Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2008 (31200 IIA).

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De heer Schinkelshoek (CDA):

Voorzitter. Een enkele minuut moet voldoende zijn om duidelijk te maken wat de CDA-fractie wil: ten eerste geen ingreep in de begroting van de Tweede Kamer, ook geen kleine, en ten tweede budgettaire autonomie voor het parlement.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties doet een kleine corrigerende ingreep in de begroting die de Tweede Kamer vlak voor de zomer voor zichzelf heeft vastgesteld. Een uitbreiding van het Europees bureau van de Kamer wordt voorlopig geblokkeerd, evenals de aanstelling van een extra beveiligingsbeambte. Die correctie heeft geen betrekking op 2008, maar op de jaren erna.

Er kan getwist worden over de vraag of de minister het recht heeft om te grijpen. Er bestaat sinds jaar en dag een convenant tussen de Tweede Kamer en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dat door de CDA-fractie zodanig wordt uitgelegd, dat de minister als regel het parlement volgt. De minister grijpt slechts in bij hoge uitzondering, in het algemeen belang. Dat is naar ons oordeel thans niet aan de orde. In rond Nederlands: wij zien daarom geen reden voor deze corrigerende ingreep. De Tweede Kamer is zeer kostenbewust en doet mee aan allerlei bezuinigingsoperaties en andere efficiencyslagen. Wij laten zelfs ons eigen ondersteunend apparaat doorlichten. In die situatie past zelfs geen pedagogische tik.

Dit soort discussies tussen regering en parlement over de al dan niet vermeende budgettaire autonomie van de Kamer is onaangenaam. Daarom lijkt het mij goed om constitutionele helderheid te creëren over wat zo fraai "de bijzondere staatsrechtelijke positie van de Staten-Generaal in het begrotingsproces" wordt genoemd. Mede namens de PvdA-fractie kondig ik daarom aan dat wij ons aan een initiatief in enigerlei vorm zetten om het parlementaire begrotingsrecht ook ten aanzien van de eigen begroting voor eens en altijd te verankeren, wellicht zelfs via wijziging van de Grondwet. Het gaat inderdaad om de bijzondere positie van de Staten-Generaal.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. De rijksoverheid moet van deze minister 15% bezuinigen, waarvan 5% op efficiency. Deze Tweede Kamer voelt zich daar te goed voor en zegt over haar eigen begroting te gaan.

De PVV-fractie vindt dat absoluut niet kunnen. Wij moeten gewoon het staatsrechtelijk bestel aanhouden. Als wij het niet eens zijn met deze begroting en deze voorstellen van deze minister, wordt de begroting geamendeerd. Als dat niet wordt overgenomen, moeten wij deze minister gewoon naar huis sturen. Wat betreft de houding van "wij gaan over onze eigen begroting en daarmee punt uit" durf ik te beweren dat er in dit huis nog wel degelijk 15% bezuinigd kan worden. De PVV-fractie gaat dus niet mee in deze houding.

Binnen deze Kamer worden de kantoren niet op slot gegooid. Volgens het Presidium en de Tweede Kamer kan dat niet omdat dat in strijd is met brandveiligheidsvoorschriften. De PVV-fractie heeft daar ontzettend veel problemen mee. Het is heel erg vervelend om 's ochtends journalisten de kamer van je fractiegenoten te zien afschuimen op zoek naar sappig nieuws. Natuurlijk valt er bij ons niets te vinden. Regelrecht onwerkbaar wordt het indien ineens uit de kantoren van zes van de negen fractiegenoten een brief van EénVandaag blijkt te zijn gestolen. Met deze brief kunnen de fractiegenoten stemmen op de politicus van het jaar. Dit is toch allemaal zeer vreemd en onwerkbaar. Ik ga straks waarschijnlijk een motie indienen jegens het Presidium. Van de minister wil ik weten of het waar en juist is dat de deuren vanwege de brandveiligheid niet op slot kunnen.

De heer Kalma (PvdA):

Voorzitter. Bij de spreektijdverdeling binnen fracties luidt het motto "spreken is zilver, zwijgen is goud". Ik kan het heel kort houden. Bij de vaststelling van de begroting geldt een beheersafspraak tussen de minister van BZK en de Kamervoorzitter. De minister neemt de besluiten van de Kamer over, tenzij het algemeen belang zich daartegen verzet. Deze regel blijkt in dit geval niet te zijn aangehouden, al gaat het om een zeer lichte afwijking van de regel. De Partij van de Arbeid stemt in met het verzoek van het CDA aan de minister om dit te corrigeren. Verder menen wij dat een definitieve regeling van het zelfstandig budgetrecht in gang moet worden gezet, in het verlengde van de motie-Dubbelboer en het amendement dat het CDA en de PvdA in de vorige zittingsperiode hebben ingediend. Wij zijn van mening dat het een keer moet gebeuren. Dit kan beter naar aanleiding van een klein incident dan van een groot conflict.

