Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2008 (31200-XII);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2008 (31200-A);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de architectentitel (uitvoering van de richtlijn nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende erkenning van beroepskwalificaties (PbEU L 255) voor architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten alsmede enige andere wijzigingen) (31079);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer en enkele andere wetten ter uitvoering van verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 januari 2006 betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen en tot wijziging van de Richtlijnen 91/689/EEG en 96/61/EG van de Raad (PbEU L 33) en van het op 21 mei 2003 te Kiev tot stand gekomen Protocol betreffende registers inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen, met Bijlagen (Trb. 2003, 153, en Trb. 2007, 95) (Uitvoeringswet EG-verordening PRTR en PRTR-protocol) (31068).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat het lid Ten Broeke tot haar ondervoorzitter heeft gekozen in plaats van het lid Dezentjé Hamming.

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Sinds een paar dagen worden mijn fractie en, naar ik vermoed, ook andere fracties overstelpt met verontrustende e-mails van mensen die plotseling geconfronteerd worden met een fiks hogere eigen bijdrage voor de AWBZ voor het verblijf in een verpleeghuis, gehandicapteninstelling of psychiatrisch ziekenhuis. Hierover is een hoop verwarring en onrust. Ik zal deze regeling van werkzaamheden niet gebruiken om uit te leggen wat er allemaal aan de hand is. Ik wil hierover opheldering vragen aan de staatssecretaris van VWS in een interpellatie.

Mevrouw Schippers (VVD):

De fracties van de VVD en de PVV steunen het verzoek van mevrouw Kant.

De heer Jan de Vries (CDA):

Ook de CDA-fractie heeft over dit onderwerp verontrustende signalen ontvangen. Wij denken dat met name de voorlichting tekort is geschoten. Misschien is het goed om ter voorbereiding op een eventuele interpellatie eerst een brief van zowel de staatssecretaris van VWS als de staatssecretaris van SZW te vragen.

Mevrouw Kant (SP):

Een interpellatie is volgens mij bedoeld om de juiste informatie boven tafel te krijgen. Ik kan mijn interpellatievragen ook tevoren indienen. Als ik een brief vraag, is er geen sprake meer van een interpellatie. Ik wil heel snel duidelijkheid over dit onderwerp, omdat er veel onrust is. Ik wil niet alleen duidelijkheid over de informatieverstrekking, maar ook over de directe gevolgen voor mensen. Sommige mensen moeten drie keer zo veel gaan betalen ofwel honderden euro's per maand. Deze onrust moet dan ook snel worden weggenomen.

De heer Brinkman (PVV):

Wij steunen het verzoek van mevrouw Kant.

De voorzitter:

Dat heeft mevrouw Schippers al laten weten, mijnheer Brinkman.

Mevrouw Kant (SP):

Ik heb nog een andere suggestie. De heer De Vries had het over de staatssecretaris van SZW, maar de oorzaak van het probleem ligt voor een belangrijk deel bij de Belastingdienst. Wellicht moeten wij dus eerder de staatssecretaris van Financiën hiervoor uitnodigen. Ik laat de keuze evenwel over aan het kabinet. Ik verzoek in ieder geval om de aanwezigheid van de staatssecretaris van VWS.

De voorzitter:

U hebt steun voor een interpellatie.

Ik stel dan ook voor, uw verzoek om in ieder geval de staatssecretaris van VWS te mogen interpelleren over de berekening van de eigen bijdrage AWBZ, in te willigen en deze interpellatie hedenavond te houden.

Daartoe wordt besloten.

De heer Jan de Vries (CDA):

Wie worden hiervoor uitgenodigd?

De voorzitter:

De aanvrager van de interpellatie stelt voor om dit aan het kabinet over te laten.

De heer Jan de Vries (CDA):

Dat is prima.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De fractie van de PvdD heeft het kabinet gevraagd om zich te verantwoorden voor de nieuwe Postbus 51-campagne "Nederland tegen terrorisme". Hoewel er ongetwijfeld door een heel team is nagedacht over de spotjes, bleek het kabinet nogal moeite te hebben met de simpele vraag uit de Kamer over de keuze om mensen die dieren een beter leven gunnen, in de campagne af te schilderen als potentiële terroristen. Kennelijk hebben wij een gevoelige snaar geraakt. Toen de brief uiteindelijk kwam, werd dit vermoeden alleen maar sterker. De ministers hebben het nu alleen nog over radicalisering, terwijl de campagne toch echt draait om terrorisme. Kortom, wij hebben geen antwoord gekregen op onze vragen. Wij vinden dat de spotjes moeten worden teruggetrokken en willen een spoeddebat houden over deze kwestie.

De voorzitter:

Wenst een van de leden het woord? Ik zie dat dit niet het geval is. Dit betekent dat u geen steun hebt voor uw verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat verbaast mij hogelijk, maar dan zijn de verhoudingen in de Kamer op dit punt duidelijk.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Ouwehand voor een tweede verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De minister van LNV heeft via een persbericht laten weten dat zij in Europa actief lobbyt voor een versnelde toelating van genetisch gemanipuleerde maïs en soja. Haar argument hiervoor is nota bene dat de Nederlandse vleesproductie in gevaar kan komen als wij onze dieren niet kunnen voeren met genmaïs. Dat zegt de minister in een week waarin wij exportsubsidies hebben verstrekt omdat wij onze overproductie aan varkensvlees niet kwijt kunnen. Bij mijn weten heeft de Kamer deze handelwijze niet gemandateerd. Wij hebben hierover uitgebreid met de minister gesproken. Ik wil dan ook een brief van de ministers van LNV en van VROM, zodat wij hierover op korte termijn verder kunnen praten. Deze brief wil ik binnen een week ontvangen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Ik wil graag het verslag van het algemeen overleg over de Zuiderzeelijn van gisteren op de agenda hebben.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit VAO toe te voegen aan de agenda van een van de volgende weken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Duyvendak.

Ik constateer dat de heer Duyvendak niet aanwezig is. Hij moet zijn verzoek dan maar een andere keer doen.

Het woord is aan mevrouw Dezentjé Hamming.

De heer De Krom (VVD):

Voorzitter. Met excuus: namens collega Dezentjé Hamming...

De voorzitter:

Zij loopt net achter u.

De heer De Krom (VVD):

Dan kan zij het verzoek beter zelf doen.

De voorzitter:

Zo'n introductie krijgt u niet iedere dag, mevrouw Dezentjé.

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Zelden krijg je zo'n inleiding bij de regeling van werkzaamheden. Ik wil een brief van de staatssecretaris van OCW en de minister voor WWI vragen over gesubsidieerde reizen van islamitische scholen. Ik zou daarin graag een inventarisatie zien van dit soort praktijken op alle islamitische scholen in Nederland.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven