Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Koppejan aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over de veiligheid van de Hondsbossche zeewering en de vertraging die is ontstaan bij het extra storten van zand daar.

De heer Koppejan (CDA):

Voorzitter. Afgelopen weekend zijn er berichten in de media verschenen over onderzoeken die uitwijzen dat de veiligheid van de Hondsbossche en Pettemer zeewering ernstig tekort schiet. Een en ander leidt tot veel onrust onder de plaatselijke bevolking, aan wie in februari van dit jaar door de directeur van Rijkswaterstaat Noord-Holland is toegezegd dat er 6 miljoen à 7 miljoen kubieke meter zand gestort zou worden voor de kust om op die manier de veiligheid te waarborgen. Die toezeggingen zijn vervolgens deze zomer weer ingetrokken, omdat ecologische onderzoeken en bestuurlijke procedures meer tijd zouden vergen.

Het is twee voor twaalf! Over twee weken begint het stormseizoen. Zo gaan wij toch niet om met onze waterveiligheid? Ecologische onderzoeken en bestuurlijke procedures moeten toch altijd ondergeschikt gemaakt worden aan de veiligheid van burgers? Kan de staatssecretaris hier toezeggen dat er binnen veertien dagen alle voor de veiligheid noodzakelijke maatregelen worden genomen, zodat burgers die wonen achter de Hondsbossche en Pettemer zeewering weer kunnen vertrouwen op hun dijken?

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Voorzitter. Laat ik als eerste een misverstand uit de wereld helpen. De 6 miljoen à 7 miljoen kuub zand die gestort zou worden bij de Hondsbossche en Pettemer zeewering was niet bedoeld om de veiligheid te vergroten, maar om de kustlijn te vervolmaken, om te zorgen dat er geen teruggang zou zijn in de veiligheid en dat de kust op orde bleef. Niet om de veiligheid te vergroten dus.

Het is inderdaad gebleken dat wij door allerhande ecologische en milieuoorzaken niet 6 miljoen à 7 miljoen op die ene plek zouden kunnen storten. Toen is besloten om daar 2 miljoen kuub te storten en de rest te verdelen over de rest van de kustlijn van Noord-Holland. Daardoor zou het kustlijnfundament – zoals dat heet – in stand blijven.

De berichten die vorige week naar buiten kwamen, hebben te maken met een ander punt. Er is een rapport verschenen, gebaseerd op de nieuwe hydraulische randvoorwaarden die ik 11 september heb vastgesteld. Gemeten aan die nieuwe randvoorwaarden schiet de Hondsbossche en Pettemer zeewering op het gebied van de veiligheid tekort, althans zo lijkt het op grond van dat rapport.

Wat heb ik daaraan gedaan? Zodra ik op 20 september hoorde van het rapport, ben ik op 21 september naar Enkhuizen gegaan en heb de dijkgraaf en de hoofdingenieur-directeur (HID) van Rijkswaterstaat daarop aangesproken. Ik heb met hen afgesproken dat wij direct actie gaan ondernemen. Ik heb twee dingen in gang gezet, ten eerste het verifiëren van het rapport. Dat doen wij altijd; dan wordt er gekeken of er goed met de cijfers is omgesprongen. Ten tweede gaan wij bezien welke maatregelen wij zouden kunnen nemen om die veiligheid te vergroten. Ik heb afgesproken dat wij direct actie gaan ondernemen. Ik heb twee dingen in gang gezet. Wij verifiëren het rapport. Wij kijken altijd of er goed met de cijfers is omgesprongen. Tegelijkertijd bezien wij ook welke maatregelen wij kunnen nemen om de veiligheid te vergroten. Ik heb afgesproken om hier vóór 15 oktober terug te komen. Dan hebben wij betrouwbare cijfers die wij als uitgangspunt kunnen gebruiken en een plan. Hierover gaan wij met elkaar in overleg. Daarna wij zullen wij de maatregelen nemen die nodig zijn.

De heer Koppejan (CDA):

Ik ben nog niet helemaal gerustgesteld. De staatssecretaris zegt dat zij vóór 15 oktober met plannen komt. Op 15 oktober begint echter het stormseizoen. Ik wil van haar horen dat er vóór 15 oktober maatregelen zijn genomen en zandsuppleties zijn gestort, zodat de waterveiligheid weer op het vereiste niveau is. Nu is op sommige plaatsen de risicokans 1 op de 100 jaar, waar deze 1 op 10.000 jaar moet zijn. Op dit punt zou ik graag een nadere toezegging willen horen.

