Vragen van het lid Boekestijn aan de minister van Defensie over het bericht dat Defensie overweegt, een squadron F16's te schrappen, de aanschaf van de Tomahawkraketten wil uitstellen, Pantserhouwitsers wil verkopen, Leopardtanks wil verminderen en een aantal grote materiële investeringen op de lange baan wil schuiven.

De heer Boekestijn (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Maandenlang lezen wij in de media onheilspellende berichten. De reeds minimale 500 mln. extra voor Defensie van het regeerakkoord lijkt alleen nog op papier te bestaan en is ook een sigaar uit eigen doos. Gisteren zei de minister van Defensie op een persconferentie in Brussel dat de Chinooks niet zullen worden betaald uit de 500 mln. extra. Helaas zei hij ook dat hij afziet van deaanschaf van Tomahawkraketten en ontweek hij de vraag of ook de F16's, Leopardtanks en Pantserhouwitsers in de uitverkoop gaan. Weer moet de Kamer via een persconferentie vernemen wat de minister van plan is te gaan doen. Dat is zeker voor een oud-Kamerlid een weinig respectvolle benadering van dit huis.

Voor de VVD is elke poging om de stijgende exploitatiekosten te betalen uit de verkoop van materieel onacceptabel. Indien wij personeelskosten betalen uit de verkoop van materieel, eet de krijgsmacht zichzelf op. Personeel moet goed betaald worden, maar ook voorzien worden van het beste materieel. Alleen een hoger Defensiebudget dan 500 mln. – de VVD bepleit 1,2 mld. – voorkomt verkoop van kroonjuwelen. Het wetenschappelijk instituut van het CDA, dat overigens mijn inzet steunt om ook OS in geld in te zetten voor crisisbeheersingsoperaties, lijkt dit beter te begrijpen dan CDA-fractievoorzitter Van Geel. Hij suggereerde gisteren dat de handhaving van de 500 mln. extra de operationele gevechtskracht en het ambitieniveau in stand kan houden. Dat is een illusie.

Ik eindig met vier vragen. In de eerste plaats zei de minister in Brussel dat de Chinooks niet zullen worden betaald uit de 500 mln. extra. Betekent dit dat zij uit de algemene middelen worden betaald?

De voorzitter:

U moet uw vragen kort formuleren, want uw tijd is om.

De heer Boekestijn (VVD):

Is de minister het in de tweede plaats met mij eens dat alleen een aanmerkelijke verhoging van de 500 mln. extra verkoop van materieel voorkomt?

Is de minister het in de derde plaats met mij eens dat de stijgende exploitatiekosten nooit mogen worden betaald uit de verkoop van materieel, omdat anders de krijgsmacht zichzelf opeet?

Wat is ten slotte de waarde van LC-fregatten zonder Tomahawkraketten?

Minister Van Middelkoop:

Mevrouw de voorzitter. Ik ben de heer Boekestijn erkentelijk voor het feit dat hij mij heeft uitgenodigd voor het vragenuur. Het is mij namelijk ook niet ontgaan dat er een beeld is gevormd over mijn departement en in het bijzonder over mijn budget. Ik heb er behoefte aan om dat te corrigeren, al kan ik daarmee niet bezig blijven. Gisteren was er tussen verschillende vergaderingen van de EU door een goed moment om dat te doen. Ik trof toen veel journalisten.

De voorzitter:

De heer Boekestijn heeft inderdaad de mondelinge vragen over dit onderwerp gesteld, maar dat neemt niet weg dat de voltallige Kamer de minister heeft uitgenodigd voor het mondelinge vragenuur.

Minister Van Middelkoop:

Ik dank de voorzitter voor de verfijning.

De staatssecretaris en ik hebben aangekondigd dat wij in juni aanstaande een kwalitatieve hoofdlijnennotitie zullen voorleggen met de richtlijnen van het beleid voor de komende vier jaar. Ik vraag de Kamer begrip voor het feit dat het enige tijd vergt om beleid voor de komende vier jaar te ontwikkelen. Wij zijn voornemens om in september aanstaande met een definitieve notitie te komen. Voor veel onderwerpen waarover de heer Boekestijn vragen heeft gesteld, geldt dan ook dat wij nog in de deliberatiefase verkeren en dat wij nog geen besluiten hebben genomen. Zodra er besluiten zijn genomen, zal ik de Kamer op de aangegeven wijze informeren.

Het verheugt mij dat ik het misverstand uit de wereld kan helpen over de controverse tussen de minister van Financiën en mij inzake de beleidsintensiveringen, oplopend tot 500 mln. in de komende vier jaar. Ik begrijp dat overigens wel. Op het moment dat men zich namelijk met die informatie bezighield en waarop men voor het eerst sinds vele jaren besloot om een kabinet te formeren dat wat meer geld voor defensie zou krijgen, heeft mijn voorganger Chinooks aangeschaft met toestemming van de toenmalige minister van Financiën. Daarvoor is hij overigens te prijzen. Daarna ontstond echter enig misverstand over de vervlechting van het een en ander. De minister van Financiën en ik zijn er uitgekomen. De Kamer had waarschijnlijk niet anders verwacht. De rekening van de Chinooks is betaald met geld van het vorige kabinet en rust dus niet extra op mijn budget voor de komende jaren. De reeds gecontracteerde Chinooks komen binnen. Daarnaast is er het bedrag van 500 mln. dat in het regeerakkoord staat. Wat dat betreft ben ik tevreden. Ik kan immers wat extra geld inzetten. Ik zal echter niet tegenspreken dat meer altijd wenselijk is. Ik begrijp niet dat de heer Boekestijn spreekt van extra geld dat alleen op papier bestaat. Wellicht is hij na mijn toelichting bereid om de woorden terug te nemen dat het een sigaar uit eigen doos betreft.

De heer Boekestijn heeft een aantal vragen gesteld over zaken waarover nog geen besluiten zijn genomen. In eerste instantie wordt geïnventariseerd wat er materieel, budgettair en op het terrein van de exploitatie aan de hand is. In het vorige kabinet is geprobeerd, per 1 januari 2007 de boel in evenwicht te brengen, na een zeer ingrijpende bezuinigingsoperatie. Daarin is mijn voorganger in vergaande mate geslaagd, waarvoor waardering. Maar er valt nog wel degelijk het een en ander op te pakken, waarmee ik nu bezig ben. Het kost moeite om personeel te werven, maar ook om het vast te houden, omdat diezelfde arbeidsmarkt een aanzuigende werking heeft op mijn apparaat. Mensen kunnen binnen de krijgsmacht een heel goede opleiding krijgen, en zij krijgen die ook vaak, zodat zij ook gemakkelijk verdwijnen naar een andere werkgever. Ik ben daarom voornemens om te investeren in personeel, al was het alleen maar om de mensen die ik binnen heb, vast te houden. Ik heb er bezwaar tegen als de heer Boekestijn vervolgens exploitatie-uitgaven, materiële uitgaven en personeel tegen elkaar afstreept. Als ik op het ene gebied wat minder doe, zal hij daar bezwaar tegen hebben, en als ik het op een ander gebied doe, zal ongetwijfeld hetzelfde het geval zijn. Hij zal begrijpen dat je moet herschikken met het oog op het beleid voor de komende vier jaar, waarin wij zullen proberen het expeditionaire karakter van de krijgsmacht nog verder te verbeteren en de lessen die wij nog dagelijks leren toe te passen. Ik hecht zeer aan de term "herschikken", die niet alleen maar Haags jargon is. Ik ben in staat om zowel te herschikken, als ook er op bepaalde punten wat bij te doen.

De heer Boekestijn weet dat de afgelopen jaren een debat is gevoerd over de Tomahawks dat niet tot een conclusie heeft geleid, maar ik heb gemeend dat wel te moeten doen, om zo de duidelijkheid te geven waarom werd gevraagd. Ik heb geen principiële bezwaren tegen dit type wapen, maar om financiële en prioritaire redenen – ik verwacht niet dat wij die wapens onmiddellijk nodig hebben, terwijl ik wel weet dat wij heel veel andere wapens wél nodig hebben – en gelet op mijn aandacht voor personeel, heb ik besloten voor de jaren die ik minister van Defensie mag zijn, deze wapens niet aan te schaffen.

De heer Boekestijn (VVD):

Ik ben erg blij dat die Chinookdeal nu eindelijk goed geregeld lijkt te zijn. Het heeft mij overigens enige tijd gekost om dat antwoord te krijgen, maar nu heb ik het dan gekregen, wat mij winst lijkt.

Is de minister het met mij eens dat de heer Hillen van het CDA, een buitengewoon bekwame man, die gisteren een prachtig rapport publiceerde, volkomen gelijk heeft dat wij ons ambitieniveau en onze operationele gevechtskracht alleen in stand kunnen houden, indien het defensiebudget met meer dan 500 mln. stijgt?

Minister Van Middelkoop:

Ik ben de heer Boekestijn erkentelijk dat hij nu met mij van mening is dat de "scheve" informatie over de Chinookdeal en de bezuinigingen uit de wereld is. De sigaar uit eigen doos kunnen wij nu dus tot het verleden verklaren, waarvoor ik erkentelijk ben. Het rapport van het wetenschappelijk instituut van het CDA heb ik nog niet gelezen. Dat de heer Hillen een buitengewoon bekwaam politicus is, ben ik overigens geheel met de heer Boekestijn eens. Ik betwist dat je meer geld nodig zult hebben om het huidige ambitieniveau te handhaven, want ook onder het vorige kabinet is een ambitieniveau geformuleerd, met het daarbij behorende geld. Ik ben wel content met het rapport van het wetenschappelijk instituut van het CDA, om de simpele reden dat ik al heel lang heb nagedacht over de vraag, hoe je voorkomt dat een organisatie zonder echte achterban in een neerwaartse spiraal raakt. Binnen de NAVO scoren wij minder goed dan in het verleden het geval was. Des te meer reden voor erkentelijkheid voor de beleidsintensivering van 500 mln.

Naar boven