Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Wij hebben een, zo kan ik het wel zeggen, pittige regeling van werkzaamheden voor de woensdag.

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil vragen om het verslag van het algemeen overleg over SDE, de Subsidieregeling Duurzame Energie, volgende week op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Dank u zeer voor de uitleg. Wij zullen het toevoegen aan de agenda van volgende week.

Het woord is aan mevrouw Schreijer.

Mevrouw Schreijer-Pierik (CDA):

Voorzitter. Als voorzitter van de vaste commissie voor LNV wil ik graag het verslag van het algemeen overleg over Staatsbosbeheer van gisteren op de agenda van volgende week laten zetten.

De voorzitter:

Wij voegen het verslag toe aan de agenda van volgende week.

Het woord is aan de heer Ulenbelt.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Ik wil graag een brief van het kabinet over meningsverschillen die er kennelijk in het kabinet zijn over de toekomstige inkomenspositie van jonggehandicapten. De minister heeft gisteren in het vragenuur daarop wat geantwoord, maar gisteravond stond in de krant heel iets anders. Ik wil daarover graag heel spoedig uitleg.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Gisteren is er naar verluidt een belangrijk rapport verschenen op initiatief van de Wereldbank en de FAO over de wereldvoedselmarkt. Het rapport bevat een omvangrijke analyse en talrijke voorstellen en wordt ondersteund door 60 landen. De minister van Financiën heeft al toegezegd dat hij een uitgebreide brief stuurt over de voorjaarsvergadering van het IMF en de Wereldbank, de wereldvoedselsituatie en de positie van biobrandstoffen daarbij. Het lijkt mij buitengewoon logisch dat het kabinet in die brief ook reageert op dit belangrijke rapport.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer De Krom.

De heer De Krom (VVD):

Voorzitter. Ik heb twee verzoeken. Op 14 februari heb ik schriftelijke vragen ingediend over milieuzones in Amsterdam. Ik verzoek het kabinet om de antwoorden nog deze week aan de Kamer te sturen.

En daar is ie weer: voor gisteren was er een brief aangekondigd over de Segway. Die hebben wij ook niet ontvangen; dus daarvoor hetzelfde verzoek.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram toezenden aan het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Griffith.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg over de politie van gisteren op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Wij zullen het verslag toevoegen aan de agenda van volgende week.

Het woord is aan mevrouw Snijder.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie wil graag een brief van de ministers van LNV, van VROM en van VWS met een reactie op de artikelen in De Telegraaf "Vitaminen weg uit groenten" en, op een van de volgende pagina's, "Verplichte mestinjecties schaden landbouwgrond". Zij hoort ook graag welke onderzoeken er op dit moment lopen naar de volksgezondheid en de milieuaspecten rondom deze onderwerpen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering toezenden aan het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Al enige tijd geleden bereikte ons het bericht dat een groot deel van de Nederlandse bevolking niet begrijpt waarop de bijsluiters bij medicijnen precies doelen en waarover zij gaan. Vandaag is een onderzoek uitgebracht waarin verder uitgelegd wordt waarom de bijsluiters zo ver onder de maat zijn. Ik zou daarom over dat onderzoek graag een spoeddebat willen houden.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Wij zien het probleem. Daar is veel aandacht voor nodig, maar wij willen dit gewoon in een regulier overleg met de minister van VWS bespreken.

De heer Jan de Vries (CDA):

Ook de CDA-fractie ziet geen noodzaak om daarover een spoeddebat te voeren. Als mevrouw Agema dit wil agenderen in de procedurevergadering, dan kan dat tijdens de reguliere vergadering van volgende week.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dat lijken mij verstandige woorden van mijn voorgangers.

Mevrouw Agema (PVV):

Dit is teleurstellend. Miljoenen mensen gebruiken medicijnen. Ik vind dus dat deze zaak enige spoed vereist. Geen steun is echter geen steun.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gill'ard.

Mevrouw Gill'ard (PvdA):

Voorzitter. Sinds februari 2008 hebben de ChristenUnie en de PvdA vragen gesteld aan de minister van Buitenlandse Zaken over het aantal ambtenaren dat gedetacheerd is bij internationale organisaties. De antwoorden blijven uit. Ik heb tweemaal gerappelleerd. De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft de minister nogmaals verzocht om voor het VAO van donderdag 17 april met de antwoorden te komen. Die antwoorden heb ik nog steeds niet gezien. Wilt u de minister-president vragen om die antwoorden te geven voor het VAO? Als ze er voor donderdag niet zijn, wil ik het VAO graag een week uitstellen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik ben het ermee eens dat het kabinet tot spoed gemaand wordt om met antwoorden te komen. Wij gaan echter geen premie zetten op slecht gedrag. Een minister die niet op tijd antwoordt, belonen met een week uitstel is natuurlijk niet aan de orde. Dat debat vindt hoe dan ook morgenavond plaats. Als de minister de antwoorden niet heeft, dan verzint hij ze maar ter plekke. Zo doen wij dat hier.

De voorzitter:

Als u daar een meerderheid voor hebt!

De heer Irrgang (SP):

Ik sluit mij daarbij aan.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Ik steun het verzoek van mevrouw Gill'ard, vooral omdat de heer Boekestijn vorige week dezelfde reden heeft gebruikt om te vragen om uitstel van dit VAO. Die reden is nog niet opgeheven. Wij wachten op een belangrijk rapport van de Verenigde Naties. Wij hebben zojuist een brief ontvangen van het ministerie, waarin ons wordt verteld hoe het met die brief staat. Er wordt haast gemaakt, maar de brief is er nog niet. Voor mijn fractie is dat de belangrijkste reden om het VAO met een week uit te stellen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik onderstreep de woorden van mevrouw Gill'ard en mevrouw Ferrier.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Wij steunen de heer Vendrik. Slecht gedrag moet inderdaad niet worden beloond.

De heer Pechtold (D66):

Ik geef mijn steun aan de heer Vendrik.

De voorzitter:

Ik ben het zeer met u eens dat je slecht gedrag niet moet belonen. Zo kent de Kamer mij ook. Als een Kamerlid evenwel de antwoorden voor een VAO wil hebben, dan is het een goed gebruik om daaraan tegemoet te komen. Ik voeg daaraan toe dat daar met deze drie woordvoerders een Kamermeerderheid voor is ontstaan. De meerderheid bepaalt uiteindelijk de gang van zaken.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Hier botsen twee rechten die de Kamer zichzelf heeft gegund. Er is een meerderheid die uitstel wil. Ik heb frequent contact gehad met de heer Boekestijn over dit debat en besproken of wij het nog een keer moesten uitstellen. Ik heb van hem begrepen dat hij in de gelegenheid wil worden gesteld om moties in te dienen. Dat is zijn goed recht en daar kom ik voor op. Uiteindelijk moet dat dan maar morgenavond gebeuren.

De voorzitter:

Hij krijgt die gelegenheid ook, maar alleen op het moment dat de brief binnen is.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Ik vraag mevrouw Neppérus, die hier de heer Boekestijn vertegenwoordigt, wat er is gebeurd met zijn dringende argument van vorige week, dat mijn fractie overigens volledig onderschrijft, dat het geen enkele zin heeft om het VAO te houden...

De voorzitter:

Nee, mevrouw Ferrier. Ik begrijp dat u dit wilt zeggen, maar ik heb mijn besluit al genomen. Ik herhaal het nog een keer: wij gaan het VAO een week uitstellen. Aldus besloten.

Mevrouw Gill'ard (PvdA):

En u gaat mijn verzoek aan de minister-president om zijn bewindspersonen aan te spreken, aan hem voorleggen.

De voorzitter:

Natuurlijk, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zullen wij doorgeleiden naar het kabinet. Ik ga hierover niet meer discussiëren. Zo is de regel.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Dan meld ik mij alsnog aan voor de regeling van werkzaamheden met een extra punt.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Ik heb een aantal zaken om te rappelleren en dit onderschrijft nog maar eens het pleidooi dat de heer Marijnissen hier dinsdag heeft gehouden. Ook het debat dat zojuist is gevoerd, lijkt daar veel op. Ik heb een rappel ten aanzien van vragen die ik al op 29 februari heb gesteld. TROS Radar toonde afgelopen maandag aan dat de Amsterdamse maatregel om oudere auto's uit de binnenstad te weren, gewoon leeftijdsdiscriminatie is. De Amsterdamse wethouder gaf aan, niet anders te kunnen, omdat de Dienst Wegverkeer zijn systeem nog niet heeft bijgewerkt. Juist daarover heb ik al op 29 februari vragen gesteld. Ik wil graag dat die nu heel snel worden beantwoord.

Tevens wil ik mijn vragen van 18 maart over antieke stoomtreinen en van 20 maart over het hoge ziekteverzuim bij de NS snel beantwoord zien, want ook de antwoorden op die vragen zijn nog steeds niet binnen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Mede namens de fractie van de PvdA vraag ik u om het verslag van het algemeen overleg dat vanochtend over de JBZ-raad is gehouden op de plenaire agenda te zetten. Het gaat ons daarbij om het voorstel van de Europese Commissie om een Europees PNR-systeem op te tuigen. De JBZ-raad is aanstaande zaterdag. Ik wil graag een motie over dat voorstel indienen en daarover nog deze week stemmen. Ik laat het geheel aan u over, maar ik denk dat het VAO daarom nog voor vandaag zal moeten worden gepland.