Minister Ter Horst:

Voorzitter. Ik kan direct antwoorden, mits de heer Brinkman mij verschoont dat ik zijn vragen laat uitzoeken en dat de Kamer daarover van mij een briefje krijgt.

Volgens mij is er in het geheel geen sprake van een pedagogische tik, laat staan van een corrigerende ingreep van de minister van BZK. De raming die de Tweede Kamer heeft opgesteld, is overgenomen in de ontwerpbegroting IIA van de Staten-Generaal. Wel is voor de personele uitbreiding in 2007 extra geld beschikbaar gesteld, maar afgesproken is dat in het voorjaar opnieuw wordt gekeken naar de personele uitbreiding in de komende jaren. Of wij deze uitbreiding structureel maken, hangt samen met de efficiencytaakstelling door de Tweede Kamer. Naar mijn stellige overtuiging is er helemaal geen sprake van een corrigerende ingreep. Er is gezegd dat de regeling voor 2007 prima is, en dat de structurele uitbreiding van de fte wordt bekeken in samenhang met de efficiencytaakstelling.

De geachte afgevaardigde de heer Schinkelshoek sprak over een onaangenaam overleg. Ik heb nogal wat overleg gehad, niet alleen met de Tweede Kamer, maar ook met de andere Colleges van Staat. Dat overleg ging niet van harte. De Tweede Kamer was ingeboekt voor 20% bezuiniging. Dit kwam neer op een bedrag van 8,2 mln. Dit bedrag is teruggebracht tot 1,3 mln. Er is dus veel overleg over geweest. Mij dunkt dat de minister van Binnenlandse Zaken de handreiking heeft gedaan om hierop uit te komen, zonder dat dit tot onaangename gesprekken heeft geleid. Zullen wij het zo formuleren?

De heren Schinkelshoek en Kalma achten het van belang dat de minister van Binnenlandse Zaken als regel het parlement volgt. Ik ben ervan overtuigd dat ik dit doe. Alleen overwegingen van algemeen belang kunnen reden zijn om hiervan af te wijken. Voor de structurele uitbreiding zijn wij bezig met het project "Vernieuwing rijksdienst", waar het algemeen belang geldt. Wij willen dit in samenhang met elkaar bekijken.

De heer Schinkelshoek (CDA):

Voorzitter. Vanzelfsprekend dank ik de minister voor haar antwoord. Het antwoord heeft mij echter niet overtuigd, hooguit heeft het mij bevestigd in mijn oordeel dat zij wel degelijk afwijkt van de door de Kamer vastgestelde raming, zij het niet voor 2008, maar voor latere jaren. Daarom dien ik mede namens de afgevaardigden Kalma, Van Raak, Van Beek, Duyvendak, Anker, Pechtold, Van der Staay, Thieme en Verdonk de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de door de Kamer vastgestelde Raming, met name de meerjarenraming, niet volledig verwerkt is in de rijksbegroting voor 2008;

van oordeel dat de Staten-Generaal een "bijzondere positie" hebben met betrekking tot de eigen, parlementaire begroting,

verzoekt de regering om:

  • 1. hoofdstuk IIA van de rijksbegroting steeds te baseren op de Raming van de Tweede Kamer;

  • 2. de begroting voor 2009 en latere jaren aan te passen aan de door de Kamer vastgestelde meerjarenramingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schinkelshoek, Kalma, Van Raak, Van Beek, Duyvendak, Anker, Pechtold, Van der Staaij, Thieme en Verdonk.

Zij krijgt nr. 4(31200 IIA).

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik dank de minister voor haar beantwoording en voor haar belofte ten aanzien van het brandweeronderzoek. De minister had van ons vast mogen houden aan die 8,2 mln. Wij hadden daar niet mee gezeten. De motie van de overige fracties ondersteunen wij zeker niet.

Ik wil het Presidium aan het werk zetten over de kantoren die kennelijk niet op slot kunnen. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt het Presidium, een onderzoek te doen naar de wenselijkheid en haalbaarheid, in het kader van de brandveiligheid kantoren van Tweede Kamerleden op slot te kunnen doen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 5(31200 IIA).

Minister Ter Horst:

Voorzitter. Ik kan voldoende tellen om te zien dat de motie op stuk nummer 4 een meerderheid van de Kamer heeft. Ik denk dat het eerste verzoek geen enkel probleem oplevert. Daarin wordt de regering gevraagd om hoofdstuk IIA van de rijksbegroting steeds te baseren op de Raming van de Tweede Kamer. Dat gebeurt ook. Er staat niet dat de rijksbegroting hetzelfde moet zijn. Ik heb geen enkele behoefte aan deze motie, maar als zij door de Kamer zal worden aangenomen, zal het kabinet er op een verstandige manier mee omgaan.

De voorzitter:

De tweede motie is gericht tot het Presidium, dus daarop hoeft u niet te reageren.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven