgingshuizen, weten wij inmiddels. Wij krijgen nu echter ook het bericht dat er verzorgingshuizen zijn die in het weekend niet meer voldoende personeel beschikbaar hebben om onze ouderen te verplegen en te verzorgen. Wij vinden dit dusdanig schokkende informatie dat wij graag met spoed een debat willen voeren met de staatssecretaris om opheldering te vragen en deze problemen aan te kaarten en op te lossen.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik had over dit punt al mondelinge vragen aangemeld. Het lijkt mij inderdaad goed dat wij hierover een debat hebben.

De voorzitter:

Mevrouw Agema, u hebt voldoende steun voor een spoeddebat. Ik stel voor, dit in te plannen en een spreektijd van drie minuten te hanteren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ik wil graag de ministers van VWS en van LNV rappelleren omtrent de schriftelijke vragen die ik heb gesteld over de Q-koorts die toeneemt en zich verspreidt over heel Nederland.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik zou dit kabinet, meer specifiek de staatssecretaris van Defensie en de minister van BZK, willen vragen om binnen een week een concreet voorstel te doen aan klokkenluider de heer Spijkers over de wijze waarop dit kabinet deze nog steeds voortslepende zaak op zal gaan lossen en de Kamer hierover te informeren. Eerder vroegen wij al om een oplossing ruim voor het zomerreces. Het is van onze kant dus bijzonder schappelijk om het kabinet nu nog een week de tijd te geven. Ik doe dit verzoek mede namens de fracties van de PvdA, de PVV, D66, de VVD, GroenLinks en de PvdD, alsmede namens het lid Verdonk.

De heer Knops (CDA):

De CDA-fractie steunt dit verzoek in zoverre dat zij ook graag binnen één week een brief wil ontvangen, waarin wordt aangegeven wat de stand van zaken rond dit dossier is. Het is de laatste maanden zeer stil gebleven, dus in dat opzicht steunt mijn fractie dit verzoek.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie steunt dit verzoek ook, met dezelfde kanttekening als de heer Knops heeft geplaatst.

De heer Van der Staaij (SGP):

Dat geldt ook voor de SGP-fractie.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik vraag niet om een weergave van de stand van zaken. Die is mij zeer wel bekend en dat is ook de reden waarom ik vraag om een voorstel voor een concrete oplossing. Eerlijk gezegd zie ik dat een ruime Kamermeerderheid instemt met dat verzoek.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. Ik wil wel graag steun voor dit verzoek. Wij kennen de stand van zaken nu wel. Er moet nu, binnen een week, een concreet voorstel komen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Neppérus.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Vorige week belandden wij opeens in een discussie over het nieuws dat minister Cramer een advertentie zou hebben medeondertekend, waarin steun werd gegeven aan acties van Bluf! en waarin zelfs werd gesteld dat de ondertekenaars opdracht hadden gegeven tot die acties. Ik heb hierover schriftelijk vragen gesteld; ik vind echter de antwoorden van de premier daarop onbevredigend. Het vandaag verschenen rapport van Ernst & Young roept bij mij meer vragen op dan het beantwoordt.

De voorzitter:

Dus...?

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik heb dus behoefte aan een debat over deze kwestie. Als er niet voldoende steun is voor een gewoon debat, dan vraag ik mede namens de PVV-fractie om een spoeddebat teneinde duidelijkheid te krijgen. Wat mijn fractie betreft – ik denk dat dit ook geldt voor de PVV-fractie – gebeurt dat, indien mogelijk, nog vanmiddag.

De voorzitter:

Wenst een van de leden het woord over het verzoek om een debat?

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. Wat mij betreft komt dat debat er. Wij willen daarmee echter wel graag wachten op de afronding van de hoor-en-wederhoorprocedure van het onderzoek door Ernst & Young, zoals in de brief van vanochtend staat vermeld.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Wij kunnen allemaal tellen: er zijn sowieso voldoende Kamerleden voor een spoeddebat. De PvdA-fractie heeft daar ook geen bezwaar tegen. Wij voeren dat debat graag op korte termijn, want volgens ons is het een heldere zaak.

De voorzitter:

Dan zullen wij zo snel mogelijk een debat organiseren, bij voorkeur hedenmiddag. Mevrouw Neppérus, wie moet behalve mevrouw Cramer bij het debat aanwezig zijn?

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik zou ook graag zien dat de minister-president bij het debat aanwezig is, want aan hem heb ik mijn eerdere vragen gesteld.

De voorzitter:

Wij zullen dat verzoek overbrengen aan het kabinet. Wij zullen proberen, het debat hedenmiddag te agenderen, waarbij een spreektijd van drie minuten zal worden gehanteerd.

Het woord is aan de heer Mastwijk.

De heer Mastwijk (CDA):

Voorzitter. Ik wil graag een brief ontvangen van de minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van BZK over een artikel dat vorige week in De Telegraaf stond over toenemend geweld in treinen. Ik wil die brief morgenmiddag om 17.00 uur hebben, in verband met een algemeen overleg dat aanstaande donderdag zal worden gehouden. Ik wil graag dat de bewindspersonen expliciet ingaan op de relatie tussen de buitengewoon opsporingsambtenaren, de mobiele teams en de inzet van de reguliere politie.

De heer Roemer (SP):

Vorige week heb ik namens de SP-fractie al schriftelijke vragen over dit onderwerp ingediend. Ik stel voor dat ook die vragen voor morgenmiddag 17.00 uur beantwoord worden.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie wil een brief van de bewindslieden van LNV, van BZK en van V en W ontvangen over de acties van Greenpeace op de Waddenzee en de Noordzee gericht tegen garnalenvissers.

De voorzitter:

Het verzoek zal worden doorgeleid naar het kabinet.

De vergadering wordt van 16.15 uur tot 16.45 uur geschorst.

Voorzitter: Ten Hoopen

Naar boven