Gaat het hier om een eenmalig incident of kunnen wij meer van dit soort incidenten verwachten? Kan de staatssecretaris toezeggen dat bij de afweging van procedures en ecologische onderzoeken versus waterveiligheid de waterveiligheid voor de burgers altijd voorop staat en prioriteit krijgt?

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Waar het gaat om de waterveiligheid, worden noodmaatregelen genomen en gaan wij niet eerst milieueffectrapportages opstellen en dergelijke. Afgelopen zomer ging het niet om de veiligheid, maar om de kustlijnzorg. Dat is een ander onderwerp. De heer Koppejan vroeg mij om toe te zeggen binnen veertien dagen maatregelen genomen te hebben. Als je zou besluiten zand te suppleren, dan moet dit zand ergens vandaan komen en moet het gestort worden. Ik kan niet toezeggen dat ik dit binnen veertien dagen gedaan heb. Dit is een onmogelijkheid. Ik doe het uiterste. Om zo snel mogelijk te werken, heb ik procedures in elkaar geschoven. Ik heb niet eerst gekeken naar de cijfers en vervolgens naar de plannen. Ik heb tegelijkertijd de cijfers geverifieerd en plannen gemaakt om zo snel mogelijk een helder beeld te hebben. Vervolgens kijken wij naar de plannen en bespreken met elkaar wat wij gaan doen. Hiermee beginnen wij dan zo snel mogelijk. Maar binnen veertien dagen is echt te veel gevraagd.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ik onderschrijf de woorden van de heer Koppejan. Ik heb een aanvullende vraag. Het verbaast mij enigszins dat de staatssecretaris de komende weken nog overleg moet voeren. In december is ons een rapport toegestuurd van de heer Vellinga, waaruit blijkt dat de helft van onze waterkeringen niet voldoet aan de Deltanorm uit, let wel, de jaren 1950. Nu blijkt dat de Hondsbossche Zeewering niet aan de normen voldoet. Komt er niet gewoon een tijd van doen? Wij wachten inmiddels al een half jaar op een reactie van het kabinet op dit rapport. Nu blijkt dat er echt sprake is van een noodsituatie in Noord-Holland. Kan de staatssecretaris niet gewoon aan de slag gaan?

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Ik denk dat er twee dingen door elkaar heen spelen. De beschrijving van de situatie bij de Hondsbossche en Pettemer Zeewering in het rapport van Witteveen plus Bos is gebaseerd op nieuwe hydraulische randvoorwaarden. Die zijn pas vastgesteld op 11 september, dus ongeveer twee weken geleden. Gemeten naar die nieuwe randvoorwaarden, moet er echt iets gebeuren. Gemeten naar de oude randvoorwaarden, die tot 11 september golden, was de veiligheid 1 op 6000. Daarom zat de Hondsbossche Zeewering in het programma Zwakke Schakels. Daarom hebben wij Noord-Holland opgeroepen om zo snel mogelijk met plannen te komen. Er is immers geld om die plannen uit te voeren. De plannen moeten in dit geval komen van Noord-Holland. Wij hebben hen opgeroepen om met plannen te komen zodat die dijk aangepakt kan worden. Mevrouw Vermeij vroeg of het tijd was voor maatregelen. Dat is zeker het geval. Het geld ligt er ook. Zodra de plannen voor het oplossen van de zwakke schakels komen, is het geld er om deze aan te pakken.

De heer De Krom (VVD):

Vorig jaar was al bekend dat wij hier te maken hebben met een zeer zwakke plek in de dijken. In december zijn er bestuurlijke afspraken gemaakt met Rijkswaterstaat om zand te suppleren. De staatssecretaris wist dat dus al heel lang. Wij zijn nu bijna een jaar verder en er is dus niets gebeurd. Over twee weken begint het stormseizoen en de boel is dus kennelijk niet veilig, horen wij van het waterschap. Klopt het dat de vertraging te maken heeft met, zoals dat zo mooi in bestuurlijke termen heet, overwegingen die te maken hebben met het mariene milieu? Met andere woorden: als er zand wordt gesuppleerd, komen er schelpen onder het zand en dat zou allemaal niet mogen volgens de regeltjes. Het kan toch niet zo zijn dat schelpen hier belangrijker zijn dan mensen?