De voorzitter:

Aangezien die vergadering dit weekend plaatsvindt, zullen wij dat VAO met spoed plannen voor heden. Eventuele stemmingen over moties zullen aan het eind van de middag worden gehouden. Dat er aan het eind van de middag stemmingen zijn, zult u allen nog in uw e-mail kunnen lezen.

Ten slotte is het woord aan mevrouw Neppérus die zich als spijtoptant heeft aangemeld voor de regeling.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Wij zijn ongelukkig met de uitkomst van het debatje van zo-even over het opeens uitstellen van het VAO. Daarom vraag ik mede namens de fractie van GroenLinks een spoeddebat aan over de vergoedingen aan Nederlanders in VN-dienst. Wij vinden het onderwerp belangrijk genoeg om er ook deze week over te kunnen praten.

De heer Irrgang (SP):

Ik steun dit verzoek, maar om onszelf een ongewenste procedure te besparen, vraag ik de coalitiefracties of zij hun verzoek tot uitstel van het VAO kunnen heroverwegen.

De heer Pechtold (D66):

Een VAO kost minder tijd dan een spoeddebat. Ik sluit mij dus aan bij dat verzoek. En anders moeten wij maar een spoeddebat houden.

Mevrouw Gill'ard (PvdA):

Wij hebben het spoeddebat niet bedacht. Ik kaats de bal dus weer terug. Ik heb wel verzocht om de antwoorden vóór het VAO. Dat is het hoofdcriterium voor mijn verzoek om uitstel.

De voorzitter:

Het is duidelijk dat wij er alle druk op zullen zetten om ervoor te zorgen dat wij de antwoorden vóór het VAO hebben. Als dat het geval is, blijft het VAO staan. U hebt alleen het verzoek gedaan om het VAO uit te stellen als de antwoorden er niet zijn, maar dat weet mevrouw Neppérus.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik heb begrepen dat er net is besloten om volgende week een VAO over deze kwestie te houden. Ik stel voor om alleen een spoeddebat te houden als in het VAO volgende week nog niet alle vragen zijn beantwoord.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik vind het zeer mooie woorden van de heer Van der Staaij en sluit mij er graag bij aan. Ik onderstreep het belang van de inhoudelijke argumenten en van het rapport waarop wij zitten te wachten.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Ik blijf bij mijn verzoek om het VAO uit te stellen met één week tot wij de uitkomst van het VN-rapport hebben. Het heeft geen enkele zin om een VAO of spoeddebat te houden als wij deze informatie niet hebben.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik blijf bij mijn punt dat slecht gedrag niet moet worden beloond. Wij betreurden het zonet dat het VAO dat was gepland, zou worden uitgesteld. Ik handhaaf daarom mijn verzoek om een spoeddebat, maar als de rest van de Kamer zegt dat wij het VAO deze week houden, dan kunnen wij daar ook prima mee leven. Zo niet, dan wensen wij een spoeddebat.

De voorzitter:

U hebt steun voor een spoeddebat. Wij gaan als volgt handelen. Wij zullen alles op alles zetten om die antwoorden op tijd te krijgen. Morgen weten wij of dat voor het VAO lukt. Lukt dat niet, dan plan ik voor volgende week een spoeddebat, want deze week is daar geen tijd voor, zoals u allen weet.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Voorzitter. Het heeft geen enkele zin om dat spoeddebat te houden als het VN-rapport er niet is.

De voorzitter:

Mevrouw Ferrier, wij hebben in deze Kamer een 30-ledenregeling. Ik ben er heel simpel in: leuk of niet leuk, eens of niet eens, 30 is 30. Ik zal een spoeddebat plannen, maar ik zeg ook dat ik daar deze week niet aan toe kom. Dat wist u allemaal dinsdag al. Wij hebben nu dus een besluit genomen.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Even een informatieve vraag. Voor welke datum vraagt u nu die brief van het kabinet met een reactie?

De voorzitter:

Voor het VAO van morgen en dat heb ik volgens mij ook luid en duidelijk gezegd.

De heer Irrgang (SP):

Als ik goed begrepen heb, is de agenda voor de vergadering van donderdag niet tot twaalf uur 's nachts volgepland.

De voorzitter:

Nee, maar de planning is mijn voorrecht en ik doe dat zo goed, vind ik zelf en volgens mij u ook. Wij hadden dus al een besluit genomen.

De heer Pechtold (D66):

Die komt op de Zapservice!

De voorzitter:

Dat vind ik ook. Dat zou ik mijzelf wel gunnen, vooral met deze stem!

Dit was de regeling van werkzaamheden. U wordt allen bedankt.

Zodra de bewindspersoon er is, beginnen wij met het debat over de ov-chipkaart.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven