Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 26 maart 2008 over medische technologie.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. De reden waarom ik hier sta is niet dat ik ontevreden ben over het algemeen overleg medische technologie, zoals wij dat gevoerd hebben. Ik denk dat het kabinet op de goede weg is om dingen verder uit te werken. Het punt waar de fractie van de ChristenUnie wel mee zit, is hoe de twee sporen kwaliteit en kosteneffectiviteit gecombineerd moeten worden. Hoe zorgt men ervoor dat deze op het goede moment bij elkaar komen? De minister heeft toegezegd dat er voor de zomer een debat zal komen over het basispakket. De fractie van de ChristenUnie wil dat debat graag goed voorbereid voeren. Er dient ruimte te zijn om goede afwegingen te maken over kosten, kwaliteit en de bredere maatschappelijke toegevoegde waarde van opname van zaken in het basispakket. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

  • - voor de zomer het al door de minister toegezegde debat over het basispakket zal worden gevoerd, naar aanleiding van het jaarlijkse CVZ-pakketadvies;

  • - het debat aan de hand van de CVZ-criteria noodzakelijkheid, effectiviteit, kosteneffectiviteit en uitvoerbaarheid zal dienen te worden gevoerd, waarbij ook de appraisalfase dient te worden meegenomen;

  • - recent een aantal publicaties is verschenen over kosteneffectiviteit en de bredere maatschappelijke toegevoegde waarde van toelating van bepaalde vormen van medische technologie tot het basispakket;

verzoekt de regering, het criterium kosteneffectiviteit verder uit te werken en bij de besluiten over het verzekerde pakket ook zo veel als mogelijk de indirecte kosten en individuele en maatschappelijke opbrengsten toetsbaar mee te wegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink, Jan de Vries en Van der Veen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 130(31200 XVI).

Het woord is aan de heer Van der Veen.

De heer Van der Veen (PvdA):

Daar zal ik geen gebruik van maken.

De voorzitter:

Ik constateer dat er geen andere leden zijn die het woord willen voeren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Klink:

Mevrouw de voorzitter. Tijdens het algemeen overleg over medische technologie hebben wij in grote lijnen het belang van kosteneffectiviteit in richtlijnen van medische beroepsbeoefenaren en het belang van de kosteneffectiviteitafweging bij pakketbeoordelingen besproken. Er is ook geconstateerd dat naast kosteneffectiviteit de criteria die wij nu hanteren – althans, die het CVZ nu hanteert – noodzakelijkheid, effectiviteit en uitvoerbaarheid zijn. Ik zie de motie van mevrouw Wiegman, ondersteund door de heren De Vries en Van der Veen, als ondersteuning van de gedachte die wij tijdens het algemeen overleg met elkaar hebben besproken om de kosteneffectiviteit in het licht van de studies die zijn verschenen nader uit te werken en om de kosteneffectiviteit in die zin te verbreden dat inderdaad de indirecte kosten en de maatschappelijke baten ook meer bij afwegingen worden meegenomen, zodat ook de gezondheidszorg niet alleen maar als een kostenpost wordt gezien, maar ook als een investering in de samenleving. Ik vind het van belang om al die maatschappelijke baten en kosten daarbij mee te nemen. Ik zie het eigenlijk als een ondersteuning van de richting van het beleid waar wij gezamenlijk naar toe willen. De kanttekening die ik erbij plaats, is dat u in feite vraagt om in het debat over het pakket van deze zomer de vele dimensies die zich hier aftekenen al mee te nemen. Dat wil ik graag doen, maar ik leg nu even de nadruk op één van de passages in de motie, namelijk om zoveel als mogelijk de indirecte kosten mee te nemen, want het debat daarover zal zich nog over de komende jaren uitstrekken, daar kunnen wij zeker van zijn. In die zin zie ik het als ondersteuning van het beleid. Ik laat het graag aan de Kamer over om haar eigen afweging te maken. Nogmaals, inhoudelijk zie ik het als ondersteuning van de koers die wij hebben uitgezet.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zullen volgende week over de motie stemmen.

Naar boven