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Natuurlijk zijn schelpen niet belangrijker dan mensen. Ik heb net al in antwoord op vragen van de heer Koppejan gezegd dat de situatie waarop wij reageerden in december niet de veiligheid betrof. De reden was niet de veiligheid maar de kustlijnzorg. Het suppleren van zand gebeurt om het kustfundament op orde te houden met als doel, te voorkomen dat de veiligheid van dat moment afneemt. Een en ander draagt niet bij tot verbetering van de veiligheid. In december hadden wij het vermoeden dat bij de Hondsbosse zeewering 7 miljoen kuub zand kon worden gestort. Dat bleek vanwege milieueffecten echter niet te kunnen. Om de kustlijn op orde te houden, is daarom besloten het zand over de gehele kust van Noord-Holland te suppleren.

Dit is een nieuwe situatie, gemeten op grond van de nieuwe randvoorwaarden die pas sinds 11 september jongstleden gelden. De nieuwe randvoorwaarden lijken er bij de Hondsbossche zeewering en bij de Pettemer zeewering toe bij te dragen dat de veiligheid enorm afneemt. Dat is voor mij de reden om zo snel mogelijk maatregelen te nemen.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

De staatssecretaris erkent dus wel dat wij met een zorgelijke situatie te maken hebben. Dat is overigens de tweede zorgelijke situatie bij de kust, want bij de Maeslantkering in de regio Rijnmond voldoet een en ander ook absoluut niet aan de veiligheidsnorm. Welk veiligheidsniveau garandeert de staatssecretaris de bewoners achter die zeewering op 30 oktober?

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

De kans dat er water over de dijk slaat, is heel groot. Wij weten niet wat er gebeurt als dat probleem zich inderdaad voordoet. Ik heb in een krant gelezen dat de dijk op doorbreken staat, maar dat is op dit moment absoluut niet aan de orde. Ik garandeer de mensen dat ik dit rapport verifieer, dat ik de cijfers goed op orde heb, dat ik naga welke maatregelen kunnen worden genomen, dat ik daarover op een zo kort mogelijke termijn een beslissing neem en daarmee direct aan de slag ga. Half oktober moet duidelijk zijn wat ik van plan ben en vervolgens zal ik direct aan de slag gaan.

De heer Madlener (PVV):

Wij hebben vandaag vastgesteld dat onze zeewering niet op orde is. Dat is voor mijn fractie onaanvaardbaar, te meer daar het kabinet de belastingen verhoogt en die aan allerlei zaken uitgeeft. Onze burgers lopen gevaar. Dat is toch niet uit te leggen? Ik stel voor dat de staatssecretaris al haar linkse plannetjes uitstelt totdat de zeewering op orde is.

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Ik ben mij absoluut niet bewust van linkse plannetjes en weet dus ook niet welke ik zou moeten uitstellen.

Wij weten dat er in de kust zwakke schakels zijn. Daarom beschikken wij over het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Het kabinet heeft geld beschikbaar om dat probleem op te lossen. Ik roep alle provincies die met dat probleem te kampen hebben op om zo snel mogelijk plannen te maken, opdat wij die kunnen uitvoeren en de gehele kustlijn weer veilig kunnen maken. Ik ben het met de heer Madlener eens dat die zwakke schakels zo snel mogelijk moeten worden aangepakt.

De heer Poppe (SP):

Zo snel mogelijk is te laat. De problemen kunnen vannacht ontstaan. De staatssecretaris kan niet garanderen dat er geen overstromingen komen. Ligt er een noodplan klaar in geval van een dreigende overstroming? De staatssecretaris dient te weten wat zij moet doen als er storm op komst is.

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Ik heb niet gezegd dat ik geen plan heb klaarliggen. Evenmin heb ik gezegd dat er elk moment iets kan gebeuren. Niemand kan volledige veiligheid garanderen. Ook als er sprake is van een heel hoog veiligheidsniveau, kan die storm van morgen tot gevolg hebben dat het fout gaat. Laten wij elkaar niet voor de gek houden: absolute veiligheid bestaat niet. Uiteraard moeten wij de kans dat er iets mis gaat zo klein mogelijk maken. Wij hebben nieuwe randvoorwaarden gesteld. Zodra blijkt dat de Pettemer zeewering niet meer voldoet aan de normen die wij daarvoor hebben gesteld, ga ik daarmee zo snel mogelijk aan de slag, al moeten wij natuurlijk eerst nagaan wat er precies aan de hand is en welke maatregelen daarbij passen. Dit zijn mijn plannen, dit ga ik doen.

Naar boven